ગીતશાસ્ત્ર 76
1 ૧ મુખ્ય ગવૈયાને માટે; તારવાળાં વાજાં સાથે ગાવાને, આસાફનું ગીત; ગાયન. યહૂદિયામાં ઈશ્વર પ્રગટ થયેલા છે; ઇઝરાયલમાં તેમનું નામ મોટું છે.
Een psalm, een lied van Asaf, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. God is bekend in Juda; Zijn Naam is groot in Israel.
En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion.
3 ૩ ત્યાં તેમણે ધનુષ્યનાં ચળકતાં બાણોને ભાંગી નાખ્યાં, ઢાલ, તલવાર તથા યુદ્ધસામગ્રી તેમણે ભાંગી નાખ્યાં. (સેલાહ)
Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg. (Sela)
Gij zijt doorluchtiger en heerlijker dan de roofbergen.
De stouthartigen zijn beroofd geworden; zij hebben hun slaap gesluimerd; en geen van de dappere mannen hebben hun handen gevonden.
Van Uw schelden, o God van Jakob! is samen wagen en paard in slaap gezonken.
Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht bestaan, van den tijd Uws toorns af?
Gij deedt een oordeel horen uit den hemel; de aarde vreesde en werd stil,
Als God opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen der aarde te verlossen. (Sela)
Want de grimmigheid des mensen zal U loffelijk maken; het overblijfsel der grimmigheden zult Gij opbinden.
11 ૧૧ તમે તમારા ઈશ્વર યહોવાહની પ્રતિજ્ઞાઓ લઈને પૂરી કરો. તેમની આસપાસના સર્વ ભયાવહ ઈશ્વરની પાસે દાન લાવો.
Doet geloften en betaalt ze den HEERE, uw God, gij allen, die rondom Hem zijt! Laat hen Dien, Die te vrezen is, geschenken brengen;
Die den geest der vorsten als druiven afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk is.
