< 詩篇 119 >
1 品行完美遵行上主法律的,這樣的人才算是真有福的,
Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.
2 遵守上主誡命全心尋求祂的,這樣的人才算是真有福的。
Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken;
Ook geen onrecht werken, maar wandelen in Zijn wegen.
HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer bewaren zal.
Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren!
Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.
Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben.
Ik zal Uw inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer.
Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord.
10 我要用我整個心尋覓您,不要讓我錯行您的諭旨!
Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.
11 我將您的話藏在我心裏,免得我犯罪而獲罪於您。
Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou.
HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij Uw inzettingen.
Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds.
Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom.
Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten.
Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten.
17 請恩待您的僕人我得以生存,這樣使我能夠服從您的綸音。
Gimel. Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware.
Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet.
19 我原是寄居塵世的旅客,不要向我隱瞞您的規則。
Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.
20 我因常常渴慕您的諭令,我的靈魂便為此而成病。
Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd.
21 您已經怒責了驕矜橫蠻的人,背棄您誡命的,是可咒詛的人。
Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen.
22 請除去我所受的淩辱與輕謾,因為我已經遵守了您的規範。
Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden.
23 判官雖然反對我而開庭,您僕人仍然默思您的章程。
Als zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht.
24 因為您的誡命是我的喜樂,您的典章是我的謀士。
Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen, en mijn raadslieden.
25 我的靈魂雖已輾轉於灰塵,求你照你的諾言使我生存。
Daleth. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord.
Ik heb U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen.
27 請指給我您約法的路徑,我要沉思您的奇妙工程。
Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte.
28 我的靈魂因憂傷而滴滴流淚,請照您的諾言使我奮昂興起。
Mijn ziel druipt weg van treurigheid; richt mij op naar Uw woord.
29 求您不要使我走錯誤的道路,求您賜我常遵守您的法度。
Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet.
Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.
31 我時常依戀著您的法度,上主不要叫我蒙受羞辱。
Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; o HEERE! beschaam mij niet.
32 我必奔赴您誡命的路程,因為您舒展了我的心靈。
Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben.
33 上主,給我指出您章程的道路,我要一直到死仔細遵守。
He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe.
34 求您教訓我遵守您的法律,我要以整個心靈持守不逾。
Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte.
35 求您引導我走您誡命的捷徑,因為這捷徑使我非常高興。
Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust.
36 使我的心傾慕您的律例,不要讓我的心貪財好利。
Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid.
37 求您轉回我的眼目免看虛榮,求您按照您的道路賜我生命。
Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen.
38 求您向您的僕人實踐您的許諾,即您向敬愛您的人所許的恩賜。
Bevestig Uw toezegging aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is.
39 求您除去我所怕的羞恥,因為您的約法是我的甘飴。
Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed.
Zie, ik heb een begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid.
41 上主,願您的仁慈和救恩,照您的諾言臨於我身!
Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o HEERE! Uw heil, naar Uw toezegging;
42 對凌辱我的人,我有所答辯,因為我全寄望於你的聖言。
Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord.
43 不要由我口撤去真理的訓言,因我一心一意渴望你的判斷。
En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten.
44 我要常常遵守你的法典,時時不斷,一直要到永遠。
Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.
45 我要行走平坦寬闊的途徑,因為我常常追求你的誡命。
En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb.
Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen.
En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.
48 我向您的誡命舉起我的手,對您的一切章程沉思不休。
En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten.
49 求您莫把您給您的僕人的諾言遺忘,因為您在這諾言裏賜給我希望。
Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.
50 在我的憂苦中,這是我的安慰,因為您的聖言,賜給了我生氣。
Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt.
51 驕傲人雖加給我極度的侮辱,但我卻沒有偏離過您的法律。
De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken.
52 我一思到您永怚的斷定;上主,我是多麼安慰而高興。
Ik heb gedacht, o HEERE! aan Uw oordelen van ouds aan, en heb mij getroost.
53 為了背棄您法律的罪人,我不知不覺地恕火焚心。
Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten.
54 在我這客居不定的寓所,您的法令成了我的詩歌。
Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen.
55 上主,夜間我想起您的聖名,我就決意遵守您的法令。
HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard.
Dat is mij geschied, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.
Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren.
58 我全心仰膽著您的容貌,求您按您的諾言憐憫我。
Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging.
59 我一默想到我所走的道路,就把我的腳轉您的法度。
Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten gekeerd tot Uw getuigenissen.
Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden.
61 惡人的繩索雖將我纏起,我郤未將您的法律忘記。
De goddeloze hopen hebben mij beroofd; nochtans heb ik Uw wet niet vergeten.
Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten Uwer gerechtigheid.
63 我常向敬愛您的人為友,與遵守您誡命的人為侶。
Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden.
64 上主,您的慈愛充滿大地,求您教我遵守您的律例。
HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen.
Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord.
66 您以知識和聰慧教訓我,我要一心信賴您的誡條。
Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.
67 我在受苦以前徘徊岐途,但我現今順從您的訓語。
Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord.
68 您是慈善的,好施仁惠,求您給我教授您的規矩。
Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen.
69 驕傲人捏造謊言陷害我,我要全心遵守您的規約。
De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser harte.
70 他們的心遲純如蒙脂肪,然而我卻喜歡您的典章。
Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet.
71 為叫我能學習您的法度,受若遭難於我確有好處。
Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.
72 您頒的法律對我的利益,連千萬的金銀也不能比。
De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver.
73 您的雙手創造了我,形成了我;求您賜我智力,為學您的誡條。
Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere.
74 敬愛您的人,見我就喜歡;因為我常仰望您的聖言。
Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb.
75 上主,我知道您的審判是公正無私的,您叫我遭受磨難是理所當然的。
Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt.
Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht.
77 願您的仁愛臨於我,使我生活,因為您的法律就是我的喜樂。
Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking.
78 願無端難為我的驕傲人蒙羞!但是我要默想沉思您的法律。
Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden.
79 願那些敬愛您的人歸向我,願關心您的人依附我!
Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen.
80 願我全心遵守您的法典,這樣我便不致自覺羞赧。
Laat mijn hart oprecht zijn tot Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde.
81 我靈渴慕您的救援而衰弱,我熱切地盻望著您的許諾。
Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt.
82 我對您的諾言望眼欲穿,究竟您何時才賜我慰安?
Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten?
83 我雖然相似煙熏的皮囊,我仍然不忘卻您的典章。
Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten.
84 您僕人的歲月還能有多久?您何時處罰迫害我的惡徒?
Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers?
85 不按您法律生活的驕傲人,暗中給我挖掘了陷阱深坑。
De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet.
86 您所有的一切誡命全是真道;他們無理迫害我,求您協助我。
Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij.
87 我們幾乎將我由地上滅絕,但我卻沒有背棄您的規誡。
Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten.
88 您按照您的仁慈使我生活,這樣我必遵守您口中的條約。
Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden.
89 上主您的聖言,永遠存留,它堅固而不移,好似蒼天。
Lamed. O HEERE! Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen.
90 您所有的忠誠,代代流傳,您所造的大地,屹立不變。
Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan;
91 天地時常遵守您的旨意,因為萬物都是您的僕役。
Naar Uw verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij allen zijn Uw knechten.
92 我如果不喜愛您的法令,我早已在我苦患中喪命。
Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan.
93 我永遠不忘卻您的法令,因為您藉此賜給我生命。
Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt.
94 我全屬於您,求您救拔我,因為我尋求了您的法約。
Ik ben Uw, behoud mij, want ik heb Uw bevelen gezocht.
95 惡人窺視我,忌把我殺害,然而我仍細想您的規誡。
De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen.
96 我看任何齊全的都有界限,唯您的誡命卻廣闊無邊。
In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien; maar Uw gebod is zeer wijd.
97 上主,我是多麼愛慕您的法律,它是我終日對默想的題目。
Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.
98 您的誡命永遠存在於我心,它使我比我的仇敵聰明。
Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.
99 我比我所有的教師更聰明,因為我常默想您的法令。
Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn.
100 我比老年的人更有智慧,因為我恪守您的律例。
Ik ben voorzichtiger dan de ouden, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.
101 我使我的腳迴避一切惡路,為叫我能夠遵守您的言語。
Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden.
Ik ben niet geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd.
103 您的教言對我上顎多麼甘美!在我的口中比蜂蜜更要甘美!
Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!
104 由您的誡命,我獲得了聰明,因我憎惡一切欺詐的途徑。
Uit Uw bevelen krijg ik verstand, daarom haat ik alle leugenpaden.
105 上主,您的言語是我腳步的明燈,是我路途上的光明。
Nun. Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad.
Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid.
107 上主,我已經受苦很重,照您的諾言,保我生命。
Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord.
108 上主,請悅納我口中的祭獻,請教訓我明白您的審斷。
Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten.
109 我的生命常處於危險中,但我仍不忘記您的法典。
Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.
110 惡人雖然給我設下陷阱,我仍然不偏離您的章程。
De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen.
111 您的誡命永做我的家產,因為這是我心中的喜歡。
Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid.
112 我要傾心遵守您的法典,千秋萬世,一直到永遠。
Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.
113 我惱恨心懷二意的人,對您的法律,我喜愛萬分。
Samech. Ik haat de kwade ranken, maar heb Uw wet lief.
114 您是我的庇護我的盾牌,因此我唯您的聖言是賴。
Gij zijt mijn Schuilplaats en mijn Schild; op Uw Woord heb ik gehoopt.
115 作惡的人,您們應離我遠去!因為我要遵守天主的法度。
Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren.
116 照您的諾言,扶持我的生命,不要讓我的希望成成為泡影。
Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope.
Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken.
118 凡背棄您法令的,您都鄙棄,因為他們的思念全是詐欺。
Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen.
119 地上的惡人您都看作渣滓,因此我非常喜愛您的法制。
Gij doet alle goddelozen der aarde weg als schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.
120 我的肉身因敬愛您而戢戰憟,對您的諭令失也知所敬愛。
Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.
121 我行正義及合法律的事情,別把我交於壓迫我的壞人。
Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers.
122 求您保證您僕人的安全,沒有驕傲心將我磨難。
Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken.
123 對您的救助和正義的諾言,我熱切渴盻已經望眼欲穿。
Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil, en naar de toezegging Uwer rechtvaardigheid.
124 求您照您的仁慈恩待您的僕人,也求您教訓我能明白您的章程。
Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen.
125 我是您的僕人,求賜我明達,為使我能夠通曉您的約法。
Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen.
126 現今是上主行動的時候,因他們違反了您的法度。
Het is tijd voor den HEERE, dat Hij werke, want zij hebben Uw wet verbroken.
Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.
Daarom heb ik al Uw bevelen, van alles, voor recht gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat.
129 您的約法誠然是美妙神奇,因此我的靈魂要遵守不離。
Pe. Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom bewaart ze mijn ziel.
130 您的言語經過解釋必會發亮光照,連知識淺薄的人也可以通達知曉。
De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende.
131 我張開我的口嗟嘆唏嚧,因為我極渴慕您的誡律。
Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden.
132 求您回身向我,垂憐我,如素常對待愛您名者然。
Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen.
133 引導我的腳步履行您的訓誥,不要允許任何邪惡來主宰我。
Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen.
134 求您救我擺挩人的欺壓,為使我能遵守您的律法。
Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden.
135 求您給您的僕人顯示您的慈顏,同時也您們給我教導您的規範。
Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen.
136 我的眼淚滴滴下流有如溪水,因為他們全不遵守您的法規。
Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden.
Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht.
Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden.
139 我的熱火快要將我消耗殆盡,因為我的敵人忘了您的聖訓。
Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben.
140 您的教言經過千捶百鍊,您的僕人對它愛不知倦。
Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief.
141 我雖然年記幼小,被人輕看,可是我總不忘卻您的法範。
Ik ben klein en veracht, doch Uw bevelen vergeet ik niet.
Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid.
143 困苦和壓迫雖然來臨我身,但您的誡命仍是我的歡欣。
Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen.
De gerechtigheid Uwer getuigenissen is in der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven.
145 我全心呼號,並求您俯聽,上主,我要遵守您的法令。
Koph. Ik heb van ganser harte geroepen: verhoor mij, o HEERE! ik zal Uw inzettingen bewaren.
Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden.
147 天還未亮,我就起來求助,熱切期待您的訓語,
Ik ben de morgen schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt.
148 夜裏每更,我都睜開眼睛,全是為了您的聖訓。
Mijn ogen komen de nacht waken voor, om Uw rede te betrachten.
149 上主,請照您的仁慈俯聽我的呼聲,上主,請照您的正義使我得以重生。
Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht.
150 非法迫害我的人已經臨近,他們都遠離了您的法令。
Die kwade praktijken najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet.
151 上主,願您時常與我親近,您一切的誡命全屬忠信。
Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid.
152 我早就已由您的約法得知,那都是您從永遠所立定。
Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt.
153 求您垂視我的苦難而救拔我、因為我媲沒有忘記您的約法。
Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten.
154 求您辯護我的案件而拯救我,並請依照您的諾言,使我生活。
Twist mijn twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging.
155 恨不得救恩達達離開惡徒,因為他們不理睬您的法度。
Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet.
156 上主,您的仁愛何其廣闊,按照您的諭旨,賜我生命。
HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten.
157 迫害與磨難我的人確實眾多,然而我卻不曾偏離您的法約。
Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet.
158 奸黨惡輩我一看見就會生厭,因為他們都不遵守您的規範。
Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden.
159 上主,請您看我如何愛您的訓令,上主,照您的仁慈保全我的生命。
Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid.
160 您聖言的總綱確是真實無欺,您正義的一切判斷永遠不移。
Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid.
161 王侯雖然無緣無故加我苦難,我的心靈仍舊敬愛您的教言。
Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord.
162 我對您的諾言實在歡喜若狂,像得到許多勝利品的人一像。
Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt.
163 奸詐邪惡是我所恨所愛的,您的法令是我所喜所愛的。
Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; maar Uw wet heb ik lief.
Ik loof U zevenmaal des daags, over de rechten Uwer gerechtigheid.
165 愛慕您法律的必飽享平安,沒有一點失足跌倒的危險。
Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.
166 上主,我期待您的助佑,上主,我遵守您的法度。
O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden.
167 我的靈魂恪守您的規誡,因為我對規誡十分喜愛。
Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, en ik heb ze zeer lief.
168 我必要遵守您的規誡和勸言,因我的一切道路在您的面前。
Ik onderhoud Uw bevelen en Uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U.
169 上主,願我呼聲上達於您,求您照您的約言使我明理。
Thau. O HEERE! laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord.
170 願我的祈求到達您的面前,求您照您的諾言救我脫險。
Laat mijn smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging.
171 願我的雙脣湧溢讚美歌曲!因為您給我教授您的法律。
Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben.
172 願我的舌頭歌詠您的訓令!因您的一切誡命盡屬公正。
Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid.
173 願您伸出您的手救助我!因為我揀選您的法約。
Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen verkoren.
174 上主,我渴望您的救援,您的法律是我的喜樂。
O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking.
175 願我的靈魂活著讚美您,願您的斷語來支持我!
Laat mijn ziel leven, en zij zal U loven, en laat Uw rechten mij helpen.
176 我像迷路的亡羊,請尋回您的僕人,因為我總沒有忘記您任何的誡命。
Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.