Psalmen 119

1 Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des HEEREN gaan.

خوشا به حال آنان که راست‌کردارند، و مطابق شریعت خداوند رفتار می‌کنند.

2 Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken;

خوشا به حال کسانی که احکام خداوند را بجا می‌آورند، از صمیم قلب او را اطاعت می‌کنند

3 Ook geen onrecht werken, maar wandelen in Zijn wegen.

و به راههای کج نمی‌روند، بلکه در راههایی گام برمی‌دارند که خدا نشان داده است.

4 HEERE! Gij hebt geboden, dat men Uw bevelen zeer bewaren zal.

خداوندا، تو فرمانهای خود را به ما داده‌ای و فرموده‌ای که آنها را با جدیت انجام دهیم.

5 Och, dat mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren!

چقدر آرزو دارم که در انجام فرایض تو مطیع و وفادار باشم!

6 Dan zou ik niet beschaamd worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden.

اگر تمام دستورهای تو را پیوسته در نظر داشته باشم، هیچوقت شرمنده نخواهم شد!

7 Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben.

وقتی قوانین منصفانهٔ تو را بیاموزم، از صمیم قلب تو را حمد خواهم گفت!

8 Ik zal Uw inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer.

ای خداوند، فرایض تو را بجا خواهم آورد؛ تو هیچگاه مرا ترک نکن!

9 Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord.

مرد جوان چگونه می‌تواند زندگی خود را پاک نگاه دارد؟ به‌وسیلۀ خواندن کلام خدا و اطاعت از دستورهای آن!

10 Ik zoek U met mijn gehele hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen.

خداوندا، با تمام وجودم تو را می‌جویم، پس نگذار از احکام تو منحرف شوم.

11 Ik heb Uw rede in mijn hart verborgen, opdat ik tegen U niet zondigen zou.

کلام تو را در دل خود حفظ می‌کنم و به خاطر می‌سپارم تا مبادا نسبت به تو گناه ورزم!

12 HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij Uw inzettingen.

ای خداوند متبارک، فرایض خود را به من بیاموز!

13 Ik heb met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds.

تمام قوانین تو را با صدای بلند بیان خواهم کرد.

14 Ik ben vrolijker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom.

بیش از هر چیز دیگر، از پیروی قوانین تو لذت می‌برم! در کلام تو تفکر خواهم کرد و فرمانهایت را به خاطر خواهم سپرد.

15 Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten.

16 Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten.

از فرایض تو لذت می‌برم و هرگز آنها را فراموش نخواهم کرد.

17 Gimel. Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware.

خداوندا، به خدمتگزارت احسان نما تا زنده بمانم و کلام تو را اطاعت کنم.

18 Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet.

چشمانم را بگشا تا حقایق شگفت‌انگیز شریعت تو را ببینم.

19 Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.

من در این دنیا غریب هستم؛ ای خدا، احکام خود را از من مخفی مدار.

20 Mijn ziel is verbroken vanwege het verlangen naar Uw oordelen te aller tijd.

اشتیاق به دانستن قوانین تو، همچون آتش همواره جانم را می‌سوزاند!

21 Gij scheldt de vervloekte hovaardigen, die van Uw geboden afdwalen.

تو متکبران ملعون را که از احکام تو منحرف می‌شوند، مجازات خواهی کرد.

22 Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden.

ننگ و رسوایی را از من بگیر، زیرا احکام تو را انجام داده‌ام.

23 Als zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht.

حکمرانان می‌نشینند و بر ضد من توطئه می‌چینند، اما من به فرایض تو فکر می‌کنم.

24 Ook zijn Uw getuigenissen mijn vermakingen, en mijn raadslieden.

احکام تو موجب شادی من است و همیشه مرا راهنمایی کرده است.

25 Daleth. Mijn ziel kleeft aan het stof; maak mij levend naar Uw woord.

ای خداوند، جانم به خاک چسبیده است؛ مطابق کلامت مرا زنده ساز!

26 Ik heb U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen.

راههای خود را آشکار کردم و تو مرا اجابت فرمودی. اکنون فرایض خود را به من بیاموز.

27 Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte.

فرمانهایت را به من یاد ده تا دربارهٔ کلام شگفت‌انگیز تو تفکر نمایم.

28 Mijn ziel druipt weg van treurigheid; richt mij op naar Uw woord.

جان من از حزن و اندوه پژمرده می‌شود؛ با کلامت جان مرا تازه ساز!

29 Wend van mij den weg der valsheid, en verleen mij genadiglijk Uw wet.

نگذار به راه خطا روم؛ شریعت خود را به من بشناسان.

30 Ik heb verkoren den weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgesteld.

من راه وفاداری را اختیار نموده‌ام و قوانین تو را از نظر خود دور نداشته‌ام.

31 Ik kleef vast aan Uw getuigenissen; o HEERE! beschaam mij niet.

خداوندا، احکام تو را بجا می‌آورم؛ مگذار شرمنده شوم.

32 Ik zal den weg Uwer geboden lopen, als Gij mijn hart verwijd zult hebben.

با اشتیاق فراوان در احکام تو گام برمی‌دارم، زیرا تو دل مرا از بند رها ساختی.

33 He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe.

ای خداوند، راه اجرای فرایض خود را به من بیاموز و من همیشه آنها را انجام خواهم داد.

34 Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte.

به من فهم و حکمت بده تا با تمام دل شریعت تو را نگاه دارم.

35 Doe mij treden op het pad Uwer geboden, want daarin heb ik lust.

مرا در راه احکامت هدایت کن، زیرا از آنها لذت می‌برم.

36 Neig mijn hart tot Uw getuigenissen, en niet tot gierigheid.

دل مرا به سوی احکامت مایل ساز، نه به سوی حرص و طمع!

37 Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen.

مگذار به آنچه بی‌ارزش است توجه کنم؛ مرا با کلامت احیا کن!

38 Bevestig Uw toezeggingen aan Uw knecht, die Uw vreze toegedaan is.

طبق وعده‌ای که به من داده‌ای عمل نما همان وعده‌ای که تو به مطیعان خود می‌دهی!

39 Wend mijn smaadheid af, die ik vreze, want Uw rechten zijn goed.

از آن رسوایی که می‌ترسم مرا برهان، زیرا قوانین تو نیکوست!

40 Zie, ik heb een begeerte tot Uw bevelen; maak mij levend door Uw gerechtigheid.

خداوندا، مشتاق فرمانهای تو هستم! ای خدای عادل، جان مرا تازه ساز!

41 Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o HEERE! Uw heil, naar Uw toezegging;

ای خداوند، بر من محبت فرما و طبق وعده‌ات مرا نجات ده

42 Opdat ik mijn smader wat heb te antwoorden, want ik vertrouw op Uw woord.

تا بتوانم پاسخ مخالفانم را بدهم، زیرا آنان مرا برای اینکه بر تو اعتماد دارم، سرزنش می‌کنند.

43 En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten.

قدرت بیان حقیقت را از من مگیر، زیرا به قوانین تو امید بسته‌ام.

44 Zo zal ik Uw wet steeds onderhouden, eeuwiglijk en altoos.

پیوسته شریعت تو را نگاه خواهم داشت، تا ابدالآباد!

45 En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik Uw bevelen gezocht heb.

در آزادی کامل زندگی خواهم کرد، زیرا همیشه مطیع فرمانهایت هستم.

46 Ook zal ik voor koningen spreken van Uw getuigenissen, en mij niet schamen.

احکام تو را در حضور پادشاهان اعلام خواهم کرد و از این کار خود شرمنده نخواهم شد.

47 En ik zal mij vermaken in Uw geboden, die ik liefheb.

از اطاعت کردن احکامت لذت می‌برم، زیرا آنها را دوست دارم.

48 En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten.

احکام تو را با جان و دل می‌پذیرم و دربارهٔ فرایض تو تفکر می‌کنم.

49 Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.

خداوندا، قولی را که به بندهٔ خود داده‌ای به یاد آور، زیرا مرا به‌وسیلۀ آن امیدوار ساخته‌ای.

50 Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt.

در زمان مصیبت به‌وسیلۀ کلامت تسلی یافتم، زیرا وعدهٔ تو حیات به جان من بخشید.

51 De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken.

متکبران مرا بسیار مسخره کردند، اما من هرگز شریعت تو را ترک نکردم.

52 Ik heb gedacht, o HEERE! aan Uw oordelen van ouds aan, en heb mij getroost.

ای خداوند، قوانین تو را که در زمانهای قدیم صادر کرده بودی، به یاد آوردم و به‌وسیلۀ آنها خود را دلداری دادم.

53 Grote beroering heeft mij bevangen vanwege de goddelozen, die Uw wet verlaten.

وقتی می‌بینم بدکاران شریعت تو را می‌شکنند، بسیار خشمگین می‌شوم.

54 Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen.

هر جا مسکن گزینم، فرایض تو سرود من خواهند بود.

55 HEERE! des nachts ben ik Uws Naams gedachtig geweest, en heb Uw wet bewaard.

ای خداوند، در شب نیز افکارم متوجهٔ توست و دربارهٔ شریعت تو می‌اندیشم.

56 Dat is mij geschied, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.

سعادت من در این است که از فرامین تو اطاعت کنم.

57 Cheth. De HEERE is mijn deel, ik heb gezegd, dat ik Uw woorden zal bewaren.

ای خداوند، تو نصیب من هستی! قول می‌دهم که کلامت را نگاه دارم.

58 Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging.

با تمام دل خود طالب رضامندی تو می‌باشم، طبق وعده‌ات بر من رحم فرما!

59 Ik heb mijn wegen bedacht, en heb mijn voeten gekeerd tot Uw getuigenissen.

دربارهٔ زندگی خود بسیار اندیشیدم و به سوی تو آمدم تا از احکام تو پیروی کنم.

60 Ik heb gehaast, en niet vertraagd Uw geboden te onderhouden.

با شتاب آمدم تا احکام تو را اجرا کنم.

61 De goddeloze hopen hebben mij beroofd; nochtans heb ik Uw wet niet vergeten.

بدکاران کوشیدند مرا به گناه بکشانند، اما من شریعت تو را فراموش نکردم.

62 Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten Uwer gerechtigheid.

در نیمه‌های شب برمی‌خیزم تا تو را به سبب قوانین عادلانه‌ات ستایش کنم.

63 Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden.

من دوست همهٔ کسانی هستم که تو را گرامی می‌دارند و فرمانهایت را انجام می‌دهند.

64 HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen.

ای خداوند، زمین از محبت تو پر است! فرایض خود را به من بیاموز!

65 Teth. Gij hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord.

خداوندا، همان‌گونه که وعده دادی، بر بنده‌ات احسان فرموده‌ای.

66 Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.

حکمت و قضاوت صحیح را به من یاد ده، زیرا به احکام تو ایمان دارم.

67 Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord.

پیش از اینکه تو مرا تنبیه کنی، من گمراه بودم، اما اینک پیرو کلام تو هستم.

68 Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen.

تو نیک هستی و نیکی می‌کنی! فرایض خود را به من بیاموز!

69 De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser harte.

متکبران دروغها دربارهٔ من می‌گویند، اما من از صمیم قلب مطیع فرمانهایت هستم.

70 Hun hart is vet als smeer; maar ik heb vermaak in Uw wet.

دل آنها سخت و بی‌احساس است، اما من از شریعت تو لذت می‌برم.

71 Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde.

تو مرا تنبیه کردی و این به نفع من تمام شد، زیرا باعث شد فرایض تو را بیاموزم.

72 De wet Uws monds is mij beter, dan duizenden van goud of zilver.

شریعت تو برای من از تمام زر و سیم دنیا با ارزشتر است.

73 Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere.

ای خداوند، تو مرا آفریده‌ای؛ پس به من دانش عطا کن تا احکام تو را بیاموزم.

74 Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb.

آنان که تو را گرامی می‌دارند، از دیدن من خوشحال می‌شوند، زیرا من نیز بر کلام تو توکل دارم.

75 Ik weet, HEERE! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt.

ای خداوند، می‌دانم که قوانین تو عدل است، و مرا منصفانه تنبیه نموده‌ای.

76 Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht.

اکنون طبق وعده‌ای که فرموده‌ای، بگذار محبت تو مایهٔ تسلی من شود.

77 Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking.

بر من رحم فرما تا جانم تازه شود، زیرا از شریعت تو لذت می‌برم!

78 Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden.

باشد که متکبران شرمنده شوند، زیرا با دروغهای خود مرا آزار رساندند؛ اما من دربارهٔ فرمانهایت تفکر خواهم کرد.

79 Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen.

ای خداوند، بگذار آنانی که تو را گرامی می‌دارند و با احکام تو آشنا هستند، نزد من آیند.

80 Laat mijn hart oprecht zijn tot Uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde.

مرا یاری ده که به طور کامل از فرایض تو اطاعت کنم تا شرمنده نشوم!

81 Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt.

خداوندا، آنقدر انتظار کشیدم مرا نجات دهی که خسته و فرسوده شدم؛ اما هنوز به وعدهٔ تو امیدوارم!

82 Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten?

از بس منتظر شدم به وعدهٔ خود وفا کنی، چشمانم تار گردید! خداوندا، چه وقت به کمک من خواهی آمد؟

83 Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten.

مانند مشک دوده گرفته و چروکیده شده‌ام؛ اما فرایض تو را فراموش نکرده‌ام.

84 Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers?

تا به کی باید منتظر باشم؟ کی آزاردهندگان مرا مجازات خواهی کرد؟

85 De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet.

متکبران که با شریعت تو مخالفت می‌کنند، برای من چاه کنده‌اند تا مرا گرفتار سازند.

86 Al Uw geboden zijn waarheid; zij vervolgen mij met leugen, help mij.

ای خداوند، تمام احکام تو قابل اعتماد می‌باشند. متکبران به ناحق مرا عذاب دادند. خداوندا، به دادم برس!

87 Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten.

نزدیک بود مرا از بین ببرند، اما من از فرامین تو غافل نشدم.

88 Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden.

خداوندا، تو پر از محبتی؛ به جان من حیات ببخش تا احکامت را بجا آورم.

89 Lamed. O HEERE! Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen.

ای خداوند، کلام تو تا ابد در آسمانها پایدار خواهد ماند.

90 Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan;

وفاداری تو در همهٔ نسلها همچنان پا برجا خواهد بود و مانند زمینی که آفریده‌ای ثابت خواهد ماند.

91 Naar Uw verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij allen zijn Uw knechten.

همهٔ کاینات به فرمان تو تا به حال باقی مانده‌اند، زیرا تمام آنها در خدمت تو هستند.

92 Indien Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan.

اگر شریعت تو مایهٔ شادمانی من نشده بود، بدون شک تا به حال از غصه مرده بودم!

93 Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt.

فرمانهایت را هرگز فراموش نخواهم کرد، زیرا به‌وسیلۀ آنها مرا حیات بخشیدی.

94 Ik ben Uw, behoud mij, want ik heb Uw bevelen gezocht.

من از آن تو هستم، نجاتم ده. کوشیده‌ام فرمانهای تو را نگاه دارم.

95 De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen.

بدکاران منتظرند مرا نابود کنند اما من به احکام تو می‌اندیشم.

96 In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien; maar Uw gebod is zeer wijd.

برای هر کمالی انتهایی دیدم، اما حکم تو کامل و بی‌انتهاست!

97 Mem. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag.

خداوندا، شریعت تو را چقدر دوست دارم! تمام روز در آن تفکر می‌کنم.

98 Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.

احکام تو مرا از مخالفانم حکیمتر ساخته است، زیرا همیشه در ذهن و وجود من است.

99 Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn.

آری، حتی از معلمان خود نیز داناتر شده‌ام، زیرا همیشه در احکامت تفکر می‌کنم.

100 Ik ben voorzichtiger dan de ouden, omdat ik Uw bevelen bewaard heb.

از ریش‌سفیدان قوم خود نیز خردمندتر شده‌ام، زیرا فرمانهای تو را اطاعت کرده‌ام.

101 Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden.

از رفتن به راه بد پرهیز کرده‌ام، زیرا خواست من این بوده که کلام تو را اطاعت کنم.

102 Ik ben niet geweken van Uw rechten, want Gij hebt mij geleerd.

از قوانین تو دور نشده‌ام، زیرا تعلیم تو برای من نیک بوده است.

103 Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!

کلام تو برای جان من شیرین است؛ حتی شیرینتر از عسل!

104 Uit Uw bevelen krijg ik verstand, daarom haat ik alle leugenpaden.

از فرامین تو دانش و حکمت کسب کردم، به همین جهت از هر راه کج بیزار و گریزانم.

105 Nun. Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad.

کلام تو چراغ راهنمای من است؛ نوری است که راه را پیش پایم روشن می‌سازد!

106 Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid.

قول داده‌ام که از قوانین عادلانهٔ تو اطاعت کنم و به قول خود وفادار خواهم ماند.

107 Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord.

ای خداوند، بسیار درمانده و پریشان هستم؛ همان‌گونه که وعده فرموده‌ای، جان مرا حیات ببخش!

108 Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten.

خداوندا، دعای شکرگزاری مرا بپذیر و قوانین خود را به من بیاموز.

109 Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.

جان من دائم در معرض خطر قرار می‌گیرد؛ اما من شریعت تو را فراموش نمی‌کنم.

110 De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen.

بدکاران بر سر راه من دام می‌نهند؛ اما من از فرمانهای تو منحرف نمی‌شوم.

111 Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid.

احکام تو تا ابد در خزانهٔ قلبم خواهد ماند، زیرا مایهٔ شادی قلبم می‌باشد.

112 Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.

با خود عهد بسته‌ام که تا دم مرگ فرایض تو را اطاعت کنم!

113 Samech. Ik haat de kwade ranken, maar heb Uw wet lief.

از مردمان دورو و متظاهر بیزارم، اما شریعت تو را دوست دارم.

114 Gij zijt mijn Schuilplaats en mijn Schild; op Uw Woord heb ik gehoopt.

تو پناهگاه و سپر من هستی؛ امید من به وعدهٔ توست.

115 Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren.

ای بدکاران، از من دور شوید؛ زیرا من احکام خدای خود را بجا می‌آورم.

116 Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope.

خداوندا، طبق وعده‌ای که به من داده‌ای قدرت عطا فرما تا زنده بمانم. مگذار امیدم به یاس و نومیدی تبدیل شود.

117 Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken.

از من حمایت کن تا از دست دشمنانم ایمن باشم و به حفظ فرایض تو بپردازم.

118 Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen.

تو همهٔ کسانی را که فرایض تو را قبول نمی‌کنند از خود می‌رانی و تمام نقشه‌های اغفال کنندهٔ آنها را بی‌اثر می‌سازی.

119 Gij doet alle goddelozen der aarde weg als schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.

تمام بدکاران روی زمین را مانند تفاله دور خواهی انداخت، به همین دلیل است که من احکام تو را دوست دارم.

120 Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.

ای خداوند، ترس تو در دل من است و از داوریهای تو هراسانم.

121 Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers.

خداوندا، مرا به دست دشمنانم تسلیم نکن، زیرا آنچه را که درست و عادلانه بوده است، انجام داده‌ام.

122 Wees borg voor Uw knecht ten goede; laat de hovaardigen mij niet onderdrukken.

به من اطمینان بده که مرا یاری خواهی کرد؛ مگذار متکبران بر من ظلم کنند.

123 Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil, en naar de toezegging Uwer rechtvaardigheid.

آنقدر چشم انتظار ماندم که بیایی و مرا نجات دهی که چشمانم تار شد.

124 Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen.

با من طبق محبت خود عمل نما و فرایض خود را به من بیاموز.

125 Ik ben Uw knecht, maak mij verstandig, en ik zal Uw getuigenissen kennen.

من خدمتگزار تو هستم؛ به من دانایی عنایت فرما تا احکامت را درک نمایم.

126 Het is tijd voor den HEERE, dat Hij werke, want zij hebben Uw wet verbroken.

خداوندا، زمان آن رسیده که تو اقدام کنی، زیرا مردم از شریعت تو سرپیچی می‌کنند.

127 Daarom heb ik Uw geboden lief, meer dan goud, ja, meer dan het fijnste goud.

من احکام تو را دوست دارم؛ آنها را بیش از طلا و زر خالص دوست دارم.

128 Daarom heb ik alle Uw bevelen, van alles, voor recht gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat.

همهٔ فرمانهای تو را، در هر موردی، صحیح می‌دانم؛ اما از هر نوع تعلیم دروغ متنفرم.

129 Pe. Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom bewaart ze mijn ziel.

ای خداوند، احکام تو بسیار عالی است؛ از صمیم قلب آنها را اطاعت می‌کنم.

130 De opening Uwer woorden geeft licht, de slechten verstandig makende.

درک کلام تو به انسان نور می‌بخشد و ساده‌دلان را خردمند می‌سازد.

131 Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden.

دهان خود را باز می‌کنم و لَه‌لَه می‌زنم، زیرا مشتاق احکام تو هستم.

132 Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen.

همان‌گونه که بر دوستداران خود رحمت می‌فرمایی، بر من نیز نظر لطف بیفکن و مرا مورد رحمت خود قرار ده.

133 Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen.

با کلامت مرا راهنمایی کن تا مغلوب بدی نشوم.

134 Verlos mij van des mensen overlast, en ik zal Uw bevelen onderhouden.

مرا از دست ظالمان نجات ده تا فرمانهای تو را انجام دهم.

135 Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen.

روی خود را بر خادم خود تابان ساز، و فرایض خود را به من بیاموز.

136 Waterbeken vlieten af uit mijn ogen, omdat zij Uw wet niet onderhouden.

اشک همچون سیل از چشمانم سرازیر می‌شود، زیرا مردم شریعت تو را بجا نمی‌آورند.

137 Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht.

ای خداوند، تو عادل هستی و قوانین تو منصفانه است.

138 Gij hebt de gerechtigheid Uwer getuigenissen, en de waarheid hogelijk geboden.

احکامی را که وضع نموده‌ای تمام از عدل و انصاف سرشار است.

139 Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben.

آتش خشم من وجود مرا می‌سوزاند، زیرا دشمنانم به احکام تو بی‌اعتنایی می‌کنند.

140 Uw woord is zeer gelouterd, en Uw knecht heeft het lief.

کلام تو آزموده شده و پاک است؛ خادمت چقدر آن را دوست می‌دارد!

141 Ik ben klein en veracht, doch Uw bevelen vergeet ik niet.

من کوچک و نالایق هستم، اما از اجرای فرمانهای تو غافل نمی‌شوم.

142 Uw gerechtigheid is gerechtigheid in eeuwigheid, en Uw wet is de waarheid.

عدالت تو ابدی است و شریعت تو همیشه راست و درست است.

143 Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen.

من در زحمت و فشار هستم، ولی احکام تو موجب شادی من است!

144 De gerechtigheid Uwer getuigenissen is in der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven.

احکام تو همیشه عادلانه است، مرا در فهم آنها یاری فرما تا روحم تازه شود!

145 Koph. Ik heb van ganser harte geroepen: verhoor mij, o HEERE! ik zal Uw inzettingen bewaren.

ای خداوند، با تمام قوت خود نزد تو فریاد برمی‌آورم؛ مرا اجابت فرما تا فرایض تو را بجا آورم.

146 Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden.

از تو یاری می‌خواهم؛ مرا نجات ده تا احکام تو را انجام دهم.

147 Ik ben de morgen schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt.

پیش از طلوع آفتاب نزد تو دعا و التماس کردم و به انتظار وعدهٔ تو نشستم.

148 Mijn ogen komen de nacht waken voor, om Uw rede te betrachten.

تمام شب بیدار ماندم تا در کلام تو تفکر نمایم.

149 Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht.

ای خداوند، به سبب محبت خود فریادم را بشنو و طبق قوانین خود جان مرا حفظ کن!

150 Die kwade praktijken najagen, genaken mij, zij wijken verre van Uw wet.

افراد شرور و بدکار، که بویی از شریعت تو نبرده‌اند، به من نزدیک می‌شوند؛

151 Maar Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid.

اما ای خداوند، تو در کنار من هستی. همهٔ احکام تو حقیقت است.

152 Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt.

احکام تو را از مدتها پیش آموخته‌ام! تو آنها را چنان تثبیت کرده‌ای که تا ابد پا برجا بمانند.

153 Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten.

ای خداوند، بر رنجهای من نظر کن و مرا نجات ده، زیرا من نسبت به شریعت تو بی‌اعتنا نبوده‌ام.

154 Twist mijn twistzaak, en verlos mij, maak mij levend, naar Uw toezegging.

از حق من دفاع کن و مرا آزاد ساز! طبق وعده‌ات جان مرا حفظ کن.

155 Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken Uw inzettingen niet.

بدکاران نجات نخواهند یافت، زیرا فرایض تو را اطاعت نمی‌کنند.

156 HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten.

خداوندا، رحمت تو عظیم است! بگذار با حفظ قوانینت زنده بمانم!

157 Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet.

دشمنان و آزاردهندگان من بسیارند، اما من از اطاعت نمودن احکام تو غفلت نخواهم کرد.

158 Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden.

وقتی به بدکاران که کلام تو را اطاعت نمی‌کنند، نگاه می‌کنم، از آنها منزجر می‌شوم.

159 Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o HEERE! maak mij levend naar Uw goedertierenheid.

خداوندا، ملاحظه فرما که چقدر فرمانهای تو را دوست می‌دارم. طبق محبت خود، جان مرا حفظ کن.

160 Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid.

تمام قوانین تو بر حق و داوریهای تو همیشه عادلانه است.

161 Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord.

زورمندان با بی‌انصافی بر من ظلم کردند، اما من کلام تو را گرامی داشتم.

162 Ik ben vrolijk over Uw toezegging, als een, die een groten buit vindt.

به سبب وعده‌های تو خوشحال هستم، خوشحال مانند کسی که گنج بزرگی یافته باشد!

163 Ik haat de valsheid, en heb er een gruwel van; maar Uw wet heb ik lief.

از دروغ متنفر و بیزارم، اما شریعت تو را دوست دارم.

164 Ik loof U zeven maal des daags, over de rechten Uwer gerechtigheid.

برای قوانین عادلانهٔ تو، روزی هفت بار تو را سپاس می‌گویم.

165 Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot.

آنان که شریعت تو را دوست دارند از سلامتی کامل برخوردارند و هیچ قدرتی باعث لغزش آنان نخواهد شد!

166 O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden.

ای خداوند، من احکام تو را اطاعت می‌کنم و امیدم به توست که مرا نجات دهی.

167 Mijn ziel onderhoudt Uw getuigenissen, en ik heb ze zeer lief.

احکام تو را انجام می‌دهم و آنها را از صمیم قلب دوست می‌دارم.

168 Ik onderhoud Uw bevelen en Uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U.

فرامین و احکام تو را نگاه می‌دارم، زیرا تو ناظر بر همهٔ کارهای من هستی.

169 Thau. O HEERE! laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord.

ای خداوند، فریاد مرا بشنو! طبق وعده‌ای که داده‌ای قدرت درک مرا زیاد کن.

170 Laat mijn smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging.

دعایم را بشنو و طبق وعده‌ات مرا نجات ده!

171 Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben.

همیشه تو را سپاس می‌گویم، زیرا فرایض خود را به من می‌آموزی.

172 Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid.

کلامت را با سرود ستایش خواهم کرد، زیرا تمام احکام تو عادلانه است!

173 Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen verkoren.

یار و یاور من باش، زیرا مطیع فرامین تو هستم.

174 O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking.

ای خداوند، مشتاق دیدن عمل رهایی‌بخش تو هستم؛ شریعت تو لذت زندگی من است!

175 Laat mijn ziel leven, en zij zal U loven, en laat Uw rechten mij helpen.

بگذار زنده بمانم و تو را سپاس بگویم! بگذار قوانین تو راهنمای من باشند!

176 Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw knecht, want Uw geboden heb ik niet vergeten.

مانند گوسفند گمشده سرگردان هستم! بیا و مرا دریاب، زیرا خادمت احکام تو را فراموش نکرده است.

The Creation of Light