Preface
Bibles
+
DSV
CUS
X
<
h2843
X
<
^
>
<
>
<
Psalmen
129
>
1
Een lied Hammaaloth. Zij hebben mij dikwijls benauwd van mijn jeugd af, zegge nu Israel;
上行之诗。 以色列当说:从我幼年以来, 敌人屡次苦害我,
2
Zij hebben mij dikwijls van mijn jeugd af benauwd; evenwel hebben zij mij niet overmocht.
从我幼年以来,敌人屡次苦害我, 却没有胜了我。
3
Ploegers hebben op mijn rug geploegd; zij hebben hun voren lang getogen.
如同扶犁的在我背上扶犁而耕, 耕的犁沟甚长。
4
De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen der goddelozen afgehouwen.
耶和华是公义的; 他砍断了恶人的绳索。
5
Laat hen beschaamd en achterwaarts gedreven worden, allen, die Sion haten.
愿恨恶锡安的都蒙羞退后!
6
Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt;
愿他们像房顶上的草, 未长成而枯干,
7
Waarmede de maaier zijn hand niet vult, noch de garvenbinder zijn arm;
收割的不够一把, 捆禾的也不满怀。
8
En die voorbijgaan, niet zeggen: De zegen des HEEREN zij bij u! Wij zegenen ulieden in den Naam des HEEREN.
过路的也不说: 愿耶和华所赐的福归与你们! 我们奉耶和华的名给你们祝福!
<
Psalmen
129
>
Go to
>
Bookmark
/
Concordance
/
Maps
/
Report Issue
The world's first Holy Bible un-translation!