Job 25

1 Then Bildad the Shuhite spoke up and said,

Nu nam Bildad van Sjóeach het woord, en sprak:

2 “Dominion and awe belong to God. He brings peace to his heavens.

Hem is de macht en de schrik, Hem, die vrede gebiedt in zijn hoge hemel!

3 Who can count his armies? Is there anywhere his light doesn't shine?

Zijn soms zijn legioenen te tellen, Tegen wien staan zijn troepen niet op!

4 How can a human being be right before God? Can anyone born of woman be pure?

Hoe kan dan een mens tegen God in zijn recht zijn, Of rein, die uit een vrouw is geboren?

5 If in God's eyes even the moon does not shine brightly, and the stars are not pure,

Zie, zelfs de maan is niet helder, De sterren zijn niet rein in zijn ogen:

6 how much less a human being—who by comparison is like a maggot or a worm!”

Hoeveel minder een mens, een aas, Een mensenkind, een worm!