< مزامیر 101 >
مزمور داود رحمت و انصاف را خواهم سرایید. نزد توای خداوند، تسبیح خواهم خواند. | ۱ 1 |
Een psalm van David. Ik zal van goedertierenheid en recht zingen; U zal ik psalmzingen, o HEERE!
در طریق کامل به خردمندی رفتارخواهم نمود. نزد من کی خواهی آمد؟ در خانه خود با دل سلیم سالک خواهم شد. | ۲ 2 |
Ik zal verstandelijk handelen in den oprechten weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in oprechtigheid mijns harten.
چیزی بد راپیش نظر خود نخواهم گذاشت. کار کج روان رامکروه میدارم، به من نخواهد چسبید. | ۳ 3 |
Ik zal geen Belialsstuk voor mijn ogen stellen; ik haat het doen der afvalligen, het zal mij niet aankleven.
دل کج ازمن دور خواهد شد. شخص شریر را نخواهم شناخت. | ۴ 4 |
Het verkeerde hart zal van mij wijken; den boze zal ik niet kennen.
کسی را که در خفیه به همسایه خودغیبتگوید، هلاک خواهم کرد. کسی را که چشم بلند و دل متکبر دارد تحمل نخواهم کرد. | ۵ 5 |
Die zijn naaste in het heimelijke achterklapt; dien zal ik verdelgen; die hoog van ogen is, en trots van hart, die zal ik niet vermogen.
چشمانم بر امنای زمین است تا بامن ساکن شوند. کسیکه به طریق کامل سالک باشد خادم من خواهد بود. | ۶ 6 |
Mijn ogen zullen zijn op de getrouwen in het land, dat zij bij mij zitten; die in den oprechten weg wandelt, die zal mij dienen.
حیله گر در خانه من ساکن نخواهدشد. دروغ گو پیش نظر من نخواهد ماند. | ۷ 7 |
Wie bedrog pleegt, zal binnen mijn huis niet blijven; die leugenen spreekt, zal voor mijn ogen niet bevestigd worden.
همه شریران زمین را صبحگاهان هلاک خواهم کرد. تاجمیع بدکاران را از شهر خداوند منقطع سازم. | ۸ 8 |
Allen morgen zal ik alle goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle werkers der ongerechtigheid uit te roeien.