Openbaring 22
1 En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des Lams.
| לאחר מכן הוא הראה לי נהר מים חיים, זכים כבדולח, יוצא מכיסא האלוהים והשה |
2 In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijne vrucht; en de bladeren des booms waren tot genezing der heidenen.
| וזורם אל הרחוב המרכזי. על כל אחת משתי גדות הנהר היה נטוע עץ־חיים שנושא שנים־עשר סוגי פירות, בכל חודש פרי אחר, ועלי העץ משמשים כתרופה לעמים השונים. |
3 En geen vervloeking zal er meer tegen iemand zijn; en de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen;
| בעיר הקודש לא יהיה יותר כל דבר רע וטמא, כי יהיה בה כיסא המלכות של אלוהים והשה, ועבדיו ישרתוהו. |
4 En zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn.
| עבדיו יראו את פניו, ושמו יהיה כתוב על מצחם. |
5 En aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van node hebben; want de Heere God verlicht hen; en zij zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. (aiōn g165)
| לא יהיה יותר לילה, ולא יהיה צורך בנרות או באור השמש, כי ה׳ אלוהים יאיר להם, והם ימלכו לעולם ועד. (aiōn g165) |
6 En hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Heere, de God der heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden, om Zijn dienstknechten te tonen, hetgeen haast moet geschieden.
| ”דברים אלה אמיתיים ונכונים“, אמר לי המלאך.”האלוהים אשר מעניק השראה לנביאים שלח את מלאכו להראות לעבדיו את אשר יתרחש בקרוב.“ |
7 Zie, Ik kom haastiglijk zalig is hij, die de woorden der profetie dezes boeks bewaart.
| ”אני בא במהרה!“אמר ישוע.”ברוכים השומרים את דברי הנבואה של הספר הזה.“ |
8 En ik, Johannes, ben degene, die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neder om aan te bidden voor de voeten des engels, die mij deze dingen toonde.
| אני, יוחנן, שמעתי וראיתי את כל הדברים האלה. כאשר שמעתי וראיתי אותם, נפלתי לרגלי המלאך שהראה לי את כל זאת. כאשר עמדתי להשתחוות לו, |
9 En hij zeide tot mij: Zie, dat gij het niet doet; want ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, der profeten, en dergenen, die de woorden dezes boeks bewaren; aanbid God.
| הוא עצר בעדי ואמר:”לא, אל תשתחווה לי, כי אני עבד המשיח כמוך, כאחיך המאמינים, כנביאים וככל השומרים את דברי הספר הזה. עליך להשתחוות לאלוהים.“ |
10 En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij.
| המלאך הורה לי במפורש:”אל תחתום את הדברים שכתבת, כי קרוב מועד התרחשותם. |
11 Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde.
| עד אז הגזלן ימשיך לגזול, הטמא ימשיך במעשי טומאתו; הצדיק יוסיף על צדקתו, והקדוש יוסיף על קדושתו.“ |
12 En zie, Ik kom haastiglijk en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn.
| ”אני בא במהרה, “אמר ישוע,”ואביא איתי שכר שאותו אשלם לכל איש כגמולו. |
13 Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde; de Eerste en de Laatste.
| אני האלף והתו, ההתחלה והסוף, הראשון והאחרון.“ |
14 Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.
| ברוכים המכבסים את גלימותיהם (והשומרים את מצוותיו), על־מנת לזכות בפרי עץ־החיים ולהיכנס לעיר דרך השערים. |
15 Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet.
| הכלבים, המכשפים, הזונים, הרוצחים, עובדי האלילים, אוהבי השקר והרמאים יישארו מחוץ לעיר. |
16 Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster.
| ”אני, ישוע, שלחתי את מלאכי אליך כדי לספר דברים אלה לקהילות. אני שורש דויד וצאצאו, אני כוכב נוגה השחר.“ |
17 En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet.
| ”בוא!“קוראים הרוח והכלה. וכל השומע את קריאתם יאמר:”בוא!“בואו, כל הצמאים, שתו את מים־החיים – מתנת חינם לכל מי שרוצה. |
18 Want ik betuig aan een iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn.
| אני מזהיר את כל קוראי הספר הזה: כל המוסיף על הכתוב יוסיף לו אלוהים את המגפות שכתובות בספר הזה! |
19 En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is.
| כל הגורע מדברי הספר הזה, יגרע אלוהים את חלקו מעץ־החיים ומעיר הקודש שנזכרים בספר הזה. |
20 Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastiglijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!
| המעיד עדות זאת אומר:”אכן, אני בא במהרה!“אמן! בואה־נא, אדון ישוע! |
21 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
| חסד ישוע המשיח אדוננו יהיה עם כל המאמינים. – אמן. |
