< Psalmen 58 >

1 Een gouden kleinood van David, voor den opperzangmeester, Altascheth. Spreekt gijlieden waarlijk gerechtigheid, gij, vergadering? Oordeelt gij billijkheden, gij, mensenkinderen?
When you mighty men speak, you never say what is right; you never decide things about people justly [RHQ]!
2 Ja, gij werkt ongerechtigheden in het hart; gij weegt het geweld uwer handen op de aarde.
No, in your inner beings you think only about doing what is wrong, and you commit violent crimes in this land [of Israel].
3 De goddelozen zijn vervreemd van de baarmoeder aan; de leugensprekers dolen van moeders buik aan.
Wicked people do wrong things and tell lies from the time that they are born [DOU].
4 Zij hebben vurig venijn, naar gelijkheid van vurig slangenvenijn; zij zijn als een dove adder, die haar oren toestopt;
God, show in the heavens how great you are! And show your glory to people all over the earth! What wicked people say [injures people like] the venom of a snake [MET]; They refuse to listen to good advice, [as though they were] cobras that were deaf [MET]!
5 Opdat zij niet hore naar de stem der belezers, desgenen, die ervaren is met bezweringen om te gaan.
As a result, [like a snake that does not respond when] a charmer plays a flute or when someone sings magic songs, [they do not pay attention when others rebuke them].
6 O God! verbreek hun tanden in hun mond; breek af de baktanden der jonge leeuwen, o HEERE!
God, as for these enemies who [want to attack me like] young lions, break their teeth!
7 Laat hen smelten als water, laat hen daarhenen drijven; legt hij zijn pijlen aan, laat hen zijn, alsof zij afgesneden waren.
Cause them to disappear like water disappears [in dry ground]! Cause the arrows that they shoot to have no (heads/sharp points)!
8 Laat hem henengaan, als een smeltende slak; laat hen, als ener vrouwe misdracht, de zon niet aanschouwen.
Cause them to become like snails that disappear in the slime; cause them to be like babies that are born dead!
9 Eer dan uw potten den doornstruik gewaar worden, zal Hij hem als levend, als in heten toorn wegstormen.
Get rid of them [as fast as] thornbushes are blown away [after they are cut] (OR, [as fast as] a fire heats a pot over burning thorns).
10 De rechtvaardige zal zich verblijden, als hij de wraak aanschouwt; hij zal zijn voeten wassen in het bloed des goddelozen.
Righteous people will rejoice when they see wicked people being punished as they deserve; they will wash their feet in the blood of wicked people.
11 En de mens zal zeggen: Immers is er vrucht voor den rechtvaardige; immers is er een God, Die op de aarde richt.
[Then] people will say, “It is true that there is a reward for righteous people; and there is indeed a God who judges people justly here on the earth!”

< Psalmen 58 >