10 Gij, o koning! hebt een bevel gegeven, dat alle mensen, die horen zouden het geluid des hoorns, der pijp, der citer, der vedel, der psalteren, en des akkoordgezangs, en allerlei soorten van muziek, nedervallen, en het gouden beeld aanbidden zouden;
Thou, O king, hast made a decree, that every man that shall hear the sound of the horn, pipe, harp, trigon, psaltery, and bagpipe, and all kinds of music, shall fall down and worship the golden image;