अनुवाद 23
Die door plettering verwond of uitgesneden is aan de mannelijkheid, zal in de vergadering des HEEREN niet komen.
Geen bastaard zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs zijn tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen.
3 ३ अम्मोनी आणि मवाबी यांनी परमेश्वराच्या मेळ्यास येऊ नये व त्यांच्या पुढच्या दहा पिढ्यांनीही इस्राएलांबरोबर सभेत सामील होऊ नये.
Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid.
4 ४ कारण तुमच्या मिसरपासूनच्या प्रवासात तुम्हास अन्नपाणी देण्यास त्यांनी नकार दिला होता. तसेच अराम नईराईम येथील पथोर नगराचा बौराचा मुलगा बलाम ह्याला पैसे देऊन त्यांनी त्यास तुम्हास शाप द्यायला लावले.
Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij tegen u gehuurd heeft Bileam, den zoon van Beor, van Pethor uit Mesopotamie, om u te vloeken.
5 ५ तुमचा देव परमेश्वर ह्याने मात्र बलामचे ऐकले नाही. उलट त्या शापाचे रुपांतर आशीर्वादात केले. कारण तुमचा देव परमेश्वर याची तुमच्यावर प्रीती होती.
Doch de HEERE, uw God, heeft naar Bileam niet willen horen; maar de HEERE, uw God, heeft u den vloek in een zegen veranderd, omdat de HEERE, uw God, u liefhad.
Gij zult hun vrede en hun best niet zoeken, al uw dagen in eeuwigheid.
7 ७ अदोमी लोकांचा कधीही तिरस्कार करु नका. कारण ते तुमचे आप्त आहेत. तसेच मिसरी लोकांचा द्वेष करु नका. कारण त्यांच्या देशात तुम्ही उपरे होतात.
Den Edomiet zult gij voor geen gruwel houden, want hij is uw broeder; den Egyptenaar zult gij voor geen gruwel houden want gij zijt een vreemdeling geweest in zijn land.
8 ८ त्यांच्या तिसऱ्या पिढीपासूनच्या लोकांस इस्राएलांबरोबर परमेश्वराच्या सभेत सहभागी व्हायला हरकत नाही.
Aangaande de kinderen, die hun zullen geboren worden in het derde geslacht, elk van die zal in de vergadering des HEEREN komen.
Wanneer het leger uittrekt tegen uw vijanden, zo zult gij u wachten voor alle kwade zaak.
10 १० एखाद्याला रात्री अशुद्धता प्राप्त झाल्यास त्याने छावणीच्या बाहेर जावे. छावणीत राहू नये त्याने छावणीच्या आत येवू नये.
Wanneer iemand onder u is, die niet rein is, door enig toeval des nachts, die zal tot buiten het leger uitgaan; hij zal tot binnen het leger niet komen.
Maar het zal geschieden, dat hij zich tegen het naken van den avond met water zal baden; en als de zon ondergegaan is, zal hij tot binnen het leger komen.
Gij zult ook een plaats hebben buiten het leger, en daarhenen zult gij uitgaan naar buiten.
13 १३ आपल्या शस्त्रांबरोबरच खणण्यासाठी म्हणून एक कुदळ असावी. प्रातर्विधीस बसण्यापूर्वी एक खड्डा खणावा व विधी आटोपल्यावर त्यावर माती पसरुन तो झाकून टाकावा.
En gij zult een schopje hebben, benevens uw gereedschap, en het zal geschieden, als gij buiten gezeten hebt, dan zult gij daarmede graven, en u omkeren, en bedekken wat van u uitgegaan is.
14 १४ कारण तुमच्या संरक्षणासाठी आणि तुमच्याद्वारे शत्रूचा पराभव करण्यासाठी तुमचा देव परमेश्वर तुमच्यासोबतच राहणार आहे. तेव्हा छावणी पवित्र असावी. नाहीतर काही किळसवाण्या गोष्टी पाहून तो तुम्हास सोडून जायचा.
Want de HEERE, uw God, wandelt in het midden van uw leger, om u te verlossen, en om uw vijanden voor uw aangezicht te geven; daarom zal uw leger heilig zijn, opdat Hij niets schandelijks onder u zie, en achterwaarts van u afkere.
15 १५ एखादा गुलाम कधी त्याच्या मालकाकडून पळून जाऊन तुमच्याकडे आला तर त्यास मालकाच्या स्वाधीन करु नका.
Gij zult een knecht aan zijn heer niet overleveren, die van zijn heer tot u ontkomen zal zijn.
16 १६ त्यास आपल्या निवडीनुसार त्यास तुमच्या वेशीमध्ये हव्या त्या गावात राहू द्या. त्यास जाच करु नका.
Hij zal bij u blijven in het midden van u, in de plaats, die hij zal verkiezen, in een van uw poorten, waar het goed voor hem is; gij zult hem niet verdrukken.
17 १७ इस्राएलाच्या स्त्रीयांपैकी कोणीही वेश्या होऊ नये आणि इस्राएली पुत्रापैकी कोणासही पुमैथुनास वाहू नये.
Er zal geen hoer zijn onder de dochteren van Israel; en er zal geen schandjongen zijn onder de zonen van Israel.
18 १८ पुरुष किंवा स्त्रीवेश्येच्या कमाईचा पैसा तुमचा देव परमेश्वर ह्याच्या पवित्र निवासस्थानी, नवस फेडण्याच्या कामासाठी वापरला जाणार नाही याची दक्षता घ्या. कारण तुमचा देव परमेश्वरास अशा व्यक्तीचा विट आहे.
Gij zult geen hoerenloon noch hondenprijs in het huis des HEEREN, uws Gods, brengen, tot enige gelofte; want ook die beiden zijn den HEERE, uw God, een gruwel.
19 १९ आपल्या इस्राएल बांधवांपैकी कोणाला काही उसने दिल्यास त्यावर व्याज लावू नका. पैसा, अन्नधान्य किंवा कोणत्याही व्याज लावता येण्यासारख्या गोष्टीवर व्याज आकारू नका.
Gij zult aan uw broeder niet woekeren, met woeker van geld, met woeker van spijze, met woeker van enig ding, waarmede men woekert.
20 २० परक्याकडून व्याज घेतले तरी चालेल. पण आपल्याच बांधवाला व्याज लावू नका. हे नियम पाळलेत तर, ज्या देशात तुम्ही राहणार आहात तेथे हाती घेतलेल्या प्रत्येक कार्यात तुम्हास तुमचा देव परमेश्वर ह्याचा आशीर्वाद मिळेल.
Aan den vreemde zult gij woekeren; maar aan uw broeder zult gij niet woekeren; opdat u de HEERE, uw God, zegene, in alles, waaraan gij uw hand slaat, in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.
21 २१ तुमचा देव परमेश्वर ह्याला नवस बोललात तर तो फेडायला उशीर करु नका. कारण तुमचा देव परमेश्वर तुम्हास त्याचा जाब विचारील. नवस फेडला नाहीत तर पाप लागेल.
Wanneer gij den HEERE, uw God, een gelofte zult beloofd hebben, gij zult niet vertrekken die te betalen; want de HEERE, uw God, zal ze zekerlijk van u eisen, en zonde zou in u zijn.
Maar als gij nalaat te beloven, zo zal het geen zonde in u zijn.
23 २३ जे वचन तुम्ही देता ते पाळत जा. तुमचा देव परमेश्वर तुम्हास काही नवस बोला असे म्हणत नाही. तुम्ही स्वखुशीने तो बोलता तेव्हा त्याप्रमाणे वागा.
Wat uit uw lippen gaat, zult gij houden en doen; gelijk als gij den HEERE, uw God, een vrijwillig offer beloofd hebt, dat gij met uw mond gesproken hebt.
24 २४ दुसऱ्याच्या द्राक्षमळ्यातून जात असताना वाटल्यास हवी तितकी द्राक्षे खा पण टोपलीत घालून बरोबर घेऊन जाऊ नका.
Wanneer gij gaan zult in uws naasten wijngaard, zo zult gij druiven eten naar uw lust, tot uw verzadiging; maar in uw vat zult gij niets doen.
25 २५ आपल्या शेजाऱ्याच्या शेतातून जाताना धान्याची कणसे खुडून खाऊ शकता पण आपल्या शेजाऱ्याच्या उभ्या पिकास विळ्याने कापून नेऊ नका.
Wanneer gij zult gaan in uws naasten staande koren, zo zult gij de aren met uw hand afplukken; maar de sikkel zult gij aan uws naasten staande koren niet bewegen.
