Psalmen 6

1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith. O HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid!

برای رهبر سرایندگان: مزمور داوود، با همراهی سازهای زهی، در مایۀ شِمینیت. ای خداوند، مرا در شدت خشم خود توبیخ و تنبیه نکن.

2 Wees mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt; genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt.

ای خداوند، به من رحم کن زیرا پژمرده شده‌ام. خداوندا، مرا شفا ده، زیرا دردْ وجودم را فرا گرفته

3 Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; en Gij, HEERE, hoe lange?

و بسیار پریشانم. تا به کی ای خداوند، تا به کی؟

4 Keer weder, HEERE, red mijn ziel; verlos mij, om Uwer goedertierenheid wil.

ای خداوند، بیا و مرا برهان؛ به خاطر محبت خود، مرا نجات ده.

5 Want in den dood is Uwer geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf? (Sheol h7585)

زیرا مردگان نمی‌توانند تو را به یاد آورند. کیست که در قبر تو را ستایش کند؟ (Sheol h7585)

6 Ik ben moede van mijn zuchten; ik doe mijn bed den gansen nacht zwemmen; ik doornat mijn bedstede met mijn tranen.

از نالیدن خسته شده‌ام. هر شب بسترم را غرق اشک می‌سازم.

7 Mijn oog is doorknaagd van verdriet, is veroud, vanwege al mijn tegenpartijders.

از آزار دشمنانم آنقدر گریه کرده‌ام که چشمانم تار شده‌اند.

8 Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.

ای همهٔ بدکاران، از من دور شوید؛ زیرا خداوند صدای گریهٔ مرا شنیده است.

9 De HEERE heeft mijn smeking gehoord; de HEERE zal mijn gebed aannemen.

او به فریاد من خواهد رسید و دعایم را اجابت خواهد کرد.

10 Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd worden.

آنگاه همهٔ دشمنانم ناگهان عاجز و درمانده شده، با سرافکندگی دور خواهند شد.