< Psalms 47 >

1 You people all [over the world], clap your hands for joy! Shout joyfully to [praise] God!
Voor muziekbegeleiding. Van de zonen van Kore; een psalm. Volkeren, klapt allen in de handen; Juicht en jubelt ter ere van God!
2 Yahweh, who is much greater than any other god, is awesome; he is the king who rules over all the world!
Want ontzaglijk is Jahweh, de Allerhoogste, Een machtig Koning over heel de aarde.
3 He enabled us to defeat [the armies of] the people-groups [that lived in Canaan].
Hij legt de volken voor ons neer, En naties onder onze voeten;
4 He chose for us this land where we now live; we Israeli people [MTY], whom he loves, are proud that we own this land.
Hij kiest het erfdeel voor ons uit, De trots van Jakob, zijn beminde.
5 God has gone up [into his temple]. The people shouted joyfully and blew trumpets as Yahweh went up.
God stijgt ten troon met jubelzang, Jahweh met bazuingeschal!
6 Sing songs to praise our God! Sing to praise him [DOU]! Sing to God, our king!
Zingt en jubelt ter ere van God, Zingt en juicht voor onzen Koning!
7 God is the one who rules over everything in the world; sing a psalm to him!
Want Hij is Koning van heel de aarde; Zingt dus een hymne ter ere van God!
8 God sits on his sacred throne as he rules over the people of [all] ethnic groups.
God heeft het koningschap over de volkeren aanvaard, God heeft zijn heilige troon bestegen;
9 The rulers of those people-groups gather as God’s people, the people [descended] from Abraham, [do]. But God has more power than the weapons/shields [of all the kings] on the earth; (he is greatly honored/people honor him) everywhere.
De vorsten der volkeren sluiten zich aan Bij het volk van Abrahams God. Want Gode behoren de heersers der aarde; Hoog verheven is Hij alleen!

< Psalms 47 >