Leviticus 18
1 Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
| سپس خداوند به موسی فرمود: |
2 Spreek tot de kinderen Israels en zeg tot hen: Ik ben de HEERE, uw God!
| «این دستورها را به بنی‌اسرائیل بده: من یهوه خدای شما هستم. |
3 Gij zult niet doen naar de werken des Egyptischen lands, waarin gij gewoond hebt; en naar de werken des lands Kanaan, waarheen Ik u brenge, zult gij niet doen, en zult in hun inzettingen niet wandelen.
| پس مانند بت‌پرستان رفتار نکنید یعنی مانند مصری‌هایی که در کشورشان زندگی می‌کردید و یا مانند کنعانی‌هایی که می‌خواهم شما را به سرزمینشان ببرم. |
4 Mijn rechten zult gij doen, en Mijn inzettingen zult gij houden, om in die te wandelen; Ik ben de HEERE, uw God!
| شما باید از دستورهای من پیروی کنید و قوانین مرا نگاه دارید و آنها را بجا آورید، چون من یهوه، خدای شما هستم. |
5 Ja, Mijn inzettingen en Mijn rechten zult gij houden; welk mens dezelve zal doen, die zal door dezelve leven; Ik ben de HEERE!
| پس دستورها و قوانین مرا نگاه دارید، زیرا از طریق اطاعت از احکام شریعت است که شخص از حیات برخوردار می‌شود. من یهوه هستم. |
6 Niemand zal tot enige nabestaande zijns vleses naderen, om de schaamte te ontdekken; Ik ben de HEERE!
| «هیچ‌کس از شما نباید با محارمِ خود همبستر شود. من یهوه هستم. |
7 Gij zult de schaamte uws vaders en de schaamte uwer moeder niet ontdekken; zij is uw moeder; gij zult haar schaamte niet ontdekken.
| با مادر خود همبستر نشو، زیرا با این کار به او و به پدرت بی‌احترامی می‌کنی. |
8 Gij zult de schaamte der huisvrouw uws vaders niet ontdekken; het is de schaamte uws vaders.
| با هیچ‌کدام از زنان پدرت همبستر نشو، چون با این کار به پدرت بی‌احترامی می‌کنی. |
9 De schaamte uwer zuster, der dochter uws vaders, of der dochter uwer moeder, te huis geboren of buiten geboren, haar schaamte zult gij niet ontdekken.
| همچنین با خواهر تنی یا با خواهر ناتنی خود، چه دختر پدرت باشد چه دختر مادرت، چه در همان خانه به دنیا آمده باشد چه در جای دیگر، همبستر نشو. |
10 De schaamte der dochter uws zoons, of der dochter uwer dochter, haar schaamte zult gij niet ontdekken; want zij zijn uw schaamte.
| «با دختر پسرت یا دختر دخترت همبستر نشو، چون با این کار خود را رسوا می‌کنی. |
11 De schaamte van de dochter der huisvrouw uws vaders, die uw vader geboren is (zij is uw zuster), haar schaamte zult gij niet ontdekken.
| با دختر زن پدرت همبستر نشو، چون او خواهر ناتنی توست. |
12 Gij zult de schaamte van de zuster uws vaders niet ontdekken; zij is uws vaders nabestaande.
| با عمهٔ خود همبستر نشو، چون از بستگان نزدیک پدرت می‌باشد. |
13 Gij zult de schaamte van de zuster uwer moeder niet ontdekken; want zij is uwer moeder nabestaande.
| با خالهٔ خود همبستر نشو، چون از بستگان نزدیک مادرت است. |
14 Gij zult de schaamte van den broeder uws vaders niet ontdekken; tot zijn huisvrouw zult gij niet naderen; zij is uw moei.
| با زن عموی خود همبستر نشو، چون او مثل عمهٔ توست. |
15 Gij zult de schaamte uwer schoondochter niet ontdekken; zij is uws zoons huisvrouw; gij zult haar schaamte niet ontdekken.
| «با عروس خود همبستر نشو، چون زن پسر توست. |
16 Gij zult de schaamte der huisvrouw uws broeders niet ontdekken; het is de schaamte uws broeders.
| با زن برادرت همبستر نشو، چون با این کار به برادرت بی‌احترامی می‌کنی. |
17 Gij zult de schaamte ener vrouw en harer dochter niet ontdekken; de dochter haars zoons, noch de dochter van haar dochter zult gij nemen, om haar schaamte te ontdekken; zij zijn nabestaanden; het is een schandelijke daad.
| با یک زن و دختر او یا نوه‌اش همبستر نشو، چون آنها بستگان نزدیک همدیگرند و این عمل قبیحی است. |
18 Gij zult ook geen vrouw tot haar zuster nemen, om haar te benauwen, mits haar schaamte nevens haar, in haar leven, te ontdekken.
| مادامی که زنت زنده است نباید خواهر او را هم به زنی بگیری و با او همبستر شوی. |
19 Ook zult gij tot de vrouw in de afzondering van haar onreinigheid niet naderen, om haar schaamte te ontdekken.
| «با زنی به هنگام عادت ماهانه‌اش همبستر نشو. |
20 En gij zult niet liggen bij uws naasten huisvrouw ter bezading, om met haar onrein te worden.
| با زنی که همسر مرد دیگری است همبستر نشو و خود را با او نجس نساز. |
21 En van uw zaad zult gij niet geven, om voor den Molech door het vuur te doen gaan; en den Naam uws Gods zult gij niet ontheiligen; Ik ben de HEERE!
| «هیچ‌کدام از فرزندان خود را به بت مولک هدیه نکن و آنها را بر مذبح آن نسوزان زیرا با این کار نام خداوند، خدای خود را بی‌حرمت خواهی کرد. |
22 Bij een manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke bijligging; dit is een gruwel.
| «هیچ مردی نباید با مرد دیگری نزدیکی کند، چون این عمل، بسیار قبیح است. |
23 Insgelijks zult gij bij geen beest liggen, om daarmede onrein te worden; een vrouw zal ook niet staan voor een beest, om daarmede te doen te hebben; het is een gruwelijke vermenging.
| هیچ مرد یا زنی نباید با هیچ حیوانی نزدیکی کند و با این کار خود را نجس سازد. این عمل، بسیار قبیح است. |
24 Verontreinigt u niet met enige van deze; want de heidenen, die Ik van uw aangezicht uitwerpe, zijn met alle deze verontreinigd;
| «با این کارها خود را نجس نسازید، چون این اعمالی است که بت‌پرستها انجام می‌دهند و به خاطر این کارهاست که می‌خواهم آنان را از سرزمینی که شما داخل آن می‌شوید بیرون کنم. |
25 Zodat het land onrein is, en Ik over hetzelve zijn ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn inwoners uitspuwt.
| تمامی آن سرزمین با این نوع اعمال، نجس شده است. به همین دلیل است که مردمانی را که در آنجا ساکنند مجازات می‌کنم، و سرزمینشان آنها را قی می‌کند. |
26 Maar gij zult Mijn inzettingen en Mijn rechten onderhouden, en van al die gruwelen niets doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert.
| شما باید از تمام قوانین و دستورهای من اطاعت کنید و هیچ‌کدام از این اعمال قبیح را انجام ندهید. این قوانین هم شامل شما می‌شود و هم شامل غریبانی که در میان شما ساکنند. |
27 Want de lieden dezes lands, die voor u geweest zijn, hebben al deze gruwelen gedaan; en het land is onrein geworden.
| «آری، تمامی این اعمال قبیح به‌وسیلۀ مردمان سرزمینی که می‌خواهم شما را به آنجا ببرم به عمل آمده و آن سرزمین را نجس کرده است. |
28 Dat u dat land niet uitspuwe, als gij hetzelve zult verontreinigd hebben; gelijk als het het volk, dat voor u was, uitgespuwd heeft.
| شما این اعمال را انجام ندهید و گرنه شما را نیز مثل اقوامی که اکنون در آنجا ساکنند از آن سرزمین بیرون خواهم راند. |
29 Want al wie enige van deze gruwelen doen zal, die zielen, die ze doen, zullen uit het midden van haar volk uitgeroeid worden.
| هر کس مرتکب یکی از این اعمال قبیح گردد، از میان قوم منقطع خواهد شد. |
30 Daarom zult gij Mijn bevel onderhouden, dat gij niet doet van die gruwelijke inzettingen, die voor u zijn gedaan geweest, en u daarmede niet verontreinigt; Ik ben de HEERE, uw God!
| پس احکام مرا اطاعت کنید و هیچ‌یک از این عادات زشت را انجام ندهید. خود را با این اعمال قبیح نجس نکنید زیرا من یهوه، خدای شما هستم.» |
