ইব্রিণঃ 5
1 ১ যঃ কশ্চিৎ মহাযাজকো ভৱতি স মানৱানাং মধ্যাৎ নীতঃ সন্ মানৱানাং কৃত ঈশ্ৱরোদ্দেশ্যৱিষযেঽর্থত উপহারাণাং পাপার্থকবলীনাঞ্চ দান নিযুজ্যতে|
Want iedere hogepriester wordt uit de kring der mensen genomen, en ten bate der mensen aangesteld voor hun betrekkingen tot God, om gaven en offers te brengen voor de zonden.
2 ২ স চাজ্ঞানাং ভ্রান্তানাঞ্চ লোকানাং দুঃখেন দুঃখী ভৱিতুং শক্নোতি, যতো হেতোঃ স স্ৱযমপি দৌর্ব্বল্যৱেষ্টিতো ভৱতি|
Hij moet in staat wezen, toegeeflijk te zijn voor onwetenden en dwalenden, omdat hij zelf met zwakheid omkleed is,
en daarom zondeoffers moet brengen zowel voor het volk, als voor zichzelf.
En niemand neemt de waardigheid uit zichzelf, maar door roeping van God, zoals ook Aäron.
5 ৫ এৱম্প্রকারেণ খ্রীষ্টোঽপি মহাযাজকৎৱং গ্রহীতুং স্ৱীযগৌরৱং স্ৱযং ন কৃতৱান্, কিন্তু "মদীযতনযোঽসি ৎৱম্ অদ্যৈৱ জনিতো মযেতি" ৱাচং যস্তং ভাষিতৱান্ স এৱ তস্য গৌরৱং কৃতৱান্|
Zo ook heeft Christus Zichzelf de eer niet toegeëigend, Hogepriester te worden, maar Hij die tot Hem heeft gesproken: "Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt,"
zoals Hij dan ook op een andere plaats heeft gezegd: "Gij zijt Priester voor eeuwig, Naar de Orde van Melkisedek." (aiōn g165)
7 ৭ স চ দেহৱাসকালে বহুক্রন্দনেনাশ্রুপাতেন চ মৃত্যুত উদ্ধরণে সমর্থস্য পিতুঃ সমীপে পুনঃ পুনর্ৱিনতিং প্রর্থনাঞ্চ কৃৎৱা তৎফলরূপিণীং শঙ্কাতো রক্ষাং প্রাপ্য চ
En ofschoon Hij in de dagen van zijn Vlees, onder luid geroep en tranen, gebeden en smekingen heeft opgestierd tot Hem, die Hem van de dood kon redden; ofschoon Hij verhoord werd terwille van zijn godvrezendheid;
ofschoon Hij bovendien zelfs de Zoon was, heeft Hij toch door zijn lijden de gehoorzaamheid geleerd,
en is Hij na zijn verheerlijking de oorzaak van eeuwige zaligheid geworden voor allen, die Hem gehoorzaam zijn; (aiōnios g166)
daar Hij door God was uitgeroepen tot "Hogepriester naar de Orde van Melkisedek."
Over dit onderwerp hebben we veel te zeggen, en de uitleg is moeilijk, omdat gij hardhorend zijt geworden.
12 ১২ যতো যূযং যদ্যপি সমযস্য দীর্ঘৎৱাৎ শিক্ষকা ভৱিতুম্ অশক্ষ্যত তথাপীশ্ৱরস্য ৱাক্যানাং যা প্রথমা ৱর্ণমালা তামধি শিক্ষাপ্রাপ্তি র্যুষ্মাকং পুনরাৱশ্যকা ভৱতি, তথা কঠিনদ্রৱ্যে নহি কিন্তু দুগ্ধে যুষ্মাকং প্রযোজনম্ আস্তে|
Of is het soms nog nodig, dat men u de eerste beginselen van Gods woorden gaat leren, terwijl gij toch, de tijd in aanmerking genomen, reeds leermeesters moest zijn; hebt gij soms nog behoefte aan melk, niet aan vaste spijs?
Want wie nog melk behoeft, is onbekwaam voor het woord der gerechtigheid, want hij is een kind;
14 ১৪ কিন্তু সদসদ্ৱিচারে যেষাং চেতাংসি ৱ্যৱহারেণ শিক্ষিতানি তাদৃশানাং সিদ্ধলোকানাং কঠোরদ্রৱ্যেষু প্রযোজনমস্তি|
maar vaste spijs is voor de volwassenen, voor hen, die door oefening de zintuigen hebben afgericht, om goed en kwaad te onderscheiden.
