< Ayub 25 >
1 Lalu Bildad menjawab, "Allah itu sangat berkuasa; semua orang harus gentar di hadapan-Nya; Dialah yang memelihara kedamaian dalam kerajaan-Nya di surga.
Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:
Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten.
3 Dapatkah dihitung malaikat yang melayani-Nya? Adakah tempat yang tidak disinari oleh terang-Nya?
Is er een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn licht niet op?
4 Mungkinkah manusia suci di mata Allah? Mungkinkah ia murni pada pemandangan-Nya?
Hoe zou dan een mens rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van een vrouw geboren is?
5 Bagi Allah, bahkan bulan pun tidak terang, dan bintang dianggapnya suram.
Zie, tot de maan toe, en zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen.
6 Apalagi manusia, si cacing, si serangga! Di mata Allah, ia sungguh tak berharga."
Hoeveel te min de mens, die een made is, en des mensen kind, die een worm is!