< Psalmen 43 >

1 God, schaf mij recht, kom tegen een goddeloos volk voor mij op,
A Psalm of David. Judge me, O God, and discern my cause from that of a nation not holy; rescue me from a man unjust and deceitful.
2 Verlos mij van den man van leugen en misdaad. Gij zijt toch mijn toevlucht, o God! Waarom verstoot Gij mij dan; Waarom ga ik in rouw door de druk van mijn vijand?
For you are God, my strength. Why have you rejected me? And why do I walk in sadness, while the adversary afflicts me?
3 Zend uw licht en uw trouw: Zij zullen mij leiden, En voeren naar uw heilige berg en uw woning.
Send forth your light and your truth. They have guided me and led me, to your holy mountain and into your tabernacles.
4 Dan zal ik naar Gods altaar mogen gaan, Naar den God mijner jubelende vreugde; En met de citer U loven, Mijn Heer en mijn God!
And I will enter, up to the altar of God, to God who enlivens my youthfulness. To you, O God, my God, I will confess upon a stringed instrument.
5 Mijn ziel, wat zijt gij bedroefd, En wat kreunt gij in mij? Vertrouw toch op God: Dan zal ik Hem eens mogen danken Als mijn Helper en God!
Why are you sad, my soul? And why do you disquiet me? Hope in God, for I will still give praise to him: the salvation of my countenance and my God.

< Psalmen 43 >