< Esra 2 >

1 Und [Vergl. Neh. 7,6-73] dies sind die Kinder der Landschaft Juda, welche aus der Gefangenschaft der Weggeführten, die Nebukadnezar, der König von Babel, nach Babel weggeführt hatte, hinaufzogen, und die nach Jerusalem und Juda zurückkehrten, ein jeder in seine Stadt,
Dit zijn de bewoners der provincie, die weggetrokken zijn uit de ballingschap in Babel, waarheen Nabukodonosor, de koning van Babel, hen had weggevoerd, en die zijn teruggekeerd naar Jerusalem in Juda, iedereen naar zijn eigen stad.
2 welche kamen mit Serubbabel, Jeschua, [Anderswo: Josua [Joschua]; aus "Jeschua" ist in der alexandrin. Übersetzung der Name "Jesus" entstanden] Nehemia, Seraja, Reelaja, Mordokai, Bilschan, Mispar, Bigwai, Rechum, Baana. Zahl der Männer des Volkes Israel:
Het zijn degenen, die teruggekomen zijn met Zorobabel, Jesjóea, Nehemias, Seraja, Reëlaja, Mordekai, Bilsjan, Mispar, Bigwai, Rechoem en Baäna. Het aantal mannen uit het volk van Israël was als volgt:
3 Die Söhne Parhosch, 2172.
de zonen van Parosj telden een en twintighonderd twee en zeventig man;
4 Die Söhne Schephatjas, 372;
de zonen van Sjefatja, driehonderd twee en zeventig;
5 die Söhne Arachs, 775;
de zonen van Arach, zevenhonderd vijf en zeventig;
6 die Söhne Pachath-Moabs, [d. h. des Stadthalters von Moab] von den Söhnen Jeschuas und Joabs, 2812;
de zonen van Páchat-Moab, de zonen namelijk van Jesjóea en Joab, acht en twintighonderd en twaalf;
7 die Söhne Elams, 1254;
de zonen van Elam, twaalfhonderd vier en vijftig;
8 die Söhne Sattus, 945;
de zonen van Zattoe, negenhonderd vijf en veertig;
9 die Söhne Sakkais, 760;
de zonen van Zakkai, zevenhonderd zestig;
10 die Söhne Banis, 642;
de zonen van Bani, zeshonderd twee en veertig;
11 die Söhne Bebais, 623;
de zonen van Bebai, zeshonderd drie en twintig;
12 die Söhne Asgads, 1222;
de zonen van Azgad, twaalfhonderd twee en twintig;
13 die Söhne Adonikams, 666;
de zonen van Adonikam, zeshonderd zes en zestig;
14 die Söhne Bigwais, 2056;
de zonen van Bigwai, tweeduizend zes en vijftig;
15 die Söhne Adins, 454;
de zonen van Adin, vierhonderd vier en vijftig;
16 die Söhne Aters, von Jehiskia, 98;
de zonen van Ater, uit de familie van Chizki-ja, acht en negentig;
17 die Söhne Bezais, 323;
de zonen van Besai, driehonderd drie en twintig;
18 die Söhne Jorahs, 112;
de zonen van Jora, honderd en twaalf;
19 die Söhne Haschums, 223;
de zonen van Chasjoem, tweehonderd drie en twintig;
20 die Söhne Gibbars, 95;
de zonen van Gibbar, vijf en negentig;
21 die Söhne Bethlehems, 123;
de burgers van Betlehem, honderd drie en twintig;
22 die Männer von Netopha, 56;
de burgers van Netofa, zes en vijftig;
23 die Männer von Anathoth, 128;
de burgers van Anatot, honderd acht en twintig;
24 die Söhne Asmaweths, 42;
de burgers van Azmáwet, twee en veertig;
25 die Söhne Kirjath-Arims, Kephiras und Beeroths, 743;
de burgers van Kirjat-Jearim, Kefira en Beërot, zevenhonderd drie en veertig;
26 die Söhne Ramas und Gebas, 621;
de burgers van Rama en Géba, zeshonderd een en twintig;
27 die Männer von Mikmas, 122;
de burgers van Mikmas, honderd twee en twintig;
28 die Männer von Bethel und Ai, 223;
de burgers van Betel en Ai, tweehonderd drie en twintig;
29 die Söhne Nebos, 52;
de burgers van Nebo, twee en vijftig;
30 die Söhne Magbisch, 156;
de zonen van Magbisj, honderd zes en vijftig;
31 die Söhne des anderen [S. v 7] Elam, 1254;
de zonen van den anderen Elam, twaalfhonderd vier en vijftig;
32 die Söhne Harims, 320;
de zonen van Charim, driehonderd en twintig;
33 die Söhne Lods, Hadids und Onos, 725;
de burgers van Lod, Chadid en Ono, zevenhonderd vijf en twintig;
34 die Söhne Jerechos, 345;
de burgers van Jericho, driehonderd vijf en veertig;
35 die Söhne Senaas, 3630.
de zonen van Senaä, zes en dertighonderd dertig.
36 Die Priester: die Söhne Jedajas, vom Hause Jeschua, 973;
De priesters: de zonen van Jedaja, uit het geslacht van Jesjóea telden negenhonderd drie en zeventig man;
37 die Söhne Immers, 1052;
de zonen van Immer, duizend twee en vijftig;
38 die Söhne Paschchurs, 1247;
de zonen van Pasjchoer, twaalfhonderd zeven en veertig;
39 die Söhne Harims, 1017.
de zonen van Charim, duizend zeventien.
40 Die Leviten: die Söhne Jeschuas und Kadmiels, von den Söhnen Hodawjas, vierundsiebzig. -
De levieten: de zonen van Jesjóea, Kadmiël en Hodawja telden vier en zeventig man.
41 Die Sänger: die Söhne Asaphs, 128. -
De zangers: de zonen van Asaf telden honderd acht en twintig man.
42 Die Söhne der Torhüter: die Söhne Schallums, die Söhne Aters, die Söhne Talmons, die Söhne Akkubs, die Söhne Hatitas, die Söhne Schobais, allesamt 139.
De poortwachters: de zonen van Sjalloem, de zonen van Ater, de zonen van Talmon, de zonen van Akkoeb, de zonen van Chatita en de zonen van Sjobai telden tezamen honderd negen en dertig man.
43 Die Nethinim: [S. die Anm. zu 1. Chron. 9,2] die Söhne Zichas, die Söhne Hasuphas, die Söhne Tabbaoths,
De tempelknechten waren: de zonen van Sicha; de zonen van Chasoefa; de zonen van Tabbaot;
44 die Söhne Keros, die Söhne Siahas, die Söhne Padons,
de zonen van Keros; de zonen van Siaha; de zonen van Padon;
45 die Söhne Lebanas, die Söhne Hagabas, die Söhne Akkubs,
de zonen van Lebana; de zonen van Chagaba; de zonen van Akkoeb;
46 die Söhne Hagabs, die Söhne Schalmais, die Söhne Hanans,
de zonen van Chagab; de zonen van Sjamlai; de zonen van Chanan;
47 die Söhne Giddels, die Söhne Gachars, die Söhne Reajas,
de zonen van Giddel; de zonen van Gáchar; de zonen van Reaja;
48 die Söhne Rezins, die Söhne Nekodas, die Söhne Gassams,
de zonen van Resin; de zonen van Nekoda; de zonen van Gazzan;
49 die Söhne Ussas, die Söhne Paseachs, die Söhne Besais,
de zonen van Oezza; de zonen van Paséach; de zonen van Besai;
50 die Söhne Asnas, die Söhne der Meunim, [d. h. der Meuniter; Maoniter] die Söhne der Nephisim, [Nach and. L.: Nephusim]
de zonen van Asna; de zonen van Meoenim; de zonen van Nefoesim;
51 die Söhne Bakbuks, die Söhne Hakuphas, die Söhne Harchurs,
de zonen van Bakboek; de zonen van Chakoefa; de zonen van Charchoer;
52 die Söhne Bazluths, die Söhne Mechidas, die Söhne Harschas,
de zonen van Basloet; de zonen van Mechida; de zonen van Charsja;
53 die Söhne Barkos, die Söhne Siseras, die Söhne Tamachs,
de zonen van Barkos; de zonen van Sisera; de zonen van Témach;
54 die Söhne Neziachs, die Söhne Hatiphas.
de zonen van Nesiach; de zonen van Chatifa.
55 Die Söhne der Knechte Salomos: die Söhne Sotais, die Söhne Sophereths, die Söhne Perudas,
De zonen van Salomons slaven waren: de zonen van Sotai; de zonen van Soféret; de zonen van Perida;
56 die Söhne Jaalas, die Söhne Darkons, die Söhne Giddels,
de zonen van Jaäla; de zonen van Darkon; de zonen van Giddel;
57 die Söhne Schephatjas, die Söhne Hattils, die Söhne Pokereths-Hazzebaim, die Söhne Amis.
de zonen van Sjefatja; de zonen van Chattil; de zonen van Pokéret-Hassebajim; de zonen van Ami.
58 Alle Nethinim und Söhne der Knechte Salomos: 392.
De tempelknechten telden met de zonen van Salomons slaven tezamen driehonderd twee en negentig man.
59 Und diese sind es, die aus Tel-Melach, Tel-Harscha, Kerub, Addan, Immer hinaufzogen; aber sie konnten ihr Vaterhaus und ihre Abkunft [Eig. ihren Samen] nicht angeben, ob sie aus Israel wären:
De volgende zijn wel mee opgetrokken uit Tel-Mélach, Tel-Charsja, Keroeb, Addon en Immer, maar ze konden hun familie- en stamboom niet overleggen als bewijs, dat zij tot Israël behoorden. Het waren:
60 die Söhne Delajas, die Söhne Tobijas, die Söhne Nekodas, 652.
de zonen van Delaja; de zonen van Tobi-ja; de zonen van Nekoda: zeshonderd twee en vijftig man.
61 Und von den Söhnen der Priester: die Söhne Habajas, die Söhne Hakkoz, die Söhne Barsillais, der ein Weib von den Töchtern Barsillais, des Gileaditers, genommen hatte und nach ihrem Namen genannt wurde.
Uit de priesterzonen: de zonen van Chabaja; de zonen van Hakkos; de zonen van Barzillai, die getrouwd was met een der dochters van Barzillai uit Gilad, en naar hem werd genoemd.
62 Diese suchten ihr Geschlechtsregisterverzeichnis, aber es wurde nicht gefunden; und sie wurden von dem Priestertum als unrein ausgeschlossen.
Daar zij, hoe ze ook zochten, hun geslachtsregister niet konden vinden, werden zij van de priesterlijke bediening uitgesloten,
63 Und der Tirsatha ["Tirschatha" war der persische Titel des Statthalters oder Landpflegers] sprach zu ihnen, daß sie von dem Hochheiligen nicht essen dürften, bis ein Priester für die Urim und die Thummim aufstände.
en verbood hun de landvoogd, van de heilige spijzen te eten, totdat er een priester met de Oerim en Toemmim zou optreden.
64 Die ganze Versammlung insgesamt war 42360,
De hele gemeente bestond uit twee enveertigduizend driehonderd zestig personen.
65 außer ihren Knechten und ihren Mägden; dieser waren 7337. Und sie hatten noch 200 Sänger und Sängerinnen.
Hierbij kwamen nog zevenduizend driehonderd zeven en dertig slaven en slavinnen, en tweehonderd zangers en zangeressen.
66 Ihrer Rosse waren 736, ihrer Maultiere 245,
Men bezat zevenhonderd zes en dertig paarden, tweehonderd vijf en veertig muilezels,
67 ihrer Kamele 435, der Esel 6720.
vierhonderd vijf en dertig kamelen en zesduizend zevenhonderd twintig ezels.
68 Und als sie zum Hause Jehovas in Jerusalem kamen, gaben einige von den Häuptern der Väter freiwillig für das Haus Gottes, um es an seiner Stätte aufzurichten.
Toen men bij de tempel van Jahweh te Jerusalem was aangekomen, brachten sommige familiehoofden vrijwillige schenkingen voor de tempel van God, om hem op zijn plaats te doen herrijzen.
69 Nach ihrem Vermögen gaben sie für den Schatz des Werkes: an Gold 61000 Dariken [S. die Anm. zu 1. Chron. 29,7] und an Silber 5000 Minen, und 100 Priesterleibröcke.
Ook droeg men naar vermogen bij aan het fonds, dat voor de eredienst was bestemd: voor een en zestigduizend drachmen7 aan goud, voor vijfduizend mina aan zilver, en honderd priestergewaden.
70 Und die Priester und die Leviten und die aus dem Volke und die Sänger und die Torhüter und die Nethinim wohnten in ihren Städten; und ganz Israel wohnte in seinen Städten.
Daarna gingen de priesters, de levieten met een deel van het volk, de zangers, de poortwachters en de tempelknechten zich te Jerusalem vestigen, en de rest van Israël in hun steden.

< Esra 2 >