Jesaja 26

1 Te dien dage zal dit lied gezongen worden in het land van Juda; Wij hebben een sterke stad, God stelt heil tot muren en voorschansen.

۱ در آن روز این سرود در زمین یهوداسراییده خواهد شد؛ ما را شهری قوی است که دیوارها و حصار آن نجات است.

2 Doet de poorten open, dat het rechtvaardige volk daarin ga, hetwelk de getrouwigheden bewaart.

۲ دروازه‌ها را بگشایید تا امت عادل که امانت رانگاه می‌دارند داخل شوند.

3 Het is een bevestigd voornemen, Gij zult allerlei vrede bewaren, want men heeft op U vertrouwd.

۳ دل ثابت را درسلامتی کامل نگاه خواهی داشت، زیرا که بر توتوکل دارد.

4 Vertrouwt op den HEERE tot in der eeuwigheid; want in den Heere HEERE is een eeuwige rotssteen.

۴ بر خداوند تا به ابد توکل نمایید، چونکه در یاه یهوه صخره جاودانی است.

5 Want Hij buigt de hooggezetenen neder, de verheven stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert ze tot de aarde toe, Hij doet ze tot aan het stof reiken.

۵ زیراآنانی را که بر بلندیها ساکنند فرود می‌آورد. وشهر رفیع را به زیر می‌اندازد. آن را به زمین انداخته، با خاک یکسان می‌سازد.

6 De voet zal ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der armen.

۶ پایها آن راپایمال خواهد کرد. یعنی پایهای فقیران وقدمهای مسکینان.

7 Het pad des rechtvaardigen is geheel effen, den gang des rechtvaardigen weegt Gij recht.

۷ طریق عادلان استقامت است. ای تو که مستقیم هستی طریق عادلان را هموار خواهی ساخت.

8 Wij hebben ook in den weg Uwer gerichten, U, o HEERE! verwacht; tot Uw Naam en tot Uw gedachtenis is de begeerte onzer ziel.

۸ پس‌ای خداوند در طریق داوریهای توانتظار تو را کشیده‌ایم. و جان ما به اسم تو و ذکر تو مشتاق است.

9 Met mijn ziel heb ik U begeerd in den nacht, ook zal ik met mijn geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld gerechtigheid.

۹ شبانگاه به‌جان خود مشتاق توهستم. و بامدادان به روح خود در اندرونم تو رامی طلبم. زیرا هنگامی که داوریهای تو بر زمین آید سکنه ربع مسکون عدالت را خواهندآموخت.

10 Wordt den goddeloze genade bewezen, hij leert evenwel geen gerechtigheid, hij drijft onrecht in een gans richtig land, en hij ziet de hoogheid des HEEREN niet aan.

۱۰ هرچند بر شریر ترحم شود عدالت را نخواهد آموخت. در زمین راستان شرارت می‌ورزد و جلال خداوند را مشاهده نمی نماید.

11 HEERE! is Uw hand verhoogd, zij zien het niet; maar zij zullen het zien, en beschaamd worden, vanwege den ijver over Uw volk, ook zal het vuur Uw wederpartijders verteren.

۱۱ ‌ای خداوند دست تو برافراشته شده است امانمی بینند. لیکن چون غیرت تو را برای قوم ملاحظه کنند خجل خواهند شد. و آتش نیزدشمنانت را فرو خواهد برد.

12 HEERE! Gij zult ons vrede bestellen, want Gij hebt ons ook al onze zaken uitgericht.

۱۲ ‌ای خداوند سلامتی را برای ما تعیین خواهی نمود. زیرا که تمام کارهای ما را نیز برای ما به عمل آورده‌ای.

13 HEERE, onze God! andere heren, behalve Gij, hebben over ons geheerst; doch door U alleen gedenken wij Uws Naams.

۱۳ ‌ای یهوه خدای ما آقایان غیر از تو بر ما استیلا داشتند. اما به تو فقط اسم تورا ذکر خواهیم کرد.

14 Dood zijnde zullen zij niet weder leven, overleden zijnde zullen zij niet opstaan; daarom hebt Gij hen bezocht, en hebt hen verdelgd, en Gij hebt al hun gedachtenis doen vergaan.

۱۴ ایشان مردند و زنده نخواهند شد. خیالها گردیدند و نخواهندبرخاست. بنابراین ایشان را سزا داده، هلاک ساختی و تمام ذکر ایشان را محو نمودی.

15 Gij, o HEERE! hadt dit volk vermeerderd, Gij hadt dit volk vermeerderd; Gij waart verheerlijkt geworden; maar Gij hebt hen in al de einden des aardrijks verre weggedaan.

۱۵ قوم را افزودی‌ای خداوند قوم را مزید ساخته، خویشتن را جلال دادی. و تمامی حدود زمین راوسیع گردانیدی.

16 HEERE! in benauwdheid hebben zij U bezocht; zij hebben hun stil gebed uitgestort, als Uw tuchtiging over hen was.

۱۶ ‌ای خداوند ایشان در حین تنگی، تو راخواهند طلبید. و چون ایشان را تادیب نمایی دعاهای خفیه خواهند ریخت.

17 Gelijk een bevruchte vrouw, als zij nadert tot het baren, smarten heeft, en schreeuwt in haar weeen, alzo zijn wij geweest, o HEERE! vanwege Uw aangezicht.

۱۷ مثل زن حامله‌ای که نزدیک زاییدن باشد و درد او راگرفته، از آلام خود فریاد بکند همچنین ما نیز‌ای خداوند در حضور تو هستیم.

18 Wij waren bevrucht, wij hadden de smarten, maar wij hebben niet dan wind gebaard; wij deden het land geen behoudenis aan, en de inwoners der wereld vielen niet neder.

۱۸ حامله شده، دردزه ما را گرفت و باد را زاییدیم. و در زمین هیچ نجات به ظهور نیاوردیم. و ساکنان ربع مسکون نیفتادند.

19 Uw doden zullen leven, ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan; waakt op en juicht, gij, die in het stof woont! want uw dauw zal zijn als een dauw der moeskruiden, en het land zal de overledenen uitwerpen.

۱۹ مردگان تو زنده خواهند شد و جسدهای من خواهند برخاست. ای شما که در خاک ساکنیدبیدار شده، ترنم نمایید! زیرا که شبنم تو شبنم نباتات است. و زمین مردگان خود را بیرون خواهدافکند.

20 Ga henen, mijn volk! ga in uw binnenste kamers, en sluit uw deuren na u toe; verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga.

۲۰ ‌ای قوم من بیایید به حجره های خویش داخل شوید و درهای خود را در عقب خویش ببندید. خویشتن را اندک لحظه‌ای پنهان کنید تاغضب بگذرد.

21 Want ziet, de HEERE zal uit Zijn plaats uitgaan, om de ongerechtigheid van de inwoners der aarde over hen te bezoeken; en de aarde zal haar bloed ontdekken, en zal haar doodgeslagenen niet langer bedekt houden.

۲۱ زیرا اینک خداوند از مکان خود بیرون می‌آید تا سزای گناهان ساکنان زمین را به ایشان برساند. پس زمین خونهای خود رامکشوف خواهد ساخت و کشتگان خویش رادیگر پنهان نخواهد نمود.