مزامیر 111

1 سپاس بر خداوند! خداوند را با تمام دل خود در میان قوم او ستایش خواهم کرد.

Hallelujah! Aleph. Ik zal den HEERE loven van ganser harte; Beth. In den raad en vergadering der oprechten.

2 کارهای خداوند چه شگفت‌انگیزند! همهٔ کسانی که به آنها علاقمند هستند در باره‌شان می‌اندیشند.

Gimel. De werken des HEEREN zijn groot; Daleth. zij worden gezocht van allen, die er lust in hebben.

3 کارهای خداوند شکوهمند است و عدالتش جاودانی!

He. Zijn doen is majesteit en heerlijkheid; Vau. en Zijn gerechtigheid bestaat in der eeuwigheid.

4 کارهای شگفت‌انگیز خداوند، فراموش نشدنی است! او رحیم و بخشنده است!

Zain. Hij heeft Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt; Cheth. de HEERE is genadig en barmhartig.

5 خداوند، روزی ترسندگان خود را می‌رساند، او هرگز عهد خود را از یاد نمی‌برد.

Teth. Hij heeft dengenen, die Hem vrezen, spijs gegeven; Jod. Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn verbond.

6 خداوند سرزمین قومهای بیگانه را به بنی‌اسرائیل بخشید و به این وسیله قدرتش را به قوم خود نشان داد.

Caph. Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volke bekend gemaakt; Lamed. hun gevende de erve der heidenen.

7 هر کاری که خداوند انجام می‌دهد، درست و منصفانه است. همهٔ احکام او قابل اعتماد می‌باشند.

Mem. De werken Zijner handen zijn waarheid en oordeel; Nun. al Zijn bevelen zijn getrouw.

8 کارها و احکام خداوند تا ابد باقی می‌مانند، زیرا بر عدل و راستی بنا شده‌اند.

Samech. Zij zijn ondersteund voor altoos en in eeuwigheid; Ain. zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid.

9 او با دادن فدیه، قوم خود را آزاد کرده است و با آنها عهد ابدی بسته است. او مقدّس و قدرتمند است.

Pe. Hij heeft Zijn volke verlossing gezonden; Tsade. Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid geboden; Koph. Zijn Naam is heilig en vreselijk.

10 ترس خداوند سرآغاز حکمت است. خداوند به همهٔ کسانی که دستورهایش را اجرا می‌کنند، حکمت می‌بخشد. خداوند را تا ابد سپاس باد.

Resch. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; Schin. allen, die ze doen, hebben goed verstand; Thau. Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.