Psalmen 87

1 Een psalm, een lied voor de kinderen van Korach. Zijn grondslag is op de bergen der heiligheid.

The city that Yahweh established is on his sacred hill.

2 De HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob.

He loves that city, Jerusalem, more than he loves any other city in Israel.

3 Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! (Sela)

[You people in] [APO] the city that God (owns/lives in), people say wonderful things about your city.

4 Ik zal Rahab en Babel vermelden, onder degenen, die Mij kennen; ziet, de Filistijn, en de Tyrier, met den Moor, deze is aldaar geboren.

[Some of those who know about God are the people of] Egypt and Babylonia, and also [the people of] Philistia and Tyre and Ethiopia; [some day they all] will say, “[Although I was not born in Jerusalem], [because I belong to Yahweh, it is as though] I was born there.”

5 En van Sion zal gezegd worden: Die en die is daarin geboren; en de Allerhoogste Zelf zal hen bevestigen.

And concerning Jerusalem, people will say [“It is as though] everyone was born there, and Almighty God will cause that city to remain strong/safe/secure.”

6 De HEERE zal hen rekenen in het opschrijven der volken, zeggende: Deze is aldaar geboren. (Sela)

Yahweh will write a list of [the names of] the people of various groups [who belong to him], and he will say that [he considers them] all to be citizens of Jerusalem.

7 En de zangers, gelijk de speellieden, mitsgaders al mijn fonteinen, zullen binnen u zijn.

They will all dance and sing, saying, “Jerusalem is the source of all our blessings.”