હાગ્ગાચ 2
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
2 ૨ હવે યહૂદિયાના રાજકર્તા શાલ્તીએલના દીકરા ઝરુબ્બાબેલને તથા પ્રમુખ યાજક યહોસાદાકના દીકરા યહોશુઆને તથા બાકી રહેલા લોકોને કહે કે,
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
3 ૩ ‘શું આ સભાસ્થાનનો અગાઉનો વૈભવ જોનારાઓમાંનો કોઈ તમારામાં જીવતો રહ્યો છે? હમણાં તમે તેને કેવી હાલતમાં જુઓ છો? શું તે તમારી નજરમાં શૂન્યવત્ નથી?
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
4 ૪ હવે, યહોવાહ કહે છે, હે ઝરુબ્બાબેલ, બળવાન થા’ હે યહોસાદાકના દીકરા પ્રમુખ યાજક યહોશુઆ, ‘બળવાન થા;’ યહોવાહ કહે છે, હે દેશના સર્વ લોકો!’ તમે બળવાન થાઓ ‘અને કામ કરો કેમ કે હું તમારી સાથે છું,’ આ સૈન્યોના યહોવાહ કહે છે.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
5 ૫ જ્યારે તમે મિસરમાંથી બહાર આવ્યા ત્યારે તમારી સાથે કરાર કરીને જે વચનો સ્થાપ્યાં તે પ્રમાણે, મારો આત્મા તમારી મધ્યે છે. તમે બીશો નહિ.’
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
6 ૬ કેમ કે સૈન્યોના યહોવાહ કહે છે, ‘થોડી જ વારમાં હું આકાશ, પૃથ્વી, સમુદ્ર તથા સૂકી ધરતીને હલાવું છું.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
7 ૭ અને હું બધી પ્રજાઓને હલાવીશ, દરેક પ્રજા તેઓની કિંમતી વસ્તુઓ મારી પાસે લાવશે, અને આ સભાસ્થાનને હું ગૌરવથી ભરી દઈશ. સૈન્યોના યહોવાહ કહે છે.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
9 ૯ ‘સૈન્યોના યહોવાહ કહે છે, આ સભાસ્થાનનું ભૂતકાળનું ગૌરવ તેની શરૂઆતના ગૌરવ કરતાં વધારે હશે, ‘અને આ જગ્યામાં હું સુલેહ શાંતિ આપીશ. એવું સૈન્યોના યહોવાહ કહે છે.”
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
10 ૧૦ દાર્યાવેશના બીજા વર્ષના નવમા માસના ચોવીસમાં દિવસે હાગ્ગાય પ્રબોધક મારફતે યહોવાહનું વચન આવ્યું કે,
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
12 ૧૨ જો તમારામાંનો કોઈ પોતાના પહેરેલા વસ્ત્રમાં પવિત્ર માંસને બાંધીને લઈ જતો હોય અને જો તે રોટલી, ભાજી, દ્રાક્ષારસ, તેલ કે બીજા કોઈ ખોરાકને અડકે તો શું તે પવિત્ર થાય?” યાજકોએ જવાબ આપ્યો કે, “ના.”
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
13 ૧૩ ત્યારે હાગ્ગાયે કહ્યું, “જો કોઈ માણસ શબને અડકવાથી અશુદ્ધ થયો હોય અને આ વસ્તુઓને અડે તો શું તે અશુદ્ધ ગણાય?” ત્યારે યાજકોએ જવાબ આપ્યો કે, “હા, તેઓ અશુદ્ધ ગણાય.”
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
14 ૧૪ હાગ્ગાયે કહ્યું, “યહોવાહ કહે છે કે “મારી આગળ આ લોકો અને આ પ્રજા એવા જ છે.’ તેઓના હાથનાં કામો એવાં જ છે, અને તેઓ જે કંઈ અર્પણ કરે છે તે અશુદ્ધ છે.”
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
15 ૧૫ હવે, કૃપા કરીને આજથી માંડીને વીતેલા વખતનો, એટલે યહોવાહના સભાસ્થાનના પથ્થર પર પથ્થર મૂકવામાં આવ્યો હતો તે અગાઉના વખતનો વિચાર કરો,
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
16 ૧૬ જ્યારે કોઈ વીસ માપ અનાજના ઢગલા પાસે આવતો, ત્યાં તેને માત્ર દશ જ માપ મળતાં, જ્યારે કોઈ દ્રાક્ષકુંડ પાસે પચાસ માપ કાઢવા આવતો ત્યારે ત્યાંથી તેને માત્ર વીસ જ મળતાં.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
17 ૧૭ યહોવાહ એવું કહે છે કે તમારા હાથોનાં બધાં કાર્યોમાં મેં તમને લૂથી તથા ઝાકળથી દુઃખી કર્યા, પણ તમે મારી તરફ પાછા ફર્યા નહિ.’”
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
18 ૧૮ ‘આજથી અગાઉના દિવસોનો વિચાર કરો, નવમા માસના ચોવીસમાં દિવસે, એટલે કે જે દિવસે યહોવાહના સભાસ્થાનનો પાયો નાખવામાં આવ્યો હતો. તેનો વિચાર કરો!
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
19 ૧૯ શું હજી સુધી કોઠારમાં બી છે? દ્રાક્ષાવેલો, અંજીરીઓ, દાડમડીઓ તથા જૈતૂનના વૃક્ષો હજી ફળ્યાં નથી, પણ આજથી હું તમને આશીર્વાદ આપીશ.’”
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
22 ૨૨ કેમ કે હું રાજ્યાસનો ઉથલાવી નાખીશ અને હું પ્રજાઓનાં રાજ્યોની શક્તિનો નાશ કરીશ. હું તેઓના રથોને તથા તેમાં સવારી કરનારાઓને ઉથલાવી નાખીશ. તેઓના ઘોડાઓ તથા સવારો દરેક પોતાના ભાઈની તલવારથી નીચે ઢળી પડશે.
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
23 ૨૩ તે દિવસે’ સૈન્યોના યહોવાહ એવું કહે છે’ મારા સેવક, શાલ્તીએલના દીકરા, ઝરુબ્બાબેલ હું તને પસંદ કરીશ. ‘હું તને મારી મુદ્રારૂપ બનાવીશ, કેમ કે મેં તને પસંદ કર્યો છે.’ ‘એવું સૈન્યોના ઈશ્વર યહોવાહ કહે છે!”
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
