Psalmen 72
1 Voor Salomo. O God! geef den koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid den zoon des konings.
О Соломоне. Боже! даруй царю Твой суд и сыну царя Твою правду,
2 Zo zal hij Uw volk richten met gerechtigheid, en Uw ellendigen met recht.
да судит праведно людей Твоих и нищих Твоих на суде;
3 De bergen zullen den volke vrede dragen, ook de heuvelen, met gerechtigheid.
да принесут горы мир людям и холмы правду;
4 Hij zal de ellendigen des volks richten; hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen.
да судит нищих народа, да спасет сынов убогого и смирит притеснителя, -
5 Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht.
и будут бояться Тебя, доколе пребудут солнце и луна, в роды родов.
6 Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen, die de aarde bevochtigen.
Он сойдет, как дождь на скошенный луг, как капли, орошающие землю;
7 In zijn dagen zal de rechtvaardige bloeien, en de veelheid van vrede, totdat de maan niet meer zij.
во дни его процветет праведник, и будет обилие мира, доколе не престанет луна;
8 En hij zal heersen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde.
он будет обладать от моря до моря и от реки до концов земли;
9 De ingezetenen van dorre plaatsen zullen voor zijn aangezicht knielen, en zijn vijanden zullen het stof lekken.
падут пред ним жители пустынь, и враги его будут лизать прах;
10 De koningen van Tharsis en de eilanden zullen geschenken aanbrengen; de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren.
цари Фарсиса и островов поднесут ему дань; цари Аравии и Савы принесут дары;
11 Ja, alle koningen zullen zich voor hem nederbuigen, alle heidenen zullen hem dienen.
и поклонятся ему все цари; все народы будут служить ему;
12 Want hij zal den nooddruftige redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige, en die geen helper heeft.
ибо он избавит нищего, вопиющего и угнетенного, у которого нет помощника.
13 Hij zal den arme en nooddruftige verschonen, en de zielen der nooddruftigen verlossen.
Будет милосерд к нищему и убогому, и души убогих спасет;
14 Hij zal hun zielen van list en geweld bevrijden, en hun bloed zal dierbaar zijn in zijn ogen.
от коварства и насилия избавит души их, и драгоценна будет кровь их пред очами его;
15 En hij zal leven; en men zal hem geven van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk voor hem bidden; den gansen dag zal men hem zegenen.
и будет жить, и будут давать ему от золота Аравии, и будут молиться о нем непрестанно, всякий день благословлять его;
16 Is er een hand vol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon; en die van de stad zullen bloeien als het kruid der aarde.
будет обилие хлеба на земле, наверху гор; плоды его будут волноваться, как лес на Ливане, и в городах размножатся люди, как трава на земле;
17 Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen.
будет имя его вовек; доколе пребывает солнце, будет передаваться имя его; и благословятся в нем племена, все народы ублажат его.
18 Geloofd zij de HEERE God, de God Israels, Die alleen wonderen doet.
Благословен Господь Бог, Бог Израилев, един творящий чудеса,
19 En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot in eeuwigheid; en de ganse aarde worde met Zijn heerlijkheid vervuld. Amen, ja, amen.
и благословенно имя славы Его вовек, и наполнится славою Его вся земля. Аминь и аминь.
20 De gebeden van David, den zoon van Isai, hebbende een einde.
Кончились молитвы Давида, сына Иесеева.
