هوشع 6

1 قوم اسرائیل می‌گویند: «بیایید به سوی خداوند بازگشت نماییم. او ما را دریده و خودش نیز ما را شفا خواهد داد. او ما را مجروح ساخته و خود بر زخم ما مرهم خواهد گذاشت.

Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden.

2 بعد از دو سه روز ما را دوباره زنده خواهد کرد و ما در حضور او زندگی خواهیم نمود.

Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven.

3 بیایید تلاش کنیم تا خداوند را بشناسیم! همان‌طور که دمیدن سپیدهٔ صبح و ریزش باران بهاری حتمی است، اجابت دعای ما از جانب او نیز حتمی است.»

Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om den HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands.

4 اما خداوند می‌فرماید: «ای اسرائیل و یهودا، من با شما چه کنم؟ زیرا محبت شما مانند ابر صبحگاهی زودگذر است و همچون شبنم به زودی ناپدید می‌شود.

Wat zal Ik u doen, o Efraim! wat zal Ik u doen, o Juda! dewijl uw weldadigheid is als een morgenwolk, en als een vroegkomende dauw, die henengaat.

5 به این دلیل است که من انبیای خود را فرستاده‌ام تا کلام داوری مرا بیان کنند و از هلاکتی که در انتظارتان است شما را آگاه سازند. پس بدانید که داوری من چون صاعقه بر شما فرود خواهد آمد.

Daarom heb Ik hen behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood door de redenen Mijns monds; en uw oordelen zullen voortkomen aan het licht.

6 من از شما محبت می‌خواهم نه قربانی. من از هدایای شما خشنود نیستم بلکه خواهان آنم که مرا بشناسید.

Want Ik heb lust tot weldadigheid, en niet tot offer; en tot de kennis Gods, meer dan tot brandofferen.

7 «ولی شما نیز مانند آدم، عهد مرا شکستید و به من خیانت ورزیدید.

Maar zij hebben het verbond overtreden als Adam; daar hebben zij trouwelooslijk tegen Mij gehandeld.

8 جلعاد، شهر گناهکاران و قاتلان است.

Gilead is een stad van werkers der ongerechtigheid; zij is betreden van bloed.

9 اهالی آن راهزنان تبهکاری هستند که برای قربانیان خود در کمین می‌نشینند. کاهنان در طول راه شکیم، کشتار می‌کنند و دست به هر نوع گناهی می‌زنند.

Gelijk de benden der straatschenders op iemand wachten, alzo is het gezelschap der priesteren; zij moorden op den weg naar Sichem, waarlijk, zij doen schandelijke daden.

10 آری، من عملی هولناک در اسرائیل دیده‌ام؛ مردم به دنبال خدایان دیگر رفته و به کلی نجس شده‌اند.

Ik zie een afschuwelijke zaak in het huis Israels; aldaar is Efraims hoererij, Israel is verontreinigd.

11 «ای یهودا، مجازاتهای بسیاری نیز در انتظار توست، هرچند می‌خواستم سعادت را به قوم خویش بازگردانم.

Ook heeft hij u, o Juda! een oogst gezet, als Ik de gevangenen Mijns volks wederbracht.