< תהילים 23 >

מִזְמוֹר לְדָוִד יְהֹוָה רֹעִי לֹא אֶחְסָֽר׃ 1
Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.
בִּנְאוֹת דֶּשֶׁא יַרְבִּיצֵנִי עַל־מֵי מְנֻחוֹת יְנַהֲלֵֽנִי׃ 2
Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.
נַפְשִׁי יְשׁוֹבֵב יַֽנְחֵנִי בְמַעְגְּלֵי־צֶדֶק לְמַעַן שְׁמֽוֹ׃ 3
Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil.
גַּם כִּֽי־אֵלֵךְ בְּגֵיא צַלְמָוֶת לֹא־אִירָא רָע כִּי־אַתָּה עִמָּדִי שִׁבְטְךָ וּמִשְׁעַנְתֶּךָ הֵמָּה יְנַֽחֲמֻֽנִי׃ 4
Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
תַּעֲרֹךְ לְפָנַי ׀ שֻׁלְחָן נֶגֶד צֹרְרָי דִּשַּׁנְתָּ בַשֶּׁמֶן רֹאשִׁי כּוֹסִי רְוָיָֽה׃ 5
Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.
אַךְ ׀ טוֹב וָחֶסֶד יִרְדְּפוּנִי כׇּל־יְמֵי חַיָּי וְשַׁבְתִּי בְּבֵית־יְהֹוָה לְאֹרֶךְ יָמִֽים׃ 6
Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN blijven in lengte van dagen.

< תהילים 23 >