Aionian Verses
Al zijn zonen en dochters kwamen hem troosten; maar hij wilde geen troost. Want hij sprak: Treurend daal ik naar mijn zoon in het dodenrijk af. Zo bleef zijn vader om hem wenen. (Sheol )
(parallel missing)
Maar hij antwoordde: Mijn zoon gaat niet met u mee; want zijn broer is dood, en hij alleen is nog over. Overkomt hem een ongeluk op de reis, die ge onderneemt, dan zoudt ge mijn grijze haren met kommer ten grave doen dalen. (Sheol )
(parallel missing)
Als ge nu ook dezen van mij wegneemt, en hem een ongeluk overkomt, dan zoudt ge mijn grijze haren met kommer ten grave doen dalen". (Sheol )
(parallel missing)
dan zal hij sterven, als hij ziet, dat de jongen er niet is, en uw dienaars zullen de grijze haren van onzen vader, uw dienaar, met kommer ten grave doen dalen. (Sheol )
(parallel missing)
Maar zo Jahweh iets ongehoords wrocht, zo de grond zijn muil openspert en hen met al het hunne verslindt, zodat ze levend in het dodenrijk dalen, dan zult ge erkennen, dat die mannen Jahweh hebben gehoond. (Sheol )
(parallel missing)
Met al de hunnen, daalden ze levend in het dodenrijk af; de aarde bedekte hen, en ze werden verdelgd uit de gemeente. (Sheol )
(parallel missing)
Want een vuur is ontvlamd in mijn woede, Dat tot het diepst van het dodenrijk brandt! Het zal de aarde met haar gewassen verteren, De grondvesten der bergen verzengen. (Sheol )
(parallel missing)
Jahweh doet sterven en laat leven, Stuurt naar de onderwereld en haalt er uit op; (Sheol )
(parallel missing)
De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed: (Sheol )
(parallel missing)
Handel naar uw wijsheid en laat zijn grijze haren niet in vrede ten grave dalen. (Sheol )
(parallel missing)
maar gij moogt hem niet onbestraft laten. Want ge zijt een wijs man en zult dus wel weten, wat u te doen staat, om zijn grijze haren bebloed naar het dodenrijk te zenden. (Sheol )
(parallel missing)
Zoals een wolk vervliegt en verdwijnt, Zo stijgt, die in het dodenrijk daalt, er niet meer uit op; (Sheol )
(parallel missing)
Zij is hoger nog dan de hemelen: Wat kunt ge beginnen; Dieper nog dan de onderwereld: Wat kunt ge begrijpen; (Sheol )
(parallel missing)
Ach, als Gij mij in het dodenrijk mocht verschuilen, Mij verbergen, tot uw toorn is bedaard, Mij een tijdstip bepalen, en dan aan mij denken, (Sheol )
(parallel missing)
Kan ik nog hopen? Het dodenrijk is mijn huis, In de duisternis heb ik mijn leger gespreid; (Sheol )
(parallel missing)
Zullen ze met mij in het dodenrijk dalen, Zinken wij samen neer in het stof? (Sheol )
(parallel missing)
Ze slijten hun dagen in weelde, En dalen in vrede ten grave. (Sheol )
(parallel missing)
Zoals droogte en hitte het sneeuwwater slurpen, Zo slurpt de onderwereld den zondaar op. (Sheol )
(parallel missing)
Het dodenrijk ligt naakt voor zijn oog, De onderwereld zonder bedekking. (Sheol )
(parallel missing)
Want in de dood denkt niemand aan U; Wie prijst U nog in het dodenrijk? (Sheol )
(parallel missing)
Zó mogen ook de zondaars naar het dodenrijk varen, Alle heidenen, die God niet gedenken; (Sheol )
(parallel missing)
Want Gij geeft mij niet prijs aan het dodenrijk. Gij laat uw vrome het graf niet aanschouwen, (Sheol )
(parallel missing)
De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed: (Sheol )
(parallel missing)
Gij trokt mij uit het dodenrijk op, Ten leven uit het midden van die in het graf zijn gezonken. (Sheol )
(parallel missing)
Jahweh, laat mij toch niet beschaamd komen staan: Want U roep ik aan. Neen, laat de bozen worden beschaamd en in het dodenrijk varen; (Sheol )
(parallel missing)
Als schapen worden ze het graf ingejaagd, Het is de dood, die ze weidt; Regelrecht zinken ze neer in de kuil, En hun gestalte gaat over tot de ontbinding van de dood. (Sheol )
(parallel missing)
Neen, God alleen kan de prijs voor mijn leven betalen. Hij alleen mij uit de macht van het dodenrijk redden! (Sheol )
(parallel missing)
Moge de dood ze verrassen, Zodat ze levend in het dodenrijk dalen! Want boosheid heerst in hun woning, En slechtheid in hun gemoed. (Sheol )
(parallel missing)
Want dan toont Gij mij uw grote ontferming, En redt Gij mij uit het diepst van de afgrond! (Sheol )
(parallel missing)
Want mijn ziel is zat van ellende, Mijn leven het rijk der doden nabij; (Sheol )
(parallel missing)
Waar leeft de man, die de dood niet zal zien, Zijn leven kan redden uit de klauw van het graf? (Sheol )
(parallel missing)
En de strikken des doods mij omknelden; Toen doodsangst mij kwelde, Nood en jammer mij troffen. (Sheol )
(parallel missing)
Stijg ik ten hemel: Gij zijt er; Daal ik in het dodenrijk af: Gij zijt er! (Sheol )
(parallel missing)
Als barsten en scheuren in de akker Liggen mijn beenderen verstrooid aan de rand van het graf: (Sheol )
(parallel missing)
Gelijk de onderwereld hen levend verslinden, Als zij, die ten grave dalen, geheel en al; (Sheol )
(parallel missing)
Haar voeten dalen af naar de dood, Tot de onderwereld leiden haar schreden; (Sheol )
(parallel missing)
Een weg naar de onderwereld is haar huis, Vandaar daalt men af naar het dodenrijk. (Sheol )
(parallel missing)
Maar men vermoedt niet, dat de schimmen daar wonen, Dat haar gasten diep in het dodenrijk komen! (Sheol )
(parallel missing)
Onderwereld en dodenrijk liggen open voor Jahweh, Hoeveel te meer de harten van de kinderen der mensen! (Sheol )
(parallel missing)
De wijze gaat de weg des levens omhoog, Hij wil het dodenrijk beneden ontwijken. (Sheol )
(parallel missing)
Want als ge hem met een stok hebt geslagen, Hebt ge hem van de onderwereld gered. (Sheol )
(parallel missing)
Dodenrijk en onderwereld krijgen nooit genoeg; De ogen der mensen zijn nimmer bevredigd. (Sheol )
(parallel missing)
De onderwereld, De onvruchtbare moederschoot, Het land, dat water te kort komt, Het vuur, dat nooit "genoeg" zegt. (Sheol )
(parallel missing)
Doe al wat uw hand in staat is te doen; Want geen werken of peinzen, Geen kennis of wijsheid is er meer In de onderwereld, waarheen ge gaat. Zevende reeks. Ijdel is het talent. (Sheol )
(parallel missing)
Leg mij op uw hart als een zegel, Om uw arm als een band: Want sterk als de dood is de liefde! Onverbiddelijk als het graf is haar gloed, Zij laait op als het flitsende vuur, Haar vlammen zijn vlammen van Jahweh! (Sheol )
(parallel missing)
Daarom is het dodenrijk dubbel gulzig geworden, En spert het wagenwijd zijn kaken op. Zo gaat de glorie van Sion ten onder, Zijn joelen, zijn juichen, zijn jubel; (Sheol )
(parallel missing)
Vraag een teken van Jahweh, uw God: diep in het dodenrijk, of hoog aan de hemel. (Sheol )
(parallel missing)
Het dodenrijk in de diepte is in beroering gekomen, En snelt ù tegemoet; Het heeft om u de schimmen gewekt, Alle heersers der aarde; Van hun tronen gehaald Alle vorsten der volken. (Sheol )
(parallel missing)
Uw glorie is in het graf gesmeten, Met het geruis van uw citers; De wormen spreiden uw bed, De maden worden uw dek. (Sheol )
(parallel missing)
Ha! in de onderwereld zinkt gij neer. Diep in de grond! (Sheol )
(parallel missing)
Gij zegt: We hebben een verbond met de dood gesloten, Met het dodenrijk een verdrag aangegaan. Als de storm zich ontketent, zal hij ons niet bereiken, Want we hebben ons de leugen tot toevlucht gemaakt, En verschuilen ons in het bedrog. (Sheol )
(parallel missing)
Uw verbond met de dood zal worden verbroken, Uw verdrag met het dodenrijk geen stand kunnen houden. De storm zal worden ontketend, En wanneer hij over u heen zal loeien, Zult ge door hem worden plat geslagen! (Sheol )
(parallel missing)
Ik had al gezegd: In de bloei van mijn leven ga ik heen, Binnen de poorten van het rijk der doden ontboden Voor de rest van mijn jaren. (Sheol )
(parallel missing)
Want het dodenrijk zal U niet prijzen, De dood U niet roemen; Die in het graf is gedaald Op uw trouw niet meer hopen! (Sheol )
(parallel missing)
Gij zalft u met olie voor Molok, Met alle soorten van balsem; En zendt uw boden naar verre gewesten, Naar de diepten zelfs van het dodenrijk. (Sheol )
(parallel missing)
Dit zegt Jahweh, de Heer: Op de dag dat hij naar de onderwereld afdaalde, Liet Ik de oceaan in rouwkleed om hem treuren, Heb Ik zijn oevers verstopt, En het overvloedige water hield op. Ik hulde om hem de Libanon in rouw, En alle bomen van het veld verlepten; (Sheol )
(parallel missing)
Door de dreun van zijn val heb Ik volken verschrikt, Toen Ik hem de diepte instiet, bij hen die in het graf zijn gedaald. Nu troosten zich in de diepte der aarde Alle bomen van Eden, Het puik en de keur van de Libanon, Alles wat water opzuigt. (Sheol )
(parallel missing)
Ook zij moesten met hem mee, het dodenrijk in, Naar hen, die door het zwaard zijn getroffen: Naar zijn bondgenoten, die in zijn schaduw zaten Te midden der volken. (Sheol )
(parallel missing)
Dan zullen de aanvoerders der helden onder in het dodenrijk tot hen zeggen: En met zijn bondgenoten zal het naar beneden komen, en plaats nemen bij de onbesnedenen, bij hen die aan het zwaard zijn geregen. (Sheol )
(parallel missing)
Maar ze liggen niet bij de helden, die in oude tijden gevallen zijn, die naar het dodenrijk zijn afgedaald met hun wapenrusting, wier zwaarden men onder hun hoofd, wier schilden men op hun gebeente gelegd heeft; want men heeft die helden gevreesd in het land der levenden. (Sheol )
(parallel missing)
Zou Ik hem bevrijden uit de klauw van het graf, Van de dood hem verlossen? Dood, waar blijft toch uw pest, Graf, waar blijft uw verrotting? Neen, de ontferming is aan mijn ogen onttrokken: (Sheol )
(parallel missing)
Al dringen ze door in het dodenrijk, Mijn hand haalt ze terug; Al stijgen ze op naar de hemel, Ik smijt ze omlaag; (Sheol )
(parallel missing)
Hij sprak: In mijn angst riep ik tot Jahweh, En Hij heeft mij verhoord; Uit de schoot der onderwereld riep ik om hulp, En Gij hebt naar mijn smeken geluisterd. (Sheol )
(parallel missing)
Wee des te meer den vermetelen rover, Den overmoedigen, rustelozen mens, Gulzig als de onderwereld, Onverzadelijk als de dood! Die alle naties naar zich toetrekt, Alle volken tot zich haalt: (Sheol )
(parallel missing)
Maar Ik zeg u: Wie vertoornd is op zijn broeder, zal schuldig zijn voor het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Raka, zal schuldig zijn voor de Hoge Raad. En wie zegt: Dwaas, zal strafbaar zijn met het helse vuur. (Geenna )
I, however, say to you that any one who cherishes anger against his brother shall be liable to answer for it to the Court; and whoever pours contempt upon his brother shall be liable to answer for it to the High Council, while whoever calls down curses upon him shall be liable to answer for it in the fiery Pit. (Geenna )
Als uw rechteroog u ergert, ruk het dan uit en werp het van u weg; want beter is het voor u, dat één uwer ledematen verloren gaat, dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen. (Geenna )
If your right eye is a snare to you, take it out and throw it away. It would be best for you to lose one part of your body, and not to have the whole of it thrown into the Pit. (Geenna )
En zo uw rechterhand u ergert, houw ze af, en werp ze van u weg; want beter is het voor u, dat één uwer ledematen verloren gaat, dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen. (Geenna )
And, if your right hand is a snare to you, cut it off and throw it away. It would be best for you to lose one part of your body, and not to have the whole of it go down to the Pit. (Geenna )
Weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden, doch de ziel niet kunnen doden; vreest liever Hem, die èn ziel èn lichaam in de hel kan verderven. (Geenna )
And do not be afraid of those who kill the body, but are unable to kill the soul; rather be afraid of him who is able to destroy both soul and body in the Pit. (Geenna )
En gij Kafárnaum, zult ge tot de hemel toe worden verheven? Tot in de hel zult ge zinken; want zo in Sódoma de wonderen waren gebeurd, die in u zijn geschied, het zou zijn blijven bestaan tot op de huidige dag. (Hadēs )
And you, Capernaum! Will you ‘exalt yourself to Heaven’? ‘You shall go down to the Place of Death.’ For, if the miracles which have been done in you had been done in Sodom, it would have been standing to this day. (Hadēs )
En wie iets zegt tegen den Mensenzoon, hem zal het worden vergeven; maar wie iets zegt tegen den Heiligen Geest, hem zal het niet vergeven worden, noch in deze wereld noch in de toekomstige. (aiōn )
Whoever speaks against the Son of Man will be forgiven, but whoever speaks against the Holy Spirit will not be forgiven, either in the present age, or in the age to come. (aiōn )
Wat in de doornen gezaaid werd, is hij, die wel luistert naar het woord; maar de beslommering van de wereld en het bedriegelijke van de rijkdom verstikken het woord. en het blijft zonder vrucht. (aiōn )
By the seed which was sown among the brambles is meant the man who hears the Message, but the cares of life and the glamour of wealth completely choke the Message, so that it gives no return. (aiōn )
de vijand, die het zaaide, is de duivel; de oogst is het einde der wereld; de maaiers zijn de engelen. (aiōn )
and the enemy who sowed them is the Devil. The harvest-time is the close of the age, and the reapers are angels. (aiōn )
Zoals dus het onkruid verzameld en in het vuur wordt verbrand, zo zal het ook geschieden aan het einde der wereld. (aiōn )
And, just as the tares are gathered and burnt, so it will be at the close of the age. (aiōn )
Zo zal het ook gaan aan het einde der wereld. De engelen zullen uitgaan, en de bozen van de rechtvaardigen scheiden. (aiōn )
So will it be at the close of the age. The angels will go out and separate the wicked from the righteous, (aiōn )
En Ik, Ik zeg u: gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. (Hadēs )
Yes, and I say to you, Your name is ‘Peter — a Rock, and on this rock I will build my Church, and the Powers of the Place of Death shall not prevail over it. (Hadēs )
Welnu, zo uw hand of voet u ergert, houw ze af, en werp ze van u weg; want het is beter voor u, verminkt of kreupel het Leven binnen te gaan, dan met twee handen of twee voeten geworpen te worden in het eeuwige vuur. (aiōnios )
If your hand or your foot is a snare to you, cut it off, and throw it away. It would be better for you to enter the Life maimed or lame, than to have both hands, or both feet, and be thrown into the aeonian fire. (aiōnios )
En zo uw oog u ergert, ruk het uit, en werp het weg; want het is beter voor u, met één oog het Leven binnen te gaan, dan met twee ogen geworpen te worden in het helse vuur. (Geenna )
If your eye is a snare to you, take it out, and throw it away. It would be better for you to enter the Life with only one eye, than to have both eyes and be thrown into the fiery Pit. (Geenna )
En zie, daar trad iemand op Hem toe, die tot Hem sprak: Goede Meester, wat goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios )
And a man came up to Jesus, and said: “Teacher, what good thing must I do to obtain Immortal Life?” (aiōnios )
En al wie zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw of kinderen of akkers verlaat om mijn Naam, hij zal het honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven verwerven. (aiōnios )
Every one who has left houses, or brothers, or sisters, or father, or mother, or children, or land, on account of my Name, will receive many times as much, and will ‘gain Immortal Life.’ (aiōnios )
Hij zag een vijgeboom langs de weg, en ging er heen; maar hij vond er niets dan bladeren aan. Hij sprak: Nooit in der eeuwigheid komen er nog vruchten aan u. Terstond verdorde de vijgeboom. (aiōn )
and, noticing a solitary fig tree by the road-side, he went up to it, but found nothing on it but leaves. So he said to it: “Never again shall fruit be gathered off you.” And suddenly the fruit tree withered up. (aiōn )
Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die land en zee doorkruist, om één enkelen bekeerling te maken; maar als hij het geworden is, maakt gij hem tot een kind der hel, tweemaal erger dan gijzelf. (Geenna )
Alas for you, teachers of the law and Pharisees, hypocrites that you are! You scour land and sea to make a single convert, and, when he is gained, you make him twice as deserving of the Pit as you are yourselves. (Geenna )
Slangen, adderenbroed, hoe zult gij de helse verdoemenis ontkomen? (Geenna )
You serpents and brood of vipers! How can you escape being sentenced to the Pit? (Geenna )
Terwijl Hij neerzat op de Olijfberg, kwamen de leerlingen alleen naar Hem toe, en zeiden: Zeg ons, wanneer dit gebeuren zal, en wat het teken zal zijn van uw komst en van het einde der wereld? (aiōn )
so, while Jesus was sitting on the Mount of Olives, his disciples came up to him privately and said: “Tell us when this will be, and what will be the sign of your Coming, and of the close of the age.” (aiōn )
Maar dan zal Hij zeggen tot hen, die aan de linkerhand staan: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat bereid is voor den duivel en zijn engelen. (aiōnios )
Then he will say to those on his left ‘Go from my presence, accursed, into the ‘aeonian fire which has been prepared for the Devil and his angels.’ (aiōnios )
Dan zullen zij gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven. (aiōnios )
And these last will go away ‘into aeonian punishment,’ but the righteous ‘into aeonian life.’” (aiōnios )
en leert ze onderhouden al wat Ik u heb geboden. Ziet, Ik blijf altijd bij u, tot aan het einde der wereld. (aiōn )
and teaching them to lay to heart all the commands that I have given you; and, remember, I myself am with you every day until the close of the age.” (aiōn )
Maar wie lastert tegen den Heiligen Geest, krijgt in eeuwigheid geen vergiffenis, maar hij is schuldig aan een eeuwige zonde. (aiōn , aiōnios )
but whoever slanders the Holy Spirit remains unforgiven to the end; he has to answer for an enduring sin.” (aiōn , aiōnios )
maar de beslommering van de wereld, de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar andere dingen vallen er tussen, en verstikken het woord: het blijft zonder vrucht. (aiōn )
but the cares of life, and the glamour of wealth, and cravings for many other things come in and completely choke the Message, so that it gives no return. (aiōn )
Zo uw hand u ergert, houw ze af. Het is beter, verminkt het Leven binnen te gaan, dan met twee handen naar de hel te gaan, naar het onuitblusbaar vuur, (Geenna )
If your hand proves a snare to you, cut it off. It would be better for you to enter the Life maimed, than to have both your hands and go into the Pit, into the inextinguishable fire. (Geenna )
En zo uw voet u ergert, houw hem af. Het is beter, kreupel het Leven binnen te gaan, dan met beide voeten in de hel te worden geworpen, in het onuitblusbaar vuur, (Geenna )
If your foot proves a snare to you, cut it off. It would be better for you to enter the Life lame, than to have both your feet and be thrown into the Pit. (Geenna )
En zo uw oog u ergert, ruk het uit. Het is beter met één enkel oog het koninkrijk Gods binnen te gaan, dan met twee ogen in de hel te worden geworpen, (Geenna )
If your eye proves a snare to you, tear it out. It would be better for you to enter the Kingdom of God with only one eye, than to have both eyes and be thrown into the Pit, (Geenna )
En toen Hij Zich op weg begaf, kwam iemand toegelopen, knielde voor Hem neer, en vroeg Hem: Goede Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios )
As Jesus was resuming his journey, a man came running up to him, and threw himself on his knees before him. “Good Teacher,” he asked, “what must I do to gain eternal life?” (aiōnios )
of hij zal ontvangen: nu in deze wereld, zij het ook te midden van vervolgingen, het honderdvoud van huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en akkers; en in de toekomstige wereld het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
who will not receive a hundred times as much, even now in the present — houses, and brothers, and sisters, and mothers, and children, and land — though not without persecutions, and, in the age that is coming, Immortal Life. (aiōn , aiōnios )
En Hij sprak tot hem: Nooit in der eeuwigheid eet iemand nog vruchten van u! Zijn leerlingen hoorden het. (aiōn )
So, addressing the tree, he exclaimed: “May no man ever again eat of your fruit!” And his disciples heard what he said. (aiōn )
Hij zal koning zijn over het huis van Jakob in eeuwigheid, en aan zijn koningschap zal geen einde komen. (aiōn )
and he shall reign over the descendants of Jacob for ever; And to his kingdom there shall be no end.” (aiōn )
Zoals Hij tot onze vaderen sprak: Aan Abraham en zijn zaad voor altijd. (aiōn )
(As he promised to our forefathers) For Abraham and his race for ever.” (aiōn )
Zoals Hij eeuwen geleden beloofd had Door de mond zijner heilige profeten: (aiōn )
As he promised by the lips of his Holy Prophets of old — (aiōn )
Ze verzochten Hem dringend, hun niet te gelasten, naar de afgrond te gaan. (Abyssos )
and the demons begged Jesus not to order them away into the bottomless pit. (Abyssos )
En gij Kafárnaum, zult ge tot de hemel toe worden verheven? Tot in de hel zult ge neerzinken. — (Hadēs )
And you, Capernaum! Will you ‘exalt yourself to heaven’? ‘You shall go down to the Place of Death.’ (Hadēs )
En zie, een wetgeleerde stond op, om Hem op de proef te stellen, en sprak: Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios )
Just then a Student of the Law came forward to test Jesus further. “Teacher,” he said, “what must I do if I am to ‘gain Immortal Life’?” (aiōnios )
Ik zal u tonen, wien gij moet vrezen: Vreest Hem, die, als Hij gedood heeft, de macht nog bezit, om in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u: Vreest Hem! (Geenna )
I will show you of whom you should be afraid. Be afraid of him who, after killing you, has the power to fling you into the Pit. Yes, I say, be afraid of him. (Geenna )
En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij met overleg had gehandeld. Waarachtig, de kinderen dezer wereld behartigen hun belangen met meer overleg dan de kinderen van het licht. (aiōn )
His master complimented this dishonest steward on the shrewdness of his action. And indeed men of the world are shrewder in dealing with their fellow-men than those who have the Light. (aiōn )
Ik zeg u: Maakt u vrienden door de ongerechte mammon, opdat, wanneer hij u komt te ontvallen, zij u mogen opnemen in de eeuwige tenten. (aiōnios )
And I say to you ‘Win friends for yourselves with your dishonest money,’ so that, when it comes to an end, there may be a welcome for you into the Eternal Home. (aiōnios )
En terwijl hij in de hel werd gefolterd, sloeg hij zijn ogen op, en zag Abraham van verre, en Lázarus in zijn schoot. (Hadēs )
In the Place of Death he looked up in his torment, and saw Abraham at a distance and Lazarus at his side. (Hadēs )
Een heel voornaam man ondervroeg Hem, en sprak: Goede Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios )
And one of the Presidents asked Jesus this question — “Good Teacher, what must I do if I am to gain Immortal Life?” (aiōnios )
of hij zal veel meer terug ontvangen in deze tijd, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
who will not receive many times as much in the present, and in the age that is coming Immortal Life.” (aiōn , aiōnios )
Jesus sprak tot hen: De kinderen dezer wereld huwen en worden uitgehuwd. (aiōn )
“The men and women of this world,” said Jesus, “marry and are given in marriage; (aiōn )
Maar zij, die waardig worden bevonden, deel te hebben aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, zullen huwen noch uitgehuwd worden. (aiōn )
but, for those who are thought worthy to attain to that other world and the resurrection from the dead, there is no marrying or being married, (aiōn )
opdat ieder die in Hem gelooft, het eeuwige leven zou hebben. (aiōnios )
that every one who believes in him may have Immortal Life.” (aiōnios )
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eengeboren Zoon heeft gegeven: opdat allen die in Hem geloven, niet verloren zouden gaan, maar het eeuwige leven zouden hebben. (aiōnios )
For God so loved the world, that he gave his only Son, that every one who believes in him may not be lost, but have Immortal Life. (aiōnios )
Wie in den Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven; maar wie in den Zoon niet gelooft, zal het leven niet zien, maar Gods gramschap blijft op hem liggen. (aiōnios )
He who believes in the Son has Immortal Life, while he who rejects the Son will not even see that Life, but remains under ‘God’s displeasure.’ (aiōnios )
Maar wie drinkt van het water, dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen; integendeel, het water, dat Ik hem zal geven, zal een bron in hem worden van water, dat opborrelt ten eeuwigen leven. (aiōn , aiōnios )
but whoever once drinks of the water that I will give him shall never thirst any more; but the water that I will give him shall become a spring welling up within him — a source of Immortal Life.” (aiōn , aiōnios )
Ook de maaier ontvangt loon, en verzamelt vrucht ten eeuwigen leven, opdat zaaier en maaier zich samen verheugen. (aiōnios )
Already the reaper is receiving wages and gathering in sheaves for Immortal Life, so that sower and reaper rejoice together. (aiōnios )
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie luistert naar mijn woord, en in Hem gelooft, die Mij heeft gezonden, hij heeft het eeuwige leven, en in het gericht komt hij niet; maar hij is overgegaan van de dood tot het leven. — (aiōnios )
In truth I tell you that he who listens to my Message and believes him who sent me, has Immortal Life, and does not come under condemnation, but has already passed out of Death into Life. (aiōnios )
Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent, daarin het eeuwige leven te hebben; welnu, zij zijn het, die van Mij getuigen. (aiōnios )
You search the Scriptures, because you think that you find in them Immortal Life; and, though it is those very Scriptures that bear testimony to me, (aiōnios )
Arbeidt niet voor de spijs die vergaat, maar voor de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, en die de Mensenzoon u zal geven. Want op Hem heeft God, heeft de Vader zijn zegel gedrukt. (aiōnios )
Work, not for the food that perishes, but for the food that lasts for Immortal Life, which the Son of Man will give you; for upon him the Father — God himself — has set the seal of his approval.” (aiōnios )
Dit is de wil van den Vader, die Mij gezonden heeft, dat wie den Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft, en dat Ik hem op de jongste dag zal doen verrijzen. (aiōnios )
For it is the will of my Father that every one who sees the Son, and believes in him, should have Immortal Life; and I myself will raise him up at the Last Day.” (aiōnios )
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft het eeuwige leven. (aiōnios )
In truth I tell you, he who believes in me has Immortal Life. (aiōnios )
Ik ben het levend brood, dat uit de hemel is neergedaald; zo iemand eet van dit brood, zal hij in eeuwigheid leven. En het brood, dat Ik zal geven, is mijn vlees voor het leven der wereld. (aiōn )
I am the Living Bread that has come down from Heaven. If any one eats of this Bread, he will live for ever; and the Bread that I shall give is my flesh, which I will give for the Life of the world.” (aiōn )
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft het eeuwige leven, en Ik zal hem op de jongste dag doen verrijzen. (aiōnios )
He who takes my flesh for his food, and drinks my blood, has Immortal Life; and I will raise him up at the Last Day. (aiōnios )
Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Niet een brood als de vaders hebben gegeten en toch zijn gestorven; wie dit brood eet zal leven in eeuwigheid. (aiōn )
That is the Bread which has come down from Heaven — not such as your ancestors ate, and yet died; he who takes this Bread for his food shall live for ever.” (aiōn )
Simon Petrus antwoordde Hem: Heer, naar wien zouden we gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; (aiōnios )
But Simon Peter answered: “Master, to whom shall we go? Immortal Life is in your teaching; (aiōnios )
De slaaf nu blijft niet altijd in huis; de zoon blijft er voor altijd. (aiōn )
And a slave does not remain in the home always; but a son remains always. (aiōn )
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo iemand mijn woord onderhoudt, dan zal hij in eeuwigheid de dood niet zien. — (aiōn )
In truth I tell you, if any one lays my Message to heart, he will never really die.” (aiōn )
De Joden zeiden Hem: Nu weten we, dat Gij bezeten zijt! Abraham en de profeten zijn gestorven; en Gij zegt: Zo iemand mijn woord onderhoudt, zal hij de dood niet sterven in eeuwigheid. (aiōn )
“Now we are sure that you are possessed by a demon,” the Jews replied. “Abraham died, and so did the Prophets; and yet you say ‘If any one lays my Message to heart, he will never know death.’ (aiōn )
Nooit in der eeuwigheid is het gehoord, dat iemand de ogen van een blindgeborene heeft geopend. (aiōn )
Since the world began, such a thing was never heard of as any one’s giving sight to a person born blind. (aiōn )
En Ik geef hun het eeuwig leven; ze gaan in eeuwigheid niet verloren, en niemand rooft ze weg uit mijn hand. (aiōn , aiōnios )
and I give them Immortal Life, and they shall not be lost; nor shall any one snatch them out of my hands. (aiōn , aiōnios )
en wie leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven voor eeuwig. Gelooft ge dit? (aiōn )
and he who lives and believes in me shall never die. Do you believe this?” (aiōn )
Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen; maar wie in deze wereld zijn leven haat, zal het behouden ten eeuwigen leven. (aiōnios )
He who loves his life loses it; while he who hates his life in the present world shall preserve it for Immortal Life. (aiōnios )
De menigte antwoordde Hem: We hebben uit de Wet vernomen, dat de Christus in eeuwigheid blijft; en hoe zegt Gij dan, dat de Mensenzoon omhoog geheven moet worden? Wie is die Mensenzoon? (aiōn )
“We,” replied the people, “have learned from the Law that the ‘Christ is to remain for ever’; how is it, then, that you say that the Son of Man must be ‘lifted up’ Who is this ‘Son of Man’?” (aiōn )
En Ik weet, dat zijn gebod het eeuwige leven is. Wat Ik dus spreek, spreek Ik zó, als de Vader het Mij heeft gezegd. (aiōnios )
And I know that Immortal Life lies in keeping his command. Therefore, whatever I say, I say only what the Father has taught me.” (aiōnios )
Petrus zeide Hem: Nooit in der eeuwigheid zult Gij me de voeten wassen. Jesus antwoordde hem: Zo Ik u niet was, hebt ge geen gemeenschap met Mij. (aiōn )
“You shall never wash my feet!” exclaimed Peter. “Unless I wash you,” answered Jesus, “you have nothing in common with me.” (aiōn )
Dan zal Ik den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Helper geven, om bij u te blijven voor eeuwig. (aiōn )
and I will ask the Father, and he will give you another Helper, to be with you always — the Spirit of Truth. (aiōn )
Want Gij hebt Hem macht gegeven over alle vlees, om het eeuwige leven te schenken aan allen, die Gij Hem gegeven hebt. (aiōnios )
even as thou gavest him power over all mankind, that he should give Immortal Life to all those whom thou has given him. (aiōnios )
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enig waarachtigen God, en Hem dien Gij gezonden hebt, Jesus Christus. (aiōnios )
And the Immortal Life is this — to know thee the one true God, and Jesus Christ whom thou has sent as thy Messenger. (aiōnios )
Want Gij laat mijn ziel niet in het dodenrijk achter. Uw Heilige laat Gij het bederf niet aanschouwen, (Hadēs )
For thou wilt not abandon my soul to the Place of Death, Nor surrender me, your holy one, to undergo corruption. (Hadēs )
En daar hij de toekomst voorzag, heeft hij over de verrijzenis van den Christus gezegd, dat Hij niet in het dodenrijk zou worden achtergelaten, en dat zijn vlees het bederf niet zou zien. (Hadēs )
and referred to the resurrection of the Christ when he said that ‘he had not been abandoned to the Place of Death, nor had his body undergone corruption.’ (Hadēs )
en die nu in de hemel moet blijven wonen tot aan de tijden van het herstel aller dingen, waarvan God van ouds heeft gesproken door de mond zijner heilige profeten. (aiōn )
But Heaven must be his home, until the days of the Universal Restoration, of which God has spoken by the lips of his holy Prophets from the very first. (aiōn )
Toen verklaarden Paulus en Bárnabas met grote beslistheid: Aan u moest het eerst Gods woord worden verkondigd; maar nu ge het verwerpt, en uzelf het eeuwige leven niet waardig oordeelt, zie. nu wenden we ons tot de heidenen. (aiōnios )
Then Paul and Barnabas spoke out fearlessly, and said: “It was necessary that the Message of God should be told to you first; but, since you reject it and reckon yourselves not worthy of the Immortal Life — we turn to the Gentiles! (aiōnios )
Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich, en prezen het woord des Heren; en allen die voorbeschikt waren ten eeuwigen leven, werden gelovig. (aiōnios )
On hearing this, the Gentiles were glad and extolled God’s Message; and all those who had been enrolled for Immortal Life became believers in Christ; (aiōnios )
Die van eeuwigheid zijn bekend." (aiōn )
Says the Lord, as he does these things, foreknown from of old.’ (aiōn )
Want zijn onzichtbaar Wezen, zijn eeuwige Macht en zijn Godheid zijn van de schepping der wereld af bij enig nadenken uit het geschapene duidelijk te kennen. Te verontschuldigen zijn ze dus niet. (aïdios )
For ever since the creation of the universe God’s invisible attributes — his everlasting power and divinity — are to be seen and studied in his works, so that men have no excuse; (aïdios )
Ze hebben de waarheid van God tegen de leugen geruild, en liever het schepsel geëerd en gediend dan den Schepper, die geprezen moet worden in eeuwigheid. Amen! (aiōn )
for they had substituted a lie for the truth about God, and had reverenced and worshiped created things more than the Creator, who is to be praised for ever. Amen. (aiōn )
Het eeuwig leven aan hen, die door volharding in het goede, naar glorie en eer en onsterflijkheid streven; (aiōnios )
To those who, by perseverance in doing good, aim at glory, honour, and all that is imperishable, he will give Immortal Life; (aiōnios )
Dus, zoals de zonde heeft geheerst door de dood, zo zal ook de genade heersen door de gerechtigheid ten eeuwigen leven door Jesus Christus onzen Heer. (aiōnios )
in order than, just as Sin had reigned in the realm of Death, so, too, might Loving-kindness reign through righteousness, and result in Immortal Life, through Jesus Christ, our Lord. (aiōnios )
Maar nu gij vrij van de zonde en dienaars van God zijt geworden, plukt thans als vrucht: de heiliging; het einde ervan is het eeuwige leven. (aiōnios )
But now that you have been set free from the control of Sin, and have become servants to God, the fruit that you reap is an ever-increasing holiness, and the end Immortal Life. (aiōnios )
Want het loon der zonde is de dood; maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jesus onzen Heer. (aiōnios )
The wages of Sin are Death, but the gift of God is Immortal Life, through union with Christ Jesus, our Lord. (aiōnios )
tot hen behoren de Vaders, en van hen stamt Christus af naar het vlees: Hij die God is, boven alles gezegend in eeuwigheid. Amen! (aiōn )
They are descended from the Patriarchs; and, as far as his human nature was concerned, from them came the Christ — he who is supreme over all things, God for ever blessed. Amen. (aiōn )
of wie zal naar de afgrond dalen, om Christus te doen opstijgen uit de doden." (Abyssos )
‘or “Who will go down into the depths below?”’ — which means to bring Christ up from the dead. (Abyssos )
Want God heeft allen onder ongehoorzaamheid gevangen gehouden, om aan allen zijn barmhartigheid te tonen. (eleēsē )
For God has given all alike over to disobedience, that to all alike he may show mercy. (eleēsē )
Immers, uit Hem en door Hem en voor Hem is alles! Hem zij de glorie in eeuwigheid. Amen! (aiōn )
For all things are from him, through him, and for him. And to him be all glory for ever and ever! Amen. (aiōn )
Vormt u niet naar deze wereld, maar hervormt u door vernieuwing van inzicht, opdat gij onderscheiden moogt, wat de wil is van God, wat goed is, welbehagelijk en volmaakt. (aiōn )
Do not conform to the fashion of this world; but be transformed by the complete change that has come over your minds, so that you may discern what God’s will is — all that is good, acceptable, and perfect. (aiōn )
Aan Hem, die bij machte is, u vast te doen staan in overeenstemming met mijn Evangelie en de verkondiging van Jesus Christus, -in overeenstemming ook met het heilsgeheim, dat van eeuwigheid was verzwegen, (aiōnios )
Now to him who is able to strengthen you, as promised in the Good News entrusted to me and in the proclamation of Jesus Christ, in accordance with the revelation of that hidden purpose, which in past ages was kept secret but now has been revealed (aiōnios )
maar dat thans is geopenbaard, en op bevel van den eeuwigen God door de profetische schriften aan alle heidenen bekend is gemaakt, om hen tot de gehoorzaamheid aan het geloof te brengen: (aiōnios )
and, in obedience to the command of the Immortal God, made known through the writings of the Prophets to all nations, to secure submission to the Faith — (aiōnios )
aan Hem, den enig wijzen God, zij door Jesus Christus de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
to him, I say, the wise and only God, be ascribed, through Jesus Christ, all glory for ever and ever. Amen. (aiōn )
Waar is de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister dezer wereld? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? (aiōn )
Where is the Philosopher? where the Teacher of the Law? where the Disputant of to-day? Has not God shown the world’s philosophy to be folly? (aiōn )
Toch preken we wijsheid onder de volmaakten; maar geen wijsheid dezer wereld, noch der machten dezer wereld, die vernietigd zullen worden. (aiōn )
Yet there is a philosophy that we teach to those whose faith is matured, but it is not the philosophy of to-day, nor that of the leaders of to-day — men whose downfall is at hand. (aiōn )
Ja, we verkondigen een Wijsheid Gods, een geheimnisvolle, een verborgene, welke God vóór de tijden heeft voorbestemd tot onze glorie, (aiōn )
No, it is a divine philosophy that we teach, one concerned with the hidden purpose of God — that long-hidden philosophy which God, before time began, destined for our glory. (aiōn )
die geen der machten dezer wereld heeft gekend, —want zo ze haar gekend hadden, zouden ze den Heer der glorie niet hebben gekruisigd, (aiōn )
This philosophy is not known to any of the leaders of to-day; for, had they known it, they would not have crucified our glorified Lord. (aiōn )
Niemand bedriege zichzelf Zo iemand wijs onder u meent te zijn, hij moet dwaas naar deze wereld worden, om wijs te zijn. (aiōn )
Let no one deceive himself. If any one among you imagines that, as regards this world, he is a wise man, let him become a ‘fool,’ that he may become wise. (aiōn )
Daarom, zo het eten ergernis geeft aan mijn broeder, dan zal ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder niet te ergeren. (aiōn )
Therefore, if what I eat makes my Brother fall, rather than make my Brother fall, I will never eat meat again. (aiōn )
Dit alles nu overkwam hun als een voorafbeelding voor ons, en het werd opgeschreven tot waarschuwing voor ons, die het einde der tijden beleven. (aiōn )
These things happened to them by way of warning, and were recorded to serve as a caution to us, in whose days the close of the ages has come. (aiōn )
Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel? (Hadēs )
‘Death has been swallowed up in victory! Where, O Death, is thy victory? Where, O Death, is thy sting?’ (Hadēs )
en wier ongelovig verstand de god dezer wereld heeft verblind, zodat ze de uitstraling niet zien van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld is van God. (aiōn )
Men whose minds have been blinded by the God of this Age, unbelievers as they are, so that the light from the Good News of the glory of the Christ, who is the very incarnation of God, should not shine for them. (aiōn )
Want de tijdelijke lichte verdrukking verwerft ons een onovertroffen eeuwig gewicht van heerlijkheid. (aiōnios )
The light burden of our momentary trouble is preparing for us, in measure transcending thought, a weight of imperishable glory; (aiōnios )
En zó geven we geen acht op het zichtbare, maar op het onzichtbare; het zichtbare toch is tijdelijk, het onzichtbare eeuwig. (aiōnios )
we, all the while, gazing not on what is seen, but on what is unseen; for what is seen is transient, but what is unseen is imperishable. (aiōnios )
Ja, we weten, dat wanneer onze aardse woontent is neergehaald, we een woonplaats ontvangen van God; een woonplaats niet met handen opgeslagen, maar een eeuwige in de hemelen. (aiōnios )
For we know that if our tent — that earthly body which is now our home — is taken down, we have a house of God’s building, a home not made by hands, imperishable, in Heaven. (aiōnios )
zoals geschreven staat: "Milddadig deelt hij aan de armen uit: Zijn gerechtigheid houdt in eeuwigheid stand." (aiōn )
(As Scripture says — ‘He scattered broadcast, he gave to the poor; His righteousness continues for ever.’ (aiōn )
Ik lieg niet; dat weet de God en Vader van den Heer Jesus, in eeuwigheid geprezen. (aiōn )
The God and Father of the Lord Jesus — he who is for ever blessed — knows that I am speaking the truth. (aiōn )
die Zich voor onze zonden, —om ons te ontrukken aan deze boze wereld, —heeft overgeleverd volgens de wil van onzen God en Vader; (aiōn )
For Christ, to rescue us from this present wicked age, gave himself for our sins, in accordance with the will of God and Father, (aiōn )
aan wien de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
to whom be ascribed all glory for ever and ever. Amen. (aiōn )
wie zaait in het vlees, zal verderf oogsten uit het vlees; maar wie zaait in de geest, zal eeuwig leven oogsten uit de geest. (aiōnios )
For he who sows the field of his earthly nature will from that earthly nature reap corruption; while he who sows the field of the spirit will from that spirit reap Immortal Life. (aiōnios )
hoog boven alle heerschappij en macht en kracht en hoogheid, en boven elke naam, die genoemd wordt in deze wereld niet alleen, maar ook in de toekomstige wereld; (aiōn )
and above every name that can be named, whether in the present age, or in the age to come. (aiōn )
waarin gij eertijds geleefd hebt in navolging van deze aardse wereld, in navolging ook van den vorst der macht in de lucht, van den vorst van de geest, die nog altijd werkt in de zonen der ongehoorzaamheid. (aiōn )
For at one time you lived in sin, following the ways of the world, in subjection to the Ruler of the Powers of the air — the Spirit who is still at work among the disobedient. (aiōn )
opdat in de toekomende tijden de overgrote rijkdom zijner genade zou worden geopenbaard, die Hij in zijn goedheid ons in Christus Jesus heeft geschonken. (aiōn )
in order that, by his goodness to us in Christ Jesus, he might display in the ages to come the boundless wealth of his loving-kindness. (aiōn )
en het Bestel te doen zien van het heilsgeheim, dat van eeuwigheid verborgen was in God, den Schepper aller dingen; (aiōn )
and to make clear what is God’s way of working out that hidden purpose which from the first has been concealed in the mind of the Creator of all things; (aiōn )
En dit is geschied volgens de eeuwige voorbeschikking, die Hij ten uitvoer heeft gebracht in Christus Jesus onzen Heer. (aiōn )
in accordance with that purpose which runs through all the ages and which he has now accomplished in Jesus, the Christ, our Master. (aiōn )
aan Hem zij de glorie in de Kerk en in Christus Jesus ten allen tijde, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen! (aiōn )
To him be all glory through the Church and through Christ Jesus, for all generations, age after age. Amen. (aiōn )
Want niet tegen vlees en bloed geldt onze strijd, maar tegen heerschappijen en machten, tegen wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de lucht. (aiōn )
For ours is no struggle against enemies of flesh and blood, but against all the various Powers of Evil that hold sway in the Darkness around us, against the Spirits of Wickedness on high. (aiōn )
Aan onzen God en Vader zij de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen. (aiōn )
To him, our God and Father, be ascribed all glory for every and ever. Amen. (aiōn )
het heilsgeheim, dat sinds de aanvang der eeuwen en geslachten verborgen is geweest, maar thans aan zijn heiligen is geopenbaard. (aiōn )
That Truth which has been hidden from former ages and generations. But now it has been revealed to God’s People, (aiōn )
ze zullen gestraft worden met eeuwig verderf, ver weg van den Heer en van de glorie zijner kracht. (aiōnios )
These men will pay the penalty of unutterable Ruin — banished ‘from the presence of the Lord and from the glorious manifestation of his might, (aiōnios )
Onze Heer Jesus Christus zelf en God onze Vader, die ons heeft liefgehad, en door zijn genade eeuwige troost en goede hoop heeft geschonken, (aiōnios )
And may our Lord Jesus Christ himself, and God our Father, who loved us and, in his loving-kindness, gave us unfailing consolation and good ground for hope, (aiōnios )
maar daarom juist heb ik ontferming gevonden, opdat aan mij, den grootste, Jesus Christus zijn volle lankmoedigheid zou tonen, als voorbeeld voor hen, die in Hem zullen geloven ten eeuwigen leven. (aiōnios )
Yet mercy was shown me for the express purpose that Christ Jesus might exhibit in my case, beyond all others, his exhaustless patience, as an example for those who were afterwards to believe on him and attain Immortal Life. (aiōnios )
Aan den Koning der eeuwen, den onvergankelijken, onzichtbaren, enigen God: eer en glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
To the Immortal King, ever-living, invisible, the one God, be ascribed honour and glory for ever and ever. Amen. (aiōn )
Strijd de goede strijd van het geloof; ding naar het eeuwige leven, waartoe ge geroepen zijt, en voor vele getuigen de heerlijke belijdenis hebt afgelegd. (aiōnios )
Run the great race of the Faith, and win the Immortal Life. It was for this that you received the Call, and, in the presence of many witnesses, made the great profession of Faith. (aiōnios )
Hij die alleen de onsterfelijkheid bezit, die het ontoegankelijk licht bewoont, dien geen mens heeft gezien of kàn zien, wien de eer is en eeuwige macht. Amen! (aiōnios )
who alone is possessed of immortality and dwells in unapproachable light, whom no man has ever seen or ever can see — to whom be ascribed honour and power for ever. Amen. (aiōnios )
Vermaan de rijken dezer wereld, dat ze niet trots mogen zijn; dat ze hun hoop niet stellen op wisselvallige rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet, om er van te genieten; (aiōn )
Urge upon those who are wealthy in this life not to pride themselves, or fix their hopes, on so uncertain a thing as wealth, but on God, who gives us a wealth of enjoyment on every side. (aiōn )
die ons gered heeft en tot een heilige roeping heeft uitverkoren, niet op grond van onze werken, maar door zijn eigen voorbeschikking en genade. Deze toch is ons van alle eeuwigheid in Christus Jesus verleend, (aiōnios )
It was God who saved us, and from him we received our solemn Call — not as a reward for anything that we had done, but in fulfilment of his own loving purpose. For that love was extended to us, through Christ Jesus, before time began, (aiōnios )
Daarom juist verdraag ik alles terwille der uitverkorenen, opdat ook zij het heil verwerven in Christus Jesus, en de eeuwige glorie bovendien. (aiōnios )
and that is why I submit to anything for the sake of God’s People, that they also may obtain the Salvation which comes from union with Christ Jesus, and imperishable glory. (aiōnios )
Want Demas, die deze wereld heeft liefgekregen, heeft me verlaten, en is naar Tessalonika vertrokken; Crescens naar Galátië, Titus naar Dalmátië. (aiōn )
for Demas, in his love for the world, has deserted me. He has gone to Thessalonica, Crescens to Galatia, and Titus to Dalmatia. (aiōn )
De Heer zal mij verlossen van alle boze aanslagen, en mij behouden voor zijn hemels Rijk: Hem zij de eer in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
The Lord will rescue me from all evil, and bring me safe into his Heavenly Kingdom. All glory to him for ever and ever! Amen. (aiōn )
terwille ook van de hoop op het eeuwige leven, dat de waarachtige God vóór eeuwige tijden heeft beloofd, (aiōnios )
and is based on the hope of Immortal Life, which God, who never lies, promised before the ages began, (aiōnios )
Zij voedt ons op, om goddeloosheid te verzaken en wereldse begeerlijkheid; om ingetogen, rechtschapen, godvruchtig in deze wereld te leven; (aiōn )
leading us to renounce irreligious ways and worldly ambitions, and to live discreet, upright, and religious lives here in this present world, (aiōn )
opdat wij, door zijn genáde gerechtvaardigd, door de hóóp erfgenamen zouden worden van het eeuwige leven. (aiōnios )
that, having been pronounced righteous through his loving-kindness, we might enter on our inheritance with the hope of Immortal Life. (aiōnios )
Want misschien is hij juist daarom een tijdje van u weg geweest, opdat ge hem zoudt bezitten voor eeuwig; (aiōnios )
It may be that he was separated from you for an hour, for this very reason, that you might have him back for ever, (aiōnios )
heeft Hij aan het einde dezer dagen tot ons gesproken door den Zoon, dien Hij gesteld heeft tot erfgenaam van al zijn bezit en door wien Hij de wereld gemaakt heeft. (aiōn )
has in these latter days spoken to us by the Son, whom he appointed the heir of all things, and through whom he made the universe. (aiōn )
Maar van den Zoon: Uw troon, o God, is in de eeuwen der eeuwen, En uw koningschepter is de schepter van het recht. (aiōn )
while of the Son he said — ‘God is thy throne for ever and ever; The sceptre of his Kingdom is the sceptre of Justice; (aiōn )
zoals Hij dan ook op een andere plaats heeft gezegd: "Gij zijt Priester voor eeuwig, Naar de Orde van Melkisedek." (aiōn )
and on another occasion also — ‘Thou art a priest for all time of the order of Melchizedek.’ (aiōn )
en is Hij na zijn verheerlijking de oorzaak van eeuwige zaligheid geworden voor allen, die Hem gehoorzaam zijn; (aiōnios )
and, being made perfect, he became to all those who obey him the source of eternal Salvation, (aiōnios )
de leer over doopsels, handoplegging, opstanding der doden en eeuwig oordeel. (aiōnios )
teaching concerning baptisms and the laying on of hands, the resurrection of the dead and a final judgment. (aiōnios )
het heerlijk woord Gods en de krachten der toekomstige wereld hebben geproefd, (aiōn )
and learned to appreciate the beauty of the Divine Message, and the new powers of the Coming Age — (aiōn )
waar terwille van ons onze Voorloper is binnengegaan: Jesus, "Hogepriester voor eeuwig naar de Orde van Melkisedek." (aiōn )
where Jesus, our Forerunner, has entered on our behalf, after being made for all time a High Priest of the order of Melchizedek. (aiōn )
want er is betuigd: "Gij zijt Priester voor eeuwig naar de Orde van Melkisedek." (aiōn )
for that is the meaning of the declaration — ‘Thou art for all time a priest of the order of Melchizedek.’ (aiōn )
maar Hij werd het door een eed van Hem, die tot Hem sprak: "De Heer heeft gezworen, En het zal Hem nimmer berouwen: Gij zijt Priester voor eeuwig!" (aiōn )
but his appointment was ratified by an oath, when God said to him — ‘The Lord has sworn, and will not change, “Thou art a priest for all time.”’ (aiōn )
Maar Hij bezit een onvervreemdbaar Priesterschap, omdat Hij blijft voor eeuwig. (aiōn )
but Jesus remains for all time, and therefore the priesthood that he holds is never liable to pass to another. (aiōn )
De Wet toch stelt tot hogepriesters mensen aan, met zwakheid behept; maar de eed-uitspraak, die na de Wet is gekomen, den Zoon, die volmaakt is voor eeuwig. (aiōn )
The Law appoints as High Priests men who are liable to infirmity, but the words of God’s oath, which was later than the Law, name the Son as, for all time, the perfect Priest. (aiōn )
niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen Bloed; ééns voor altijd, daar Hij een eeuwige verlossing verworven had. (aiōnios )
Nor was it with the blood of goats and calves, but with his own blood, that he entered, once and for all, into the Sanctuary, and obtained our eternal deliverance. (aiōnios )
hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, die door een eeuwigen Geest Zich als smetteloos Offer opdroeg aan God, ons geweten reinigen van dode werken tot de dienst van den levenden God? (aiōnios )
how much more will the blood of the Christ, who, through his eternal Spirit, offered himself up to God, as a victim without blemish, purify our consciences from a lifeless formality, and fit us for the service of the Living God! (aiōnios )
En daarom is Hij de Middelaar van een nieuw Testament, en is Hij gestorven tot verzoening van de overtredingen van het eerste, opdat de uitverkorenen de beloofde eeuwige erfenis zouden ontvangen. (aiōnios )
And that is why he is the intermediary of a new Covenant; in order that, as a death has taken place to effect a deliverance from the offences committed under the first Covenant, those who have received the Call may obtain the eternal inheritance promised to them. (aiōnios )
Want dan zou Hij van de schepping der wereld af meermalen hebben moeten lijden, terwijl Hij feitelijk slechts éénmaal en op het einde der tijden verschenen is, om door zijn Offer de zonde te delgen. (aiōn )
for then Christ would have had to undergo death many times since the creation of the world. But now, once and for all, at the close of the age, he has appeared, in order to abolish sin by the sacrifice of himself. (aiōn )
hierdoor ook erkennen we, dat de wereld door Gods Woord is geschapen, dat het zichtbare uit het Onzichtbare is ontstaan. (aiōn )
Faith enables us to perceive that the universe was created at the bidding of God — so that we know that what we see was not made out of visible things. (aiōn )
Jesus Christus is Dezelfde, gisteren en heden en in eeuwigheid! (aiōn )
Jesus Christ is the same yesterday and to-day — yes, and for ever! (aiōn )
De God van vrede, die Jesus onzen Heer van de doden heeft opgewekt, den groten Herder der schapen door het Bloed van een eeuwig Verbond: (aiōnios )
May God, the source of all peace, who brought back from the dead him who, ‘by virtue of the blood that rendered valid the unchangeable Covenant, is the Great Shepherd of God’s Sheep,’ Jesus, our Lord — (aiōnios )
Hij bevestige u in alle goed, opdat gij zijn wil moogt volbrengen; al wat Hem welbehagelijk is, werke Hij in ons uit door Jesus Christus: Hem zij ere in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
may God make you perfect in everything that is good, so that you may be able to do his will. May he bring out in us all that is pleasing in his sight, through Jesus Christ, to whom be all glory for ever and ever. Amen. (aiōn )
Ook de tong is een vuur: een wereld van ongerechtigheid. Onder onze leden is het de tong, die heel het lichaam bezoedelt, en ons levensrad in brand steekt, zelf in vlam gezet door de hel. (Geenna )
And the tongue is like a spark. Among the members of our body it proves itself a very world of mischief; it contaminates the whole body; it sets the wheels of life on fire, and is itself set on fire by the flames of the Pit. (Geenna )
Want gij zijt wedergeboren niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levend en blijvend woord van God. (aiōn )
since your new Life has come, not from perishable, but imperishable, seed, through the Message of the Everliving God. (aiōn )
Maar het woord des Heren houdt in eeuwigheid stand!" En dit is het woord, dat onder u is verkondigd. (aiōn )
but the teaching of the Lord remains for ever.’ And that is the Teaching of the Good News which has been told to you. (aiōn )
wanneer iemand spreekt, het zij als Gods woord; wanneer iemand dient, het geschiede door de kracht, door God hem verleend. Moge dan in alles God worden verheerlijkt door Jesus Christus, wien de heerlijkheid is en de kracht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
When any one speaks, let him speak as one who is delivering the oracles of God. When any one is endeavouring to serve others, let him do so in reliance on the strength which God supplies; so that in everything God may be honour ed through Jesus Christ — to whom be ascribed all honour and might for ever and ever. Amen. (aiōn )
De God van alle genade, die u in Christus riep tot zijn eeuwige glorie, Hij zal u na kortstondig lijden oprichten en sterken, stevigen en bevestigen. (aiōnios )
God, from whom all help comes, and who called you, by your union with Christ, into his eternal glory, will, when you have suffered for a little while, himself perfect, establish, strengthen you. (aiōnios )
Hem is de kracht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
To him be ascribed dominion for ever. Amen. (aiōn )
en dan zal ook de toegang tot het eeuwig koninkrijk van Jesus Christus, onzen Heer en Zaligmaker, wijd voor u openstaan. (aiōnios )
For thus you will be given a triumphant admission into the eternal Kingdom of our Lord and Saviour, Jesus Christ. (aiōnios )
Want wanneer God de zondige engelen niet spaarde, maar ze naar de hel verwees, en opsloot in donkere holen, om ze vast te houden voor het oordeel; (Tartaroō )
Remember, God did not spare angels when they sinned, but sent them down to Tartarus, and committed them to caverns of darkness, to be kept under guard for judgment. (Tartaroō )
Neemt liever toe in genade en kennis van Jesus Christus onzen Heer en Verlosser. Hem zij de glorie nu en tot de Dag der Eeuwigheid. (aiōn )
and advance in the love and knowledge of our Lord and Saviour, Jesus Christ. All glory be to him now and for ever. (aiōn )
ja waarlijk, het Leven is verschenen en wij hebben het gezien; en wij leggen getuigenis af en brengen u de boodschap van het eeuwig Leven, dat bij den Vader was en aan ons is verschenen; (aiōnios )
That Life was made visible, and we have seen it, and now bear our testimony to it, and tell you of that Immortal Life, which was with the Father and was made visible to us. (aiōnios )
En de wereld gaat voorbij met haar begeerlijkheid; maar wie de wil van God volbrengt, blijft in eeuwigheid. (aiōn )
And the world, and all that it gratifies, is passing away, but he who does God’s will remains for ever. (aiōn )
En dit is dan de belofte, die Hij ons heeft gegeven: het eeuwig leven. (aiōnios )
And this is what he himself promised us — The Immortal Life! (aiōnios )
Wie zijn broeder haat, is een moordenaar; en gij weet, dat geen moordenaar het eeuwig leven behoudt. (aiōnios )
Every one who hates his Brother is a murderer; and you know that no murderer has Immortal Life within him. (aiōnios )
En dit is de getuigenis: God heeft ons het eeuwig leven geschonken; en dat leven is in zijn Zoon. (aiōnios )
And that testimony is that God gave us Immortal Life, and that this Life is in his Son. (aiōnios )
Dit alles heb ik u geschreven, opdat gij weten moogt, dat gij het eeuwig leven bezit, zo gij gelooft in de naam van den Zoon van God. (aiōnios )
I write this to you, that you may realise that you have found Immortal Life — you who believe in the Name of the Son of God. (aiōnios )
We weten ook, dat de Zoon van God is gekomen, en ons het inzicht heeft gegeven, om den Waarachtige te kennen. Wij zijn in den Waarachtige, en in zijn Zoon Jesus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven. (aiōnios )
We realise, too, that the Son of God has come among us, and has given us the discernment to know the True God; and we are in union with the True God by our union with his Son, Jesus Christ. He is the True God and he is Immortal Life. (aiōnios )
om de waarheid, die in ons woont en die in eeuwigheid bij ons zal blijven: (aiōn )
We love you for the sake of that Truth which is always in our hearts; yes, and it will be ours for ever. (aiōn )
hoe Hij de engelen, die hun Heerschappij niet bewaarden, maar hun eigen woonsteden verlieten, met eeuwige boeien in de duisternis vasthoudt voor het gericht van de grote Dag; (aïdios )
and that even those angels, who did not keep to their appointed spheres, but left their proper homes, have been kept by him for the judgment of the Great Day in everlasting chains and black darkness. (aïdios )
hoe Sódoma en Gomorra met de omliggende steden, die ontucht bedreven evenals zij, en tegennatuurlijke vleselijke lusten hebben nagejaagd, tot een voorbeeld gesteld zijn van de straf door het eeuwige vuur. (aiōnios )
Like Sodom and Gomorrah and the towns near them, which gave themselves up to fornication, and fell into unnatural vice, these angels now stand out as a warning, undergoing, as they are, the punishment of aeonian fire. (aiōnios )
woeste golven der zee, die hun eigen schande opspatten; dwaalsterren, wie diepste duisternis voor eeuwig wacht. (aiōn )
they are wild sea waves, foaming with their own shame; they are ‘wandering stars,’ for which the blackest darkness has been reserved for ever. (aiōn )
bewaart uzelf in Gods liefde, en rekent op de barmhartigheid van onzen Heer Jesus Christus ten eeuwigen leven. (aiōnios )
and keep within the love of God, while waiting for the mercy of our Lord Jesus Christ, to bring you to Immortal Life. (aiōnios )
—aan den enigen God, onzen Redder door Jesus Christus onzen Heer, aan Hem zij de glorie en grootheid, de kracht en de macht vóór alle eeuwigheid, en nu en in alle eeuwigheid. Amen! (aiōn )
to the one God, our Saviour, be ascribed, through Jesus Christ, our Lord, glory, majesty, power, and dominion, as it was before time began, is now, and shall be for all time to come. Amen. (aiōn )
die ons ook tot een koningschap heeft gemaakt, tot priesters voor zijn God en zijn Vader: aan Hem zij de glorie en de macht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
and he made us ‘a Kingdom of Priests in the service of God,’ his Father! — to Him be ascribed glory and dominion for ever. Amen. (aiōn )
Ik ben de Levende; Ik was dood, doch zie, Ik leef in de eeuwen der eeuwen. En Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk. (aiōn , Hadēs )
the Everliving. I died, and I am alive for ever and ever. And I hold the keys of the Grave and of the Place of the Dead. (aiōn , Hadēs )
En toen de Dieren roem, en eer en dank hadden gebracht aan Hem, die op de troon is gezeten: den Levende in de eeuwen der eeuwen: (aiōn )
And, whenever these Creatures give praise and honour and thanks to him who is ‘seated on the throne, to him who lives for ever and ever,’ (aiōn )
vielen de vier en twintig Oudsten neer voor Hem, die op de troon is gezeten, aanbaden den Levende in de eeuwen der eeuwen, legden hun kronen neer voor de troon, en riepen: (aiōn )
the twenty-four Councillors prostrate themselves before him who is seated on the throne, and worship him who lives for ever and ever, and throw down their crowns before the throne, saying — (aiōn )
En ieder schepsel in de hemel, op de aarde en onder de aarde, op de zee en al wat daarin is, hoorde ik roepen: Hem die zetelt op de troon En aan het Lam: Zij lof en eer en glorie, En kracht in de eeuwen der eeuwen! (aiōn )
And I heard every created thing in the air, and on the earth, and under the earth, and on the sea, and all that is in them crying — ‘To him who is seated on the throne and to the Lamb be ascribed all blessing, and honour, and praise, and dominion for ever and ever.’ (aiōn )
Ik zag toe. En zie: een vaal paard; en die er op zat, heette de Dood, en de Onderwereld kwam achter hem aan. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde, om te doden met zwaard en hongersnood, met pest en wilde beesten. (Hadēs )
And in my vision I saw a grey horse. His rider’s name was Death, and the Lord of the Place of Death rode behind him; and power was given them over the fourth part of the earth, so that they might ‘destroy with sword and famine and death, and by means of the wild beasts of the earth.’ (Hadēs )
en zeiden: Amen! Lof, glorie, wijsheid en dank, De eer, en de macht en de sterkte Aan onzen God in de eeuwen der eeuwen! Amen! (aiōn )
saying — ‘Amen. Blessing and praise, and wisdom, and thanksgiving, and honour, and power, and might be ascribed to our God for ever and ever. Amen.’ (aiōn )
De vijfde engel blies: Toen zag ik een ster, die uit de hemel op aarde was neergevallen; en haar werd de sleutel gegeven van de put van de Afgrond. (Abyssos )
Then the fifth angel blew; and I saw a Star that had fallen upon the earth from the heavens, and to him was given the key of the bottomless pit. (Abyssos )
Ze opende de put van de Afgrond; rook steeg op uit de put als de rook van een geweldige oven; de zon en de lucht werden verduisterd door de rook uit de put. (Abyssos )
He opened the bottomless pit, and from the pit rose a smoke like the smoke of a great furnace. The sun and the air grew dark because of the smoke from the pit. (Abyssos )
Tot koning over zich hebben ze den Engel van de Afgrond: zijn naam is "Abaddon" in ‘t hebreeuws, "Apollion" is zijn naam in ‘t grieks. (Abyssos )
They have as their king the Angel of the bottomless pit, whose name, in Hebrew, is ‘Abaddon,’ while, in Greek, his name is ‘Apollyon’ (the Destroyer). (Abyssos )
Hij zwoer bij Hem, die leeft in de eeuwen der eeuwen, en die de hemel heeft geschapen met al wat er in is, de aarde met al wat er in is, en de zee met al wat er in is: Geen tijd blijft er over; (aiōn )
and swore by him who lives for ever and ever, who created the heavens and all that is in them, and the earth and all that is in it, and the sea and all that is in it,’ that time should cease to be. (aiōn )
Maar wanneer ze hun getuigenis hebben voleind, dan zal het Beest, dat uit de afgrond omhoog stijgt, strijd met hen voeren, ze overwinnen en doden. (Abyssos )
As soon as they have completed their testimony, ‘the wild Beast that ascends from the bottomless pit will make war upon them and conquer’ and kill them. (Abyssos )
Toen blies de zevende engel: In de hemel weerklonken machtige stemmen; ze riepen: Gekomen is het koningschap over de wereld Van onzen Heer en zijn Gezalfde. Hij zal heersen in de eeuwen der eeuwen! (aiōn )
Then the seventh angel blew; and loud voices were heard in Heaven saying — ‘The Kingdom of the World has become the Kingdom of our Lord and of his Christ, and he will reign for ever and ever.’ (aiōn )
Toen zag ik een anderen engel, vliegend hoog tegen de lucht. Hij moest een eeuwig Evangelie verkondigen aan hen, die de aarde bewonen, aan alle naties en stammen, talen en volken. (aiōnios )
Then I saw another angel, flying in mid-heaven. He had the Good News, decreed from eternity, to announce to those who dwell on the earth — to men of every nation, and tribe, and language, and people; (aiōnios )
De rook hunner foltering stijgt op in de eeuwen der eeuwen, Ze hebben geen rust dag of nacht: Zij die aanbidden het Beest en zijn beeld, Al wie het merkteken draagt van zijn naam. (aiōn )
The smoke from their torture rises for ever and ever, and they have no rest day nor night — those who worship the Beast and its image, and all who are branded with its name.’ (aiōn )
Eén van de vier Dieren gaf aan de zeven engelen zeven gouden schalen, vol van de gramschap van God, van den Levende in de eeuwen der eeuwen. (aiōn )
One of the four Creatures gave the seven angels seven golden bowls, filled with the Wrath of God who lives for ever and ever. (aiōn )
Het Beest, dat ge gezien hebt, wàs, maar is niet; doch het zal opstijgen uit de afgrond en ten verderve gaan. En de bewoners der aarde, wier naam niet geschreven staat in het boek des levens van de grondvesting der wereld af, ze zullen verbaasd staan bij het zien van het Beest, omdat het wàs, niet is, doch zàl zijn. (Abyssos )
The Beast that you saw was, but is not, and is about to rise out of the bottomless pit, and is on its way to destruction. Those who are living on earth will be amazed — those whose names have not been written in the Book of Life from the foundation of the world — when they see that the Beast was, but is not, and yet will come.’ (Abyssos )
En ze herhaalden: Alleluja! Haar rook stijgt op in de eeuwen der eeuwen! (aiōn )
Again they cried — ‘Hallelujah!’ And the smoke from her ruins rises for ever and ever. (aiōn )
En gegrepen werd het Beest, en met hem de valse profeet, die onder zijn ogen de wonderen verricht had, waarmee hij hèn had verleid, die het teken van het Beest hadden aanvaard en zijn beeld hadden aanbeden: Levend werden beiden in de vuurpoel geworpen, met zwavel gestookt. (Limnē Pyr )
The Beast was captured, and with him was taken the false Prophet, who performed the marvels before the eyes of the Beast, with which he deceived those who had received the brand of the Beast and those who worshiped his image. Alive, they were thrown, both of them, into the fiery lake ‘of burning sulphur.’ (Limnē Pyr )
Toen zag ik een engel uit de hemel nederdalen; de sleutel van de Afgrond en een grote keten droeg hij in zijn hand. (Abyssos )
Then I saw an angel coming down from Heaven, with the key of the bottomless pit and a great chain in his hand. (Abyssos )
en wierp hem in de Afgrond. Toen sloot hij hem in, en legde er een zegel op, opdat hij de volkeren niet langer zou verleiden, totdat de duizend jaar voleindigd zijn. Daarna moet hij losgelaten worden voor korte tijd. (Abyssos )
He flung him into the bottomless pit and locked it, and set his seal upon it; that he should not deceive the nations any more, until the thousand years were ended. After that he must be let loose for a while. (Abyssos )
En de duivel, die ze verleid had, werd weer neergeworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het Beest is en de valse pro feet; gepijnigd zullen ze worden dag en nacht in de eeuwen der eeuwen. (aiōn , Limnē Pyr )
and the Devil, their deceiver, was hurled into the lake of fire and sulphur, where the Beast and the false Prophet already were, and they will be tortured day and night for ever and ever. (aiōn , Limnē Pyr )
De zee gaf de doden terug, die er in zijn; Dood en Onderwereld gaven de doden terug, die er in zijn. En allen werden naar hun werken geoordeeld. (Hadēs )
The sea gave up its dead, and Death and the Lord of the Place of Death gave up their dead; and they were judged, one by one, each according to his actions. (Hadēs )
Dood en Onderwereld werden in de vuurpoel geworpen; de vuurpoel is de tweede dood. (Hadēs , Limnē Pyr )
Then Death and the Lord of the Place of Death were hurled into the lake of fire. This is the Second Death — the lake of fire; (Hadēs , Limnē Pyr )
En wie niet geschreven stond in het Boek des Levens, ook hij werd in de vuurpoel geworpen. (Limnē Pyr )
and all whose names ‘were not found written in the Book of Life’ were hurled into the lake of fire. (Limnē Pyr )
Maar alle lafaards, trouwelozen, Boosdoeners en moordenaars, Ontuchtigen, tovenaars, Afgodendienaars en leugenaars: Ze krijgen hun deel in de poel, Die brandt van vuur en zwavel! En dit is de tweede dood. (Limnē Pyr )
But as for cowards, unbelievers, the degraded, murderers, the impure, sorcerers, idolaters, and all liars — their place will be in the burning lake of fire and sulphur. That is the Second Death.’ (Limnē Pyr )
Dan zal er geen nacht meer zijn, en ze zullen het licht van fakkel en zon niet langer behoeven. Want God de Heer zal over hen lichten; ze zullen heersen in de eeuwen der eeuwen! (aiōn )
Night will cease to be. They have no need of the light of a lamp, nor have they the light of the sun; for the ‘Lord God will be their light, and they will reign for ever and ever.’ (aiōn )
"Een helse pest kleeft hem aan; Waar hij ligt, blijft hij liggen!" ()
Hij was de brandende en hel schijnende lamp; gij hebt u zelfs een ogenblik in zijn licht willen verheugen. — ()