< תהילים 91 >
ישב בסתר עליון בצל שדי יתלונן׃ | 1 |
Wie onder de hoede van den Allerhoogste verblijft, En in de schaduw van den Almachtige woont,
אמר ליהוה מחסי ומצודתי אלהי אבטח בו׃ | 2 |
Mag zeggen tot Jahweh: "Mijn toevlucht en sterkte, Mijn God, op wien ik vertrouw!"
כי הוא יצילך מפח יקוש מדבר הוות׃ | 3 |
Want Hij behoedt u voor de strik van den jager, En voor de verraderlijke kuil;
באברתו יסך לך ותחת כנפיו תחסה צנה וסחרה אמתו׃ | 4 |
Hij zal met zijn vleugelen u dekken, En onder zijn wieken vindt gij een schuilplaats.
לא תירא מפחד לילה מחץ יעוף יומם׃ | 5 |
Gij hebt de verschrikkingen van de nacht niet te vrezen, Geen pijl, die vliegt overdag;
מדבר באפל יהלך מקטב ישוד צהרים׃ | 6 |
Geen pest, die in de duisternis rondsluipt, Geen besmetting, die ‘s middags haar verwoestingen aanricht.
יפל מצדך אלף ורבבה מימינך אליך לא יגש׃ | 7 |
Al vallen er duizend aan uw zijde, Tienduizend aan uw rechterhand, U treffen ze niet; Zijn trouw is een schild en een pantser!
רק בעיניך תביט ושלמת רשעים תראה׃ | 8 |
Ja, met eigen ogen zult gij het zien, En de vergelding der bozen aanschouwen;
כי אתה יהוה מחסי עליון שמת מעונך׃ | 9 |
Want úw toevlucht is Jahweh, Den Allerhoogste hebt gij u tot beschermer gekozen.
לא תאנה אליך רעה ונגע לא יקרב באהלך׃ | 10 |
Geen onheil zal u dus treffen, Geen plaag uw tenten bereiken;
כי מלאכיו יצוה לך לשמרך בכל דרכיך׃ | 11 |
Want Hij zal voor u zijn engelen ontbieden, Om u op al uw wegen te hoeden.
על כפים ישאונך פן תגף באבן רגלך׃ | 12 |
Zij zullen u op de handen dragen, Opdat gij aan geen steen uw voeten zult stoten;
על שחל ופתן תדרך תרמס כפיר ותנין׃ | 13 |
Op slang en adder zult gij treden, Leeuwenwelp en draak vertrappen.
כי בי חשק ואפלטהו אשגבהו כי ידע שמי׃ | 14 |
"Omdat hij Mij liefheeft, zal Ik hem redden, En omdat hij mijn Naam kent, hem beschermen; Roept hij Mij aan, Dan antwoord Ik hem."
יקראני ואענהו עמו אנכי בצרה אחלצהו ואכבדהו׃ | 15 |
Ik zelf sta hem bij in de nood; Ik red hem en herstel hem in ere:
ארך ימים אשביעהו ואראהו בישועתי׃ | 16 |
Lengte van dagen zal Ik hem schenken, En hem mijn heil doen aanschouwen!