ईयोब 10
Mijn ziel is verdrietig over mijn leven; ik zal mijn klacht op mij laten; ik zal spreken in bitterheid mijner ziel.
Ik zal tot God zeggen: Verdoem mij niet; doe mij weten, waarover Gij met mij twist.
3 ३ मला कष्ट देण्यात तुला सुख वाटते का? तुझ्या निर्मिती विषयी तुलाच आस्था नसावी असे वाटते, की वाईट लोकांनी ज्या मसलती केल्या त्या बाबतीत तू समाधानी आहेस का?
Is het U goed, dat Gij verdrukt, dat Gij verwerpt den arbeid Uwer handen, en over den raad der goddelozen schijnsel geeft?
Hebt Gij vleselijke ogen, ziet Gij, gelijk een mens ziet?
Zijn Uw dagen als de dagen van een mens? Zijn Uw jaren als de dagen eens mans?
Dat Gij onderzoekt naar mijn ongerechtigheid, en naar mijn zonde verneemt?
Het is Uw wetenschap, dat ik niet goddeloos ben; nochtans is er niemand, die uit Uw hand verlosse.
8 ८ तुझ्या हातांनी माझी निर्मिती केली, माझ्या शरीराला आकार दिला, आता तेच हात माझ्याभोवती आवळले जात आहेत आणि माझा नाश करीत आहेत.
Uw handen doen mij smart aan, hoewel zij mij gemaakt hebben, te zamen rondom mij zijn zij, en Gij verslindt mij.
9 ९ मी विनंती करतो, विचार कर जरा आठव तू मला मातीसारखे बनवलेस. आता तूच परत माझी मातीत मिळवणार आहेस का?
Gedenk toch, dat Gij mij als leem bereid hebt, en mij tot stof zult doen wederkeren.
Hebt Gij mij niet als melk gegoten, en mij als een kaas doen runnen?
Met vel en vlees hebt Gij mij bekleed; met beenderen ook en zenuwen hebt Gij mij samengevlochten;
12 १२ तू माझ्यात प्राण ओतलेस आणि माझ्याशी अंत्यत दयाळू राहिलास. तू माझी काळजी वाहिलीस आणि माझ्या जीवाचे रक्षण केलेस.
Benevens het leven hebt Gij weldadigheid aan mij gedaan, en Uw opzicht heeft mijn geest bewaard.
13 १३ परंतु तू हे तुझ्या हृदयात लपवून ठेवलेस तू तुझ्या हृदयात याची गुप्तपणे आखणी केलीस हे मला माहित आहे. तुझ्या मनात हेच होते याची जाणीव मला आहे.
Maar deze dingen hebt Gij verborgen in Uw hart; ik weet, dat dit bij U geweest is.
14 १४ जर मी पाप करतो तेव्हा तू माझ्यावर नजर ठेवतोस कारण त्यामुळेच माझ्या पापाबद्दल तू मला शिक्षा करशील
Indien ik zondig, zo zult Gij mij waarnemen, en van mijn misdaad zult Gij mij niet onschuldig houden.
15 १५ पाप केल्यावर मी अपराधी असेन आणि माझ्या दृष्टीने ते फारच वाईट असेल. परंतु मी निष्पाप असूनही माथा उंच करु शकत नाही. मला खूप लाज वाटते आणि मी गोंधळून जातो.
Zo ik goddeloos ben, wee mij! En ben ik rechtvaardig, ik zal mijn hoofd niet opheffen; ik ben zat van schande, maar aanzie mijn ellende.
16 १६ मी जेव्हा यशस्वी होतो आणि मला गर्व चढू लागतो तेव्हा सिंह जशा टपून बसून शिकार करतो तशी तू माझी शिकार करतोस. तू तुझे सामर्थ्य पुन्हा माझ्याविरुध्द दाखवितोस.
Want zij verheft zich; gelijk een felle leeuw jaagt Gij mij; Gij keert weder en stelt U wonderlijk tegen mij.
17 १७ माझी चूक सिध्द करण्यासाठी तू माझ्या विरूद्ध नवीन साक्षीदार आणतोस. आणि माझ्यावरचा तुझा राग अधिकच भडकेल, तू माझ्याविरुध्द सैन्याची आणखी कुमक पुन: पुन्हा आणशील.
Gij vernieuwt Uw getuigen tegenover mij, en vermenigvuldigt Uw toorn tegen mij; verwisselingen, ja, een heirleger, zijn tegen mij.
18 १८ तू मला जन्माला तरी का घातलेस? आणि मी कुणाच्या दृष्टीस पडण्याआधीच मरण पावलो असतो तर बरे झाले असते.
En waarom hebt Gij mij uit de baarmoeder voortgebracht? Och, dat ik den geest gegeven had, en geen oog mij gezien had!
19 १९ मी जगलोच नसतो तर बरे झाले असते. माझ्या मातेच्या उदरातून मला सरळ थडग्यातच नेले असते तर किती चांगले झाले असते.
Ik zou zijn, alsof ik niet geweest ware; van moeders buik zou ik tot het graf gebracht zijn geweest.
Zijn mijn dagen niet weinig? Houd op, zet van mij af, dat ik mij een weinig verkwikke;
21 २१ जिथून मी परत येवू शकणार नाही तिथे, अंधार आणि मृत्यूच्या जागी जाण्यापूर्वी जो काही थोडा वेळ माझ्यासाठी उरला आहे त्यामध्ये मला थोडी विश्रांती मिळेल.
Eer ik henenga (en niet wederkom) in een land der duisternis en der schaduwe des doods;
22 २२ जेथे काळोख, निबीड अंधार आहे, अशा मृत्युछायेच्या प्रदेशात मी सांगण्याविणा जाईल, जेथे प्रकाश हा मध्यरात्रीसारखा आहे.
Een stikdonker land, als de duisternis zelve, de schaduwe des doods, en zonder ordeningen, en het geeft schijnsel als de duisternis.
