यहेज्केल 13
En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:
2 २ मानवाच्या मुला इस्राएलाच्या भाकीत करणाऱ्या विरूद्ध भाकीत कर आणि जे आपल्या बुध्दीने भाकीत करतात त्यांना सांग, परमेश्वर देवाचा शब्द ऐका.
Mensenkind, profeteer tegen de profeten Israels, die profeteren, en zeg tot degenen, die uit hun hart profeteren: Hoort des HEEREN woord.
3 ३ प्रभू परमेश्वर असे म्हणतो; मूर्ख संदेष्ट्यांबद्दल दिलगीरी आहे. जे आपल्या स्वतःच्या आत्म्याचे अनुसरण करतात, पण आपले दर्शन बघत नाही.
Zo zegt de Heere HEERE: Wee over die dwaze profeten, die hun geest nawandelen, en hetgeen zij niet gezien hebben!
Uw profeten, o Israel, zijn als vossen in de woeste plaatsen.
5 ५ तुम्ही इस्राएलाच्या घराण्यात वेशी पाडण्यास गेला नाहीत तर वेशी बांधून काढल्या नाही, परमेश्वर देवाच्या दिवशी युध्दात तुम्ही प्रतिकार केला नाही.
Gij zijt in de bressen niet opgetreden, noch hebt den muur toegemuurd voor het huis Israels, om in den strijd te staan, ten dage des HEEREN.
6 ६ लोकांस खोटा दृष्टांत आणि खोटे भाकीत कळले आहे, जो कोणी म्हणतो परमेश्वर देव अमुक तमुक जाहीर करीत आहे. परमेश्वर देवाने त्यांना पाठवले नसतांनाही त्यांनी लोकांस आशा दिली आहे, आणि त्यांनी दिलेला संदेश खरा ठरेल.
Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te zullen bevestigen.
7 ७ तुम्ही खोटा दृष्टांत पाहिला नाही का? आणि खोटे भाकीत केले नाही का? “तुम्ही म्हणता की अमुक तमुक परमेश्वर देव जाहीर करीत आहे” जेव्हा मी तसले काही बोललो नाही.
Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb?
8 ८ यास्तव परमेश्वर देव असे सांगत आहेः कारण तुम्ही खोटा दृष्टांत पाहिला आणि खोटी वार्ता केली यास्तव परमेश्वर देवाचा हा खोटा जाहीरनामा तुझ्या विरुध्द आहेः
Daarom zo zegt de Heere HEERE: omdat gijlieden ijdelheid spreekt, en leugen ziet; daarom, ziet, Ik wil aan u, spreekt de Heere HEERE.
9 ९ माझा हात जे खोटे भाकीत करणाऱ्यां विरुध्द आहे, आणि खोटे दर्शन बघणाऱ्यां विरुध्द आहे, ते लोक माझ्या लोकांच्या सभेत येणार नाहीत, त्यांच्या नावाची नोंदणी इस्राएलाच्या घराण्यात होणार नाही, ते इस्राएलाच्या भूमीत निश्चित जाणार नाहीत. मग तुम्हास कळेल की मी परमेश्वर देव आहे.
En Mijn hand zal zijn tegen de profeten, die ijdelheid zien, en leugen voorzeggen; zij zullen in de vergadering Mijns volks niet zijn, en in het schrift van het huis Israels niet geschreven worden, en in het land Israels niet komen; en gij zult weten, dat Ik de Heere HEERE ben.
10 १० यास्तव माझ्या लोकांस भलतीकडेच जाण्यासाठी मार्गदर्शन केले आणि त्यांना शांती दिली जेथे शांती नव्हती, त्यांनी वेशी उभ्या केल्या आहे. आणि त्यांना पांढरा रंग दिला आहेत.
Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk verleiden, zeggende: Vrede, daar geen vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en ziet, de anderen denzelven pleisteren met loze kalk.
11 ११ आणि म्हणतात की जो कोणी पांढरा रंग देईल त्यांना म्हणा वेशी पडतील; त्यांच्यावर मुसळ धार पाऊस पडून गारा पडून ते कोसळून जाईल व वादळाने उध्वस्त होईल.
Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat hij omvallen zal; er zal een overstelpende plasregen zijn; en gij, o grote hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal hem splijten.
Ziet, als die wand zal gevallen zijn, zal dan niet tot u gezegd worden: Waar is de pleistering, waarmede gij gepleisterd hebt?
13 १३ यास्तव परमेश्वर देव हे सांगत आहे, माझ्या संतापामुळे मी वादळ घेऊन येईन, आणि माझ्या क्रोधामुळे पुर येईल; गारा पडल्यामुळे समुळ नाश होईल.
Daarom alzo zegt de Heere HEERE: Ja, Ik zal hem door een groten stormwind in Mijn grimmigheid splijten, en er zal een overstelpende plasregen zijn in Mijn toorn, en grote hagelstenen in Mijn grimmigheid, om dien te verdoen.
14 १४ तुम्ही पांढऱ्या रंगाने आच्छादलेली वेशी मी पाडून टाकेन त्यांना समुळ उध्वस्त त्यांच्या मध्य भागी मी करेन, मग तुम्हास कळेल मी परमेश्वर देव आहे.
Zo zal Ik den wand afbreken, dien gijlieden met loze kalk gepleisterd hebt, en zal hem ter aarde nederwerpen, dat zijn grond zal ontdekt worden; alzo zal de stad vallen, en gij zult in het midden van haar omkomen; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
15 १५ मी आपल्या रागाची परीसीमा पांढऱ्या रंगाच्या वेशीवर करेन, मी तुम्हास सांगेन; वेशी तेथे उभ्या नसणार व लोक त्यांना पांढरा रंगही लावणार नाही.
Zo zal Ik Mijn grimmigheid tegen den wand voortbrengen, en tegen degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot ulieden zeggen: Die wand is er niet meer, en die hem pleisterden, zijn er niet;
16 १६ इस्राएलाचे भाकित करणारे ज्यांनी यरूशलेमची भविष्यवाणी केली ज्यांनी तिच्या शांतीचा दृष्टांत पाहिला, पण तेथे शांती नाही. हे परमेश्वर देव जाहीर करीत आहे.
Te weten de profeten Israels, die van Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede is, spreekt de Heere HEERE.
17 १७ म्हणून मानवाच्या मुला आपले तोड लोकांच्या मुलींपासून फिरव जे आपल्या मनाचे भाकीत करतात, त्यांच्या विरुध्द भाकीत कर.
En gij, mensenkind, zet uw aangezicht tegen de dochteren uws volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar;
18 १८ सांग, परमेश्वर देव हे म्हणतो; लोकांच्या जीवाची पारध करण्यासाठी प्रत्येक ठिकाणी पाश मांडून ठेवले आहेत, निरनिराळ्या मनुष्यांच्या उंचीच्या जाळ्या बनवतील तेव्हा तुम्ही हळहळ व्यक्त करून माझ्या लोकांच्या जीवाची शिकार करता, पण स्वतःला वाचवता.
En zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Wee die vrouwen, die kussens naaien voor alle okselen der armen, en maken hoofddeksels voor het hoofd van alle statuur, om de zielen te jagen! Zult gij de zielen Mijns volks jagen, en zult gij u de zielen in het leven behouden?
19 १९ खोट्या गोष्टी ऐकून, जे मरु नये त्यांना ठार करून जे जगू नये त्यांना जगवून त्यांच्या अन्नांसाठी माझ्या लोकांचा अवमान केला आहे.
En zult gij Mij ontheiligen bij Mijn volk, voor handvollen van gerst, en voor stukken broods, om zielen te doden, die niet zouden sterven, en om zielen in het leven te behouden, die niet zouden leven, door uw liegen tot Mijn volk, dat de leugen hoort?
20 २० यास्तव परमेश्वर देव म्हणतो, पाहा ज्या पक्षाच्या पारधासाठी पाश मांडला आहे त्यास तोडून मी मार्ग करीन,
Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan uw kussens, waarmede gij aldaar de zielen jaagt naar de bloemhoven, en Ik zal ze uit uw armen wegscheuren; en Ik zal die zielen losmaken, de zielen, die gij jaagt naar de bloemhoven.
21 २१ ज्या आत्म्यांची तुम्ही पक्षासारखे पारध केली त्यांना स्वतंत्र केले. तेव्हा तुम्हास समजेल मी परमेश्वर देव आहे.
Daartoe zal Ik uw hoofddeksels scheuren, en Mijn volk uit uw hand redden, zodat zij niet meer in uw hand zullen zijn tot een jacht; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
22 २२ किंबहूना ज्या देवभीरुला मी खेदीत केले नाही. त्याचे हृदय असत्य बोलून दुःख देता व वाईट मार्गापासून परावृत होऊ नये, आणि आपल्या जीवाचा बचाव करु नये असे त्यांच्या बाहूंना बळ देता.
Omdat gijlieden het hart des rechtvaardigen door valsheid hebt bedroefd gemaakt, daar Ik hem geen smart aangedaan heb; en omdat gij de handen des goddelozen gesterkt hebt, opdat hij zich van zijn bozen weg niet afkeren zou, dat Ik hem in het leven behield;
23 २३ म्हणून विनाकारण दर्शन बघणे व ज्योतिषी हे संपुष्टात येईल; मी आपले लोक तुमच्या हातून सोडवेन, तेव्हा तुम्हास समजेल मी परमेश्वर देव आहे.
Daarom zult gij niet meer ijdelheid zien, noch waarzegging gebruiken; maar Ik zal Mijn volk uit uw hand redden, en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
