< Hooglied 4 >

1 Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! zie, gij zijt schoon; uw ogen zijn duiven ogen tussen uw vlechten; uw haar is als een kudde geiten, die het gras van den berg Gileads afscheren.
◆新郎: 我的愛卿! 妳多麼美麗! 妳的兩眼隱在面紗後,有如一對鴿眼;妳的頭髮猶如由基肋阿得山下來的一群山羊。
2 Uw tanden zijn als een kudde schapen, die geschoren zijn, die uit de wasstede opkomen; die al te zamen tweelingen voortbrengen, en geen onder hen is jongeloos.
妳的牙齒像一群剪毛後洗潔上來的母綿羊,都懹有雙胎,沒有不生育的。
3 Uw lippen zijn als een scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk; de slaap uws hoofds is als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten.
妳的嘴脣像一縷朱紅線,妳的小口嬌美可愛;妳隱在面紗後的兩頰,有如分兩半的石榴。
4 Uw hals is als Davids toren, die gebouwd is tot ophanging van wapentuig, waar duizend rondassen aan hangen, altemaal zijnde schilden der helden.
妳的頭頸宛如達味的寶塔,建築如寶疊,懸有上千的盾牌都是武士的利器。
5 Uw twee borsten zijn gelijk twee welpen, tweelingen van een ree, die onder de lelien weiden.
妳的兩個乳房,好似母羚羊的一對孿生小羚羊,牧放在百合花中。
6 Totdat de dag aankomt, en de schaduwen vlieden, zal Ik gaan tot den mirreberg, en tot den wierookheuvel.
趁晚風還未生涼,日影還未消失,我要到沒藥山,上乳香嶺。
7 Geheel zijt gij schoon, Mijn vriendin, en er is geen gebrek aan u.
我的愛卿! 妳是全美的,妳毫無瑕疵。
8 Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de bergen der luipaarden.
妳從黎巴嫩下來,離開阿瑪納山巔,色尼爾和赫爾孟山頂,獅子的巢穴,豹子的山崗。
9 Gij hebt Mij het hart genomen, Mijn zuster, o bruid! gij hebt Mij het hart genomen, met een van uw ogen, met een keten van uw hals.
,妳奪去了我的心! 妳回目一顧,妳項鏈上的一顆珍珠,奪去了我的心。
10 Hoe schoon is uw uitnemende liefde, Mijn zuster, o bruid! hoeveel beter is uw uitnemende liefde dan wijn, en de reuk uwer olien dan alle specerijen!
我的妹妹,我的新娘! 妳的愛撫多麼甘甜,妳的愛撫勝過美洒,妳香液的芬芳超越一切的香料。
11 Uw lippen, o bruid! druppen van honigzeem; honig en melk is onder uw tong, en de reuk uwer klederen is als de reuk van Libanon.
我的新娘! 妳的嘴脣滴流巒蜜,妳的舌下有蜜有奶;妳衣服的芬芳好似乳香。
12 Mijn zuster, o bruid! gij zijt een besloten hof, een besloten wel, een verzegelde fontein.
我的妹妹,我的新娘! 是關閉的花園,是一座關鎖的花園,我一個封鎖的泉源。
13 Uw scheuten zijn een paradijs van granaatappelen, met edele vruchten, cyprus met nardus;
妳吐苗萌芽,形成了石榴園,內有各種珍奇的果木:鳳仙和玫瑰,杳樹,
14 Nardus en saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen van wierook, mirre en aloe, mitsgaders alle voornaamste specerijen.
甘松和番紅,丁香和肉桂,各種乳香樹,沒藥蘆薈,以及各種奇香異草。
15 O fontein der hoven, put der levende wateren, die uit Libanon vloeien!
妳是湧出的水泉,是從黎巴嫩流下的活水泉。新娘:
16 Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten!
北風,吹來! 南風,吹來! 吹向我的花園,使它的清香四溢。願我的愛人進入他的花園,品嘗其中的佳果!

< Hooglied 4 >