यहेज्केल 12
Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
2 २ “मानवाच्या मुला, तू या बंडखोर घराण्याच्या लोकात राहतो, जेथे त्यांच्याकडे बघण्याचे डोळे आहेत पण ते बघू शकत नाहीत, आणि त्यांच्याकडे कान आहेत पण ते ऐकू शकत नाही, कारण ते बंडखोर घराणे आहेत.
Mensenkind! gij woont in het midden van een wederspannig huis, dewelke ogen hebben om te zien, en niet zien, oren hebben om te horen, en niet horen, want zij zijn een wederspannig huis.
3 ३ तथापि मानवाच्या मुला तुझ्यासाठी सर्व काही हद्दपार करण्याची तयारी कर, आणि त्यांच्या डोळ्यांदेखत बाहेर निघून जा, मी तुला तुझ्या ठिकाणापासून दुसऱ्या ठिकाणावर हद्दपार करीन. कदाचित त्यांना कळून येईल ते फितुर घराण्यातले आहेत.
Daarom gij, mensenkind, maak u gereedschap van vertrekking; en vertrek bij dag voor hun ogen; en gij zult vertrekken van uw plaats tot een andere plaats voor hun ogen; misschien zullen zij het merken, hoewel zij een wederspannig huis zijn.
4 ४ आणि तू बाहेर हद्दपार जातांना आपल्या वस्तू दिवसा ढवळ्या त्यांच्या डोळ्यांदेखत घेऊन जाशील; बाहेर हद्दपार होतांना सायंकाळी त्यांच्या नजरे देखत निघून जा.
Gij zult dan uw gereedschap bij dag voor hun ogen uitbrengen, als het gereedschap dergenen, die vertrekken; daarna zult gij in den avond uitgaan voor hun ogen, gelijk zij uitgaan, die vertrekken.
Doorgraaf u den wand voor hun ogen, en breng daardoor uw gereedschap uit.
6 ६ त्यांच्या डोळ्यादेखत आपले सामान वस्तू आपल्या खांद्यावर घे, आणि त्यांना अंधारात घेऊन जा, आणि तोंड झाकून घे म्हणजे तुला जमीन दिसणार नाही, मी तुला इस्राएलाच्या घराण्यासाठी हे चिन्ह ठेवले आहे.”
Voor hun ogen zult gij het op de schouders dragen, in donker zult gij het uitbrengen; uw aangezicht zult gij bedekken, dat gij het land niet ziet; want Ik heb u den huize Israels tot een wonderteken gegeven.
7 ७ म्हणून मी हे केले, जसे तू मला बजावले, दिवसा ढवळ्या मी सर्व वस्तू बाहेर हद्दपार आणल्या, आणि सायंकाळी आपल्या हातांनी वेशीला भगदड पाडले. मी माझ्या सर्व वस्तू अंधारात बाहेर काढल्या आणि त्यांच्या डोळ्यांदेखत सर्व आपल्या खांद्यावर घेऊन आलो.
En ik deed alzo, gelijk als mij bevolen was; ik bracht mijn gereedschap uit bij dag, als het gereedschap dergenen, die vertrekken; daarna in den avond doorgroef ik mij den wand met de hand; ik bracht het uit in donker, en ik droeg het op den schouder voor hun ogen.
En des morgens geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende:
Mensenkind, heeft niet het huis Israels, het wederspannig huis, tot u gezegd: Wat doet gij?
10 १० त्यांना सांग, परमेश्वर प्रभू देव हे सांगतो ही भविष्यात्मक कृती यरूशलेमेच्या राजपुत्रांना, आणि सर्व येथे जमलेल्या इस्राएलाच्या घराण्यासाठी आहे.
Zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Deze last is tegen den vorst te Jeruzalem, en het ganse huis Israels, dat in het midden van hen is.
11 ११ असे सांग, मी तुम्हासाठी खुण देतो की, जे मी केले ते सर्वांसाठी होईल; ते सर्वजण सरहद्दपार गुलामगिरीत जातील.
Zeg: Ik ben ulieder wonderteken; gelijk als ik gedaan heb, alzo zal hun gedaan worden; zij zullen door wegvoering in de gevangenis heengaan.
12 १२ त्यांच्यातला राजा अंधारात सामान आपल्या खांद्यावर घेऊन जाईल आणि तो वेशीच्या बाहेर निघून जाईल. तो वेशीला भगदड पाडून आपले सामान घेऊन जाईल, तो आपले तोंड झाकील, त्यामुळे आपल्या डोळ्यांनी जमीन बघणार नाही.
En de vorst, die in het midden van hen is, zal het gereedschap op den schouder dragen in donker, en hij zal uitgaan; zij zullen door den wand graven, om hem daardoor uit te brengen; hij zal zijn aangezicht bedekken, opdat hij met het oog de aarde niet zie.
13 १३ मी आपली जाळी त्यांच्यावर टाकीन आणि तो माझ्या फंद्यात पकडला जाईल; मग मी त्यांना बाबेलात खास्द्यांच्या देशात घेऊन जाईन, पण ती भूमी ते बघणार नाही त्यामध्ये त्यांचा अंत होईल.
Ik zal ook Mijn net over hem uitspreiden, dat hij in Mijn jachtgaren gegrepen worde; en Ik zal hem brengen in Babylonie, het land der Chaldeen; ook zal hij dat niet zien, hoewel hij daar sterven zal.
14 १४ मी त्यांना सगळ्या अवतीभोवती असलेल्या त्यांच्या मदत करणाऱ्यांना व त्यांच्या सेनेची पांगापांग करेन, आणि त्यांचा पाठलाग तलवारीने करेन.
En allen, die rondom hem zijn tot zijn hulp, en al zijn benden zal Ik in alle winden verstrooien; en Ik zal het zwaard achter hen uittrekken.
Alzo zullen zij weten, dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik hen onder de heidenen verspreiden en hen in de landen verstrooien zal.
16 १६ पण त्यांच्यातील काही लोकांस तलवारीने, दुष्काळाने, आणि साथीच्या रोगाने पांगवेन, ज्या भूमीत मी त्यांना घेऊन गेलो तेथे त्यांनी त्यांच्या घृणास्पद गोष्टीची नोंद केलेली असेल, म्हणून त्यांना कळेल मी परमेश्वर देव आहे.
Doch Ik zal van hen weinige lieden doen overblijven van het zwaard, van den honger en van de pestilentie; opdat zij al hun gruwelen vertellen onder de heidenen, waarhenen zij komen zullen, en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende:
Mensenkind, gij zult uw brood eten met beven, en uw water zult gij met beroerte en met kommer drinken.
19 १९ मग त्या भूमीतील लोकांस सांग, प्रभू परमेश्वर हे यरूशलेम रहिवाशासंबंधी सांगतोय; इस्राएल निवासी तुम्ही आपली भाकर थरथर कापत खाल व पाणी प्याल आजपावोत तुमची भूमी लुटली जाईल कारण जे त्या ठिकाणी राहतात, त्यांच्या हिंसेमुळे हे घडेल.
En gij zult tot het volk des lands zeggen: Alzo zegt de Heere HEERE, van de inwoners van Jeruzalem, in het land Israels: Zij zullen hun brood met kommer eten, en hun water zullen zij met verbaasdheid drinken, omdat hun land woest zal worden van zijn volheid, vanwege het geweld van al degenen, die daarin wonen;
20 २० म्हणून त्यांच्या राहत्या नगराला उध्वस्त केले जाईल, आणि भूमी ओसाड नापीक होईल; मग तुम्हास कळेल की मी परमेश्वर देव आहे.
En de bewoonde steden zullen woest worden, en het land zal een wildernis zijn; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
Wederom geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende:
22 २२ मानवाच्या मुला, इस्राएलाच्या भूमीत जी तुझी प्रसिध्द म्हण आहे, प्रदीर्घ दिवसात सर्व दृष्टांत वायफळ ठरतील.
Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, dat gijlieden hebt in het land Israels, zeggende: de dagen zullen verlengd worden, en al het gezicht zal vergaan?
23 २३ यास्तव त्यांना सांग परमेश्वर प्रभू देव असे म्हणतो, मी या म्हणीला संपुष्टात आणिन यासाठी की इस्राएलात याचा पुन्हा कोणी वापर करणार नाही. “मग त्यांना जाहीर कर, दिवस जवळ येत आहेत सर्व बोलके होतील”
Daarom zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal dit spreekwoord doen ophouden, dat zij het niet meer ten spreekwoord gebruiken zullen in Israel. Maar spreek tot hen: De dagen zijn nabij gekomen, en het woord van ieder gezicht.
Want geen ijdel gezicht zal er meer wezen, noch vleiende waarzegging, in het midden van het huis Israels.
25 २५ मी परमेश्वर देव आहे आणि मी बोलत आहे. मी बोललेले शब्द पूर्ण करेन. आता येथे उशिर होणार नाही. हे परमेश्वर देव बंडखोर घराण्याला जाहीर करतो की, मी बोललेले शब्द पूर्ण करतो.
Want Ik ben de HEERE, Ik zal spreken; het woord, dat Ik zal spreken, zal gedaan worden, de tijd zal niet meer uitgesteld worden; want in uw dagen, o wederspannig huis, zal Ik een woord spreken, en hetzelve doen, spreekt de Heere HEERE.
Verder geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende:
27 २७ मानवाच्या मुला पहा! इस्राएलाचे घराणे म्हणेल जो दृष्टांत अनेक दिवसा पासून पाहिला आणि पुढच्या काळासाठी भाकीत पूर्ण येत आहे.
Mensenkind, zie, die van het huis Israels zeggen: Het gezicht dat hij ziet, is voor vele dagen, en hij profeteert van tijden, die verre zijn.
28 २८ यास्तव त्यांना सांग परमेश्वर देव असे म्हणतो; माझ्या शब्दाला उशीर होणार नाही, जो शब्द मी बोललो तो पूर्ण करणार आहे, हे परमेश्वर देव जाहीर करत आहे.
Daarom zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Geen Mijner woorden zullen meer uitgesteld worden; het woord, hetwelk Ik gesproken heb, dat zal gedaan worden, spreekt de Heere HEERE.
