19 and, for the greatness that he gave him, all peoples, races and tongues, used to tremble and to withdraw falteringly from before him, —Whom he would, he slew, and, whom he would, he kept alive, and, whom he would, he set up, and, whom he would, he put down.
En vanwege de grootheid, die Hij hem gegeven had, beefden en sidderden alle volken, natien en tongen voor hem; dien hij wilde, doodde hij, en dien hij wilde, behield hij in het leven, en dien hij wilde, verhoogde hij, en dien hij wilde, vernederde hij.