उत्पत्ति 1
In den beginne schiep God den hemel en de aarde.
De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.
En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht.
En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis.
5 ५ देवाने प्रकाशाला “दिवस” व अंधकाराला “रात्र” असे नाव दिले. संध्याकाळ झाली व सकाळ झाली, हा पहिला दिवस.
En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.
En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make scheiding tussen wateren en wateren!
En God maakte dat uitspansel, en maakte scheiding tussen de wateren, die onder het uitspansel zijn, en tussen de wateren, die boven het uitspansel zijn. En het was alzo.
En God noemde het uitspansel hemel. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de tweede dag.
En God zeide: Dat de wateren van onder den hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! En het was alzo.
10 १० देवाने कोरड्या जमिनीस भूमी आणि एकत्र झालेल्या पाण्याच्या संचयास समुद्र असे म्हटले. त्याने पाहिले की हे चांगले आहे.
En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij zeeen; en God zag, dat het goed was.
11 ११ देव बोलला, “हिरवळ, बीज देणाऱ्या वनस्पती, आणि आपआपल्या जातीप्रमाणे, ज्यात त्याचे बीज आहे अशी फळे देणारी फळझाडे, ही पृथ्वीवर येवोत.” आणि तसेच झाले.
En God zeide: Dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht naar zijn aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzo.
12 १२ पृथ्वीने हिरवळ, आपापल्या जातीचे बीज देणाऱ्या वनस्पती आणि आपापल्या जातीची फळे देणारी व त्या फळातच आपापल्या जातीचे बीज असणारी फळझाडे भूमीने उत्पन्न केली. देवाने पाहिले की हे चांगले आहे.
En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de derde dag.
14 १४ मग देव बोलला, “दिवस व रात्र ही वेगळी करण्यासाठी आकाशात ज्योति होवोत व त्या चिन्हे, ऋतू, दिवस, आणि वर्षे दाखविणाऱ्या होवोत.
En God zeide: Dat er lichten zijn in het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen den dag en tussen den nacht; en dat zij zijn tot tekenen en tot gezette tijden, en tot dagen en jaren!
En dat zij zijn tot lichten in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde! En het was alzo.
16 १६ दिवसावर सत्ता चालविण्यासाठी मोठी ज्योत आणि रात्रीवर सत्ता चालविण्यासाठी लहान ज्योत, अशा दोन मोठ्या ज्योती देवाने निर्माण केल्या. त्याने तारेही निर्माण केले.
God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des daags, en dat kleine licht tot heerschappij des nachts; ook de sterren.
En God stelde ze in het uitspansel des hemels, om licht te geven op de aarde.
18 १८ दिवसावर व रात्रीवर सत्ता चालविण्यासाठी, प्रकाश व अंधकार वेगळे करण्यासाठी देवाने त्यांना अंतराळात ठेवले. देवाने पाहिले की हे चांगले आहे.
En om te heersen op den dag, en in den nacht, en om scheiding te maken tussen het licht en tussen de duisternis. En God zag, dat het goed was.
Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vierde dag.
En God zeide: Dat de wateren overvloediglijk voortbrengen een gewemel van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in het uitspansel des hemels!
21 २१ समुद्रातील फार मोठे जलचर व अनेक प्रकारचे जलप्राणी त्यांच्या त्यांच्या जातींप्रमाणे देवाने उत्पन्न केले. तसेच पंख असलेल्या प्रत्येक पक्षाला त्याच्या जातीप्रमाणे देवाने उत्पन्न केले. देवाने पाहिले की हे चांगले आहे.
En God schiep de grote walvissen, en alle levende wremelende ziel, welke de wateren overvloediglijk voortbrachten, naar haar aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
22 २२ देवाने त्यांना आशीर्वाद देऊन म्हटले, “फलद्रूप व्हा आणि बहुगुणित व्हा, समुद्रातील पाणी व्यापून टाका. पृथ्वीवर पक्षी बहुगुणित होवोत.”
En God zegende ze, zeggende: Zijt vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de wateren in de zeeen; en het gevogelte vermenigvuldige op de aarde!
Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de vijfde dag.
24 २४ देव बोलला, “आपापल्या जातीचे सजीव प्राणी, गुरेढोरे, सरपटणारे प्राणी व वनपशू पृथ्वी उपजवो.” आणि तसे झाले.
En God zeide: De aarde brenge levende zielen voort, naar haar aard, vee, en kruipend, en wild gedierte der aarde, naar zijn aard! En het was alzo.
25 २५ देवाने पृथ्वीवरील जनावरे, गुरेढोरे, वनपशू, आणि सरपटणारा प्रत्येक जीव त्याच्या त्याच्या जाती प्रमाणे निर्माण केला. देवाने पाहिले की हे चांगले आहे.
En God maakte het wild gedierte der aarde naar zijn aard, en het vee naar zijn aard, en al het kruipend gedierte des aardbodems naar zijn aard. En God zag, dat het goed was.
26 २६ देव बोलला, “आपण आपल्या प्रतिरूपाचा आपल्या सारखा मनुष्य निर्माण करू. समुद्रातील मासे, आकाशातील पक्षी, सर्व वनपशू, मोठी जनावरे व जमिनीवर सरपटणारे सर्व लहान प्राणी यांच्यावर त्यांना सत्ता चालवू देऊ.”
En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
27 २७ देवाने आपल्या प्रतिरूपाचा मनुष्य निर्माण केला. त्याच्या स्वतःच्या प्रतिरूपाचा असा देवाने तो निर्माण केला. नर व नारी असे त्यांना निर्माण केले.
En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.
28 २८ देवाने त्यांना आशीर्वाद दिला, आणि त्यांना म्हटले, “फलद्रूप व्हा, बहुगुणित व्हा आणि पृथ्वी व्यापून टाका. ती आपल्या सत्तेखाली आणा; समुद्रातील मासे, आकाशातील पक्षी आणि पृथ्वीवर फिरणारा प्रत्येक सजीव प्राणी यांवर सत्ता चालवा.”
En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!
29 २९ देव म्हणाला, पाहा, सर्व पृथ्वीच्या पृष्ठभागावर असलेली बीज देणारी प्रत्येक वनस्पती आणि ज्यामध्ये बीज देणाऱ्या झाडाचे फळ आहे ते प्रत्येक झाड, ही मी तुम्हास दिली आहेत. ही तुम्हाकरिता अन्न असे होतील.
En God zeide: Ziet, Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de ganse aarde is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is; het zij u tot spijze!
30 ३० तसेच पृथ्वीवरील प्रत्येक पशू, आकाशातील प्रत्येक पक्षी आणि पृथ्वीच्या पाठीवर ज्यामध्ये जीव आहे त्या प्रत्येक सरपटणाऱ्या प्राण्याकरता अन्न म्हणून मी प्रत्येक हिरवी वनस्पती दिली आहे. आणि सर्व तसे झाले.
Maar aan al het gedierte der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene kruid tot spijze gegeven. En het was alzo.
31 ३१ देवाने आपण जे केले होते ते सर्व पाहिले. पाहा, ते फार चांगले होते. संध्याकाळ झाली व नंतर सकाळ झाली, हा सहावा दिवस.
En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag.
