2 Johannes 1
1 De ouderling aan de uitverkoren vrouwe en aan haar kinderen, die ik in waarheid liefheb, en niet alleen ik, maar ook allen, die de waarheid gekend hebben;
The elder To [the] elect lady and to the children of her whom I myself love in truth, and not I myself only, but also all those already knowing the truth —
because of the truth which is abiding in us and with us that will be to the age: (aiōn g165)
3 Genade, barmhartigheid, vrede zij met ulieden van God den Vader, en van den Heere Jezus Christus, den Zoon des Vaders, in waarheid en liefde.
Will be with us grace mercy [and] peace from God [the] Father and from (Lord *K*) Jesus Christ the Son of the Father in truth and love.
4 Ik ben zeer verblijd geweest, dat ik van uw kinderen gevonden heb, die in de waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader.
I rejoiced exceedingly that I have found [some] of the children of you walking in truth even as commandment we received from the Father.
5 En nu bid ik u, uitverkoren vrouwe, niet als u schrijvende een nieuw gebod, maar hetgeen wij gehad hebben van den beginne, namelijk dat wij elkander liefhebben.
And now I implore you, lady, not as a commandment new I am writing to you but that which we have had from [the] beginning, that we may love one another.
6 En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het gebod, gelijk gijlieden van den beginne gehoord hebt, dat gij in hetzelve zoudt wandelen.
And this is love that we may walk according to the commandments of Him. This the commandment is even as you have heard from [the] beginning, so that in it you may walk;
7 Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist.
For many deceivers (have gone out *N(K)O*) into the world, those not confessing Jesus Christ coming in flesh; This is the deceiver and the antichrist.
8 Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen.
do watch yourselves so that not (you may lose *N(K)O*) what things (we have worked for, *NK(O)*) but a reward full (you may receive. *N(K)O*)
9 Een iegelijk, die overtreedt, en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon.
Anyone who (is progressing *N(K)O*) and not abiding in the teaching of Christ God not has; The [one] abiding in the teaching (of the Christ *K*) this [one] both the Father and the Son has.
10 Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet.
If anyone comes to you and this teaching not does bring, not do receive him into [the] house, and to greet him not do tell;
11 Want die tot hem zegt: Zijt gegroet, die heeft gemeenschap aan zijn boze werken.
the [one] telling for him to rejoice partakes in the works of him evil.
12 Ik heb veel aan ulieden te schrijven, doch ik heb niet gewild door papier en inkt; maar ik hoop tot ulieden te komen, en mond tot mond met u te spreken, opdat onze blijdschap volkomen moge zijn.
Many things having to you to write not I purposed with paper and ink; but I hope (to come *N(k)O*) to you and mouth to mouth to speak so that the joy (of us *NK(O)*) completed may be.
13 U groeten de kinderen van uw zuster, de uitverkorene. Amen.
Greet you the children of the sister of you elect (Amen. *KO*)
