< במדבר 15 >
דבר אל בני ישראל ואמרת אלהם כי תבאו אל ארץ מושבתיכם אשר אני נתן לכם | 2 |
Beveel de Israëlieten en zeg hun: Wanneer gij het land, waar gij wonen zult en dat Ik u geven zal, zijt binnengegaan,
ועשיתם אשה ליהוה עלה או זבח לפלא נדר או בנדבה או במעדיכם--לעשות ריח ניחח ליהוה מן הבקר או מן הצאן | 3 |
en gij wilt Jahweh een vuuroffer brengen, een brand- of een slachtoffer, als vervulling van een gelofte, als een vrijwillige gave, of bij uw feesten, om zo Jahweh uit het rundvee of kleinvee een heerlijke geur te bereiden:
והקריב המקריב קרבנו ליהוה--מנחה סלת עשרון בלול ברבעית ההין שמן | 4 |
dan moet hij, die een lam aan Jahweh offert, als spijsoffer een issaron meelbloem, gemengd met een vierde hin olie,
ויין לנסך רביעית ההין תעשה על העלה או לזבח--לכבש האחד | 5 |
als plengoffer een vierde hin wijn bij het brand- of slachtoffer voegen.
או לאיל תעשה מנחה סלת שני עשרנים בלולה בשמן שלשית ההין | 6 |
Bij een ram moet ge als spijsoffer twee issaron meelbloem, gemengd met een derde hin olie,
ויין לנסך שלשית ההין--תקריב ריח ניחח ליהוה | 7 |
en als plengoffer een derde hin wijn opdragen als een heerlijke geur voor Jahweh.
וכי תעשה בן בקר עלה או זבח לפלא נדר או שלמים ליהוה | 8 |
Wanneer gij een jong rund als brand- of slachtoffer wilt brengen, als vervulling van een gelofte, of als vredeoffer voor Jahweh,
והקריב על בן הבקר מנחה סלת שלשה עשרנים בלול בשמן חצי ההין | 9 |
dan moet ge bij het rund als spijsoffer drie issaron meelbloem, gemengd met een halve hin olie,
ויין תקריב לנסך חצי ההין--אשה ריח ניחח ליהוה | 10 |
en als plengoffer een halve hin wijn opdragen als een heerlijk geurend vuuroffer voor Jahweh.
ככה יעשה לשור האחד או לאיל האחד או לשה בכבשים או בעזים | 11 |
Zo moet ge doen bij iederen stier, bij iederen ram, bij ieder lam of elke jonge geit.
כמספר אשר תעשו--ככה תעשו לאחד כמספרם | 12 |
Zoveel dieren ge offert, zoveel spijsoffers moet ge brengen.
כל האזרח יעשה ככה את אלה להקריב אשה ריח ניחח ליהוה | 13 |
Zo moet ieder landskind handelen, als hij Jahweh een heerlijk geurend vuuroffer wil brengen.
וכי יגור אתכם גר או אשר בתוככם לדרתיכם ועשה אשה ריח ניחח ליהוה--כאשר תעשו כן יעשה | 14 |
Wanneer een vreemdeling, die tijdelijk bij u vertoeft, of reeds geslachten lang in uw midden woont, Jahweh een heerlijk geurend vuuroffer wil brengen, dan moet hij het op dezelfde manier doen als gij.
הקהל חקה אחת לכם ולגר הגר חקת עולם לדרתיכם ככם כגר יהיה לפני יהוה | 15 |
Hetzelfde voorschrift geldt voor u en voor den vreemdeling, die bij u vertoeft; het is een eeuwig geldend voorschrift van geslacht tot geslacht. Gij en de vreemdeling zullen voor Jahweh gelijk zijn.
תורה אחת ומשפט אחד יהיה לכם ולגר הגר אתכם | 16 |
Dezelfde wet en dezelfde bepalingen gelden voor u en voor den vreemdeling, die bij u vertoeft.
וידבר יהוה אל משה לאמר | 17 |
Jahweh sprak tot Moses:
דבר אל בני ישראל ואמרת אלהם בבאכם אל הארץ אשר אני מביא אתכם שמה | 18 |
Beveel de Israëlieten, en zeg hun: Wanneer ge in het land zijt gekomen, waarheen Ik u breng,
והיה באכלכם מלחם הארץ--תרימו תרומה ליהוה | 19 |
en gij eet het brood van het land, dan moet gij een cijns aan Jahweh afstaan.
ראשית ערסתכם--חלה תרימו תרומה כתרומת גרן כן תרימו אתה | 20 |
Als eersteling van uw meel moet ge een koek als cijns afdragen; als een cijns van de dorsvloer moet ge ze brengen.
מראשית ערסתיכם תתנו ליהוה תרומה--לדרתיכם | 21 |
Van uw eerste meel moet gij een cijns aan Jahweh brengen van geslacht tot geslacht.
וכי תשגו--ולא תעשו את כל המצות האלה אשר דבר יהוה אל משה | 22 |
Wanneer de gemeenschap een misstap begaat, en al deze geboden, die Jahweh aan Moses heeft gegeven, niet onderhoudt:
את כל אשר צוה יהוה אליכם ביד משה מן היום אשר צוה יהוה והלאה--לדרתיכם | 23 |
alles namelijk wat Jahweh u door Moses heeft geboden van de dag af, dat Jahweh het u bevolen heeft tot later bij uw nageslacht:
והיה אם מעיני העדה נעשתה לשגגה ועשו כל העדה פר בן בקר אחד לעלה לריח ניחח ליהוה ומנחתו ונסכו כמשפט ושעיר עזים אחד לחטת | 24 |
maar het buiten weten van de gemeenschap bij vergissing gebeurt, dan moet heel de gemeenschap een jongen stier als een heerlijk geurend brandoffer met zijn voorgeschreven spijs- en drankoffer aan Jahweh opdragen, en een bok als zondeoffer.
וכפר הכהן על כל עדת בני ישראל--ונסלח להם כי שגגה הוא--והם הביאו את קרבנם אשה ליהוה וחטאתם לפני יהוה על שגגתם | 25 |
De priester zal voor heel de gemeenschap der Israëlieten verzoening verkrijgen, en hun zal vergiffenis worden geschonken, omdat het een vergissing was, en omdat zij voor hun vergissing hun gaven als een vuuroffer aan Jahweh en hun zondeoffer voor het aanschijn van Jahweh hebben gebracht.
ונסלח לכל עדת בני ישראל ולגר הגר בתוכם כי לכל העם בשגגה | 26 |
Heel de gemeenschap der Israëlieten zal die vergiffenis moeten verkrijgen, met den vreemdeling, die in uw midden woont; want de vergissing drukt op heel het volk.
ואם נפש אחת תחטא בשגגה--והקריבה עז בת שנתה לחטאת | 27 |
Wanneer een enkel persoon bij vergissing een zonde begaat, moet hij een eenjarig geitje als zondeoffer brengen.
וכפר הכהן על הנפש השגגת בחטאה בשגגה--לפני יהוה לכפר עליו ונסלח לו | 28 |
De priester zal voor het aanschijn van Jahweh voor hem, die bij vergissing zonde heeft begaan, verzoening verkrijgen door de verzoeningsplechtigheid voor hem te verrichten; dan zal hem vergiffenis worden geschonken.
האזרח בבני ישראל ולגר הגר בתוכם--תורה אחת יהיה לכם לעשה בשגגה | 29 |
Dezelfde wet geldt voor u allen, die een vergissing begaat, voor den ingezetene onder de Israëlieten en voor den vreemdeling in uw midden.
והנפש אשר תעשה ביד רמה מן האזרח ומן הגר--את יהוה הוא מגדף ונכרתה הנפש ההוא מקרב עמה | 30 |
Maar wanneer iemand, een ingezetene of een vreemdeling, met opzet zondigt, dan hoont hij Jahweh, en zal van zijn volk worden afgesneden.
כי דבר יהוה בזה ואת מצותו הפר הכרת תכרת הנפש ההוא עונה בה | 31 |
Want hij heeft het woord van Jahweh veracht, en zijn gebod overtreden; hij zal onherroepelijk worden afgesneden, en zijn zonde moeten boeten.
ויהיו בני ישראל במדבר וימצאו איש מקשש עצים--ביום השבת | 32 |
Terwijl de Israëlieten in de woestijn vertoefden, betrapten zij een man, die op de sabbat hout aan het sprokkelen was.
ויקריבו אתו המצאים אתו מקשש עצים--אל משה ואל אהרן ואל כל העדה | 33 |
Zij, die hem daarbij betrapten, brachten hem voor Moses en Aäron en heel de gemeenschap.
ויניחו אתו במשמר כי לא פרש מה יעשה לו | 34 |
Men zette hem in verzekerde bewaring, omdat er nog niet duidelijk was bepaald, wat er met hem moest gebeuren.
ויאמר יהוה אל משה מות יומת האיש רגום אתו באבנים כל העדה מחוץ למחנה | 35 |
Maar Jahweh sprak tot Moses: Die man moet ter dood worden gebracht; heel de gemeenschap moet hem buiten de legerplaats stenigen.
ויציאו אתו כל העדה אל מחוץ למחנה וירגמו אתו באבנים וימת כאשר צוה יהוה את משה | 36 |
Heel de gemeenschap voerde hem dus buiten de legerplaats, en stenigde hem dood, zoals Jahweh het Moses bevolen had.
ויאמר יהוה אל משה לאמר | 37 |
Jahweh sprak tot Moses:
דבר אל בני ישראל ואמרת אלהם ועשו להם ציצת על כנפי בגדיהם לדרתם ונתנו על ציצת הכנף פתיל תכלת | 38 |
Beveel de Israëlieten, en zeg hun, dat zij en hun nageslacht kwasten moeten maken aan de slippen van hun kleren, en aan de slipkwasten een violette draad.
והיה לכם לציצת וראיתם אתו וזכרתם את כל מצות יהוה ועשיתם אתם ולא תתורו אחרי לבבכם ואחרי עיניכם אשר אתם זנים אחריהם | 39 |
Dit is de bedoeling der kwasten: Wanneer gij ze ziet, zult ge u alle geboden van Jahweh herinneren, en ze volbrengen, en niet uw harten en ogen volgen, en u daardoor laten verleiden.
למען תזכרו ועשיתם את כל מצותי והייתם קדשים לאלהיכם | 40 |
Zo zult ge al mijn geboden indachtig zijn, ze volbrengen, en heilig zijn voor uw God.
אני יהוה אלהיכם אשר הוצאתי אתכם מארץ מצרים להיות לכם לאלהים אני יהוה אלהיכם | 41 |
Ik ben Jahweh, uw God, die u uit Egypte heb geleid, om uw God te zijn; Ik ben Jahweh, uw God!