2 Samuël 4

1 Als nu Sauls zoon hoorde, dat Abner te Hebron gestorven was, werden zijn handen slap, en gans Israel werd verschrikt.

Keturunan Saul yang lain ialah Mefiboset, putra Yonatan. Dia pincang sejak berumur lima tahun, yaitu ketika Saul dan Yonatan meninggal. Sebab pada saat kabar tentang kematian mereka datang dari kota Yizreel, inang pengasuh Mefiboset menggendongnya lalu lari; tetapi karena wanita itu sangat terburu-buru, anak itu jatuh sehingga menjadi pincang. Ketika Isyboset putra Saul mendengar bahwa Abner telah dibunuh di Hebron, hilanglah semangatnya, dan seluruh bangsa Israel menjadi gentar. Isyboset mempunyai dua orang perwira yang menjadi kepala pasukan penyerbu; yang seorang bernama Baana, yang seorang lagi bernama Rekhab. Mereka anak Rimon, dari Beerot dari suku Benyamin. (Beerot terhitung daerah Benyamin. Penduduk aslinya sudah melarikan diri ke Gitaim dan tinggal di sana semenjak itu.)

2 En Sauls zoon had twee mannen, oversten van benden; de naam des enen was Baena, en de naam des anderen Rechab, zonen van Rimmon, den Beerothiet, van de kinderen van Benjamin; want ook Beeroth werd aan Benjamin gerekend.

3 En de Beerothieten waren gevloden naar Gitthaim, en waren aldaar vreemdelingen tot op dezen dag.

4 En Jonathan, Sauls zoon, had een zoon, die geslagen was aan beide voeten; vijf jaren was hij oud als het gerucht van Saul en Jonathan uit Jizreel kwam; en zijn voedster hem opnam, en vluchtte; en het geschiedde, als zij haastte, om te vluchten, dat hij viel en kreupel werd; en zijn naam was Mefiboseth.

5 En de zonen van Rimmon: den Beerothiet, Rechab en Baena, gingen heen, en kwamen ten huize van Isboseth, als de dag heet geworden was; en hij lag op de slaapstede, in den middag.

Kedua orang perwira itu, yaitu Rekhab dan Baana berangkat ke rumah Isyboset dan tiba di situ pada waktu tengah hari, ketika Isyboset sedang istirahat siang.

6 En zij kwamen daarin tot het midden des huizes, als zullende tarwe halen; en zij sloegen hem aan de vijfde rib; en Rechab en zijn broeder Baena ontkwamen.

Wanita penjaga rumah mengantuk ketika sedang membersihkan gandum, lalu tertidur. Karena itu Rekhab dan Baana dapat menyelinap masuk.

7 Want zij kwamen in huis, als hij op zijn bed lag, in zijn slaapkamer, en sloegen hem, en doodden hem, en hieuwen zijn hoofd af; en zij namen zijn hoofd, en gingen henen, den weg op het vlakke veld, den gansen nacht.

Mereka terus masuk ke kamar tidur di mana Isyboset sedang tidur nyenyak, lalu menikam dia sampai mati. Mereka memenggal kepalanya dan membawanya pergi. Semalam suntuk mereka berjalan melalui Lembah Yordan.

8 En zij brachten het hoofd van Isboseth tot David te Hebron, en zeiden tot den koning: Zie, daar is het hoofd van Isboseth, den zoon van Saul, uw vijand, die uw ziel zocht, alzo heeft de HEERE mijn heer den koning te dezen dage wrake gegeven van Saul en van zijn zaad.

Kemudian mereka menyerahkan kepala Isyboset itu kepada Daud di Hebron sambil berkata, "Inilah kepala Isyboset putra Saul, musuh Baginda yang berusaha hendak membunuh Baginda. Hari ini TUHAN telah membalas perbuatan Saul dan keturunannya bagi Baginda."

9 Maar David antwoordde Rechab en zijn broeder Baena, den zonen van Rimmon, den Beerothiet, en zeide tot hen: Zo waarachtig als de HEERE leeft, Die mijn ziel uit alle benauwdheid verlost heeft!

Tetapi Daud menjawab, "TUHAN yang hidup, yang telah menyelamatkan aku dari segala bahaya, tahu bahwa yang akan kukatakan ini benar.

10 Dewijl ik hem, die mij boodschapte, zeggende: Zie, Saul is dood; daar hij in zijn ogen was als een, die goede boodschap bracht, nochtans gegrepen en te Ziklag gedood heb, hoewel hij meende, dat ik hem bodenloon zou geven;

Ketika di Ziklag ada orang yang memberitahukan kepadaku tentang wafatnya Saul, dikiranya bahwa dia membawa kabar baik. Tetapi dia telah kutangkap dan kubunuh. Itulah upah yang kuberikan kepadanya sebagai imbalan atas kabar yang dibawanya itu.

11 Hoeveel te meer, wanneer goddeloze mannen een rechtvaardigen man in zijn huis op zijn slaapstede hebben gedood? Nu dan, zou ik zijn bloed van uw handen niet eisen, en u van de aarde wegdoen?

Betapa lebih berat lagi hukuman yang akan kujatuhkan kepada penjahat yang telah membunuh orang yang tidak bersalah dan sedang tidur di rumahnya sendiri! Sekarang aku menuntut pembalasan kepadamu atas pembunuhan itu, serta melenyapkan kamu dari muka bumi ini!"

12 En David gebood zijn jongens, en zij doodden hen, en hieuwen hun handen en hun voeten af, en hingen ze op bij den vijver te Hebron, maar het hoofd van Isboseth namen zij, en begroeven het in Abners graf te Hebron.

Setelah itu Daud memerintahkan kepada anak buahnya untuk membunuh Rekhab dan Baana. Sesudah dibunuh, tangan dan kaki mereka dipotong dan digantung di dekat kolam. Tetapi kepala Isyboset itu diambil dan dikuburkan di kota itu juga di dalam kuburan Abner.