Aionian Verses
Genesis 37:35
(parallel missing)
En al zijn zonen, en al zijn dochteren maakten zich op, om hem te troosten; maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Want ik zal, rouw bedrijvende, tot mijn zoon in het graf nederdalen. Alzo beweende hem zijn vader. (Sheol )
Genesis 42:38
(parallel missing)
Maar hij zeide: Mijn zoon zal met ulieden niet aftrekken; want zijn broeder is dood, en hij is alleen overgebleven; zo hem een verderf ontmoette op den weg, dien gij zult gaan, zo zoudt gij mijn grauwe haren met droefenis ten grave doen nederdalen. (Sheol )
Genesis 44:29
(parallel missing)
Indien gij nu deze ook van mijn aangezicht wegneemt, en hem een verderf ontmoette, zo zoudt gij mijn grauwe haren met jammer ten grave doen nederdalen! (Sheol )
Genesis 44:31
(parallel missing)
Zo zal het geschieden, als hij ziet, dat de jongeling er niet is, dat hij sterven zal; en uw knechten zullen de grauwe haren van uw knecht, onzen vader, met droefenis ten grave doen nederdalen. (Sheol )
Numbers 16:30 (Numeri 16:30)
(parallel missing)
Maar indien de HEERE wat nieuws zal scheppen, en het aardrijk zijn mond zal opendoen, en verslinden hen met alles wat hunner is, en zij levend ter helle zullen nedervaren; alsdan zult gij bekennen, dat deze mannen de HEERE getergd hebben. (Sheol )
Numbers 16:33 (Numeri 16:33)
(parallel missing)
En zij voeren neder, zij en alles wat hunner was, levend ter helle; en de aarde overdekte hen, en zij kwamen om uit het midden der gemeente. (Sheol )
Deuteronomy 32:22 (Deuteronomium 32:22)
(parallel missing)
Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten. (Sheol )
1 Samuel 2:6 (1 Samuël 2:6)
(parallel missing)
De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen. (Sheol )
2 Samuel 22:6 (2 Samuël 22:6)
(parallel missing)
Banden der hel omringden mij; strikken des doods bejegenden mij. (Sheol )
1 Kings 2:6 (1 Koningen 2:6)
(parallel missing)
Doe dan naar uw wijsheid, dat gij zijn grauwe haar niet met vrede in het graf laat dalen. (Sheol )
1 Kings 2:9 (1 Koningen 2:9)
(parallel missing)
Maar nu, houd hem niet onschuldig, dewijl gij een wijs man zijt; en gij zult weten, wat gij hem doen zult, opdat gij zijn grauwe haar met bloed in het graf doet dalen. (Sheol )
Job 7:9
(parallel missing)
Een wolk vergaat en vaart henen; alzo die in het graf daalt, zal niet weder opkomen. (Sheol )
Job 11:8
(parallel missing)
Zij is als de hoogten der hemelen, wat kunt gij doen? Dieper dan de hel, wat kunt gij weten? (Sheol )
Job 14:13
(parallel missing)
Och, of Gij mij in het graf verstaakt, mij verborgt, totdat Uw toorn zich afkeerde; dat Gij mij een bepaling steldet, en mijner gedachtig waart! (Sheol )
Job 17:13
(parallel missing)
Zo ik wacht, het graf zal mijn huis wezen; in de duisternis zal ik mijn bed spreiden. (Sheol )
Job 17:16
(parallel missing)
Zij zullen ondervaren met de handbomen des grafs, als er rust te zamen in het stof wezen zal. (Sheol )
Job 21:13
(parallel missing)
In het goede verslijten zij hun dagen; en in een ogenblik dalen zij in het graf. (Sheol )
Job 24:19
(parallel missing)
De droogte mitsgaders de hitte nemen de sneeuwwateren weg; alzo het graf dergenen, die gezondigd hebben. (Sheol )
Job 26:6
(parallel missing)
De hel is naakt voor Hem, en geen deksel is er voor het verderf. (Sheol )
Psalms 6:5 (Psalmen 6:5)
(parallel missing)
Want in de dood is Uwer geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf? (Sheol )
Psalms 9:17 (Psalmen 9:17)
(parallel missing)
De goddelozen zullen terugkeren, naar de hel toe, alle godvergetende heidenen. (Sheol )
Psalms 16:10 (Psalmen 16:10)
(parallel missing)
Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie. (Sheol )
Psalms 18:5 (Psalmen 18:5)
(parallel missing)
Banden der hel omringden mij, strikken des doods bejegenden mij. (Sheol )
Psalms 30:3 (Psalmen 30:3)
(parallel missing)
HEERE! Gij hebt mijn ziel uit het graf opgevoerd; Gij hebt mij bij het leven behouden, dat ik in den kuil niet ben nedergedaald. (Sheol )
Psalms 31:17 (Psalmen 31:17)
(parallel missing)
HEERE! laat mij niet beschaamd worden, want ik roep U aan; laat de goddelozen beschaamd worden, laat hen zwijgen in het graf. (Sheol )
Psalms 49:14 (Psalmen 49:14)
(parallel missing)
Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, elk uit zijn woning. (Sheol )
Psalms 49:15 (Psalmen 49:15)
(parallel missing)
Maar God zal mijn ziel van het geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij opnemen. (Sela) (Sheol )
Psalms 55:15 (Psalmen 55:15)
(parallel missing)
Dat hun de dood als een schuldeiser overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want boosheden zijn in hun woning, in het binnenste van hen. (Sheol )
Psalms 86:13 (Psalmen 86:13)
(parallel missing)
Want Uw goedertierenheid is groot over mij; en Gij hebt mijn ziel uit het onderste des grafs uitgerukt. (Sheol )
Psalms 88:3 (Psalmen 88:3)
(parallel missing)
Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf. (Sheol )
Psalms 89:48 (Psalmen 89:48)
(parallel missing)
Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? (Sela) (Sheol )
Psalms 116:3 (Psalmen 116:3)
(parallel missing)
De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis. (Sheol )
Psalms 139:8 (Psalmen 139:8)
(parallel missing)
Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de hel, zie, Gij zijt daar. (Sheol )
Psalms 141:7 (Psalmen 141:7)
(parallel missing)
Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had. (Sheol )
Proverbs 1:12 (Spreuken 1:12)
(parallel missing)
Laat ons hen levend verslinden, als het graf; ja, geheel en al, gelijk die in den kuil nederdalen; (Sheol )
Proverbs 5:5 (Spreuken 5:5)
(parallel missing)
Haar voeten dalen naar den dood, haar treden houden de hel vast. (Sheol )
Proverbs 7:27 (Spreuken 7:27)
(parallel missing)
Haar huis zijn wegen des grafs, dalende naar de binnenkameren des doods. (Sheol )
Proverbs 9:18 (Spreuken 9:18)
(parallel missing)
Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel. (Sheol )
Proverbs 15:11 (Spreuken 15:11)
(parallel missing)
De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensenkinderen? (Sheol )
Proverbs 15:24 (Spreuken 15:24)
(parallel missing)
De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden. (Sheol )
Proverbs 23:14 (Spreuken 23:14)
(parallel missing)
Gij zult hem met de roede slaan, en zijn ziel van de hel redden. (Sheol )
Proverbs 27:20 (Spreuken 27:20)
(parallel missing)
De hel en het verderf worden niet verzadigd; alzo worden de ogen des mensen niet verzadigd. (Sheol )
Proverbs 30:16 (Spreuken 30:16)
(parallel missing)
Het graf, de gesloten baarmoeder, de aarde, die van water niet verzadigd wordt, en het vuur zegt niet: Het is genoeg! (Sheol )
Ecclesiastes 9:10 (Prediker 9:10)
(parallel missing)
Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht; want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid in het graf, daar gij heengaat. (Sheol )
Song of Solomon 8:6 (Hooglied 8:6)
(parallel missing)
Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN. (Sheol )
Isaiah 5:14 (Jesaja 5:14)
(parallel missing)
Daarom zal het graf zichzelf wijd opensperren, en zijn mond opendoen, zonder maat; opdat nederdale haar heerlijkheid, en haar menigte, met haar gedruis, en die in haar van vreugde opspringt. (Sheol )
Isaiah 7:11 (Jesaja 7:11)
(parallel missing)
Eis u een teken van den HEERE, uw God; eis beneden in de diepte, of eis boven uit de hoogte. (Sheol )
Isaiah 14:9 (Jesaja 14:9)
(parallel missing)
De hel van onderen was beroerd om uwentwil, om u tegemoet te gaan, als gij kwaamt; zij wekt om uwentwil de doden op, al de bokken der aarde; zij doet al de koningen der heidenen van hun tronen opstaan. (Sheol )
Isaiah 14:11 (Jesaja 14:11)
(parallel missing)
Uw hovaardij is in de hel nedergestort, met het geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken. (Sheol )
Isaiah 14:15 (Jesaja 14:15)
(parallel missing)
Ja, in de hel zult gij nedergestoten worden, aan de zijden van den kuil! (Sheol )
Isaiah 28:15 (Jesaja 28:15)
(parallel missing)
Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen. (Sheol )
Isaiah 28:18 (Jesaja 28:18)
(parallel missing)
En ulieder verbond met den dood zal te niet worden, en uw voorzichtig verdrag met de hel zal niet bestaan; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, dan zult gijlieden van denzelven vertreden worden. (Sheol )
Isaiah 38:10 (Jesaja 38:10)
(parallel missing)
Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren. (Sheol )
Isaiah 38:18 (Jesaja 38:18)
(parallel missing)
Want het graf zal U niet loven, de dood zal U niet prijzen; die in den kuil nederdalen, zullen op Uw waarheid niet hopen. (Sheol )
Isaiah 57:9 (Jesaja 57:9)
(parallel missing)
En gij trekt met olie tot den koning, en gij vermenigvuldigt uw welriekende zalven; en gij zendt uw gezanten verre weg, en vernedert u tot de hel toe. (Sheol )
Ezekiel 31:15 (Ezechiël 31:15)
(parallel missing)
Zo zegt de Heere HEERE: Ten dage, als hij ter helle nederdaalde, maakte Ik een treuren; Ik bedekte om zijnentwil den afgrond, en weerde de stromen van dien, en de grote wateren werden geschut; en Ik maakte den Libanon om zijnentwil zwart, en al het geboomte des velds was om zijnentwil bewonden. (Sheol )
Ezekiel 31:16 (Ezechiël 31:16)
(parallel missing)
Van het geluid zijns vals deed Ik de heidenen beven, als Ik hem ter helle deed nederdalen, met degenen, die in den kuil nederdalen; en alle bomen van Eden, de keur en het beste van Libanon, alle bomen, die water drinken, troostten zich in het onderste der aarde. (Sheol )
Ezekiel 31:17 (Ezechiël 31:17)
(parallel missing)
Diezelve daalden ook met hem neder ter helle, tot de verslagenen van het zwaard; en die zijn arm geweest waren, die onder zijn schaduw in het midden der heidenen gezeten hadden. (Sheol )
Ezekiel 32:21 (Ezechiël 32:21)
(parallel missing)
De machtigste der helden zullen hem, met zijn helpers, toespreken, uit het midden der hel; zij zijn nedergedaald, de onbesnedenen liggen er, verslagen van het zwaard; (Sheol )
Ezekiel 32:27 (Ezechiël 32:27)
(parallel missing)
Maar zij liggen niet met de helden, die onder de onbesnedenen gevallen zijn; die ter helle zijn nedergedaald met hun krijgswapenen, en welker zwaarden men gelegd heeft onder hun hoofden; welker ongerechtigheid nochtans op hun beenderen is, omdat der helden schrik in het land der levenden geweest is. (Sheol )
Hosea 13:14
(parallel missing)
Doch Ik zal hen van het geweld der hel verlossen, Ik zal ze vrijmaken van den dood: o dood! waar zijn uw pestilentien? hel! waar is uw verderf? Berouw zal van Mijn ogen verborgen zijn, (Sheol )
Amos 9:2
(parallel missing)
Al groeven zij tot in de hel, zo zal Mijn hand ze van daar halen, en al klommen zij in den hemel, zo zal Ik ze van daar doen nederdalen. (Sheol )
Jonah 2:2 (Jona 2:2)
(parallel missing)
En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem. (Sheol )
Habakkuk 2:5 (Habakuk 2:5)
(parallel missing)
En ook dewijl hij trouwelooslijk handelt bij den wijn, een trots man is, en in zijn woning niet blijft; die zijn ziel wijd opendoet als het graf, en gelijk de dood is, die niet zat wordt, en tot zich verzamelt al de heidenen, en vergadert tot zich alle volken. (Sheol )
Pesi mebo ndamwaambila kuti, umwi awumwi uukalalila munyina uleede uleelde kubetekwa. Alimwi umwi awumwi uusampawula munyina uleelede lubeta lupati, pesi umwi awumwi utukila uleelede mulilo wa Gehena. (Geenna )
Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur. (Geenna )
Na liso lyako lyalulyo lyakulebya, uligwisye ulisowe nkaambo kulakubotela kuti ufwidwe chipanzi chomwe kwiinda kusowelwa mu Gehena mubili wako woonse. (Geenna )
Indien dan uw rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. (Geenna )
Alimwi kuti jaanza lyako lyalulyo lyakulebya, ulikosole ulisowe, nkaambo kulakubotela kuti ufwidwe chipanzi chomwe kwiinda kusowelwa mu Gehena mubili wako woonse. (Geenna )
En indien uw rechterhand u ergert, houwt ze af, en werpt ze van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde. (Geenna )
Mutayoowi abo bajaya, mibili pesi kabakachilwa kujaya muuya. Anukuti mwelede kuyowa oyo ukonzya kujaya muuya a nyama mugehena. (Geenna )
En vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel. (Geenna )
Webo, Kapenawumu, uyeeya kuti uzosumpulwa kujulu? Peepe, unoyoyetwa ansi kumulindi utagoli [Hadesi]. Nikwali kuti mu Sodomu mwakachitwa malele akachitwa mulinduwe, ninga mwachili asunu. (Hadēs )
En gij, Kapernaum! die tot den hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. Want zo in Sodom die krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden tot op den huidigen dag gebleven zijn. (Hadēs )
Kufumbwa uwambula ijwi atala amwana muntu, ooyo uyolekelelwa. Pesi kufumbwa uwambula bubi atala a Muuya Uusalala, oyo takoyolekelelwa, na munyika eyi, na kuleeyo ichizosika. (aiōn )
En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende. (aiōn )
Chakabyalwa mumuse ulamamvwa, oyu muntu umvwa ijwi, pesi misaalo yenyika abongelezyi bwabuvubi bwasyanikizya ijwi, elyo ulaba utachizyali michelo. (aiōn )
En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar. (aiōn )
Lino sinkondo wakabyala ngudyabulosi. Butebuzi ngimamanino achiindi, mpawo batebuzi mbaangelo. (aiōn )
En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen. (aiōn )
Nkinkako mbuli masokwe mbabunganigwa akuumpwa amulilo, aboobo mbukuyooba kumamanino achiindi. (aiōn )
Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo zal het ook zijn in de voleinding dezer wereld. (aiōn )
Kuyoba obo kumamanino achindi. Baangelo bayosika akuyowandanya babi kuzwa kubaluleme. (aiōn )
Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan, en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden; (aiōn )
Alimwi ambebo ndamba kuti kulinduwe nduwe Pita, mpawo aatala amwaala ooyu ndiyoyaka mbungano yangu. Milyango yazibunda tikozokuzunda. (Hadēs )
En Ik zeg u ook, dat gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen. (Hadēs )
Kuti luboko lwakp na chituta chako chikupa chilebyo, chigonke ukuwaalila kule anduwe, kuli mbubo, kunjila mubuumi koli chilema na kotyokede kwiinda kuowelwa mumulilo utamani koli aamaboko aabili na mawuulu aabili. (aiōnios )
Indien dan uw hand of uw voet u ergert, houwt ze af en werpt ze van u. Het is u beter, tot het leven in te gaan, kreupel of verminkt zijnde, dan twee handen of twee voeten hebbende, in het eeuwige vuur geworpen te worden. (aiōnios )
Na liso lyko likuchita kuba chilebyo, ulidadule ulisowele kule aanduwe. Kuli mbubo kuti unjle mubuumi aliso limwi kwiinda kusowelwa mubbila lyamulilo koli ameso aabili. (Geenna )
En indien uw oog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden. (Geenna )
Amubona, mwalumi wakaza kuli Jesu akwamba kuti, “Muyiisi, nchichili chintu chibotu nchindinga ndilachita kuti ndibe abuumi ibutamani?” (aiōnios )
En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: Goede Meester! wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe? (aiōnios )
Woonse oyo iwakasiide maanda, babunyiina, bachizi, wisi, banyina niiba myuunda nkambo kazina lyangu uyotambula tuli mbuli mwanda umwi akukona buumi ibutamani. (aiōnios )
En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beerven. (aiōnios )
Nakabona mukuyu munsi lyamugwagwa, wakayinka kulinguwo akujana kakutakwe chintu kuli nguwo kunze kwamatu. Wakaamba kuti kulinguwo, “Kutakabi kuti kukabe michelo lubo kuzwa kulinduwe alimbi,” alubo mponya awo mukuyu wakapusama. (aiōn )
En ziende, een vijgeboom aan den weg, ging Hij naar hem toe, en vond niets aan denzelven, dan alleenlijk bladeren; en zeide tot hem: Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid! En de vijgeboom verdorde terstond. (aiōn )
Maawe kulindinywe, nobalembi alimwi nobaFalisi, basikuupawupa! nkaambo muulya zintu zili mumaanda abamukabafu kamukomba nkombyo ndamfu. Muyotambula mulandu mupati. Maawe kulindinywe, nobalembi alimwi nobaFalisi, basikuupawupa! Nkambo mulayinka akulwizi alimwi akunyika kuti mukasandule muntu umwi, alimwi na waba oyo umwi, ngamwamuchita tubili kuba mwana wegehena mbuli ndinywe. (Geenna )
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, en als hij het geworden is, zo maakt gij hem een kind der helle, tweemaal meer dan gij zijt. (Geenna )
Inywe nobazooka, inywe nobana bachipile, muyokuchija biyeni kubetekwa kwagehena? (Geenna )
Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden? (Geenna )
Nakachikkede atala lyechilundu cha Olivusi, basikwiiya bakamusikila kumbali bati, “twambile, ndilili nikuyochitika zintu eezi? Ninzi chiyoba chitondezyo chakuboola kwaako alimwi amamanino anyika?” (aiōn )
En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld? (aiōn )
Eelyo uyoti kuli baabo batanoli kuchimweensi chakwe, 'Muzwe kuli ndime, inywe nimutukidwe, munjile mumulilo utamani ooyo ubambilidwe Satani abaangelo bakwe, (aiōnios )
Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linker hand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is. (aiōnios )
Aaba bayonjila muchisubulo chitamani, pesi baluleme bayonjila mubuumi ibutamani.” (aiōnios )
En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven. (aiōnios )
Mubayiisye kulemeka zintu zyoonse nzindakamulayilila, amubone, ndilandinywe chiindi choonse, nikuba kusikila kumamanino.” (aiōn )
lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen. (aiōn )
pesi kufumbwa muntu usampawula Muuya Uusalala takonzyi kulekelelwa; ulaamulandu wachibi chitamani.” (aiōn , aiōnios )
Maar zo wie zal gelasterd hebben tegen den Heiligen Geest, die heeft geen vergeving in der eeuwigheid, maar hij is schuldig des eeuwigen oordeels. (aiōn , aiōnios )
pesi masukusyo aanyika, kweenwa aabuvubi aziyandisyo zyazimwi zintu zyabuyo zilasika zyasyanikizya jwi, zyachita kuti litabi aamichelo. (aiōn )
En de zorgvuldigheden dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms en de begeerlijkheden omtrent de andere dingen, inkomende, verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. (aiōn )
Naa kuboko kwako kwakubisizya, kudunsule. Nchibotu kunjila mubwami bwakubotelwa kwiinda kuba amaboko abili alimwi wakuwida mubbibi lyamulilo, kumulilo utazimi. (Geenna )
En indien uw hand u ergert, houwt ze af; het is u beter verminkt tot het leven in te gaan, dan de twee handen hebbende, heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur; (Geenna )
Na kuulu kwako kwakuchita kuti ubisye, kudunsule. Nchibotu kunjila mubuumi bwakubotelwa kuli chilema kwiinda kuba amawulu abili alimwi wakuwida mubbibi lyamulilo. (Geenna )
En indien uw voet u ergert, houwt hem af; het is u beter kreupel tot het leven in te gaan, dan de twee voeten hebbende, geworpen te worden in de hel, in het onuitblusselijk vuur; (Geenna )
Na liso lyako lyakuchita kuti ubisye, ligusye. Nchibotu kunjila mubwami bwakujulu aliso limwi kwiinda kuba ameso abili wakuwisigilwa mubbibi lyamulilo, (Geenna )
En indien uw oog u ergert, werpt het uit; het is u beter maar een oog hebbende in het Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden; (Geenna )
Nakatalisya lweendo lwakwe, umwi mwalumi wakachijana wazofugama kunembo lyakwe alimwi wabuzya, “Muyisi mubotu, ndichite buti kuti ndikajane buumi butamani?” (aiōnios )
En als Hij uitging op den weg, liep een tot Hem, en voor Hem op de knieen vallende, vraagde Hem: Goede Meester! wat zal ik doen, opdat ik het eeuwige leven beerve? (aiōnios )
utakabule kutambula zyiindulwidwe mwaanda munyika omuno lino: n'anda abanyandumi a bachizi a mamama abana anyika, mukupenzegwa, munyika utobela, buumi butamani. (aiōn , aiōnios )
Of hij ontvangt honderdvoud, nu in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
Elyo wakaambila mukuyu kuti, “Kutazoobi naba womwe uzoolya michelo kulinduwe.” Basikwiiya baakwe bakamumvwa kawamba majwi aayo. (aiōn )
En Jezus, antwoordende, zeide tot denzelven: Niemand ete enige vrucht meer van u in der eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden het. (aiōn )
Uzooyendelezya ng'anda ya Jakobo mane kukabe kutamani, alimwi bwami bwakwe tabukozoomana pe. (aiōn )
En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn. (aiōn )
(mbuli mbakaamba kuli basikale besu) kuli Abraham alunyungu lwakwe.” (aiōn )
(Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid. (aiōn )
mbuli mbakaambula amilomo yabasinsimi bakwe basalala bakale. (aiōn )
Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld geweest zijn; (aiōn )
Aawo bakali kumukumbila kuti atabatandili mumulindi uutagoli. (Abyssos )
En zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in den afgrond heen te varen. (Abyssos )
Iwe, Kkapenawuma, uyeeya kuti uzosumpwidwa kujulu na? Pepe, uzoboozegwa aansi ku Hadesi. (Hadēs )
En gij, Kapernaum, die tot den hemel toe verhoogd zijt, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. (Hadēs )
Amulange umwi muyiisyi wamilawu yachi Juda, wakanyampuka kayanda kumusunka, wakati, “Muyiisyi, niinzi nchenga ndilachita kuti ndijane buumi butamani?” (aiōnios )
En ziet, een zeker wetgeleerde stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? (aiōnios )
Pesi ndilamwaambila aatala akuti ngwani ngumunga mulayoowa. Amuyoowe ooyo, uunga naajaya, ulaanguzu zyakuwaala mumulilo. Iyii, ndati kulindinye, amuyoowe nguwe ooyo. (Geenna )
Maar Ik zal u tonen, Wien gij vrezen zult: vreest Dien, Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen; ja, Ik zeg u, vreest Dien! (Geenna )
Simalelo wakabotelwa asilutwe ooyu nkaambo wakachita anzila iitaluleme. Nkaambo bana banyika iino tabaluleme pe mukubeleka abananyina kwiinda mbubali bana ba mumuni. (aiōn )
En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij voorzichtiglijk gedaan had; want de kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger, dan de kinderen des lichts, in hun geslacht. (aiōn )
Ndati kulindinywe, amulipangile bazolwani amali iitaluleme, kuchitila kuti niyoomana, bakamutambule mubuumi butamani. (aiōnios )
En Ik zeg ulieden: Maakt uzelven vrienden uit den onrechtvaardigen Mammon, opdat, wanneer u ontbreken zal, zij u mogen ontvangen in de eeuwige tabernakelen. (aiōnios )
mpawo kali mu Hadesi kali koomba, wakanyampula menso aakwe walanga kujulu wakabona Abbulahamu kali kule a Lazalo kali akaango kakwe. (Hadēs )
En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot. (Hadēs )
Umwi mwendelezi wakamubuzya wati, “Muyisi mubotu, ngandilachita biyeni kuti ndikajane buumi butamani?” (aiōnios )
En een zeker overste vraagde Hem, zeggende: Goede Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? (aiōnios )
utakwe kuzojana zyindilide kuchiindi echino, amuchindi chibola, buumi butamani.” (aiōn , aiōnios )
Die niet zal veelvoudig weder ontvangen in dezen tijd, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
Jesu wakati kulimbabo, “Bana balombe banyika iino balakwata alimwi balapegwa mulukwatano. (aiōn )
En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: De kinderen dezer eeuw trouwen, en worden ten huwelijk uitgegeven; (aiōn )
Pesi aabo bataka[jane bulemu bwakutambula kubuka kubafu taakwe nibatakakwate na kupegwa mulukwatano. (aiōn )
Maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden; (aiōn )
kuti boonse basyoma bakabe abuumi butamani. (aiōnios )
Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. (aiōnios )
Oobuya Leza mbwakayandisya nyika, eelyo wakiipa Mwana wakwe simuzyalwa aalike kuti kufumbwa uumusyoma mulinguwe atafwidilili pesi kuti aabe aabumi butamani. (aiōnios )
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. (aiōnios )
Ooyo usyoma ku Mwana uli aabuumi butamani, pesi ooyo ukaka Mwana takwe kuyoobona buumi, pesi bukali bwa Leza bulakkala aalinguwe.” (aiōnios )
Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem. (aiōnios )
Pesi, manzi ngesikamupe ayoba kasensa kamanzi mulinguwe, kakunka mane kukabekutamani”. (aiōn , aiōnios )
Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
Oyo utebula utambula chakufola akubungika michelo yabumi butamani, kuchitila kuti oyo ubyala ayooyo utebula bakakondwe antomwe. (aiōnios )
En die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven; opdat zich te zamen verblijde, beide, die zaait en die maait. (aiōnios )
Nchobeni, nchobeni, Oyo umvwa ijwi lyangu akumusyoma wakandituma ulabuumi butamani mpawo tayopegwa mulandu, pesi winda kuzwa kulufu kuya kubuumi. (aiōnios )
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven. (aiōnios )
Mulayandula magwalo nkaambo muyeye kuti muli ngawo mulibuumi butaman, mpawo ngayaya magwalo apeda bukamboni aatala andime. (aiōnios )
Onderzoekt de Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen. (aiōnios )
Mutabelekeli kulya kumana, pesi mubelekele kulya kutola kubuumi butamani buumi Mwana a Muntu mbwayomupa, aboobo Leza Taata uyodinda chidindo chakwe alimbabo. (aiōnios )
Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader verzegeld. (aiōnios )
Eno olu ndoluyando lwa Taata, ikuti umwi awumwi uubona Mwana akusyoma mulinguwe uyooba abumi butamanini alimwi ndiyomubusya mubuzuba bwamamanino. (aiōnios )
En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. (aiōnios )
Nkasimpe, nkasimpe, ooyo usyoma ulaabumi butamani. (aiōnios )
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven. (aiōnios )
Ndichinkwa chabuumi chakaza aansi kuzwa kujulu. Kuti naa umwi wachilya chinkwa eechi, uyoopona lyoonse. Chinkwa nchipa ngomubili wangu bube buumi bwanyika.” (aiōn )
Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. (aiōn )
Kufumbwa uulya mubili wangu akunywa bulowa bwangu uyooba aabumi butamani alimwi ndiyomubusya kubuzuba bwamamanino. (aiōnios )
Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. (aiōnios )
Echi nchinkwa chakaseluka aansi kuzwa kujulu, chitali eecho bamaTaata nchibakalya akufwa. Uulya chinkwa eechi uyopona lyoonse.” (aiōn )
Dit is het Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; niet gelijk uw vaders het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid leven. (aiōn )
'Simoni Pita wakasandula kuti,” mwaami, tulaya kuliini? uuli amajwi aabumi butamani, (aiōnios )
Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. (aiōnios )
Muzike takkalilili mun'anda kwalyoonse; mwana ulakkalilila chalyoonse. (aiōn )
En de dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk. (aiōn )
Chobeni, nchobeni, ndamwaambila, na umwi wabamba ijwi lyangu, takoyoobona lufu.” (aiōn )
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien in der eeuwigheid. (aiōn )
Ma Juda bakati kulinguwe, “Lino twaziba kuti uli aadayimona. Abbulahamu abasinsimi bakafwa; pesi wamba kuti, 'Na umwi wabamba ijwi lyangu, takoyoolabila lufu.' (aiōn )
De Joden dan zeiden tot Hem: Nu bekennen wij, dat Gij den duivel hebt. Abraham is gestorven, en de profeten; en zegt Gij: Zo iemand Mijn woord bewaard zal hebben, die zal den dood niet smaken in der eeuwigheid? (aiōn )
Kuzwa nyika niyakalengwa takuna mvwigwa pe kuti naba omwe wakajula menso amuntu wakazyalwa kali moofu. (aiōn )
Van alle eeuw is het niet gehoord, dat iemand eens blindgeborenen ogen geopend heeft. (aiōn )
Ndazipa buumi butamani. Tazikoyoofwa pe, aboobo takwe naba omwe uyozikwempya mujanza lyangu. (aiōn , aiōnios )
En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken. (aiōn , aiōnios )
alimwi kufumbwa oyo upona akusyoma mulindime takoyofwa pe. Ulazisyoma na eezi?” (aiōn )
En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? (aiōn )
Ooo uyandisya buumi bwakwe takoyobujana, pesi utayandisyi buumi bwakwe kulizyanyika eeyi uyobamba buumi butamani. (aiōnios )
Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven. (aiōnios )
Makamu akamusandula, “Twakamvwa kuzwa kumulawu kuti Kkilisito uzokkala ikutamani. Wamba buyeni ikuti, ' Mwana Muntu uyelede kusumpulwa? Nguli ooyo Mwana Muntu? (aiōn )
De schare antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus blijft in der eeuwigheid; en hoe zegt Gij, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden? Wie is deze Zoon des mensen? (aiōn )
Ndiizi kuti chelelo mbuumi butamani, mbubobu nzizezi zindawamba - mbuli Taata mbwakambula kuli ndime, mbubobu ndilamba.” (aiōnios )
En Ik weet, dat Zijn gebod het eeuwige leven is. Hetgeen Ik dan spreek, dat spreek Ik alzo, gelijk Mij de Vader gezegd heeft. (aiōnios )
Pita wakati kulinguwe, “tokonzyi kundisanzya mawulu angu, “Jesu wakamusandula wati, “kuti tendakusanzya tokooba abulyidilane pe ambebo. (aiōn )
Petrus zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij. (aiōn )
alimwi ndiyookomba kuli Taata alimwi uyomupa uumbi mugwasyi kuchitila kuti akabe aandinywe kusikila kukabe kutamani - (aiōn )
En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; (aiōn )
mbuli mbwakamupa bwendelezi atala ailengwa zyoonse kuchitila kuti azope buumi butamani kuli woonse ooyo ngwakapa kuli nguwe. (aiōnios )
Gelijkerwijs Gij Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat al wat Gij Hem gegeven hebt, Hij hun het eeuwige leven geve. (aiōnios )
Mbuli ibuumi butamani kuti bakuzibe, nduwe Leza wakasimpe, akuli nguwe ooyo ngwakatuma, Jesu Kkilisito. (aiōnios )
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. (aiōnios )
Nkaambo tokoyoolekela muuya wangu mu Hadesi, nikuba kuyozumina Musalali wako kuti akabone bubozi. (Hadēs )
Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige over geven, om verderving te zien. (Hadēs )
Wakabona zyakali kuyanda kuchitika muchiindi chiboola kwaamba aatala abubuke bwa Kkilisito, 'Taakwe pe anakalekelwa mu Hadesi, nuuba amubili wakwe taakwe niwakabola pe.' (Hadēs )
Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien. (Hadēs )
Ngonguwe weelede kutambulwa ajulu mane zintu zyoonse zikabweedezegwe muchiimo chazyo, aatala aazintu Leza nzyakaambuula kwiinda mumilomo yaba sinsimi basalala. (aiōn )
Welken de hemel moet ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw. (aiōn )
Pesi Pawulo a Bbanabbasi bakambuula chamanguzu kabti, “Kwakeelede kuti ijwi lya Leza kalyaambwa kusanguna kuli ndinywe. Mukubona kuti mula litabulula kuzwa kulindinywe akulibona kamuteeledwe buumi bulakujulu, amubone, tuyobweeda kuli basizibi. (aiōnios )
Maar Paulus en Barnabas, vrijmoedigheid gebruikende, zeiden: Het was nodig, dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal gij hetzelve verstoot, en uzelven des eeuwigen levens niet waardig oordeelt, ziet, wij keren ons tot de heidenen. (aiōnios )
Awo basizibi nibakamvwa echi, bakabotelwa akusalazya ijwi lya Mwami. Mbuli biingi bakasalwa kubuumi bwakujulu bakasyoma. (aiōnios )
Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen, als er geordineerd waren tot het eeuwige leven. (aiōnios )
Mbuboobu Mwami mbwaamba, ooyo wakachita zintu ezi zyakazibinkana kuzwa muzyiindi zyakale. ( kuli magwalo aba Giliki achiindi alabupanduluzi busiyen, mubunini, mbubobu Mwami mbwaamba, aabo bazi zyoonse nzyakachita kuzwa kuchiindi chakale. (aiōn )
Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend. (aiōn )
Nkaambo bube bwakwe butaboneki bwakatondeezegwa aantanganan kuzwa kumatalikilo akulengwa zintu. Bube oobu ninguzu zyakwe zitamani alimwi abunajulu. Akaambo kaako, aaba bantu tabachikwe ntami pe. (aïdios )
Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping der wereld aan, uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn. (aïdios )
Mbimbabo bakachinchaanya kasimpe kaLeza kumabejo, alimwi bakakomba akulemya zilengwa kwiinda Mulengi, uyolumbayizigwa chakutamana. Amen. (aiōn )
Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen. (aiōn )
kulibaabo bachita kabotu chabusungu akuyanduula bulumbu, kulemekwa, alimwi akutafwa, uyoopa buumi butamani. (aiōnios )
Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven; (aiōnios )
Eezi zyakachitilwa kuti, ichibi mbuchakeendelezya mulufu, mbombubo luzyalo mbuluyooyendelezya kwiindila mubululami bwabuumi butamani kwiindila muli Jesu KkilisitoMwaami wesu. (aiōnios )
Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere. (aiōnios )
Pesi lino mbulimbumwakangununwa kuzwa kuchibi akuba bazike kuli Leza, mula michelo yanu yakusalazigwa. Impindu mbumi butamani. (aiōnios )
Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven. (aiōnios )
Nkambo mpindu yazibi ndufu, pesi chipo chaLeza mbumi butamani muliKkilisto Jesu Mwami wesu. (aiōnios )
Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere. (aiōnios )
Bamataata babo chiindi kwakazwa Kkilisto, kwiinda munyama - we kali Leza atala zyoonse. weelede kulumbayizigwa mane kutamani. Ameni. (aiōn )
Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen. (aiōn )
; aboobo utambi kuti ngwani uyoselukila kubusena busiya (nkokuti akeete Kkilisitu kuzwa kubafu). (Abyssos )
Of, wie zal in den afgrond nederdalen? Hetzelve is Christus uit de doden opbrengen. (Abyssos )
Nkaambo Leza wakazijalila zyoonse mukutaswilila kuchitila kuti atondezye luse kuli bonse. (eleēsē )
Want God heeft hen allen onder de ongehoorzaamheid besloten, opdat Hij hun allen zou barmhartig zijn. (eleēsē )
Nkaambo kuzwa mulinguwe alimwi akwiinda mulinguwe alimwi akuli nguwe zyoonse zintu nkuzibede. Kulinguwe abube bulemu bwalyoonse. Amen. (aiōn )
Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Mutakozyanisigwi anchito zyanyika, pesi musanduke kukuchitulula kwamizeezo yanu. Amukachite eechi kuti mukazibe chibotu. Awumwi mbuli mweelwe walusyomo Leza ndwamupede. (aiōn )
En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij. (aiōn )
Lino kuliyoyo ukonzya kukuchita usime mbuli makani angu mabotu akompolola kwaJesu Kkilisito, mbuli chiyubunizyo chensiiswa zyakasisikene kwachiindi chilamfu, (aiōnios )
Hem nu, Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest; (aiōnios )
pesi lino lyakayubununwa lyachitwa kuti lizibikane kwiinda akulemba kwaba sinsimi kunyika zyoonse, akulayilila kwaLeza bwinibwini, mukweeta kuteelela kwalusyomo. (aiōnios )
Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods, tot gehoorzaamheid des geloofs, onder al de heidenen bekend is gemaakt; (aiōnios )
Kuliyooyo uchenjede Leza kwindilila aJesu Kkilisito, abulemu kutamani. Ameni. (aiōn )
Den zelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Ulikuli muntu musongo? Ulikuli mulembi? Ulikuli sikukazya wanyika eeno? Sa Leza takasandula busongo bwanyika kubufubafuba? (aiōn )
Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? (aiōn )
Lino twambula busongo mukati kabantu bazyikitide, pesi butali busongo bwanyika eeyi, kana bwendelezi bwalino, aboo bayobwinda. (aiōn )
En wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch een wijsheid, niet dezer wereld, noch der oversten dezer wereld, die te niet worden; (aiōn )
Anukuti twambula abusongo bwaLeza musimpe lisisidwe, busongo busisidwe oobo Leza mbwakali wabikka kunembo lyamyaka yabulemu besu. (aiōn )
Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was; (aiōn )
Takwe naba omwe wabendelezi balino wakachimvwisisisya, nkambo anoli bakachimvwisissya, nikuli tebakamukankamina pe Mwami wabulemu. (aiōn )
Welke niemand van de oversten dezer wereld gekend heeft; want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij den Heere der heerlijkheid niet gekruist hebben. (aiōn )
Kutabi umwi uulyena. Na umwi wenu akati kenu uyeya kuti musongo muchiindi echino, mumuleke abe “mufubafuba” kuti abe musongo. (aiōn )
Niemand bedriege zichzelven. Zo iemand onder u dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden. (aiōn )
Nkinkaako, na kulya chaba chilebyo kumukwesu, nsikoyoolya limbi nyama, kuti nditawisyi mukwesu. (aiōn )
Daarom, indien de spijs mijn broeder ergert, zo zal ik in eeuwigheid geen vlees eten, opdat ik mijn broeder niet ergere. (aiōn )
Lino ezi zintu zyakachitika kuli mbabo mbuli chitondezyo kuli ndiswe. Zyakalembelwa kuti lube lulayo kulindiswe - kuli ndiswe abo mamanino achindi ngasikilide. (aiōn )
En deze dingen alle zijn hunlieden overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. (aiōn )
“Lufu, lulikuli luzundo lwako. Lufu, lulikuli lumoola lwako?” (Hadēs )
Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? (Hadēs )
Mukambo kabo, baLeza bayeyi nyika bawofwazya ikutasyoma kwamizezo. Nkambo kambubobu, tabakonzyi kubona mumuni wamakani mabotu abulemu bwaKkilisito, ulichikozyanyo chaLeza. (aiōn )
In dewelke de god dezer eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is. (aiōn )
Echi chiyezyo mapenzi mawubawuba alikutubambila butamani bundemenene bwabulemu obo bwindilila zyoonse zyelesyo. (aiōnios )
Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbij gaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid; (aiōnios )
Lino tatulangililwi kuzintu ezyo zibonwa pesi kuzintu zitabonwi. Zintu ezi nzitubona zilamana, pesi zintu zitabonwi tazimani. (aiōnios )
Dewijl wij niet aanmerken de dingen, die men ziet, maar de dingen, die men niet ziet; want de dingen, die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen, die men niet ziet, zijn eeuwig. (aiōnios )
Tulizi kuti na nganda yesu yansi chilawu - yamwayisigwa, tulabuyaki kuliLeza. Ninganda itayakwi amaboko abantu pesi nganda itamani, ilikujulu. (aiōnios )
Want wij weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. (aiōnios )
Kuli mbuli mbukulembedwe: “Wakaaba buvubi bwakwe akubupa kubachete. Bululami bwakwe bulapona kwalyoonse.” (aiōn )
Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven; Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid. (aiōn )
Leza alimwi Wisi waMwaami Jesu, ooyo wakalongezegwa kutamani, ulizi kuti nsili kubeja pe! (aiōn )
De God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die geprezen is in der eeuwigheid, weet, dat ik niet lieg. (aiōn )
Wakalipeda lwakwe kuzibi zyesu kuchitilakuti atwaangunune kuzwa kububi bwalino, kwiinda mukuyanda kwa Leza wesu mpwao a Taata, (aiōn )
Die Zichzelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader; (aiōn )
Kulinguwe akube bulemu kwalyoonse alyoonse. Amen. (aiōn )
Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Nkambo oyo ubyala imbuto munyama yakwe, kuzwa kunyama uyotebula lunyonyko. Kuli ooyo ubyala imbuto kumuuya kuzwa kumuuya uyotebula buumi ibutamani. (aiōnios )
Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien. (aiōnios )
Wakakkazika Kkilisito kule atala lyayoonse milawu abwendelezi anguzu abasinguzu, alyoonse zina eelyo lyuzikidwe Kkilisito uyoyendelezya kutensi mulicheechi chibela luzutu, pesi amuchibeela chiza. (aiōn )
Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende; (aiōn )
Mwakali kupona kwindila kumuzuluzi wamulawu wamuuya, muuya oyo ulikubeleka mubana batakwe lulayo. (aiōn )
In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; (aiōn )
Kuchitila kuti muminyaka iza akatondezya kulindiswe kulindiswe buvubi bwakwe bupati buteleki kwa luzyalo lwakwe lutondezegwe mulwetelelo lwakwe kulindiswe muli Kkilisitu Jesu. (aiōn )
Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. (aiōn )
akweta kumumuni kuli boonse mabambe - ezintu zyakasisidwe kwaminyaka myiingi muli Leza, wakalenga zintu zyoonse. (aiōn )
En allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus; (aiōn )
Eezi zyakachitika kwindilila kumabambe atamani ayo ngakazuzikizya muli Kkilisito Jesu Mwami wesu. (aiōn )
Naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onzen Heere; (aiōn )
Kulinguwe akube bulemu mumbungano amuli Kkilisito Jesu kumikkowa yoonse kwalyoonse alyoonse. Amen. (aiōn )
Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid in de Gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Eelyo kupengana kwesu takwiminene enyama abulowa, pesi kwiminene abendelezi abendelezi, kwiminene anguzu ezi ziliwo zyamudima, kwiminene abwendelezi bwamyuya mibi ili mumilengalenga yakujulu. (aiōn )
Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. (aiōn )
Lino kuli Leza a Taata akube bulemu bwalyoonse alyoonse. Ameni. (aiōn )
Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Makani aayubide aasisidwe muchindi chamazyalani akalekale. Pele kwaino aliyubunwidwe kubasalali ba Leza. (aiōn )
Namelijk de verborgenheid, die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle geslachten, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen; (aiōn )
Bayopengana achisubulo chalunyonyoko lutamanikuzwa kunembo lyaMwami akuzwa kubulemu bwanguzuzyakwe. (aiōnios )
Dewelken zullen tot straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte, (aiōnios )
Elyo Mwami wesu Jesu Kkilisito mwini aLeza Taatesu, wakatuyanda akutupa lumbulizyo lutamani abulangilizi bubootu kwiinda muluzyalo, (aiōnios )
En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, (aiōnios )
Pesi nkaambo kaboobo ndakapegwa luse, kuti mulindime, mutanzi, Kkilisito Jesu akonzyed kutondezya moyo mulamfu. Wakachita eechi mbuli chitondezyo kulibaabo bayosyoma mulinguwe kubuumi butamani. (aiōnios )
Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al Zijn lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven. (aiōnios )
Lino kuMwaami wachindi, utafwi, utabonwi, Leza uumwi luzutu, ngakube bulumbu alimwi bulemu kuli lyoonsea lyoonse. Ameni. (aiōn )
Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken, den onzienlijken, den alleen wijzen God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Lwana kulwana kubotu kwalusyomo. Jatisya buumi butamani ooko nkuwakiitwa, alimwi ooko nkuwakapa kwaamba kabotu kunembo lyabakamboni biingi. (aiōnios )
Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen. (aiōnios )
Alike utafwi alimwi uukkala mumumuni utakonzyi kuswenegwa aafwifwi. Tawo pe muntu kumubona na ukonzya kumulanga. Kulinguwe akube bulemu abweendelezi butamani. Ameni. (aiōnios )
Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen. (aiōnios )
Mubululami layilila ibanotede munyika iino kuti batabi balisumpula alimwi batabi balangilila kubunoti, butazibinkene. Aboobo, beelede kuba aabulangilizi muliLeza. Ulapa kulindiswe toonse bunoti bwanchoonzyo kuti tunonenwe. (aiōn )
Beveel den rijken in deze tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch hun hoop stellen op de ongestadigheid des rijkdoms, maar op den levenden God, Die ons alle dingen rijkelijk verleent, om te genieten; (aiōn )
Ngu Leza wakakufutula alimwi wakatwiita alwiito lusalala. Wakachita eezi, kutali kumilimu yesu, pesi mukwiindilila mumakanze aakwe aluzyalo. Wakatupa zintu zyoonse eezi muli Kkilisito Jesu zintu zyoonse nkazitanabawo. (aiōnios )
Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen; (aiōnios )
Aboobo ndakakatila muzintu zyoonse akaambo kabasale, kuti ambweni abalabo bakatambule lufutuko oolo luli muli Kkilisito Jesu, abulemu butamani. (aiōnios )
Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen, die in Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid. (aiōnios )
Nkaambo Demasi wandikaka. Wayanda zintu zyanyika alimwi winka kuTesalonika. Kkilisensi wakaya kuaGalatiya, alimwi Tayitasi wakaya kuDalumatiya. (aiōn )
Want Demas heeft mij verlaten, hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen, en is naar Thessalonica gereisd; Krescens naar Galatie, Titus naar Dalmatie. (aiōn )
Mwami uyondivuna kulizyoonse incito mbi akundifutula nkaambo kabwami bwakwe bwakujulu. Kulinguwe kube bulemu kwalyoonse alyoonse. Ameni. (aiōn )
En de Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren tot Zijn hemels Koninkrijk; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
abulangilizi bwabuumi bwalyoonse oobo Leza utabeji pe, mbwakasyomezya chiindi kakutana kwaba zyoonse pe. (aiōnios )
In de hoop des eeuwigen levens, welke God, Die niet liegen kan, beloofd heeft, voor de tijden der eeuwen, maar geopenbaard heeft te Zijner tijd; (aiōnios )
Lwakatuyiisya kukukazika zintu zitakwe buna Leza azisusi zyenyika, akupona chakulijata, akululama, akupona buumi bulabuna Leza muchiindi echino. (aiōn )
En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, matig en rechtvaardig, en godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld; (aiōn )
Ezi wakazichita kuti tululamikwe kuluzyalo, tuzobe basikukona katulabulangizi bwabuumi ibutamani. (aiōnios )
Opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door Zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens. (aiōnios )
Alimwi kuli zeezi wakaanzanisigwa ayebo kwachindi, kuti uzyoobawe musule akutamani. (aiōnios )
Want veellicht is hij daarom voor een kleinen tijd van u gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder hebben. (aiōnios )
Pesi muli aaya mazuba aamamanino wakaambula kulindiswe kwiinda mumwana mulombe, ooyo ngwaakayimikizya kuti akabesikulya lukonowezintu zyoonse. Nkwiindila mulinguwe alubo Leza wakachita bwaanze. (aiōn )
heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon; Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; (aiōn )
Pesi aatala amwana utuu, “Chuuno chakwe, Leza, chikkala mane kukabe kutamani. Lubeteko lwabwami bwako ndubeteko lwabululami. (aiōn )
Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de schepter Uws koninkrijks is een rechte schepter. (aiōn )
Kulimbuli mbukwaambidwe kulibumwi busena kutgi, “Uli mupayizi walyoonse mbuli Melukkizedeki.” (aiōn )
Gelijk Hij ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. (aiōn )
Wakachitwa mululami mpawo, kubantu boonse bamulemeka, wakabapa lufutuko lutaman. (aiōnios )
En geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak der eeuwige zaligheid geworden; (aiōnios )
Olo matalikilo aanjisyo yazyalubbabbatizyo, buyale bwamaboko, bubuke bwabafu, alubeta lutamani. (aiōnios )
Van de leer der dopen, en van de oplegging der handen, en van de opstanding der doden, en van het eeuwig oordeel. (aiōnios )
mpawo akulabila ijwi bbotu lyaLeza amanguzu achiindi chiza, (aiōn )
En gesmaakt hebben het goede woord Gods, en de krachten der toekomende eeuw, (aiōn )
Jesu, wakeendakunembo lyesu, nkwakanjilila mubusena obo akambo kesu. Elyo wakaba mupayizi mupati kwakutamani musule amalayilile aMelikizedeki. (aiōn )
Daar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid. (aiōn )
Nkambo magwalo ababukamboni anguwe: “Ulimupayizi kwalyoonse kwinda mumabmbe aMelikizedeki.” (aiōn )
Want Hij getuigt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek. (aiōn )
Pesi wakaba mupayizi kwinda muchikonke nchaakatola kulumwi ooyo wakati kulinguwe, “Mwaami wakakonka alubo taakwe nazosanduka pe muzezo wakwe: Ulimupayizi kwalyoonse.” (aiōn )
Maar Deze met eedzwering, door Dien, Die tot Hem gezegd heeft: De Heere heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek). (aiōn )
Pesi akambo kakuti Jesu ulapona kwalyonse, ulabupayizi bwalyoonse. (aiōn )
Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap. (aiōn )
Nkambo mulawu upa bapayizi kumuntu ulabukompami. Pesi ijwi lyachi chikonke, eelyo lyakaza kunembo amulawu, lyakapa mwana, ooyo wakasalazigwa kwalyoonse. (aiōn )
Want de wet stelt tot hogepriesters mensen, die zwakheid hebben; maar het woord der eedzwering, die na de wet is gevolgd, stelt den Zoon, Die in der eeuwigheid geheiligd is. (aiōn )
Tekwakali kwabulowa bwampongo abwang'ombe, pesi abulowa bwakwe obo bwakanjilila mubusena busalalisya kamwi kwalyoonse akujana akukwabilila kwaununuko lwenu lutamani. (aiōnios )
Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende. (aiōnios )
buyoba byeni bulowa bwaKkilisito, ngwani mukwiinda mumuya uusalala utamani wakalipeda lwakwe mwiini kutakwe kampenda kuli Leza, kuto asalazye kubisya kwesu kuzwa kumilimu ifwide kuti babelekele Leza upona? (aiōnios )
Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om den levende God te dienen? (aiōnios )
Akambo kabobu ngusikwima akati wachizuminano chipya. Ezi zilimbulikuti kuzwa kuchindi lufu nilwakabweza busena mulwangunuko kulibabo bali ansi achizuminano chitanzi kuzwa kuzibi zyabo, abo bayitwa kuti bayojana chisyomezyo chitamani chalukono. (aiōnios )
En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. (aiōnios )
Nikuli ako nkikaambo, mpawo ulelede kufwaba muzintu zyiingo kuzwa kuntalisyo yanyika. Pesi lino wasika chantanganana kumamanino azyiindi kuzogwisya kulibali azibi kulipayizya kwakwe mwini. (aiōn )
(Anders had Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnzelfs offerande. (aiōn )
Kwiinda mulusyomo tumvwisisya kuti nyika yakalengwa akulayilila kwaLez, kutondezya kuti iziboneka tezyakalengwa kuzwa kuzintu zyakali kuboneka. (aiōn )
Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. (aiōn )
Jesu Kkilisito nguwe wajilo, sunu mane kukabe kutamani. (aiōn )
Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid. (aiōn )
Lino Leza waluumuno oyo wakabozya kuzwa kulufu mweembeli mupati wembelele, Mwami wesu Jesu, akubulowa bwachizuminano chitamani. (aiōnios )
De God nu des vredes, Die den grote Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus, (aiōnios )
Kupa zyonse zibelesyo mukukusimya kuzintu zyoonse, mukubeleka mulindiswe kulecho chimubotezya, mukwindila muliJesu Kkilisito, kulinguwe akube bulemu kwalyoonse alyoonse. Ameni. (aiōn )
Die volmake u in alle goed werk, opdat gij Zijn wil moogt doen; werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus Christus; Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Lulimi alulalo nkalilo, inyika yazibi ibikidwe mukkati kabamwi besu. Lulimi lubozeka mubili woonse, luumpa buumi boonse, alimwi alulalo lubikwa mumulilo mubbibi lyazibi. (Geenna )
De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel. (Geenna )
Mwakazyalwa bupya, kutali kuzwa kumbuto ikulumpala pe, pesi kuzwa kumbuto itakulumpali, kwinda mujwi lya-Leza litakasyale kalipona (aiōn )
Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. (aiōn )
Pesi ijwi lya-Mwami linoliwo kwalyoonse.” Elijwi mulumbe wamakani mabotu ayo akakambawukwa kulindinywe. (aiōn )
Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is. (aiōn )
Na kakuli uwambula, kwambuula kwakwe akube kwamajwi a Leza. Na kakuli ubeleka milimo, abeleke kazizwa kunguzu nzyamupa Leza. Amukachite zyoonse zintu kuchitila kuti munzila zyonse Leza akalumbayizigwe kwinda muli Jesu Kkilisito. Akube kuti kuli Jesu Kkilisito bulemu abwami zibe kulinguwe kwalyoonse alyonse. Ameni. (aiōn )
Indien iemand spreekt, die spreke als de woorden Gods; indien iemand dient, die diene als uit kracht, die God verleent; opdat God in allen geprezen worde door Jezus Christus, Welken toekomt de heerlijkheid en de kracht, in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Musule akuyochiswa kwachindi chinini, Leza siluzyalo loonseni, oyo wakamwiita mubulemu bwakwe ibutamani muli Kkilisito, uyomusalazya, akumusimpa, akumusimya, akuyomuzikitizya. (aiōnios )
De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fondere ulieden. (aiōnios )
Kulinguwe akube bwami kwalyonse a lyonse. Ameni. (aiōn )
Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Mukuchita obu muyofonkwedwa mubwingi lweenu imwenya wakuyonjila mubwami bwa Mwami a Mufutuli wesu Jesu Kkilisito. (aiōnios )
Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. (aiōnios )
Nkambo Leza takabaleka nibaba baangelo ibakabisya. Pele wakabaaba kuli Tatalasi kuti babambwe mumacheni alamudima waansi mane dokukabe lubeta. Zimwi njiisyo mpati zyabansiku ba Giliki zibalika oobu, bayolondolwa mumilindi ilamudima unikide mane kukabe lubeta. (Tartaroō )
Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden; (Tartaroō )
Pesi kamuya bukomena kuluzyalo amuluzibo lwa Mwami a Mufutuli wesu Jesu Kkilisito. Akube bulemu kulinguwe kwalyoonse sunu mane kukabe ikutamani. Ameni! (aiōn )
Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in de dag der eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Alimwi, buumi bwakachitwa kuti buzibwe, alimwi twakabubona, tububeda bukamboni. Tulikumwambila buumi ibutamani, bwakali a Taata, alimwi bwakazibisigwa kuli ndiswe. (aiōnios )
(Want het Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.) (aiōnios )
Alimwi nyika anzyiyanda ziliinda. Pele kufumbwa uuchita luyando lwa Leza uyokkalilila akutamani. (aiōn )
En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft in der eeuwigheid. (aiōn )
Eechi nchechisyomezyo nchaakapa kuli ndiswe - buumi ibutamani. (aiōnios )
En dit is de belofte, die Hij ons beloofd heeft, namelijk het eeuwige leven. (aiōnios )
Kufumbwa uusula munyina mujayi. Mulizi kuti taakwe mujayi ulaabuumi butamani pe bukkede mulinguwe. (aiōnios )
Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende. (aiōnios )
Bukamboni mbobu: Leza wakatupa buumi butamani, alimwi obu buumi buli mu Mwana wakwe. (aiōnios )
En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon. (aiōnios )
Ndamulembela zintu ezi kuchitila kuti muzibe kuti mula buumi butamani - kuli ndinywe nimusyoma muzina lya Mwana wa Leza. (aiōnios )
Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God. (aiōnios )
Pele tulizi kuti Mwana wa Leza wakaza alimwi wakatupa kumvwisisisya kuchitila kuti tumuzibe oyo wabwini. Alimwi, tuli mulinguwe oyo wabwiini, mu Mwana wakwe Jesu Kkilisito. Oyo ngo- Leza wabwini abuumi butamani. (aiōnios )
Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen; en wij zijn in den Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God, en het eeuwige Leven. (aiōnios )
Nkambo kakasimpe kakkalilide mulindiswe elyo kanoli andiswe mane kukabe kutamani. (aiōn )
Om der waarheid wil, die in ons blijft, en met ons zal zijn in der eeuwigheid: (aiōn )
Alubo, baangelo batakwe bakabamba chuuno chabwendelezi, pesi aabo bakasya busena bwabo bulikabotu bwakukkala - Leza wakabamba kuzyaanzyo zitamani, akunjila mumudima, walubeteko lwazuba bupati. (aïdios )
En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags met eeuwige banden onder de duisternis bewaard. (aïdios )
Aboobo, Sodoma a Gomola amadolopo azisi zyengeelede aakati kabo balinjizya beni mumamambi anchinto zyabumambi aabo balabeleka mbuli chitondeezyo chabaabo bapenzengwa aachisubulo chamililo utamani. (aiōnios )
Gelijk Sodoma en Gomorra, en de steden rondom dezelve, die op gelijke wijze als deze gehoereerd hebben, en ander vlees zijn nagegaan, tot een voorbeeld voorgesteld zijn, dragende de straf des eeuwigen vuurs. (aiōnios )
Mayuwe ali aabukali amulwizi, akubumba bubi, inyenyeezi ziya bwendeende, babambilidwe kusiya kwamudima mawuse kwalyoonse. (aiōn )
Wilde baren der zee, hun eigen schande opschuimende; dwalende sterren, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt. (aiōn )
Amukkale muluyando lwa Leza, akulinda luse lwa Mwami Jesu Kkilisitu weeta buumi butamani. (aiōnios )
Bewaart uzelven in de liefde Gods, verwachtende de barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus ten eeuwigen leven. (aiōnios )
kuli Leza luzutu mufutuli wesu mukwiinda muli Jesu Kkilisito Mwami wesu, akube bulemu, bupati anguzu, abwami, zyiindi zyoonse zyakaliwo, lino akwalyoonse. Amen. (aiōn )
Den alleen wijzen God, onzen Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide nu en in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
wakatuchita kuba ba Pulisita babwami, bawisi Leza wakwe a wisikuli nguwe kube bulemu a nguzu mane kukabe kutamani. Ameni. (aiōn )
En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
ndime ooyo uupona lyoonse. Ndakalifwide pesi laanga, ndilapona kwalyoonse alyoonse! Alubo ndijisi chijaluzyo chalufu a Hedesi. (aiōn , Hadēs )
En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods. (aiōn , Hadēs )
Lino banyama bapona nibapa bulemu, lulemeko amilumbe kulooyo ukkede aachuuno chabwami ooyo upona kwalyoonse, (aiōn )
En wanneer de dieren heerlijkheid, en eer, en dankzegging gaven Hem, Die op den troon zat, Die in alle eeuwigheid leeft; (aiōn )
bapati bali makumi aabili abane baliwisya aansi kunembo lyaayoyo uukkede achuuno chaabwami akumukomba ooyo uupona kwa lyoonse alyoonse. Bakabika misini yabo kunembo lyachuuno chabwami, bati, (aiōn )
Zo vielen de vier en twintig ouderlingen voor Hem, Die op den troon zat, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen voor den troon, zeggende: (aiōn )
Ndakamvwa zintu zyakalengwa zyoonse eezyo zyakali mujulu amunyika akunsi aanyika amulwizi - zyoonse mulimbabo - bati, Mebo “Kuluumwi ukkede aachuno chabwami aku Mwanambelele aakube ntembawuzyo, lulemeko, bulemu, akwendelezya kwalyonse alyoonse. (aiōn )
En alle schepsel, dat in den hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. (aiōn )
Mpawo ndakabona mbizi isiyasiya. Mweenzyi wakakkede alinjiyo wakali kutegwa Lufu, alakwe Gehena wakali kumutobela. Bakapegwa nguzu kuchipanzi chane chaansi, kuti bajaye ikafulo, anzala mpati adwazi, abanyama bamusokwe baansi. (Hadēs )
En ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde. (Hadēs )
kabati, “Ameni! Ntembawuzyo, bulemu, busongo, bulumbu, kulemekwa, nguzu, akuyuma zibe kuli Leza wesu lyoonse! Ameni!” (aiōn )
Zeggende: Amen. De lof, en de heerlijkheid, en de wijsheid, en de dankzegging, en de eer, en de kracht, en de sterkte zij onzen God in alle eeuwigheid. Amen. (aiōn )
Mpawo mungelo wamusanu wakalizya mweeembo wakw, ndakabona nyenyeezi kujulu yakali yawida ansi anyika. Inyenyeezi eyi yakapegwa achijaluzyo mulyango wamulindi uutagoli. (Abyssos )
En de vijfde engel heeft gebazuind, en ik zag een ster, gevallen uit den hemel op de aarde, en haar werd gegeven de sleutel van den put des afgronds. (Abyssos )
Wakajula mulyango wamulindi, alimwi busi bwakaya mujulu kuzwa kuzwa kumulyango mbuli busi buzwa muchijikilo chansimbi. Izuba amoya zyakasanduka kuba mudima abusi bwakwazwa kumulyango. (Abyssos )
En zij heeft den put des afgronds geopend; en er is rook opgegaan uit den put, als rook eens groten ovens; en de zon en de lucht is verduisterd geworden van den rook des puts. (Abyssos )
Bali mbuli mwami wabo mungelo wamumulindi utagoli. Izina lyakwe muchiHibbulu walikutegwa Abbadoni, muchiGilikki kali azina litegwa Apoloni. (Abyssos )
En zij hadden over zich tot een koning den engel des afgronds; zijn naam was in het Hebreeuws Abaddon, en in de Griekse taal had hij den naam Apollyon. (Abyssos )
Wakakonka awoyo uupona lyoonse alimwi chakutamana, wakalenga julu alimwi azyoonse zili mukati kalyo, nyika alimwi azyoonse zili alinjiyo, alimwi a lwizi alimwi azyoonse zili mulindulo, alimwi mungelo wakati, “Takuchiyoobi limbi kunonoka. (aiōn )
En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn; (aiōn )
Nibanooli bamanisya bukamboni bwabo, chinyama chizwa mumulindi utagoli chiyyobusya nkondo aatala ambabo. Uuyoobazunda akubajeya. (Abyssos )
En als zij hun getuigenis zullen geeindigd hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun krijg aandoen, en het zal hen overwinnen, en zal hen doden. (Abyssos )
Elyo angelo wamusanu ababili wakasiba mpeta, alubo majwi mapati akambuulwa kujulu eelyo akati, “Bwami bwanyika bwaba bwami bwa Mwami wesu aKkilisito wakwe, aboobo uyoyendelezya kwalyoonse.” (aiōn )
En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden onzes Heeren en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid. (aiōn )
Ndakabona uumbi mungelo uuyobuluka mujulu, wakajisi makani mabotu aatamani aakwaambila baabo bakali kupona aanyika - kuli woonse masena, misyobo, milaka, akubantu. (aiōnios )
En ik zag een anderen engel, vliegende in het midden des hemels, en hij had het eeuwige Evangelie, om te verkondigen dengenen, die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk; (aiōnios )
Ibusi bwamapenzi aabo bula lunta lyoonse kukabe butamani mpawo tabakwe kulyookezya bunini sikati kana mansiku - aabo bakomba banyama azikozyanio, mpawo abaabo boonsebatambula bulembo bwazina lyakwe. (aiōn )
En de rook van hun pijniging gaat op in alle eeuwigheid, en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest aanbidden en zijn beeld, en zo iemand het merkteken zijns naams ontvangt. (aiōn )
Umwi wabanyama bane bapona wakapa kubangelo bali musanu ababili zibikilo zyangolida zizwide bukali bwa Leza, kuli yoyo upona kwa lyoonse akutamani. (aiōn )
En een van de vier dieren gaf den zeven engelen zeven gouden fiolen, vol van den toorn Gods, Die in alle eeuwigheid leeft. (aiōn )
Chinyama nchiwakabona kachipona, tachchiponi pe lino, alimwi chamba kusika aansi loko amulindi. Mpawo ulayinkila mukunyonyoka. Abo bapona munyika, abo bajanika mazina aabo katalembedwe pe mubbuku lyabuumi kuzwa muntalisyo yanyika - bayoyowesya nibakubona chinyama, nkambo chakaliwo, alimwi lino tachiwope, alimwi chiyoboola. (Abyssos )
Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen, zullen verwonderd zijn (welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is. (Abyssos )
Bkaambula lubo lwabili, “Haleluya! Busi bwakabuka kuzwa kulinguwe kwalyonse alyoonse. (aiōn )
En zij zeiden ten tweeden maal: Halleluja! En haar rook gaat op in alle eeuwigheid. (aiōn )
Chinyama chakajatwa anguwe abasinsimi babeji bakali kuchita zitondezyo kaliwo. Azitondezyo ezi wakeena abo bakali batambula bulembyo bwachinyama ababo bakali kukomba chikkozyanio. Babili aaba bakasowelwa mubbila lyamulilo kabachipona mubbila lyamulilo wasilufa. (Limnē Pyr )
En het beest werd gegrepen, en met hetzelve de valse profeet, die de tekenen in de tegenwoordigheid van hetzelve gedaan had, door welke hij verleid had, die het merkteken van het beest ontvangen hadden, en die deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in den poel des vuurs, die met sulfer brandt. (Limnē Pyr )
Mpawo ndakabona mungelo kaaza aansi kuzwa kujulu. Nguwakajisi luzibo anguzu atala adindi litakwe magolelo, alimwi wakalijisi inketani mpati mujanza lyakwe. (Abyssos )
En ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den sleutel des afgronds, en een grote keten in zijn hand; (Abyssos )
Wakamuwaala mudindi litakwe magolelo. Wakalijala alimwi wabuumuna atala anguwe. Eezi zyakali kuchitilwa kuti atakonzyi kweenena iluundu lwazisi alimbi mane kwiinde chuulu chamwaaka. Musule lyaboobo kweelede akangununwe kwachiindi chifwifwi. (Abyssos )
En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geeindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden. (Abyssos )
Satani, ooyo wakabeena, wakawalilwa mubbibi lyamulilo, wasalufa, ooko munyama abasinsimi babeji nkubakawalilwa. Bayosukusigwa imansiku asikati kwalyoonse alyonse. (aiōn , Limnē Pyr )
En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in den poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid. (aiōn , Limnē Pyr )
Ilwizi lwakapedekezegwa bafwide bali mulindulo. Ilufu a Hadesi zyakapedekezegwa bafwide bakali muli nzizyo, alimwi bafwide bakabetekwa kwindila munchito zyabo. (Hadēs )
En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. (Hadēs )
Ilufu a Hadesi zyakawalilwa mumulungu wa mulilo. Oolu ndolufu lwabili - ibbibi lyamulilo. (Hadēs , Limnē Pyr )
En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood. (Hadēs , Limnē Pyr )
Nakuti izina lyawumwi telyajanika kalilembedwe mubbuku lya Buumi, wakali kuwalilwa mumulungu wamulilo. (Limnē Pyr )
En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs. (Limnē Pyr )
Pesi kuli abo bayowa, batakwe lusyomo, abazumina masunko, abajayi abasibwamu, bakomba zikozyanisyo, ababeji boonse, busena bwabo buyooba kubbibi pati lyamulilo uuyaka. Oolo ndolufu lwabili.” (Limnē Pyr )
Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood. (Limnē Pyr )
Takuyoba limbi mansiku tabachiyoyandi mumuni walampi nikuba wazuba nkaambo Mwami Leza uuyobamunikila. Bayoyendelezya lyoonse alyonse. (aiōn )
En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. (aiōn )
Aba balumi balimbuli zilambwa zitakwe meenda. Bali mbuli mayooba ayobupepuka aguuwo. Balindililwa amudima usiya ngubabambilidwe. ()