21 I, King Artaxerxes, decree that all the treasurers west of the Euphrates should provide whatever Ezra the priest, the scribe of the Law of the God of heaven, may require from you, and it must be provided in full,
En van mij, mij, koning Arthahsasta, wordt bevel gegeven aan alle schatmeesters, die aan gene zijde der rivier zijt, dat alles, wat Ezra, de priester, de schriftgeleerde der wet van den God des hemels, van u zal begeren, spoediglijk gedaan worde;