< Levítico 4 >
2 Habla a los hijos de Israel: Si alguno peca por ignorancia contra cualquiera de los Mandamientos de Yavé sobre cosas que no se deben hacer, y hace alguna de ellas,
Zeg aan de Israëlieten: Wanneer iemand zonder opzet een fout begaat, en iets doet, wat Jahweh verboden heeft, geldt het volgende:
3 o si el que peca es el sacerdote ungido, con lo cual trae culpabilidad sobre el pueblo por el pecado cometido, ofrecerá a Yavé como sacrificio que apacigua un becerro sin defecto.
Wanneer de gezalfde priester zondigt, en zo schuld op het volk laadt, moet hij als zondeoffer voor wat hij verkeerd heeft gedaan, een gaven jongen stier aan Jahweh offeren.
4 Llevará el becerro a la entrada del Tabernáculo de Reunión delante de Yavé, pondrá su mano sobre la cabeza del becerro y lo degollará delante de Yavé.
Hij moet den stier aan de ingang van de openbaringstent voor het aanschijn van Jahweh brengen, zijn hand op de kop van den stier leggen, en den stier voor het aanschijn van Jahweh slachten.
5 Luego el sacerdote ungido tomará de la sangre del becerro y la llevará al Tabernáculo de Reunión.
Vervolgens moet de gezalfde priester wat bloed van den stier nemen, het binnen de openbaringstent brengen,
6 El sacerdote mojará su dedo en la sangre y rociará siete veces delante de Yavé hacia el velo del Santuario.
zijn vinger in het bloed dopen, en zeven maal voor het aanschijn van Jahweh voor het voorhangsel van het heiligdom wat bloed sprenkelen.
7 Luego el sacerdote pondrá parte de la sangre sobre los cuernos del altar del incienso aromático delante de Yavé en el Tabernáculo de Reunión. Derramará el resto de la sangre del becerro al pie del altar del holocausto, situado en la entrada del Tabernáculo de Reunión.
Daarna moet de priester wat van dat bloed aan de hoornen van het reukofferaltaar strijken, dat voor het aanschijn van Jahweh in de openbaringstent staat, en de rest van het bloed van den stier uitstorten tegen het voetstuk van het brandofferaltaar, dat bij de ingang van de openbaringstent staat.
8 Después quitará toda la grasa del becerro del sacrificio que apacigua, la grasa que cubre las vísceras, toda la grasa que está sobre los órganos internos,
Al het vet van den stier, die als zondeoffer geldt, moet hij eruit nemen: het vet, dat de ingewanden bedekt met al het vet, dat aan de ingewanden vastzit;
9 los dos riñones, la grasa que los cubre y sobre las ijadas, y la grasa del hígado, la cual quitará con los riñones,
de beide nieren met het vet, dat daaromheen in de lenden zit, en de kwab aan de lever, die hij met de nieren moet wegnemen,
10 de la manera como se quita del becerro del sacrificio de las ofrendas de paz. Luego, el sacerdote la hará arder sobre el altar del holocausto.
zoals bij den stier van het vredeoffer geschiedt. De priester moet dat op het brandofferaltaar in rook doen opgaan.
11 Pero la piel del becerro, toda su carne con su cabeza, sus patas, sus órganos internos, y su estiércol,
De huid van den stier met al het vlees, zijn kop, poten en darmen,
12 es decir, todo el becerro, lo sacará fuera del campamento a un lugar limpio, en el vertedero de las cenizas, y lo quemará al fuego sobre leña.
dus de rest van den stier, moet hij buiten de legerplaats naar een reine plek laten brengen, waar de as wordt gestort, en op een houtstapel verbranden; op de plek, waar de as wordt gestort, moet het worden verbrand.
13 Si por ignorancia peca toda la congregación de Israel, y el asunto está oculto de la congregación, pero transgredió alguno de los Mandamientos de Yavé con respecto a cosas que no se deben hacer, son culpables.
Wanneer heel de gemeenschap van Israël een fout begaat, zonder dat de gemeente het opzettelijk deed, en zij iets hebben gedaan, wat Jahweh verboden heeft, en dus schuldig zijn geworden;
14 Cuando la falta con la cual pecaron sea manifiesta, entonces los de la congregación presentarán un becerro como sacrificio por el pecado, y lo conducirán a la entrada del Tabernáculo de Reunión.
dan moet de gemeente, zodra ze zich van de overtreding bewust wordt, een stier als zondeoffer opdragen. Zij moeten dien voor de openbaringstent brengen;
15 Los ancianos de la congregación pondrán sus manos sobre la cabeza del becerro en la Presencia de Yavé, y uno degollará el becerro.
de oudsten van de gemeenschap moeten voor het aanschijn van Jahweh hun handen op de kop van den stier leggen, en den stier voor het aanschijn van Jahweh slachten.
16 Luego el sacerdote ungido llevará parte de la sangre del becerro al Tabernáculo de Reunión,
Vervolgens moet de gezalfde priester wat bloed van den stier binnen de openbaringstent brengen;
17 mojará su dedo en la sangre y [la] rociará siete veces ante Yavé hacia el velo.
de priester moet zijn vinger in het bloed dopen en zeven maal voor het aanschijn van Jahweh voor het voorhangsel sprenkelen.
18 Pondrá luego parte de la sangre en los cuernos del altar en la Presencia de Yavé en el Tabernáculo de Reunión, y derramará el resto de la sangre al pie del altar del holocausto situado en la entrada del Tabernáculo de Reunión.
Daarna moet hij wat van dat bloed aan de hoornen van het altaar strijken, dat voor het aanschijn van Jahweh in de openbaringstent staat, en de rest van het bloed uitstorten tegen het voetstuk van het brandofferaltaar, dat bij de ingang van de openbaringstent staat.
19 Después quitará de él toda su grasa y la quemará sobre el altar.
Al het vet moet hij er uitnemen, en op het altaar in rook doen opgaan.
20 Procederá con el becerro así como se hace con el becerro del sacrificio que apacigua. Lo mismo hará con él. El sacerdote realizará el sacrificio que apacigua por ellos, y ellos serán perdonados.
Verder moet hij met den stier doen, zoals hij met den stier van het zondeoffer gedaan heeft. Zo zal de priester verzoening voor hen verkrijgen en zal hun vergiffenis worden geschonken.
21 Luego sacará el becerro fuera del campamento y lo quemará como quemó el primer becerro. Es un sacrificio por el pecado de la congregación.
Hij moet den stier buiten de legerplaats laten brengen en hem verbranden, zoals hij den vorigen stier heeft verbrand. Dit is het zondeoffer voor de gemeente.
22 Cuando un jefe peque por ignorancia, es decir, haga algo contra cualquiera de los Mandamientos de Yavé su ʼElohim sobre lo que no se debe hacer, es culpable.
Wanneer een stamhoofd een overtreding begaat, en zonder opzet tegen een of ander gebod van Jahweh, zijn God, misdoet, en dus schuld op zich laadt,
23 Tan pronto como se le informe el pecado que cometió, presentará como ofrenda suya un macho cabrío sin defecto.
moet hij, zodra hij zich zijn overtreding bewust wordt, een geitebok zonder gebrek als offer opdragen.
24 Pondrá su mano sobre la cabeza del macho cabrío, y lo degollará en el lugar donde se degüella el holocausto en la Presencia de Yavé. Es ofrenda por el pecado.
Hij moet zijn hand op de kop van den bok leggen en dien slachten op de plaats, waar men voor het aanschijn van Jahweh het brandoffer slacht; het is een zondeoffer.
25 Entonces el sacerdote tomará con su dedo de la sangre del sacrificio por el pecado y la pondrá en los cuernos del altar del holocausto. Luego derramará el resto de su sangre al pie del altar del holocausto.
Vervolgens moet de priester met zijn vinger wat bloed van het zondeoffer nemen, het aan de hoornen van het brandofferaltaar strijken, en het bloed uitstorten tegen het voetstuk van het brandofferaltaar.
26 Quemará toda su grasa sobre el altar, así como quema la grasa del sacrificio de paz. De esta manera el sacerdote ofrecerá sacrificio que apacigua por el pecado de aquél, y será perdonado.
Al het vet moet hij op het altaar in rook doen opgaan, zoals met het vet van het vredeoffer geschiedt. Zo zal de priester voor hem verzoening voor zijn zonde verkrijgen, en zal hem vergiffenis worden geschonken.
27 Si una persona del pueblo de la tierra peca por ignorancia, es decir, transgrede alguno de los Mandamientos de Yavé con respecto a lo que no se debe hacer, es culpable.
Wanneer iemand van het gewone volk zonder opzet een overtreding begaat, door tegen een der geboden van Jahweh te handelen, en dus schuld op zich laadt,
28 Tan pronto como se le haga reconocer el pecado que cometió, presentará una hembra de las cabras sin defecto como sacrificio suyo por el pecado que cometió.
moet hij, zodra hij zich zijn overtreding bewust wordt, voor zijn begane fout een geit zonder gebrek als offer brengen.
29 Pondrá su mano sobre la cabeza del sacrificio por el pecado y la degollará en el lugar del holocausto.
Hij moet zijn hand op de kop van het zondeoffer leggen, en het slachten op de plaats, waar men het brandoffer slacht.
30 Entonces el sacerdote tomará de la sangre de ella con su dedo, la pondrá en los cuernos del altar del holocausto, y derramará el resto de su sangre al pie del altar.
Vervolgens moet de priester met zijn vinger wat van haar bloed nemen, het aan de hoornen van het brandofferaltaar strijken, en de rest van het bloed uitstorten tegen het voetstuk van het altaar.
31 Después le quitará toda la grasa, como se remueve la grasa de las ofrendas de paz, y el sacerdote la hará arder sobre el altar como olor que apacigua a Yavé por él. El sacerdote hará el sacrificio que apacigua a favor de él, y le será perdonado.
Al het vet moet hij er uitnemen, zoals met het vet van het vredeoffer geschiedt, en de priester moet het op het altaar in rook doen opgaan als een welriekend offer voor Jahweh. Zo zal de priester verzoening voor hem verkrijgen en zal hem vergiffenis worden geschonken.
32 Si lleva una cordera como su ofrenda por el pecado, será una hembra sin defecto.
Wanneer iemand voor zijn overtreding een lam wil offeren, moet hij een gaaf ooilam offeren.
33 Como sacrificio por el pecado, pondrá su mano sobre la cabeza del sacrificio por el pecado y la degollará en el lugar donde se degüella el holocausto.
Hij moet zijn hand op de kop van het zondeoffer leggen, en het als zondeoffer slachten op de plaats, waar men het brandoffer slacht.
34 Después el sacerdote tomará con su dedo de la sangre de del sacrificio que apacigua, la pondrá en los cuernos del altar del holocausto, y derramará el resto de su sangre al pie del altar.
Vervolgens moet de priester met zijn vinger wat van het bloed van het zondeoffer nemen, het aan de hoornen van het brandofferaltaar strijken, en de rest van het bloed uitstorten tegen het voetstuk van het altaar.
35 Luego quitará toda su grasa, como quita la grasa del cordero del sacrificio de paz, y el sacerdote la hará arder sobre el altar como sacrificio quemado a Yavé. El sacerdote ofrecerá así sacrificio que apacigua por tal persona, por el pecado cometido, y será perdonada.
Al het vet moet hij er uitnemen, zoals met het vet van het lam voor een vredeoffer geschiedt en de priester moet het op het altaar in rook doen opgaan, tegelijk met de vuuroffers van Jahweh. Zo zal de priester voor hem verzoening voor zijn overtreding verkrijgen en zal hem vergiffenis worden geschonken.