1 Јованова 1
1 Шта беше испочетка, шта чусмо, шта видесмо очима својим, шта размотрисмо и руке наше опипаше, о речи живота:
Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van het Woord des levens;
2 И живот се јави, и видесмо, и сведочимо, и јављамо вам живот вечни, који беше у Оца, и јави се нама; (aiōnios g166)
(Want het Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.) (aiōnios g166)
3 Шта видесмо и чусмо то јављамо вама да и ви с нама имате заједницу; а наша је заједница с Оцем и са Сином Његовим Исусом Христом.
Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn Zoon Jezus Christus.
4 И ово вам пишемо да радост ваша буде испуњена.
En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap vervuld zij.
5 И ово је обећање које чусмо од Њега и јављамо вама, да је Бог видело, и таме у Њему нема никакве.
En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben, en wij u verkondigen, dat God een Licht is, en gans geen duisternis in Hem is.
6 Ако кажемо да имамо заједницу с Њим а у тами ходимо, лажемо и не творимо истине.
Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij, en doen de waarheid niet.
7 Ако ли у виделу ходимо, као што је Он сам у виделу, имамо заједницу један с другим, и крв Исуса Христа, Сина Његовог, очишћава нас од сваког греха.
Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
8 Ако кажемо да греха немамо, себе варамо, и истине нема у нама.
Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij ons zelven, en de waarheid is in ons niet.
9 Ако признајемо грехе своје, веран је и праведан да нам опрости грехе наше, и очисти нас од сваке неправде.
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.
10 Ако кажемо да не сагрешисмо, градимо Га лажом, и реч Његова није у нама.
Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn woord is niet in ons.
