Psaumes 133

1 Cantique des degrés. De David. Voici, oh! Qu’il est agréable, qu’il est doux Pour des frères de demeurer ensemble!

Een lied Hammaaloth, van David. Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen!

2 C’est comme l’huile précieuse qui, répandue sur la tête, Descend sur la barbe, sur la barbe d’Aaron, Qui descend sur le bord de ses vêtements.

Het is, gelijk de kostelijke olie op het hoofd, nederdalende op den baard, den baard van Aaron, die nederdaalt tot op den zoom zijner klederen.

3 C’est comme la rosée de l’Hermon, Qui descend sur les montagnes de Sion; Car c’est là que l’Éternel envoie la bénédiction, La vie, pour l’éternité.

Het is gelijk de dauw van Hermon, en die nederdaalt op de bergen van Sion, want de HEERE gebiedt aldaar den zegen en het leven tot in der eeuwigheid.