Jesaja 12

1 En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.

Et tu diras en ce jour-là: Je vous glorifierai. Seigneur, parce que vous avez été irrité contre moi; mais votre fureur s’est tournée, et vous m’avez consolé.

2 Ziet, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de Heere HEERE is mijn Sterkte en mijn Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden.

Voilà que Dieu est mon sauveur, j’agirai avec confiance, et je ne craindrai pas, parce que ma force et ma louange, c’est le Seigneur, et qu’il est devenu mon salut.

3 En gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils;

Vous puiserez avec joie des eaux des fontaines du Sauveur;

4 En zult te dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken! vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is.

Et vous direz en ce jour-là: Glorifiez le Seigneur, et invoquez son nom; faites connaître parmi les nations ses œuvres; souvenez-vous que sublime est son nom.

5 Psalmzingt den HEERE, want Hij heeft heerlijk dingen gedaan; zulks zij bekend op den gansen aardbodem.

Chantez le Seigneur, il a agi avec magnificence; annoncez cela dans toute la terre.

6 Juich en zing vrolijk, gij inwoneres van Sion! want de Heilige Israels is groot in het midden van u.

Exulte et loue, habitation de Sion, parce que grand est au milieu de toi le saint d’Israël.