Genesis 6
1 And it happened, when humankind began to multiply on the face of the land, and daughters were born to them,
Toen de mensen talrijk begonnen te worden op de oppervlakte der aarde, en hun dochters werden geboren,
2 that God's sons saw that the daughters of humankind were beautiful, and they took wives for themselves, whomever they chose.
zagen de zonen Gods, hoe schoon de dochters der mensen waren, en zij namen zich zoveel vrouwen, als zij maar wilden.
3 And God said, "My Spirit will not remain in humankind forever, since he is indeed flesh; yet his days will be one hundred twenty years."
Toen sprak Jahweh: Mijn geest zal niet voor altijd bij de mensen blijven, omdat ze bedorven zijn, en enkel vlees; hun tijd zal nog maar honderd twintig jaar duren.
4 The Nephilim were on the earth in those days (and also after that), when the sons of God had sexual relations with the daughters of humankind and had children by them. They were the mighty men who were from ancient times, famous men.
In die dagen, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen waren gekomen, en deze hun kinderen hadden gebaard, waren er reuzen op aarde, en ook nog daarna. Dat waren de krachtmensen uit de oude tijd, beruchte mannen.
5 And God saw that the wickedness of humankind was great on the earth, and that every inclination of the thoughts of his heart was only evil continually.
Toen Jahweh dan zag, hoe groot op aarde het bederf onder de mensen was geworden, en zij enkel maar zonnen op slechte dingen,
6 And God was sorry that he had made humankind on the earth, and he was grieved in his heart.
berouwde het Jahweh, dat Hij den mens op aarde gemaakt had, en kreeg Hij er spijt van.
7 God said, "I will destroy humankind whom I have created from the face of the earth; humankind, along with animals, crawling creatures, and flying creatures of the sky; for I am sorry that I have made them."
En Jahweh sprak: Ik zal den mens, dien Ik geschapen heb, van de aarde verdelgen; zowel den mens als de viervoetige dieren, de kruipende dieren en de vogels in de lucht; want het spijt Mij, dat Ik ze gemaakt heb.
8 But Noah found favor in the sight of God.
Maar Noë vond genade in de ogen van Jahweh.
9 These are the generations of Noah. Noah was a righteous man, blameless among the people of his time. Noah walked with God.
Dit is de geschiedenis van Noë. Noë was een rechtschapen man, en leefde onberispelijk te midden van zijn tijdgenoten; Noë leefde vertrouwelijk met God.
10 Noah became the father of three sons: Shem, Ham, and Japheth.
Noë verwekte drie zonen: Sem, Cham en Jáfet.
11 The earth was corrupt before God, and the earth was filled with violence.
De aarde was dan bedorven geworden in de ogen van God, en van ongerechtigheid vol.
12 God saw the earth, and look, it was corrupt, for all flesh had corrupted their way on the earth.
Toen God dus zag, dat de aarde was bedorven, omdat alle mensen op aarde waren bedorven,
13 And God said to Noah, "The end of all flesh has come before me, for the earth is filled with violence through them. And look, I will destroy them with the earth.
sprak God tot Noë: Ik heb de ondergang van alle mensen besloten, omdat ze de aarde van hun ongerechtigheid hebben vervuld. Zie, Ik zal ze met de aarde verdelgen.
14 Make a box-shaped ship of gopher wood. You are to make rooms in the ship, and cover it inside and outside with pitch.
Maak nu voor u een ark van pijnhout, verdeel die ark in vakken, en bestrijk ze van binnen en buiten met pek.
15 And this is how you are to make it. The length of the ship is to be five hundred seventeen feet, its breadth eighty-six feet, and its height fifty-two feet.
Zo moet ge ze maken: de ark moet driehonderd el lang zijn, vijftig el breed, en dertig el hoog.
16 And you are to make a roof in the ship, and you are to finish it twenty-one inches above. And you are to set the door of the ship in its side. You are to make it with lower, second, and third levels.
Ge moet op de ark een dak maken, en een el hoog optrekken. In de lengtezijde moet ge de deur aanbrengen. Ge moet er ook een benedenruim, en een tweede en een derde verdek in maken.
17 And as for me, look, I am bringing a flood of waters on the earth, to destroy all flesh having the breath of life from under the sky. Everything that is on the earth will die.
Want Ik ga de zondvloed-wateren over de aarde brengen, om alle schepselen met een levende geest onder de hemel te verdelgen; al wat op aarde is zal sterven.
18 But I will establish my covenant with you. You are to come into the ship, you, your sons, your wife, and your sons' wives with you.
Maar met u zal Ik mijn verbond sluiten: Gij moet de ark binnengaan: gij zelf en uw zonen, uw vrouw en de vrouwen uwer zonen met u.
19 Of every living thing of all flesh, you are to bring two of every sort into the ship, to keep them alive with you. They shall be male and female.
Ook moet ge van alle levende wezens een paar in de ark brengen, om ze met u in het leven te behouden; mannetje en wijfje moeten het zijn.
20 Of the flying creatures after their kind, of the animals after their kind, and of every crawling creature of the ground after their kind, two of every sort shall come to you, to keep them alive.
En van alle verschillende soorten van vogels, van alle soorten van beesten, van alle soorten van dieren, die kruipen over de aarde; van alles zal er een paar tot u komen om in het leven te blijven.
21 And as for you, take for yourself all the kinds of food that are eaten, and gather it to yourself; and it will be food for you, and for them."
Ge moet u ook van alle eetbare spijzen voorzien, en die meenemen, om u en hun tot voedsel te dienen.
22 Thus Noah did. According to all that God commanded him, so he did.
Noë deed het; hij deed al wat God hem gebood.
The World is Destroyed by Water
