28 Et rompant le silence, Nabuchodonosor dit: Béni leur Dieu, c’est-à-dire le Dieu de Sidrach, de Misach et d’Abdénago, lequel a envoyé son ange et délivré ses serviteurs, qui ont cru en lui, qui ont enfreint la parole du roi, et ont livré leur corps pour ne servir et n’adorer aucun dieu, excepté leur Dieu,
Nu nam Nabukodonosor het woord, en sprak: Geloofd zij de God van Sjadrak, Mesjak en Abed-Nego; Hij heeft zijn engel gezonden, om zijn dienaars te redden, die vol vertrouwen op Hem het koninklijk bevel overtraden, en hun lichamen prijs gaven, omdat ze geen god wilden vereren en aanbidden, dan hun eigen God.