ईयोब 12
Maar Job antwoordde en zeide:
Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven!
3 ३ माझे ही मन तुमच्या मनाइतकेच चांगले आहे, मीही तुमच्या इतकाच हुशार आहे. अहो खरेच, अशा प्रकारच्या गोष्टी कोणासही माहित नाहीत?
Ik heb ook een hart even als gijlieden, ik zwicht niet voor u; en bij wien zijn niet dergelijke dingen?
4 ४ माझ्या शेजाऱ्यांना मी हसण्याचा विषय झालो आहे. ते म्हणतात, त्याने देवाकडे प्रार्थना केली आणि त्यास त्याचे उत्तर मिळाले! मी चांगला आणि निष्पाप मानव आहे, पण तरीही ते मला हसतात.
Ik ben het, die zijn vriend een spot is, maar roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige en oprechte is een spot.
5 ५ जो कोणी सुखी आहे, त्याच्या मते संकट हे दुदैव आहे, जो संकटात पडत आहे, त्यांच्या विचारा प्रमाणे तो अधिक तिरस्कारास पात्र आहे.
Hij is een verachte fakkel, naar de mening desgenen, die gerust is; hij is gereed met den voet te struikelen.
6 ६ परंतु चोरांचे तंबू समृध्द होतात. आणि जे लोक देवाला क्रोध आणतात ते निर्भय राहतात. केवळ त्यांच्या स्वत: चे हातच त्यांचे देव आहेत.
De tenten der verwoesters hebben rust, en die God tergen, hebben verzekerdheden, om hetgene God met Zijn hand toebrengt.
En waarlijk, vraag toch de beesten, en elkeen van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven.
Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen der zee vertellen.
9 ९ या सर्व गोष्टी परमेश्वराच्या हाताने केल्या, त्यांना जीवन दिले हे माहित नाही असा, त्यांच्या मध्ये कोण प्राणी आहे.
Wie weet niet uit alle deze, dat de hand des HEEREN dit doet?
In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen.
Zal niet het oor de woorden proeven, gelijk het gehemelte voor zich de spijze smaakt?
In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen het verstand.
Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en verstand.
14 १४ देव जेव्हा एखादी गोष्ट उध्वस्त करतो तेव्हा लोकांस ती परत उभारता येत नाही. देवाने जर एखाद्याला तुरुंगात टाकले तर लोक त्याची सुटका करु शकत नाहीत.
Ziet, Hij breekt af, en het zal niet herbouwd worden; Hij besluit iemand, en er zal niet opengedaan worden.
15 १५ पहा, जर त्याने पाऊस पडू दिला नाही तर पृथ्वी सुकून जाईल आणि जर त्याने पावसास मोकळे सोडले तर सारी पृथ्वी जलमय होऊन जाईल.
Ziet, Hij houdt de wateren op, en zij drogen uit; ook laat Hij ze uit, en zij keren de aarde om.
Bij Hem is kracht en wijsheid; Zijns is de dwalende, en die doet dwalen.
Hij voert de raadsheren beroofd weg, en de rechters maakt Hij uitzinnig,
Den band der koningen maakt Hij los, en Hij bindt den gordel aan hun lenden.
Hij voert de oversten beroofd weg, en de machtigen keert Hij om.
Hij beneemt den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt Hij weg.
Hij giet verachting over de prinsen uit, en Hij verslapt den riem der geweldigen.
22 २२ तो अंधारातील रहस्ये प्रगट करितो. मृत्यूलोकातल्या काळोखापेक्षा अधिक काळोख असलेल्या ठिकाणी तो प्रकाश पाठवतो.
Hij openbaart de diepten uit de duisternis, en des doods schaduwe brengt Hij voort in het licht.
23 २३ तोच महान राष्ट्र बनवतो आणि तोच त्यांना नष्टही करतो. तो देशांना मोठे होऊ देतो आणि नंतर त्यातील लोकांस नष्ट करतो.
Hij vermenigvuldigt de volken, en verderft ze; Hij breidt de volken uit, en leidt ze.
Hij neemt het hart van de hoofden des volks der aarde weg, en doet hen dwalen in het woeste, waar geen weg is.
25 २५ प्रकाशाविना ते अंधारात चाचपडतात, तो त्यांना दारु प्यायलेल्या मनुष्या सारखा झोकांड्या खाणारा बनवतो.”
Zij tasten in de duisternis, waar geen licht is; en Hij doet hen dwalen, als een dronkaard.
