< Leviticus 23 >
2 “Speak to the people of Israel, and say to them, 'These are the appointed festivals for Yahweh, which you must proclaim as holy assemblies; they are my regular festivals.
Beveel de Israëlieten, en zeg hun: De feestdagen van Jahweh, waarop gij een godsdienstige bijeenkomst moet houden, zijn mijn volgende feesten.
3 You may work for six days, but the seventh day is a Sabbath of complete rest, a holy assembly. You must do no work because it is a Sabbath for Yahweh in all the places where you live.
Zes dagen moogt ge arbeiden, maar de zevende dag is een grote rustdag met een godsdienstige bijeenkomst, waarop ge geen enkele arbeid moogt verrichten; overal waar ge woont, moet het een rustdag zijn ter ere van Jahweh.
4 These are the appointed festivals of Yahweh, the holy assemblies that you must announce at their appointed times:
Dit zijn de feestdagen van Jahweh met de godsdienstige bijeenkomsten, die gij op hun vastgestelde tijden moet vieren.
5 In the first month, on the fourteenth day of the month at twilight, is Yahweh's Passover.
Op de veertiende dag van de eerste maand tegen het vallen van de avond is het Pasen ter ere van Jahweh.
6 On the fifteenth day of the same month is the Festival of Unleavened Bread for Yahweh. For seven days you must eat unleavened bread.
En op de vijftiende dag van dezelfde maand het feest van de ongedesemde broden ter ere van Jahweh; gedurende zeven dagen moet ge dan ongedesemde broden eten.
7 The first day you must set apart to gather together; you will not do any of your regular work.
Op de eerste dag moet gij bovendien een godsdienstige bijeenkomst houden, en moogt ge geen enkel slafelijk werk verrichten.
8 You will present a food offering to Yahweh for seven days. The seventh day is an assembly set apart to Yahweh, and on that day you must not do any regular work.'”
Zeven dagen lang moet ge vuuroffers aan Jahweh opdragen, en op de zevende dag weer een godsdienstige bijeenkomst houden, en moogt ge geen enkel slafelijk werk verrichten.
9 Yahweh spoke to Moses, saying,
Jahweh sprak tot Moses:
10 “Speak to the people of Israel and say to them, 'When you have come into the land that I will give you, and when you reap its harvest, then you must bring a bundle of the firstfruit of the grain to the priest.
Beveel de Israëlieten, en zeg hun: Wanneer ge in het land zijt gekomen, dat Ik u geven zal, en ge zijn oogst afmaait, dan moet ge de eerste schoof van uw oogst den priester brengen.
11 He will raise the bundle of grain before Yahweh and present it to him, for it to be accepted on your behalf. It is on the day after the Sabbath that the priest will raise it and present it to me.
Hij moet die schoof voor het aanschijn van Jahweh als strekoffer aanbieden, opdat het u ten goede kome; daags na de sabbat moet de priester ze aanbieden.
12 On the day when you raise the bundle of grain and present it to me, you must offer a male lamb one year old and without blemish as a burnt offering to Yahweh.
Op de dag, dat ge de schoof als strekoffer aanbiedt, moet ge een gaaf eenjarig lam als brandoffer aan Jahweh opdragen,
13 The grain offering must be two-tenths of an ephah of fine flour mixed with oil, an offering made by fire to Yahweh, to produce a sweet aroma, and with it a drink offering of wine, a fourth of a hin.
met het daarbij horend spijsoffer, namelijk twee issaron meelbloem met olie gemengd, als een heerlijk geurend vuuroffer voor Jahweh; bovendien het vierde van een hin wijn als plengoffer.
14 You must eat no bread, nor roasted or fresh grain, until the same day you have brought this offering to your God. This will be a permanent statute throughout your people's generations, in every place that you live.
Tot deze dag moogt ge geen brood, geen geroosterd of ongeroosterd graan van de nieuwe oogst eten, eer gij uw gave aan uw God hebt gebracht. Dit is een eeuwig geldende wet voor al uw geslachten, waar ge ook woont.
15 Beginning from the day after the Sabbath—that was the day you brought the bundle of grain as the wave offering—count seven full weeks.
Van de dag na de sabbat, waarop ge de schoof als strekoffer hebt aangeboden, moet ge zeven volle weken tellen; zeven volle weken moeten het zijn,
16 You must count fifty days, which would be the day after the seventh Sabbath. Then you must present an offering of new grain to Yahweh.
tot aan de dag na de zevende sabbat; dus vijftig dagen moet ge tellen. Dan moet ge een nieuw spijsoffer aan Jahweh opdragen.
17 You must bring out of your houses two loaves made from two-tenths of an ephah. They must be made from fine flour and baked with yeast; they will be a wave offering of the firstfruits to Yahweh.
Uit uw woonsteden moet ge als eerstelingen voor Jahweh twee broden voor een strekoffer brengen; ze moeten uit twee issaron meelbloem zijn bereid, en gedesemd worden gebakken.
18 You must present with the bread seven lambs one year old and without blemish, one young bull, and two rams. They must be a burnt offering to Yahweh, with their grain offering and their drink offerings, an offering made by fire and producing a sweet aroma for Yahweh.
Bij het brood moet ge zeven gave eenjarige lammeren offeren, een jongen stier en twee rammen; zij zullen met het daarbij behorend spijs en plengoffer als een brandoffer voor Jahweh dienen, een heerlijk geurend vuuroffer voor Jahweh.
19 You must offer one male goat for a sin offering, and two male lambs a year old for a sacrifice, as fellowship offerings.
Als zondeoffer moet ge een geitebok offeren, en als vredeoffer twee eenjarige lammeren;
20 The priest must wave them together with the bread of the firstfruits before Yahweh, and present them to him as an offering with the two lambs. They will be holy offerings to Yahweh for the priest.
de priester moet ze voor het aanschijn van Jahweh als een strekoffer aanbieden, tegelijk met het eerstelingenbrood en de twee lammeren. Zij zullen een heilige gave voor Jahweh zijn, en den priester ten deel vallen.
21 You must make a proclamation on that same day. There will be a holy assembly, and you must do no ordinary work. This will be a permanent statute throughout your people's generations in all the places where you live.
Op die dag moet ge een godsdienstige bijeenkomst houden en moogt ge geen slafelijk werk verrichten. Dit is een eeuwig geldende wet voor al uw geslachten, waar ge ook woont.
22 When you reap the harvest of your land, you must not completely reap the corners of your fields, and you must not gather the gleanings of your harvest. You must leave them for the poor and for the foreigner. I am Yahweh your God.'”
Ook moogt ge, wanneer ge de oogst van uw land maait, uw veld niet tot de uiterste rand afmaaien en geen nalezing van uw oogst houden; ge moet die voor den arme en den vreemdeling overlaten. Ik ben Jahweh, uw God!
23 Yahweh spoke to Moses, saying,
Jahweh sprak tot Moses:
24 “Speak to the people of Israel and say, 'In the seventh month, the first day of that month will be a solemn rest for you, a memorial with the blowing of trumpets, and a holy assembly.
Zeg aan de Israëlieten: De eerste dag van de zevende maand moet een rustdag voor u zijn, een dag ter gedachtenis met bazuingeschal en een godsdienstige bijeenkomst.
25 You must do no ordinary work, and you must offer a sacrifice made by fire to Yahweh.'”
Dan moogt ge geen slafelijk werk verrichten, en moet ge een vuuroffer aan Jahweh opdragen.
26 Then Yahweh spoke to Moses, saying,
Jahweh sprak tot Moses:
27 “Now the tenth day of this seventh month is the Day of Atonement. It is to be a holy assembly, and you must humble yourselves and present to Yahweh an offering by fire.
Bovendien valt op de tiende dag van de zevende maand de verzoendag. Dan moet ge een godsdienstige bijeenkomst houden, boete doen, en een vuuroffer aan Jahweh brengen.
28 You must do no work on that day because it is the Day of Atonement, to make atonement for yourselves before Yahweh your God.
Op die dag moogt ge geen enkele arbeid verrichten; want het is een verzoendag, om verzoening voor u te verkrijgen voor het aanschijn van Jahweh, uw God.
29 Whoever does not humble himself on that day must be cut off from his people.
Iedereen, die op die dag geen boete doet, zal van zijn volk worden afgesneden.
30 Whoever does any work on that day, I, Yahweh, will destroy him from among his people.
Iedereen, die op die dag enige arbeid verricht, zal Ik uit zijn volk verdelgen;
31 You must do no work of any kind on that day. This will be a permanent statute throughout your people's generations in all the places where you live.
ge moet u van alle arbeid onthouden. Dit is een eeuwig geldende wet voor al uw geslachten, waar ge ook woont.
32 This day must be to you a Sabbath of solemn rest, and you must humble yourselves the ninth day of the month at the evening. From evening to evening you are to observe your Sabbath.”
Het moet een grote sabbat voor u zijn, waarop ge boete moet doen; van de avond van de negende dag der maand tot de volgende avond moet ge uw rustdag vieren.
33 Yahweh spoke to Moses, saying,
Jahweh sprak tot Moses.
34 “Speak to the people of Israel, saying, 'On the fifteenth day of the seventh month will be the Festival of Shelters for Yahweh. It will last seven days.
Zeg aan de Israëlieten: Op de vijftiende dag van de zevende maand begint het loofhuttenfeest, zeven dagen lang, ter ere van Jahweh.
35 On the first day there must be a holy assembly. You must do no ordinary work.
Op de eerste dag moet een godsdienstige bijeenkomst worden gehouden, en moogt ge geen slafelijk werk verrichten.
36 For seven days you must offer a sacrifice made by fire to Yahweh. On the eighth day there must be a holy assembly, and you must make a sacrifice offered with fire to Yahweh. This is a solemn assembly, and you must not do any ordinary work.
Zeven dagen lang moet ge Jahweh een vuuroffer opdragen. Op de achtste dag moet ge een godsdienstige bijeenkomst houden, en een vuuroffer opdragen ter ere van Jahweh. Het is een hoogtij, waarop ge geen slafelijk werk moogt verrichten.
37 These are the appointed festivals for Yahweh, which you must proclaim as holy assemblies to offer sacrifice by fire to Yahweh, a burnt offering and a grain offering, sacrifices and drink offerings, each on its own day.
Dit zijn de feesten van Jahweh, waarop gij godsdienstige bijeenkomsten moet houden, en aan Jahweh vuuroffers opdragen: brand en spijsoffers, slacht en plengoffers, zoals het voor iedere dag is bepaald;
38 These festivals will be in addition to the Sabbaths of Yahweh and your gifts, all your vows, and all your freewill offerings that you give to Yahweh.
onverminderd de sabbatdagen van Jahweh, en behalve uw gaven en al uw gelofte en vrijwillige offers, die ge aan Jahweh wilt schenken.
39 Regarding the Festival of Shelters, on the fifteenth day of the seventh month, when you have gathered in the fruits of the land, you must keep this festival of Yahweh for seven days. The first day will be a solemn rest, and the eighth day will also be a solemn rest.
Op de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer ge het ooft van het land binnenhaalt, moet ge bovendien zeven dagen lang het feest van Jahweh vieren. De eerste dag moet een rustdag zijn, en de achtste dag eveneens.
40 On the first day you must take the best fruit from the trees, branches of palm trees, and leafy branches of thick trees, and willows from streams, and you will rejoice before Yahweh your God for seven days.
Op de eerste dag moet ge kostelijke boomvruchten nemen met palmtakken, twijgen van loofrijke bomen en laurieren, en u zeven dagen lang voor het aanschijn van Jahweh, uw God, verheugen.
41 For seven days each year, you must celebrate this festival for Yahweh. This will be a permanent statute throughout your people's generations in all the places where you live. You must celebrate this festival in the seventh month.
Ieder jaar moet ge het zeven dagen lang als een feest ter ere van Jahweh vieren; dit is een eeuwig geldende wet voor al uw geslachten. In de zevende maand moet ge het vieren,
42 You must live in small shelters for seven days. All native-born Israelites must live in small shelters for seven days,
en dan zeven dagen lang in tenten wonen; allen die in Israël zijn geboren moeten dan in tenten wonen;
43 so that your descendants, generation after generation, may learn how I made the people of Israel live in such shelters when I led them out of the land of Egypt. I am Yahweh your God.'”
opdat uw nageslacht moge weten, dat Ik de Israëlieten in tenten deed wonen, toen Ik hen uit Egypte heb geleid. Ik ben Jahweh, uw God!
44 In this way, Moses announced to the people of Israel the appointed festivals for Yahweh.
Zo maakte Moses de feesten van Jahweh aan de kinderen Israëls bekend.