< יהושע 23 >

ויהי מימים רבים אחרי אשר הניח יהוה לישראל מכל איביהם מסביב ויהושע זקן בא בימים׃ 1
En het geschiedde na vele dagen, nadat de HEERE Israel rust gegeven had van al zijn vijanden rondom heen, en Jozua oud geworden en wel bedaagd was;
ויקרא יהושע לכל ישראל לזקניו ולראשיו ולשפטיו ולשטריו ויאמר אלהם אני זקנתי באתי בימים׃ 2
Zo riep Jozua gans Israel, hun oudsten, en hun hoofden, en hun richters, en hun ambtlieden, en hij zeide tot hen: Ik ben oud geworden, en wel bedaagd;
ואתם ראיתם את כל אשר עשה יהוה אלהיכם לכל הגוים האלה מפניכם כי יהוה אלהיכם הוא הנלחם לכם׃ 3
En gijlieden hebt gezien alles, wat de HEERE, uw God, gedaan heeft aan al deze volken voor uw aangezicht; want de HEERE, uw God, Zelf, is het, Die voor u gestreden heeft.
ראו הפלתי לכם את הגוים הנשארים האלה בנחלה לשבטיכם מן הירדן וכל הגוים אשר הכרתי והים הגדול מבוא השמש׃ 4
Ziet, ik heb u deze overige volken door het lot doen toevallen, ten erfdeel voor uw stammen, van de Jordaan af, met al de volken, die ik uitgeroeid heb, en tot de grote zee, tegen den ondergang der zon.
ויהוה אלהיכם הוא יהדפם מפניכם והוריש אתם מלפניכם וירשתם את ארצם כאשר דבר יהוה אלהיכם לכם׃ 5
En de HEERE, uw God, Zelf zal hen uitstoten voor ulieder aangezicht, en Hij zal hen van voor ulieder aangezicht verdrijven; en gij zult hun land erfelijk bezitten, gelijk als de HEERE, uw God, tot u gesproken heeft.
וחזקתם מאד לשמר ולעשות את כל הכתוב בספר תורת משה לבלתי סור ממנו ימין ושמאול׃ 6
Zo weest zeer sterk, om te bewaren en om te doen alles, wat geschreven is in het wetboek van Mozes; opdat gij daarvan niet afwijkt ter rechter hand noch ter linkerhand;
לבלתי בוא בגוים האלה הנשארים האלה אתכם ובשם אלהיהם לא תזכירו ולא תשביעו ולא תעבדום ולא תשתחוו להם׃ 7
Dat gij niet ingaat tot deze volken: deze, die overgebleven zijn bij ulieden; gedenkt ook niet aan den naam hunner goden, en doet er niet bij zweren, en dient hen niet, en buigt u voor die niet;
כי אם ביהוה אלהיכם תדבקו כאשר עשיתם עד היום הזה׃ 8
Maar den HEERE, uw God, zult gij aanhangen, gelijk als gij tot op dezen dag gedaan hebt.
ויורש יהוה מפניכם גוים גדלים ועצומים ואתם לא עמד איש בפניכם עד היום הזה׃ 9
Want de HEERE heeft van uw aangezicht verdreven grote en machtige volken; en u aangaande, niemand heeft voor uw aangezicht bestaan, tot op dezen dag toe.
איש אחד מכם ירדף אלף כי יהוה אלהיכם הוא הנלחם לכם כאשר דבר לכם׃ 10
Een enig man onder u zal er duizend jagen; want het is de HEERE, uw God, Zelf, Die voor u strijdt, gelijk al Hij tot u gesproken heeft.
ונשמרתם מאד לנפשתיכם לאהבה את יהוה אלהיכם׃ 11
Daarom bewaart uw zielen naarstiglijk, dat gij den HEERE, uw God, liefhebt.
כי אם שוב תשובו ודבקתם ביתר הגוים האלה הנשארים האלה אתכם והתחתנתם בהם ובאתם בהם והם בכם׃ 12
Want zo gij enigszins afkeert, en het overige van deze volken aanhangt, van deze, die bij u overgebleven zijn, en u met hen verzwagert, en gij tot hen zult ingaan, en zij tot u;
ידוע תדעו כי לא יוסיף יהוה אלהיכם להוריש את הגוים האלה מלפניכם והיו לכם לפח ולמוקש ולשטט בצדיכם ולצננים בעיניכם עד אבדכם מעל האדמה הטובה הזאת אשר נתן לכם יהוה אלהיכם׃ 13
Weet voorzeker, dat de HEERE, uw God, niet voortvaren zal deze volken van voor uw aangezicht te verdrijven; maar zij zullen ulieden zijn tot een strik, en tot een net, en tot een gesel aan uw zijden, en tot doornen in uw ogen, totdat gij omkomt van dit goede land, hetwelk u de HEERE, uw God, gegeven heeft.
והנה אנכי הולך היום בדרך כל הארץ וידעתם בכל לבבכם ובכל נפשכם כי לא נפל דבר אחד מכל הדברים הטובים אשר דבר יהוה אלהיכם עליכם הכל באו לכם לא נפל ממנו דבר אחד׃ 14
En ziet, ik ga heden in den weg der ganse aarde; en gij weet in uw ganse hart en in uw ganse ziel, dat er niet een enig woord gevallen is van al die goede woorden, welke de HEERE, uw God, over u gesproken heeft; zij zijn u alle overkomen; er is van dezelve niet een enig woord gevallen.
והיה כאשר בא עליכם כל הדבר הטוב אשר דבר יהוה אלהיכם אליכם כן יביא יהוה עליכם את כל הדבר הרע עד השמידו אותכם מעל האדמה הטובה הזאת אשר נתן לכם יהוה אלהיכם׃ 15
En het zal geschieden, gelijk als al die goede dingen over u gekomen zijn, die de HEERE, uw God, tot u gesproken heeft, alzo zal de HEERE over u komen laten al die kwade dingen, totdat Hij u verdelge van dit goede land, hetwelk u HEERE, uw God gegeven heeft.
בעברכם את ברית יהוה אלהיכם אשר צוה אתכם והלכתם ועבדתם אלהים אחרים והשתחויתם להם וחרה אף יהוה בכם ואבדתם מהרה מעל הארץ הטובה אשר נתן לכם׃ 16
Wanneer gij het verbond des HEEREN, uws Gods, overtreedt, dat Hij u geboden heeft, en gij heengaat en dient andere goden, en u voor dezelve nederbuigt, zo zal de toorn des HEEREN over u ontsteken, en gij zult haastiglijk omkomen van het goede land, hetwelk Hij u gegeven heeft.

< יהושע 23 >