< حِزِقیال 16 >

بار دیگر خداوند با من سخن گفت و فرمود: «ای پسر انسان، اورشلیم را از گناهان و اعمال نفرت‌انگیزش آگاه ساز، 1
Het woord van Jahweh werd tot mij gericht:
2
Mensenkind, ge moet Jerusalem haar gruwel doen kennen
و به او از جانب من چنین بگو: «خداوند یهوه چنین می‌گوید: تو در سرزمین کنعان چشم به جهان گشودی. پدرت اَموری بود و مادرت، حیتی! 3
en zeggen: Zo spreekt Jahweh, de Heer, tot Jerusalem! Uw land van afkomst en geboorte is Kanaän; uw vader was een Amoriet, uw moeder een Hittiet.
وقتی به دنیا آمدی، کسی اهمیتی به تو نداد؛ نه نافت را بریدند، نه تو را شستند و نه در قنداقه پیچیدند. 4
Op deze manier zijt ge ter wereld gekomen: Toen ge geboren werdt, heeft niemand uw navelstreng afgeknipt, of u met water schoongewassen; met zout werdt ge niet ingewreven, niet in doeken gewikkeld.
هیچ‌کس کوچکترین توجهی به تو نداشت و دلش به حال تو نمی‌سوخت و کسی حاضر نبود از تو نگهداری کند. روزی که متولد شدی، چون از تو کراهت داشتند، تو را در بیابان انداختند و همان جا رهایت کردند. 5
Geen oog ontfermde zich over u, om uit medelijden u een van die zorgen te wijden. Neen, op de dag van uw geboorte werdt ge te vondeling gelegd op het vrije veld, omdat men uw leven niets waard vond.
«همان وقت از کنار تو عبور کردم و دیدم که در خونت می‌غلتی. پس به تو گفتم: زنده بمان! تو را همچون گیاه صحرا پرورش دادم، و تو رشد کردی و دوشیزه‌ای زیبا شدی؛ سینه‌هایت برآمد و موهایت بلند شد، اما عریان بودی. 6
Toen kwam Ik u voorbij, en zag u spartelen in uw bloed. Ik sprak tot u, terwijl ge met bloed waart besmeurd: Blijf leven!
7
fris als een veldbloem maakte Ik u. Ge groeide op en werdt groot; ge bereikte de leeftijd der stonden: uw borsten waren ontwikkeld, uw haar begon te groeien; maar ge waart nog altijd bloot en naakt.
«مدتی بعد که از کنارت گذشتم به تو نگاه کردم؛ این بار آمادهٔ ازدواج بودی، پس ردایم را بر تو انداختم، عریانی‌ات را پوشاندم و سوگند یاد کرده، با تو پیمان ازدواج بستم و تو از آن من شدی. 8
Weer kwam Ik langs u, en bemerkte, dat de tijd der liefde voor u was gekomen; Ik spreidde mijn mantelslip over u uit, en bedekte uw schaamte. Ik zwoer u trouw, en sloot een verbond met u, zegt Jahweh, de Heer; zo werdt gij de mijne!
سپس شستشویت دادم تا از خونت پاک شوی و بر بدنت روغن مالیدم. 9
Ik wies u met water, spoelde uw bloed van u af, en zalfde u met olie;
لباسهای زیبای قلابدوزی شده، از جنس کتان لطیف و ابریشم به تو دادم و کفش از پوست خز به پایت کردم. 10
Ik deed u bonte kleren aan, gaf u schoeisel van het fijnste leder, bond u een hoofddoek om van damast, hulde u in een sluier van zijde.
تو را با زیورآلات آراستم، النگوها به دستت کردم و گردنبند به گردنت انداختم، 11
Ik smukte u met sieraden, deed armbanden aan uw polsen, een snoer om uw hals;
حلقه در بینی‌ات و گوشواره در گوشهایت و تاجی زیبا بر سرت گذاشتم. 12
Ik gaf u een ring door uw neus en hangers aan uw oren een prachtige kroon op uw hoofd.
به این ترتیب، با طلا و نقره آراسته و زیبا شدی. لباسهای زیبای قلابدوزی شده، از کتان لطیف و ابریشم پوشیدی و بهترین خوراکها را خوردی. زیبایی تو خیره کننده بود و همچون ملکه شدی. 13
Zo waart ge getooid met goud en zilver; uw kleren waren van damast en zijde en bonte weefsels. Het fijnste meel en honing en olie mocht ge eten. Ge werdt een stralende schoonheid, geschikt voor het koningschap!
زیبایی‌ات به سبب کمالاتی که من به تو بخشیده بودم، کامل گردید و زبانزد همهٔ قومها شد. 14
Van uw schoonheid ging een roep uit onder de volken, want die was volmaakt door de opschik, waarmee Ik u begiftigd had, spreekt Jahweh, de Heer!
«اما تو فکر کردی که می‌توانی جدا از من نیز کمال خود را حفظ کنی. بنابراین از زیبایی و آوازه‌ات سرمست شدی و در ورطه زناکاری افتادی و همچون یک فاحشه، خود را در اختیار هر رهگذری گذاشتی. 15
Maar ge werdt vrijmoedig met uw schoonheid, en uw gevierdheid hadt ge veil. Iedereen, die voorbij kwam, hebt ge uw lust getoond, aan hem u overgegeven.
آن رختهای زیبایی را که به تو داده بودم، برای ساختن بتخانه‌ها و تزیین بستر فاحشگی‌ات به کار بردی. چنین چیزی هرگز رخ نداده و نخواهد داد. 16
Ge hebt uw kleren misbruikt, om er bonte hoogten van te maken: daarop hebt ge de deerne gespeeld, onbeschaamd en onbevreesd.
آن جواهرات و طلا و نقره‌ای را که به تو داده بودم، گرفتی و با آنها مجسمه مردان را ساختی و آنها را پرستش نموده، به من خیانت کردی. 17
Ge hebt uw sieraden gehaald, het goud en zilver, dat Ik u had geschonken; ge hebt er mannenbeelden van gemaakt, en daarmee ontucht bedreven.
«لباسهای زیبای قلابدوزی شده‌ای را که به تو بخشیده بودم، به بتهایت پوشاندی! روغن و بخور مرا برای پرستش بتها به کار بردی! 18
Ge hebt uw bonte gewaden genomen, en ze daarmee bekleed; mijn olie en wierook hebt ge er voor neergezet.
آرد و روغن و عسل مرغوبی را که برای خوراک به تو داده بودم، برای آنها نذر کردی تا از تو راضی باشند! 19
Het voedsel dat Ik u gegeven had, het fijnste meel, olie en honing, die Ik u tot spijs had geschonken, hebt ge hun aangeboden tot een liefelijke offergeur: zo was het, spreekt Jahweh, de Heer.
پسران و دخترانی را که برای من زاییده بودی، گرفتی و برای خدایانت قربانی کردی! آیا زناکاری کافی نبود که به چنین جنایتی هم دست زدی؟ 20
Zelfs hebt ge de zonen en de dochters, die ge Mij geschonken hadt, niet gespaard, maar ze hun ten offer gebracht, opdat zij ze konden verslinden. Was uw ontucht nog niet erg genoeg,
تو فرزندان مرا کشتی و برای بتها قربانی کردی و سوزاندی و 21
dat ge mijn zonen moest slachten, ze door het vuur deedt gaan, en ze zo hebt opgeofferd?
در تمام این سالهای زناکاری و گناه، یک بار هم دوران گذشته را به یاد نیاوردی، دورانی که برهنه بودی و در خونت می‌غلتیدی. 22
Nooit hebt ge bij al die gruwelen en ontucht eens teruggedacht aan de dagen van uw jeugd, toen ge naakt waart en ontbloot, en in uw bloed lag te trappelen.
«وای بر تو، وای بر تو که بعد از این همه شرارت، 23
Na al die boosheid: wee u, wee u! spreekt Jahweh, de Heer:
در هر کوی و برزنی عمارتها برای بت‌پرستی و زناکاری‌ات بنا کردی، و زیبایی خود را بی‌ارزش و خوار کردی و در اختیار هر رهگذری قرار دادی و روز‌به‌روز فاسدتر شدی. 24
hebt ge u een bordeel gebouwd, en uw kraam geopend in elke straat;
25
op elke straathoek hebt ge uw kraam gebouwd, uw schoonheid onteerd, aan elken voorbijganger u aangeboden, en voortdurend ontucht gepleegd.
با مصر، این سرزمین فاسد پیمان اتحاد بستی و او را بر جمع فاسقانت افزودی و خشم مرا شعله‌ور ساختی. 26
Ge hebt ontucht bedreven met de Egyptenaren, uw geile buren; voortdurend hebt ge ontucht gepleegd, om Mij te tergen.
«از این جهت دست خود را دراز کرده‌ام تا تو را مجازات نمایم و مواهب خود را از تو باز پس گیرم. تو را در جنگ فلسطینی‌ها که تشنه خونت هستند، رها کرده‌ام. حتی آنها نیز از رفتار شرم‌آورت نفرت دارند. 27
Zie, toen strekte Ik mijn hand al naar u uit, Ik kortte uw erfdeel in, en gaf u over aan de haat van uw vijandinnen, aan de Filistijnse meisjes, die zich schaamden over uw schandelijk gedrag.
«با آشوری‌ها نیز زنا کردی، زیرا با ایشان هم‌پیمان شدی و بتهایشان را پرستیدی. ولی با همهٔ اینها، سیر نشدی! 28
Daarna hebt ge u aan de Assyriërs vergooid, omdat ge nog niet bevredigd waart; ook met hen hebt ge ontucht bedreven, en ge kondt er maar niet genoeg van krijgen.
پس به بتهای بابِل، سرزمین بازرگانان، روی آوردی، ولی به این هم قانع نشدی. 29
Zonder ophouden hebt ge ontucht bedreven met het handelsland Chaldea, maar ook daar werdt ge niet bevredigd.
«چقدر تو سست اراده هستی! کارهای تو، کارهای یک روسپی بی‌حیاست! 30
Hoe heftig was uw hartstocht, zegt Jahweh, de Heer, dat ge dit alles, dit gedoe van een onbeschaamde deerne, volhieldt,
بر سر هر راه، بتخانه و بر سر هر کوچه، فاحشه‌خانه ساختی! ولی تو مانند فاحشه‌های دیگر، به دنبال پول نیستی. 31
dat ge uw bordeel hebt gebouwd op elke straathoek, aan elke weg uw kraam hebt geopend, en toch geen echte deerne waart, die het enkel voor geld doet.
تو همچون همسری خیانتکار هستی که شوهر خود را رها می‌کند و به آغوش مردان دیگر پناه می‌برد. 32
O overspelige vrouw, in plaats van uw eigen man neemt ge vreemden;
فاحشه‌ها برای کارشان اجرت می‌گیرند، اما تو به فاسقان خود هدیه و رشوه می‌دهی تا با تو همبستر شوند. 33
en terwijl men aan alle deernen een vergoeding geeft, hebt gij geschenken aan al uw minnaars uitgedeeld: ge hebt ze omgekocht, om van alle kanten met ontuchtige bedoelingen tot u te komen.
پس تو برعکس فاحشه‌های دیگر عمل می‌کنی؛ بجای اینکه از فاسقانت پول بگیری، تو به آنها پول می‌دهی! 34
Ge deedt juist het omgekeerde van de andere vrouwen: ge waart een deerne, maar men behoefde u niet achterna te lopen; gij gaaft geschenken, maar u werd geen vergoeding gegeven; juist het omgekeerde hebt ge gedaan!
«حال، ای فاحشه، کلام خداوند را بشنو: 35
Daarom deerne, luister naar het woord van Jahweh!
خداوند یهوه چنین می‌فرماید: به سبب فساد و زناکاری با فاسقانت، یعنی پرستش و عبادت بتها، و نیز برای آنکه فرزندانت را برای خدایانت قربانی کردی، 36
Dit zegt Jahweh, de Heer: Omdat ge voor uw minnaars en voor al uw gruwelijke schandgoden in uw ontucht uw schaamte ontbloot en uw naaktheid onthuld hebt, en het bloed van uw zonen aan hen hebt geofferd,
اینک من فاسقان یعنی همدستانت را، چه آنانی را که دوست داشتنی و چه آنانی را که دوست نداشتنی، همه را گرد خواهم آورد و در مقابل ایشان تو را عریان خواهم ساخت. 37
daarom breng Ik al uw minnaars bijeen, voor wie ge zo lief waart; zowel hen die ge bemind hebt, als hen die ge hebt achtergesteld. Ik breng ze van alle kanten rond u samen, om voor hen uw schaamte te onthullen, zodat ze u in heel uw naaktheid kunnen aanschouwen!
تو را برای جنایت‌ها و زناکاریهایت، با خشم و غضب، مجازات و هلاک خواهم نمود. 38
Ik zal aan u het vonnis voltrekken van een vrouw, die trouw breekt en bloed vergiet, en zo mijn toorn en jaloezie op u koelen.
تو را به دست این قومها، یعنی فاسقانت خواهم سپرد. آنان عشرتکده‌ها و بتخانه‌هایت را با خاک یکسان کرده، تمام جواهرات زیبایت را غارت خواهند نمود و برهنه و بینوا رهایت خواهند ساخت. 39
Ik zal u aan hen overleveren; zij zullen uw bordeel afbreken, uw kramen omvertrekken, u de kleren van het lijf rukken, uw sieraden afnemen, en u naakt en bloot laten liggen.
آنها تو را سنگسار کرده، با شمشیر پاره‌پاره خواهند نمود. 40
Zij zullen een vergadering over u houden, u met keien stenigen, en met hun zwaard u in stukken houwen.
خانه‌هایت را خواهند سوزاند و در مقابل زنان دیگر مجازاتت خواهند کرد. من تو را از زناکاری با بتها باز خواهم داشت و دیگر نخواهم گذاشت که به فاسقانت یعنی به همدستانت اجرت و رشوه دهی. 41
Dan steken ze uw huizen in brand, en zullen ten aanschouwen van talrijke vrouwen het vonnis aan u voltrekken. Zo maak Ik een einde aan uw ontucht, en zult ge geen geschenken meer uitdelen!
آنگاه آتش خشم و غیرت من فرو خواهد نشست و آرام خواهد گرفت و دیگر غضبناک نخواهم بود. 42
Ik zal mijn woede op u koelen, mijn jaloezie op u stillen, en Ik zal voldaan zijn en niet meer ontstemd.
تو دوران جوانی خود را به فراموشی سپردی و با کارهایت مرا رنجانیدی و زناکاریهایت را هم بر آنها افزودی. پس من هم تو را به سزای اعمالت می‌رسانم. 43
Omdat ge nooit eens terugdacht aan de dagen van uw jeugd, maar Mij door dat alles hebt blijven prikkelen, daarom zal ook Ik uw gedrag op uw hoofd laten neerkomen, spreekt Jahweh, de Heer, en zult ge bij al uw gruwelen tenminste geen ontucht meer doen!
«ای اورشلیم، مردم درباره تو خواهند گفت که چنان مادری، چنین دختری هم باید داشته باشد. 44
Zie, elke spreukendichter past op u het gezegde toe: Zo moeder, zo dochter!
تو براستی شبیه مادرت هستی که از شوهر و فرزندانش نفرت می‌داشت؛ تو درست شبیه خواهرانت هستی که از شوهران و فرزندانشان بیزار بودند. براستی که مادرت حیتی بود و پدرت اَموری! 45
Een echte dochter zijt ge van uw moeder, die haar man en haar kinderen verliet; ge zijt het evenbeeld van uw zusters, die niets om haar man en om haar kinderen gaven. Uw moeder was een Hittiet, uw vader een Amoriet.
«خواهر بزرگ تو سامره است که با دخترانش یعنی آبادی‌های اطرافش، در شمال تو زندگی می‌کنند. خواهر کوچکت سدوم است که با دخترانش در جنوب تو ساکن هستند. 46
Uw oudste zuster, die aan uw linkerhand woont, is Samaria met haar dochters; uw jongste zuster, die aan uw rechterhand woont, is Sodoma met haar dochters.
تو نه فقط راهها و گناهان ایشان را تقلید کردی، بلکه در مدتی کوتاه، از آنان جلو افتادی و از ایشان فاسدتر شدی. 47
Ge hebt u niet tevreden gesteld, in haar voetspoor te treden, en gruwelen als zij te bedrijven: heel uw gedrag was stuitender nog dan het hare!
به ذات مقدّس خود سوگند که سدوم و آبادی‌های اطرافش، به اندازه تو و آبادی‌هایت، فاسد و شریر نبودند! 48
Zo waar Ik leef, zegt Jahweh, de Heer: Uw zuster Sodoma met haar dochters heeft het zo bont niet gemaakt als gij met uw dochters.
گناه خواهرت سدوم و دخترانش این بود که از فراوانی نعمت و آسایش و امنیت مغرور شده بودند و هیچ به فکر فقرا و مستمندان نبودند. 49
Dit was enkel de zonde van Sodoma, uw zuster: zij met haar dochters leden aan overmoed, aan zwelgerij en zorgeloze rust; den misdeelde en behoeftige ondersteunden zij niet;
آنها با کمال گستاخی در حضور من مرتکب اعمال زشت و بت‌پرستی می‌شدند؛ بنابراین من نیز ایشان را از میان بردم. 50
ze waren hovaardig, en bedreven gruwelen in mijn ogen. Toch heb Ik ze verstoten, zoals ge gezien hebt.
«سامره حتی نصف گناهان تو را هم مرتکب نشد. کارهای زشت و بت‌پرستی‌های تو، به مراتب بیشتر از خواهرانت بوده است. تو روی آنها را سفید کردی! 51
Ook Samaria heeft nog niet de helft misdaan van wat gij hebt bedreven. Ge hebt veel erger gruwelen bedreven dan zij beiden, en door uw stuitend gedrag uw zusters nog in een gunstig daglicht geplaatst.
پس تعجب نکن اگر آنها کمتر از تو مجازات شوند، زیرا گناهان تو به قدری هولناک است که در برابر تو، خواهرانت پاک و بی‌گناه به نظر می‌رسند! 52
Draag dan ook gij uw schande, gij die voor uw zusters in de bres zijt gesprongen; want door uw veel zwaardere zonden zijn zij bij u vergeleken onschuldig. Schaam u dus en draag uw schande, dat ge uw zusters nog verontschuldigt.
«ولی روزی خواهد رسید که سعادت را به سدوم و سامره و مردم یهودا باز خواهم گرداند. 53
Ik zal haar lot ten beste keren: het lot van Sodoma met haar dochters, en het lot van Samaria met haar dochters,
شرمساری و مجازات سنگین تو باعث تسلی آنها خواهد شد، چون از مجازات آنها شدیدتر خواهد بود. 54
opdat ge uw schande moogt dragen en u moogt schamen over al wat ge misdreven hebt, en gij die beiden berusting kunt brengen.
آری، خواهرانت سدوم و سامره و دخترانشان یعنی آبادی‌های اطرافشان، و خود تو نیز با دخترانت بار دیگر به حالت نخستین خود برخواهید گشت. 55
Uw zuster Sodoma zal met haar dochters in haar vroegere staat worden hersteld, en Samaria zal met haar dochters terugkeren tot haar vroegere toestand.
در آن روزها با تکبر و غرور سدوم را مسخره می‌کردی، 56
Was uw zuster Sodoma niet tot een schimpwoord op uw lippen, ten tijde van uw overmoed,
اما حال که شرارتت برای همه عیان و آشکار گشته، خودت نیز مورد تمسخر و ملامت ادوم و تمام همسایگانش و همه فلسطینی‌ها قرار گرفته‌ای. 57
voordat uw schaamte ontbloot werd? Nu zijt ge net als zij de spot der vrouwen van Edom met heel zijn omgeving, de spot der Filistijnse vrouwen, die van alle kanten u honen.
خداوند می‌فرماید: به سزای هرزگی و اعمال زشت خود خواهی رسید. 58
Uw ontucht en uw schanddaad, ge zult ze dragen, zegt Jahweh, de Heer.
«از آنجا که سوگند و وفاداری‌ات را فراموش کردی و عهد مرا شکستی، من نیز تو را مجازات خواهم نمود. 59
Zo spreekt Jahweh, de Heer: Eerst als Ik met u gedaan heb, zoals gij met Mij hebt gedaan: met u, die de eed zo gering acht, dat ge het verbond hebt verbroken:
اما من عهدی را که در دوران جوانی‌ات با تو بستم، به یاد خواهم آورد و این بار عهدی جاودان با تو خواهم بست، 60
dan zal Ik het verbond weer gedenken, dat Ik in uw jeugd met u aanging, en zal Ik een eeuwigdurend verbond met u sluiten.
و تو با شرمساری، اعمال زشتت را به یاد خواهی آورد؛ و هنگامی که خواهران بزرگ و کوچکت یعنی سامره و سدوم را باز آورم و ایشان را دختران تو بگردانم تا بر ایشان حکمرانی کنی، از لطف و بزرگواری من خجل و شرمگین خواهی شد، چون خودت می‌دانی که شایسته این لطف نبوده‌ای، زیرا عهد مرا شکسته‌ای. 61
Dan zult ge met schaamte terugdenken aan uw gedrag, als Ik uw oudere zusters met uw jongere zusters neem, en ze u tot dochters geef, zonder het aan u verplicht te zijn.
من بار دیگر عهد خود را با تو برقرار خواهم ساخت تا بدانی که من یهوه هستم. 62
Ik zal mijn verbond met u aangaan, en gij zult erkennen, dat Ik Jahweh ben;
من گناهانت را خواهم آمرزید و تو با به یاد آوردن آنها، از خجالت و شرمساری، دیگر دهان خود را نیز نخواهی گشود.» خداوند یهوه این را می‌گوید. 63
opdat ge tot inkeer komt en bloost, en van schaamte geen woord durft zeggen, als Ik u alles vergeef wat ge misdreven hebt, zegt Jahweh, de Heer.

< حِزِقیال 16 >