< Isaiah 12 >
1 At that time, you [people of Jerusalem] will sing [this song]: “Yahweh, we praise you! [Previously], you were angry with us, but you are not angry now and you have comforted us.
En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.
2 Amazingly, you [have come to] save us, [so] we will trust [in you] and not be afraid. Yahweh our God, you enable us to be strong; you are [the one about whom] we sing; you have rescued us [from our enemies].”
Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden.
3 You(pl), [his people], will greatly enjoy being saved like [MET] you enjoy drinking water from a fountain.
En gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils;
4 At that time you [all] will say, “We should thank Yahweh! We should praise him [MTY]! We should tell [the people of all] the people-groups what he has done; we should enable them to know that he [MTY] is very great!
En zult te dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken! vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is.
5 We should sing to Yahweh, because he has done wonderful things. We should enable everyone in the world to know it!
Psalmzingt den HEERE, want Hij heeft heerlijk dingen gedaan; zulks zij bekend op den gansen aardbodem.
6 You people of Jerusalem, shout joyfully to praise Yahweh, because he is the great Holy One whom we Israeli [people worship], and he lives among us!”
Juich en zing vrolijk, gij inwoneres van Sion! want de Heilige Israels is groot in het midden van u.