Aionian Verses
Al zijn zonen en dochters kwamen hem troosten; maar hij wilde geen troost. Want hij sprak: Treurend daal ik naar mijn zoon in het dodenrijk af. Zo bleef zijn vader om hem wenen. (Sheol )
And all his sons and all his daughters came to give him comfort, but he would not be comforted, saying with weeping, I will go down to the underworld to my son. So great was his father's sorrow for him. (Sheol )
Maar hij antwoordde: Mijn zoon gaat niet met u mee; want zijn broer is dood, en hij alleen is nog over. Overkomt hem een ongeluk op de reis, die ge onderneemt, dan zoudt ge mijn grijze haren met kommer ten grave doen dalen. (Sheol )
And he said, I will not let my son go down with you; for his brother is dead and he is all I have: if evil overtakes him on the journey, then through you will my grey head go down to the underworld in sorrow. (Sheol )
Als ge nu ook dezen van mij wegneemt, en hem een ongeluk overkomt, dan zoudt ge mijn grijze haren met kommer ten grave doen dalen". (Sheol )
If now you take this one from me, and some evil comes to him, you will make my grey head go down in sorrow to the underworld. (Sheol )
dan zal hij sterven, als hij ziet, dat de jongen er niet is, en uw dienaars zullen de grijze haren van onzen vader, uw dienaar, met kommer ten grave doen dalen. (Sheol )
When he sees that the boy is not with us, he will come to his death, and our father's grey head will go down in sorrow to the underworld. (Sheol )
Maar zo Jahweh iets ongehoords wrocht, zo de grond zijn muil openspert en hen met al het hunne verslindt, zodat ze levend in het dodenrijk dalen, dan zult ge erkennen, dat die mannen Jahweh hebben gehoond. (Sheol )
But if the Lord does something new, opening the earth to take them in, with everything which is theirs, and they go down living into the underworld, then it will be clear to you that the Lord has not been honoured by these men. (Sheol )
Met al de hunnen, daalden ze levend in het dodenrijk af; de aarde bedekte hen, en ze werden verdelgd uit de gemeente. (Sheol )
So they and all theirs went down living into the underworld, and the earth was shut over them, and they were cut off from among the meeting of the people. (Sheol )
Want een vuur is ontvlamd in mijn woede, Dat tot het diepst van het dodenrijk brandt! Het zal de aarde met haar gewassen verteren, De grondvesten der bergen verzengen. (Sheol )
For my wrath is a flaming fire, burning to the deep parts of the underworld, burning up the earth with her increase, and firing the deep roots of the mountains. (Sheol )
Jahweh doet sterven en laat leven, Stuurt naar de onderwereld en haalt er uit op; (Sheol )
The Lord is the giver of death and life: sending men down to the underworld and lifting them up. (Sheol )
De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed: (Sheol )
The cords of hell were round me: the nets of death came on me. (Sheol )
Handel naar uw wijsheid en laat zijn grijze haren niet in vrede ten grave dalen. (Sheol )
So be guided by your wisdom, and let not his white head go down to the underworld in peace. (Sheol )
maar gij moogt hem niet onbestraft laten. Want ge zijt een wijs man en zult dus wel weten, wat u te doen staat, om zijn grijze haren bebloed naar het dodenrijk te zenden. (Sheol )
But do not let him be free from punishment, for you are a wise man; and it will be clear to you what you have to do with him; see that his white head goes down to the underworld in blood. (Sheol )
Zoals een wolk vervliegt en verdwijnt, Zo stijgt, die in het dodenrijk daalt, er niet meer uit op; (Sheol )
A cloud comes to an end and is gone; so he who goes down into the underworld comes not up again. (Sheol )
Zij is hoger nog dan de hemelen: Wat kunt ge beginnen; Dieper nog dan de onderwereld: Wat kunt ge begrijpen; (Sheol )
They are higher than heaven; what is there for you to do? deeper than the underworld, and outside your knowledge; (Sheol )
Ach, als Gij mij in het dodenrijk mocht verschuilen, Mij verbergen, tot uw toorn is bedaard, Mij een tijdstip bepalen, en dan aan mij denken, (Sheol )
If only you would keep me safe in the underworld, putting me in a secret place till your wrath is past, giving me a fixed time when I might come to your memory again! (Sheol )
Kan ik nog hopen? Het dodenrijk is mijn huis, In de duisternis heb ik mijn leger gespreid; (Sheol )
If I am waiting for the underworld as my house, if I have made my bed in the dark; (Sheol )
Zullen ze met mij in het dodenrijk dalen, Zinken wij samen neer in het stof? (Sheol )
Will they go down with me into the underworld? Will we go down together into the dust? (Sheol )
Ze slijten hun dagen in weelde, En dalen in vrede ten grave. (Sheol )
Their days come to an end without trouble, and suddenly they go down to the underworld. (Sheol )
Zoals droogte en hitte het sneeuwwater slurpen, Zo slurpt de onderwereld den zondaar op. (Sheol )
Snow waters become dry with the heat: so do sinners go down into the underworld. (Sheol )
Het dodenrijk ligt naakt voor zijn oog, De onderwereld zonder bedekking. (Sheol )
The underworld is uncovered before him, and Destruction has no veil. (Sheol )
Want in de dood denkt niemand aan U; Wie prijst U nog in het dodenrijk? (Sheol )
For in death there is no memory of you; in the underworld who will give you praise? (Sheol )
Zó mogen ook de zondaars naar het dodenrijk varen, Alle heidenen, die God niet gedenken; (Sheol )
The sinners and all the nations who have no memory of God will be turned into the underworld. (Sheol )
Want Gij geeft mij niet prijs aan het dodenrijk. Gij laat uw vrome het graf niet aanschouwen, (Sheol )
For you will not let my soul be prisoned in the underworld; you will not let your loved one see the place of death. (Sheol )
De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed: (Sheol )
The cords of hell were round me: the nets of death came on me. (Sheol )
Gij trokt mij uit het dodenrijk op, Ten leven uit het midden van die in het graf zijn gezonken. (Sheol )
O Lord, you have made my soul come again from the underworld: you have given me life and kept me from going down among the dead. (Sheol )
Jahweh, laat mij toch niet beschaamd komen staan: Want U roep ik aan. Neen, laat de bozen worden beschaamd en in het dodenrijk varen; (Sheol )
Let me not be shamed, O Lord, for I have made my prayer to you; let the sinners be shamed, and let their mouths be shut in the underworld. (Sheol )
Als schapen worden ze het graf ingejaagd, Het is de dood, die ze weidt; Regelrecht zinken ze neer in de kuil, En hun gestalte gaat over tot de ontbinding van de dood. (Sheol )
Death will give them their food like sheep; the underworld is their fate and they will go down into it; their flesh is food for worms; their form is wasted away; the underworld is their resting-place for ever. (Sheol )
Neen, God alleen kan de prijs voor mijn leven betalen. Hij alleen mij uit de macht van het dodenrijk redden! (Sheol )
But God will get back my soul; for he will take me from the power of death. (Selah) (Sheol )
Moge de dood ze verrassen, Zodat ze levend in het dodenrijk dalen! Want boosheid heerst in hun woning, En slechtheid in hun gemoed. (Sheol )
Let the hand of death come on them suddenly, and let them go down living into the underworld; because evil is in their houses and in their hearts. (Sheol )
Want dan toont Gij mij uw grote ontferming, En redt Gij mij uit het diepst van de afgrond! (Sheol )
For your mercy to me is great; you have taken my soul up from the deep places of the underworld. (Sheol )
Want mijn ziel is zat van ellende, Mijn leven het rijk der doden nabij; (Sheol )
For my soul is full of evils, and my life has come near to the underworld. (Sheol )
Waar leeft de man, die de dood niet zal zien, Zijn leven kan redden uit de klauw van het graf? (Sheol )
What man now living will not see death? will he be able to keep back his soul from the underworld? (Selah) (Sheol )
En de strikken des doods mij omknelden; Toen doodsangst mij kwelde, Nood en jammer mij troffen. (Sheol )
The nets of death were round me, and the pains of the underworld had me in their grip; I was full of trouble and sorrow. (Sheol )
Stijg ik ten hemel: Gij zijt er; Daal ik in het dodenrijk af: Gij zijt er! (Sheol )
If I go up to heaven, you are there: or if I make my bed in the underworld, you are there. (Sheol )
Als barsten en scheuren in de akker Liggen mijn beenderen verstrooid aan de rand van het graf: (Sheol )
Our bones are broken up at the mouth of the underworld, as the earth is broken by the plough. (Sheol )
Gelijk de onderwereld hen levend verslinden, Als zij, die ten grave dalen, geheel en al; (Sheol )
Let us overcome them living, like the underworld, and in their strength, as those who go down to death; (Sheol )
Haar voeten dalen af naar de dood, Tot de onderwereld leiden haar schreden; (Sheol )
Her feet go down to death, and her steps to the underworld; (Sheol )
Een weg naar de onderwereld is haar huis, Vandaar daalt men af naar het dodenrijk. (Sheol )
Her house is the way to the underworld, going down to the rooms of death. (Sheol )
Maar men vermoedt niet, dat de schimmen daar wonen, Dat haar gasten diep in het dodenrijk komen! (Sheol )
But he does not see that the dead are there, that her guests are in the deep places of the underworld. (Sheol )
Onderwereld en dodenrijk liggen open voor Jahweh, Hoeveel te meer de harten van de kinderen der mensen! (Sheol )
Before the Lord are the underworld and destruction: how much more, then, the hearts of the children of men! (Sheol )
De wijze gaat de weg des levens omhoog, Hij wil het dodenrijk beneden ontwijken. (Sheol )
Acting wisely is the way of life, guiding a man away from the underworld. (Sheol )
Want als ge hem met een stok hebt geslagen, Hebt ge hem van de onderwereld gered. (Sheol )
Give him blows with the rod, and keep his soul safe from the underworld. (Sheol )
Dodenrijk en onderwereld krijgen nooit genoeg; De ogen der mensen zijn nimmer bevredigd. (Sheol )
The underworld and Abaddon are never full, and the eyes of man have never enough. (Sheol )
De onderwereld, De onvruchtbare moederschoot, Het land, dat water te kort komt, Het vuur, dat nooit "genoeg" zegt. (Sheol )
The underworld, and the woman without a child; the earth which never has enough water, and the fire which never says, Enough. (Sheol )
Doe al wat uw hand in staat is te doen; Want geen werken of peinzen, Geen kennis of wijsheid is er meer In de onderwereld, waarheen ge gaat. Zevende reeks. Ijdel is het talent. (Sheol )
Whatever comes to your hand to do with all your power, do it because there is no work, or thought, or knowledge, or wisdom in the place of the dead to which you are going. (Sheol )
Leg mij op uw hart als een zegel, Om uw arm als een band: Want sterk als de dood is de liefde! Onverbiddelijk als het graf is haar gloed, Zij laait op als het flitsende vuur, Haar vlammen zijn vlammen van Jahweh! (Sheol )
Put me as a sign on your heart, as a sign on your arm; love is strong as death, and wrath bitter as the underworld: its coals are coals of fire; violent are its flames. (Sheol )
Daarom is het dodenrijk dubbel gulzig geworden, En spert het wagenwijd zijn kaken op. Zo gaat de glorie van Sion ten onder, Zijn joelen, zijn juichen, zijn jubel; (Sheol )
For this cause the underworld has made wide its throat, opening its mouth without limit: and her glory, and the noise of her masses, and her loud-voiced feasters, will go down into it. (Sheol )
Vraag een teken van Jahweh, uw God: diep in het dodenrijk, of hoog aan de hemel. (Sheol )
Make a request to the Lord your God for a sign, a sign in the deep places of the underworld, or in the high heavens. (Sheol )
Het dodenrijk in de diepte is in beroering gekomen, En snelt ù tegemoet; Het heeft om u de schimmen gewekt, Alle heersers der aarde; Van hun tronen gehaald Alle vorsten der volken. (Sheol )
The underworld is moved at your coming: the shades of the dead are awake before you, even the strong ones of the earth; all the kings of the world have got up from their seats. (Sheol )
Uw glorie is in het graf gesmeten, Met het geruis van uw citers; De wormen spreiden uw bed, De maden worden uw dek. (Sheol )
Your pride has gone down into the underworld, and the noise of your instruments of music; the worms are under you, and your body is covered with them. (Sheol )
Ha! in de onderwereld zinkt gij neer. Diep in de grond! (Sheol )
But you will come down to the underworld, even to its inmost parts. (Sheol )
Gij zegt: We hebben een verbond met de dood gesloten, Met het dodenrijk een verdrag aangegaan. Als de storm zich ontketent, zal hij ons niet bereiken, Want we hebben ons de leugen tot toevlucht gemaakt, En verschuilen ons in het bedrog. (Sheol )
Because you have said, We have made death our friend, and with the underworld we have made an agreement; when the overflowing waters come through they will not come near us; for we are looking to false words for help, taking cover in what is untrue: (Sheol )
Uw verbond met de dood zal worden verbroken, Uw verdrag met het dodenrijk geen stand kunnen houden. De storm zal worden ontketend, En wanneer hij over u heen zal loeien, Zult ge door hem worden plat geslagen! (Sheol )
And the help you were looking for from death will come to nothing, and your agreement with the underworld will be broken; when the overflowing waters come through, then you will be overcome by them. (Sheol )
Ik had al gezegd: In de bloei van mijn leven ga ik heen, Binnen de poorten van het rijk der doden ontboden Voor de rest van mijn jaren. (Sheol )
I said, In the quiet of my days I am going down into the underworld: the rest of my years are being taken away from me. (Sheol )
Want het dodenrijk zal U niet prijzen, De dood U niet roemen; Die in het graf is gedaald Op uw trouw niet meer hopen! (Sheol )
For the underworld is not able to give you praise, death gives you no honour: for those who go down into the underworld there is no hope in your mercy. (Sheol )
Gij zalft u met olie voor Molok, Met alle soorten van balsem; En zendt uw boden naar verre gewesten, Naar de diepten zelfs van het dodenrijk. (Sheol )
And you went to Melech with oil and much perfume, and you sent your representatives far off, and went as low as the underworld. (Sheol )
Dit zegt Jahweh, de Heer: Op de dag dat hij naar de onderwereld afdaalde, Liet Ik de oceaan in rouwkleed om hem treuren, Heb Ik zijn oevers verstopt, En het overvloedige water hield op. Ik hulde om hem de Libanon in rouw, En alle bomen van het veld verlepten; (Sheol )
This is what the Lord has said: The day when he goes down to the underworld, I will make the deep full of grief for him; I will keep back her streams and the great waters will be stopped: I will make Lebanon dark for him, and all the trees of the field will be feeble because of him. (Sheol )
Door de dreun van zijn val heb Ik volken verschrikt, Toen Ik hem de diepte instiet, bij hen die in het graf zijn gedaald. Nu troosten zich in de diepte der aarde Alle bomen van Eden, Het puik en de keur van de Libanon, Alles wat water opzuigt. (Sheol )
I will send shaking on the nations at the sound of his fall, when I send him down to the underworld with those who go down into the deep: and on earth they will be comforting themselves, all the trees of Eden, the best of Lebanon, even all the watered ones. (Sheol )
Ook zij moesten met hem mee, het dodenrijk in, Naar hen, die door het zwaard zijn getroffen: Naar zijn bondgenoten, die in zijn schaduw zaten Te midden der volken. (Sheol )
And they will go down with him to the underworld, to those who have been put to the sword; even those who were his helpers, living under his shade among the nations (Sheol )
Dan zullen de aanvoerders der helden onder in het dodenrijk tot hen zeggen: En met zijn bondgenoten zal het naar beneden komen, en plaats nemen bij de onbesnedenen, bij hen die aan het zwaard zijn geregen. (Sheol )
The strong among the great ones will say to him from the underworld, Are you more beautiful than any? go down, you and your helpers, and take your rest among those without circumcision, and those who have been put to the sword. (Sheol )
Maar ze liggen niet bij de helden, die in oude tijden gevallen zijn, die naar het dodenrijk zijn afgedaald met hun wapenrusting, wier zwaarden men onder hun hoofd, wier schilden men op hun gebeente gelegd heeft; want men heeft die helden gevreesd in het land der levenden. (Sheol )
And they have been put to rest with the fighting men who came to their end in days long past, who went down to the underworld with their instruments of war, placing their swords under their heads, and their body-covers are over their bones; for their strength was a cause of fear in the land of the living. (Sheol )
Zou Ik hem bevrijden uit de klauw van het graf, Van de dood hem verlossen? Dood, waar blijft toch uw pest, Graf, waar blijft uw verrotting? Neen, de ontferming is aan mijn ogen onttrokken: (Sheol )
I will give the price to make them free from the power of the underworld, I will be their saviour from death: O death! where are your pains? O underworld! where is your destruction? my eyes will have no pity. (Sheol )
Al dringen ze door in het dodenrijk, Mijn hand haalt ze terug; Al stijgen ze op naar de hemel, Ik smijt ze omlaag; (Sheol )
Even if they go deep into the underworld, my hand will take them up from there; if they go up to heaven, I will get them down: (Sheol )
Hij sprak: In mijn angst riep ik tot Jahweh, En Hij heeft mij verhoord; Uit de schoot der onderwereld riep ik om hulp, En Gij hebt naar mijn smeken geluisterd. (Sheol )
In my trouble I was crying to the Lord, and he gave me an answer; out of the deepest underworld I sent up a cry, and you gave ear to my voice. (Sheol )
Wee des te meer den vermetelen rover, Den overmoedigen, rustelozen mens, Gulzig als de onderwereld, Onverzadelijk als de dood! Die alle naties naar zich toetrekt, Alle volken tot zich haalt: (Sheol )
A curse on the cruel and false one! the man full of pride, who never has enough; who makes his desires wide as the underworld! he is like death; he is never full, but he makes all nations come to him, getting all peoples together to himself. (Sheol )
Maar Ik zeg u: Wie vertoornd is op zijn broeder, zal schuldig zijn voor het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Raka, zal schuldig zijn voor de Hoge Raad. En wie zegt: Dwaas, zal strafbaar zijn met het helse vuur. (Geenna )
But I say to you that everyone who is angry with his brother will be in danger of being judged; and he who says to his brother, Raca, will be in danger from the Sanhedrin; and whoever says, You foolish one, will be in danger of the hell of fire. (Geenna )
Als uw rechteroog u ergert, ruk het dan uit en werp het van u weg; want beter is het voor u, dat één uwer ledematen verloren gaat, dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen. (Geenna )
And if your right eye is a cause of trouble to you, take it out and put it away from you; because it is better to undergo the loss of one part, than for all your body to go into hell. (Geenna )
En zo uw rechterhand u ergert, houw ze af, en werp ze van u weg; want beter is het voor u, dat één uwer ledematen verloren gaat, dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen. (Geenna )
And if your right hand is a cause of trouble to you, let it be cut off and put it away from you; because it is better to undergo the loss of one part, than for all your body to go into hell. (Geenna )
Weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden, doch de ziel niet kunnen doden; vreest liever Hem, die èn ziel èn lichaam in de hel kan verderven. (Geenna )
And have no fear of those who put to death the body, but are not able to put to death the soul. But have fear of him who has power to give soul and body to destruction in hell. (Geenna )
En gij Kafárnaum, zult ge tot de hemel toe worden verheven? Tot in de hel zult ge zinken; want zo in Sódoma de wonderen waren gebeurd, die in u zijn geschied, het zou zijn blijven bestaan tot op de huidige dag. (Hadēs )
And you, Capernaum, were you not to be lifted up to heaven? you will go down into hell: for if the works of power which were done in you had been done in Sodom, it would have been here to this day. (Hadēs )
En wie iets zegt tegen den Mensenzoon, hem zal het worden vergeven; maar wie iets zegt tegen den Heiligen Geest, hem zal het niet vergeven worden, noch in deze wereld noch in de toekomstige. (aiōn )
And whoever says a word against the Son of man, will have forgiveness; but whoever says a word against the Holy Spirit, will not have forgiveness in this life or in that which is to come. (aiōn )
Wat in de doornen gezaaid werd, is hij, die wel luistert naar het woord; maar de beslommering van de wereld en het bedriegelijke van de rijkdom verstikken het woord. en het blijft zonder vrucht. (aiōn )
And that which was dropped among the thorns, this is he who has the word; and the cares of this life, and the deceits of wealth, put a stop to the growth of the word and it gives no fruit. (aiōn )
de vijand, die het zaaide, is de duivel; de oogst is het einde der wereld; de maaiers zijn de engelen. (aiōn )
And he who put them in the earth is Satan; and the getting in of the grain is the end of the world; and those who get it in are the angels. (aiōn )
Zoals dus het onkruid verzameld en in het vuur wordt verbrand, zo zal het ook geschieden aan het einde der wereld. (aiōn )
As then the evil plants are got together and burned with fire, so will it be in the end of the world. (aiōn )
Zo zal het ook gaan aan het einde der wereld. De engelen zullen uitgaan, en de bozen van de rechtvaardigen scheiden. (aiōn )
So will it be in the end of the world: the angels will come and take out the bad from the good, (aiōn )
En Ik, Ik zeg u: gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. (Hadēs )
And I say to you that you are Peter, and on this rock will my church be based, and the doors of hell will not overcome it. (Hadēs )
Welnu, zo uw hand of voet u ergert, houw ze af, en werp ze van u weg; want het is beter voor u, verminkt of kreupel het Leven binnen te gaan, dan met twee handen of twee voeten geworpen te worden in het eeuwige vuur. (aiōnios )
And if your hand or your foot is a cause of trouble, let it be cut off and put it away from you: it is better for you to go into life with the loss of a hand or a foot than, having two hands or two feet, to go into the eternal fire. (aiōnios )
En zo uw oog u ergert, ruk het uit, en werp het weg; want het is beter voor u, met één oog het Leven binnen te gaan, dan met twee ogen geworpen te worden in het helse vuur. (Geenna )
And if your eye is a cause of trouble to you, take it out, and put it away from you: it is better for you to go into life with one eye than, having two eyes, to go into the hell of fire. (Geenna )
En zie, daar trad iemand op Hem toe, die tot Hem sprak: Goede Meester, wat goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios )
And one came to him and said, Master, what good thing have I to do, so that I may have eternal life? (aiōnios )
En al wie zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw of kinderen of akkers verlaat om mijn Naam, hij zal het honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven verwerven. (aiōnios )
And everyone who has given up houses, or brothers, or sisters, or father, or mother, or child, or land, for my name, will be given a hundred times as much, and have eternal life. (aiōnios )
Hij zag een vijgeboom langs de weg, en ging er heen; maar hij vond er niets dan bladeren aan. Hij sprak: Nooit in der eeuwigheid komen er nog vruchten aan u. Terstond verdorde de vijgeboom. (aiōn )
And seeing a fig-tree by the wayside, he came to it, and saw nothing on it but leaves only; and he said to it, Let there be no fruit from you from this time forward for ever. And straight away the fig-tree became dry and dead. (aiōn )
Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die land en zee doorkruist, om één enkelen bekeerling te maken; maar als hij het geworden is, maakt gij hem tot een kind der hel, tweemaal erger dan gijzelf. (Geenna )
A curse is on you, scribes and Pharisees, false ones! for you go about land and sea to get one disciple and, having him, you make him twice as much a son of hell as yourselves. (Geenna )
Slangen, adderenbroed, hoe zult gij de helse verdoemenis ontkomen? (Geenna )
You snakes, offspring of snakes, how will you be kept from the punishment of hell? (Geenna )
Terwijl Hij neerzat op de Olijfberg, kwamen de leerlingen alleen naar Hem toe, en zeiden: Zeg ons, wanneer dit gebeuren zal, en wat het teken zal zijn van uw komst en van het einde der wereld? (aiōn )
And while he was seated on the Mountain of Olives, the disciples came to him privately, saying, Make clear to us, when will these things be? and what will be the sign of your coming and of the end of the world? (aiōn )
Maar dan zal Hij zeggen tot hen, die aan de linkerhand staan: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat bereid is voor den duivel en zijn engelen. (aiōnios )
Then will he say to those on the left, Go from me, you cursed ones, into the eternal fire which is ready for the Evil One and his angels: (aiōnios )
Dan zullen zij gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven. (aiōnios )
And these will go away into eternal punishment; but the upright into eternal life. (aiōnios )
en leert ze onderhouden al wat Ik u heb geboden. Ziet, Ik blijf altijd bij u, tot aan het einde der wereld. (aiōn )
Teaching them to keep all the rules which I have given you: and see, I am ever with you, even to the end of the world. (aiōn )
Maar wie lastert tegen den Heiligen Geest, krijgt in eeuwigheid geen vergiffenis, maar hij is schuldig aan een eeuwige zonde. (aiōn , aiōnios )
But whoever says evil things against the Holy Spirit will never have forgiveness, but the evil he has done will be with him for ever: (aiōn , aiōnios )
maar de beslommering van de wereld, de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar andere dingen vallen er tussen, en verstikken het woord: het blijft zonder vrucht. (aiōn )
And the cares of this life, and the deceits of wealth, and the desire for other things coming in, put a stop to the growth of the word, and it gives no fruit. (aiōn )
Zo uw hand u ergert, houw ze af. Het is beter, verminkt het Leven binnen te gaan, dan met twee handen naar de hel te gaan, naar het onuitblusbaar vuur, (Geenna )
And if your hand is a cause of trouble to you, let it be cut off; it is better for you to go into life with one hand than to have two hands and go into hell, into the eternal fire. (Geenna )
En zo uw voet u ergert, houw hem af. Het is beter, kreupel het Leven binnen te gaan, dan met beide voeten in de hel te worden geworpen, in het onuitblusbaar vuur, (Geenna )
And if your foot is a cause of trouble to you, let it be cut off: it is better for you to go into life with one foot than to have two feet and go into hell. (Geenna )
En zo uw oog u ergert, ruk het uit. Het is beter met één enkel oog het koninkrijk Gods binnen te gaan, dan met twee ogen in de hel te worden geworpen, (Geenna )
And if your eye is a cause of trouble to you, take it out: it is better for you to go into the kingdom of God with one eye than, having two eyes, to go into hell, (Geenna )
En toen Hij Zich op weg begaf, kwam iemand toegelopen, knielde voor Hem neer, en vroeg Hem: Goede Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios )
And while he was going out into the way, a man came running to him, and went down on his knees, saying, Good Master, what have I to do so that I may have eternal life? (aiōnios )
of hij zal ontvangen: nu in deze wereld, zij het ook te midden van vervolgingen, het honderdvoud van huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en akkers; en in de toekomstige wereld het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
Who will not get a hundred times as much now in this time, houses, and brothers, and sisters, and mothers, and children, and land — though with great troubles; and, in the world to come, eternal life. (aiōn , aiōnios )
En Hij sprak tot hem: Nooit in der eeuwigheid eet iemand nog vruchten van u! Zijn leerlingen hoorden het. (aiōn )
And he said to it, Let no man take fruit from you for ever. And his disciples took note of his words. (aiōn )
Hij zal koning zijn over het huis van Jakob in eeuwigheid, en aan zijn koningschap zal geen einde komen. (aiōn )
He will have rule over the house of Jacob for ever, and of his kingdom there will be no end. (aiōn )
Zoals Hij tot onze vaderen sprak: Aan Abraham en zijn zaad voor altijd. (aiōn )
As he gave his word to our fathers. (aiōn )
Zoals Hij eeuwen geleden beloofd had Door de mond zijner heilige profeten: (aiōn )
(As he said, by the mouth of his holy prophets, from the earliest times, ) (aiōn )
Ze verzochten Hem dringend, hun niet te gelasten, naar de afgrond te gaan. (Abyssos )
And they made a request to him that he would not give them an order to go away into the deep. (Abyssos )
En gij Kafárnaum, zult ge tot de hemel toe worden verheven? Tot in de hel zult ge neerzinken. — (Hadēs )
And you, Capernaum, were you not lifted up to heaven? you will go down to hell. (Hadēs )
En zie, een wetgeleerde stond op, om Hem op de proef te stellen, en sprak: Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios )
And a certain teacher of the law got up and put him to the test, saying, Master, what have I to do so that I may have eternal life? (aiōnios )
Ik zal u tonen, wien gij moet vrezen: Vreest Hem, die, als Hij gedood heeft, de macht nog bezit, om in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u: Vreest Hem! (Geenna )
But I will make clear to you of whom you are to be in fear: of him who after death has power to send you to hell; yes, truly I say, Have fear of him. (Geenna )
En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij met overleg had gehandeld. Waarachtig, de kinderen dezer wereld behartigen hun belangen met meer overleg dan de kinderen van het licht. (aiōn )
And his lord was pleased with the false servant, because he had been wise; for the sons of this world are wiser in relation to their generation than the sons of light. (aiōn )
Ik zeg u: Maakt u vrienden door de ongerechte mammon, opdat, wanneer hij u komt te ontvallen, zij u mogen opnemen in de eeuwige tenten. (aiōnios )
And I say to you, Make friends for yourselves through the wealth of this life, so that when it comes to an end, you may be taken into the eternal resting-places. (aiōnios )
En terwijl hij in de hel werd gefolterd, sloeg hij zijn ogen op, en zag Abraham van verre, en Lázarus in zijn schoot. (Hadēs )
And in hell, being in great pain, lifting up his eyes he saw Abraham, far away, and Lazarus on his breast. (Hadēs )
Een heel voornaam man ondervroeg Hem, en sprak: Goede Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios )
And a certain ruler put a question to him, saying, Good Master, what have I to do so that I may have eternal life? (aiōnios )
of hij zal veel meer terug ontvangen in deze tijd, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven. (aiōn , aiōnios )
Who will not get much more in this time, and in the world to come, eternal life. (aiōn , aiōnios )
Jesus sprak tot hen: De kinderen dezer wereld huwen en worden uitgehuwd. (aiōn )
And Jesus said to them, The sons of this world are married and have wives; (aiōn )
Maar zij, die waardig worden bevonden, deel te hebben aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, zullen huwen noch uitgehuwd worden. (aiōn )
But those to whom is given the reward of the world to come, and to come back from the dead, have no wives, and are not married; (aiōn )
opdat ieder die in Hem gelooft, het eeuwige leven zou hebben. (aiōnios )
So that whoever has faith may have in him eternal life. (aiōnios )
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eengeboren Zoon heeft gegeven: opdat allen die in Hem geloven, niet verloren zouden gaan, maar het eeuwige leven zouden hebben. (aiōnios )
For God had such love for the world that he gave his only Son, so that whoever has faith in him may not come to destruction but have eternal life. (aiōnios )
Wie in den Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven; maar wie in den Zoon niet gelooft, zal het leven niet zien, maar Gods gramschap blijft op hem liggen. (aiōnios )
He who has faith in the Son has eternal life; but he who has not faith in the Son will not see life; God's wrath is resting on him. (aiōnios )
Maar wie drinkt van het water, dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen; integendeel, het water, dat Ik hem zal geven, zal een bron in hem worden van water, dat opborrelt ten eeuwigen leven. (aiōn , aiōnios )
But whoever takes the water I give him will never be in need of drink again; for the water I give him will become in him a fountain of eternal life. (aiōn , aiōnios )
Ook de maaier ontvangt loon, en verzamelt vrucht ten eeuwigen leven, opdat zaaier en maaier zich samen verheugen. (aiōnios )
He who does the cutting now has his reward; he is getting together fruit for eternal life, so that he who did the planting and he who gets in the grain may have joy together. (aiōnios )
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie luistert naar mijn woord, en in Hem gelooft, die Mij heeft gezonden, hij heeft het eeuwige leven, en in het gericht komt hij niet; maar hij is overgegaan van de dood tot het leven. — (aiōnios )
Truly I say to you, The man whose ears are open to my word and who has faith in him who sent me, has eternal life; he will not be judged, but has come from death into life. (aiōnios )
Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent, daarin het eeuwige leven te hebben; welnu, zij zijn het, die van Mij getuigen. (aiōnios )
You make search in the holy Writings, in the belief that through them you get eternal life; and it is those Writings which give witness about me. (aiōnios )
Arbeidt niet voor de spijs die vergaat, maar voor de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, en die de Mensenzoon u zal geven. Want op Hem heeft God, heeft de Vader zijn zegel gedrukt. (aiōnios )
Let your work not be for the food which comes to an end, but for the food which goes on for eternal life, which the Son of man will give to you, for on him has God the Father put his mark. (aiōnios )
Dit is de wil van den Vader, die Mij gezonden heeft, dat wie den Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft, en dat Ik hem op de jongste dag zal doen verrijzen. (aiōnios )
This, I say, is my Father's pleasure, that everyone who sees the Son and has faith in him may have eternal life: and I will take him up on the last day. (aiōnios )
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft het eeuwige leven. (aiōnios )
Truly I say to you, He who has faith in me has eternal life. (aiōnios )
Ik ben het levend brood, dat uit de hemel is neergedaald; zo iemand eet van dit brood, zal hij in eeuwigheid leven. En het brood, dat Ik zal geven, is mijn vlees voor het leven der wereld. (aiōn )
I am the living bread which has come from heaven: if any man takes this bread for food he will have life for ever: and more than this, the bread which I will give is my flesh which I will give for the life of the world. (aiōn )
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft het eeuwige leven, en Ik zal hem op de jongste dag doen verrijzen. (aiōnios )
He who takes my flesh for food and my blood for drink has eternal life: and I will take him up from the dead at the last day. (aiōnios )
Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Niet een brood als de vaders hebben gegeten en toch zijn gestorven; wie dit brood eet zal leven in eeuwigheid. (aiōn )
This is the bread which has come down from heaven. It is not like the food which your fathers had: they took of the manna, and are dead; but he who takes this bread for food will have life for ever. (aiōn )
Simon Petrus antwoordde Hem: Heer, naar wien zouden we gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; (aiōnios )
Then Simon Peter gave this answer: Lord, to whom are we to go? you have the words of eternal life; (aiōnios )
De slaaf nu blijft niet altijd in huis; de zoon blijft er voor altijd. (aiōn )
Now the servant does not go on living in the house for ever, but the son does. (aiōn )
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo iemand mijn woord onderhoudt, dan zal hij in eeuwigheid de dood niet zien. — (aiōn )
Truly I say to you, If a man keeps my word he will never see death. (aiōn )
De Joden zeiden Hem: Nu weten we, dat Gij bezeten zijt! Abraham en de profeten zijn gestorven; en Gij zegt: Zo iemand mijn woord onderhoudt, zal hij de dood niet sterven in eeuwigheid. (aiōn )
The Jews said to him, Now we are certain that you have an evil spirit. Abraham is dead, and the prophets are dead; and you say, If a man keeps my word he will never see death. (aiōn )
Nooit in der eeuwigheid is het gehoord, dat iemand de ogen van een blindgeborene heeft geopend. (aiōn )
In all the years nobody has ever before seen the eyes of a man blind from birth made open. (aiōn )
En Ik geef hun het eeuwig leven; ze gaan in eeuwigheid niet verloren, en niemand rooft ze weg uit mijn hand. (aiōn , aiōnios )
And I give them eternal life; they will never come to destruction, and no one will ever take them out of my hand. (aiōn , aiōnios )
en wie leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven voor eeuwig. Gelooft ge dit? (aiōn )
And no one who is living and has faith in me will ever see death. Is this your faith? (aiōn )
Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen; maar wie in deze wereld zijn leven haat, zal het behouden ten eeuwigen leven. (aiōnios )
He who is in love with life will have it taken from him; and he who has no care for his life in this world will keep it for ever and ever. (aiōnios )
De menigte antwoordde Hem: We hebben uit de Wet vernomen, dat de Christus in eeuwigheid blijft; en hoe zegt Gij dan, dat de Mensenzoon omhoog geheven moet worden? Wie is die Mensenzoon? (aiōn )
Then the people in answer said to him, The law says that the Christ will have life without end: how say you then that it is necessary for the Son of man to be lifted up? Who is this Son of man? (aiōn )
En Ik weet, dat zijn gebod het eeuwige leven is. Wat Ik dus spreek, spreek Ik zó, als de Vader het Mij heeft gezegd. (aiōnios )
And I have knowledge that his order is eternal life: so that the things which I say, I say them even as the Father says them to me. (aiōnios )
Petrus zeide Hem: Nooit in der eeuwigheid zult Gij me de voeten wassen. Jesus antwoordde hem: Zo Ik u niet was, hebt ge geen gemeenschap met Mij. (aiōn )
Peter said, I will never let my feet be washed by you, never. Jesus said in answer, If I do not make you clean you have no part with me. (aiōn )
Dan zal Ik den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Helper geven, om bij u te blijven voor eeuwig. (aiōn )
And I will make prayer to the Father and he will give you another Helper to be with you for ever, (aiōn )
Want Gij hebt Hem macht gegeven over alle vlees, om het eeuwige leven te schenken aan allen, die Gij Hem gegeven hebt. (aiōnios )
Even as you gave him authority over all flesh, to give eternal life to all those whom you have given to him. (aiōnios )
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enig waarachtigen God, en Hem dien Gij gezonden hebt, Jesus Christus. (aiōnios )
And this is eternal life: to have knowledge of you, the only true God, and of him whom you have sent, even Jesus Christ. (aiōnios )
Want Gij laat mijn ziel niet in het dodenrijk achter. Uw Heilige laat Gij het bederf niet aanschouwen, (Hadēs )
For you will not let my soul be in hell and you will not give up your Holy One to destruction. (Hadēs )
En daar hij de toekomst voorzag, heeft hij over de verrijzenis van den Christus gezegd, dat Hij niet in het dodenrijk zou worden achtergelaten, en dat zijn vlees het bederf niet zou zien. (Hadēs )
He, having knowledge of the future, was talking of the coming again of Christ from the dead, that he was not kept in hell and his body did not see destruction. (Hadēs )
en die nu in de hemel moet blijven wonen tot aan de tijden van het herstel aller dingen, waarvan God van ouds heeft gesproken door de mond zijner heilige profeten. (aiōn )
Who is to be kept in heaven till the time when all things are put right, of which God has given word by the mouth of his holy prophets, who have been from the earliest times. (aiōn )
Toen verklaarden Paulus en Bárnabas met grote beslistheid: Aan u moest het eerst Gods woord worden verkondigd; maar nu ge het verwerpt, en uzelf het eeuwige leven niet waardig oordeelt, zie. nu wenden we ons tot de heidenen. (aiōnios )
Then Paul and Barnabas without fear said, It was necessary for the word of God to be given to you first; but because you will have nothing to do with it, and have no desire for eternal life, it will now be offered to the Gentiles. (aiōnios )
Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich, en prezen het woord des Heren; en allen die voorbeschikt waren ten eeuwigen leven, werden gelovig. (aiōnios )
And the Gentiles, hearing this, were glad and gave glory to the word of God: and those marked out by God for eternal life had faith. (aiōnios )
Die van eeuwigheid zijn bekend." (aiōn )
Says the Lord, who has made these things clear from the earliest times. (aiōn )
Want zijn onzichtbaar Wezen, zijn eeuwige Macht en zijn Godheid zijn van de schepping der wereld af bij enig nadenken uit het geschapene duidelijk te kennen. Te verontschuldigen zijn ze dus niet. (aïdios )
For from the first making of the world, those things of God which the eye is unable to see, that is, his eternal power and existence, are fully made clear, he having given the knowledge of them through the things which he has made, so that men have no reason for wrongdoing: (aïdios )
Ze hebben de waarheid van God tegen de leugen geruild, en liever het schepsel geëerd en gediend dan den Schepper, die geprezen moet worden in eeuwigheid. Amen! (aiōn )
Because by them the true word of God was changed into that which is false, and they gave worship and honour to the thing which is made, and not to him who made it, to whom be blessing for ever. So be it. (aiōn )
Het eeuwig leven aan hen, die door volharding in het goede, naar glorie en eer en onsterflijkheid streven; (aiōnios )
To those who go on with good works in the hope of glory and honour and salvation from death, he will give eternal life: (aiōnios )
Dus, zoals de zonde heeft geheerst door de dood, zo zal ook de genade heersen door de gerechtigheid ten eeuwigen leven door Jesus Christus onzen Heer. (aiōnios )
That, as sin had power in death, so grace might have power through righteousness to eternal life through Jesus Christ our Lord. (aiōnios )
Maar nu gij vrij van de zonde en dienaars van God zijt geworden, plukt thans als vrucht: de heiliging; het einde ervan is het eeuwige leven. (aiōnios )
But now, being free from sin, and having been made servants to God, you have your fruit in that which is holy, and the end is eternal life. (aiōnios )
Want het loon der zonde is de dood; maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jesus onzen Heer. (aiōnios )
For the reward of sin is death; but what God freely gives is eternal life in Jesus Christ our Lord. (aiōnios )
tot hen behoren de Vaders, en van hen stamt Christus af naar het vlees: Hij die God is, boven alles gezegend in eeuwigheid. Amen! (aiōn )
Whose are the fathers, and of whom came Christ in the flesh, who is over all, God, to whom be blessing for ever. So be it. (aiōn )
of wie zal naar de afgrond dalen, om Christus te doen opstijgen uit de doden." (Abyssos )
Or, Who will go down into the deep? (that is, to make Christ come again from the dead: ) (Abyssos )
Want God heeft allen onder ongehoorzaamheid gevangen gehouden, om aan allen zijn barmhartigheid te tonen. (eleēsē )
For God has let them all go against his orders, so that he might have mercy on them all. (eleēsē )
Immers, uit Hem en door Hem en voor Hem is alles! Hem zij de glorie in eeuwigheid. Amen! (aiōn )
For of him, and through him, and to him, are all things. To him be the glory for ever. So be it. (aiōn )
Vormt u niet naar deze wereld, maar hervormt u door vernieuwing van inzicht, opdat gij onderscheiden moogt, wat de wil is van God, wat goed is, welbehagelijk en volmaakt. (aiōn )
And let not your behaviour be like that of this world, but be changed and made new in mind, so that by experience you may have knowledge of the good and pleasing and complete purpose of God. (aiōn )
Aan Hem, die bij machte is, u vast te doen staan in overeenstemming met mijn Evangelie en de verkondiging van Jesus Christus, -in overeenstemming ook met het heilsgeheim, dat van eeuwigheid was verzwegen, (aiōnios )
Now to him who is able to make you strong in agreement with the good news which I gave you and the preaching of Jesus Christ, in the light of the revelation of that secret which has been kept through times eternal, (aiōnios )
maar dat thans is geopenbaard, en op bevel van den eeuwigen God door de profetische schriften aan alle heidenen bekend is gemaakt, om hen tot de gehoorzaamheid aan het geloof te brengen: (aiōnios )
But is now made clear; and by the writings of the prophets, by the order of the eternal God, the knowledge of it has been given to all the nations, so that they may come under the rule of the faith; (aiōnios )
aan Hem, den enig wijzen God, zij door Jesus Christus de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
To the only wise God, through Jesus Christ, be the glory for ever. So be it. (aiōn )
Waar is de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister dezer wereld? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? (aiōn )
Where is the wise? where is he who has knowledge of the law? where is the man of this world who has a love of discussion? has not God made foolish the wisdom of this world? (aiōn )
Toch preken we wijsheid onder de volmaakten; maar geen wijsheid dezer wereld, noch der machten dezer wereld, die vernietigd zullen worden. (aiōn )
But still we have wisdom for those who are complete in knowledge, though not the wisdom of this world, and not of the rulers of this world, who are coming to nothing: (aiōn )
Ja, we verkondigen een Wijsheid Gods, een geheimnisvolle, een verborgene, welke God vóór de tijden heeft voorbestemd tot onze glorie, (aiōn )
But we give the news of the secret wisdom of God, which he had kept in store before the world came into existence, for our glory; (aiōn )
die geen der machten dezer wereld heeft gekend, —want zo ze haar gekend hadden, zouden ze den Heer der glorie niet hebben gekruisigd, (aiōn )
Of which not one of the rulers of this world had knowledge: for if they had, they would not have put the Lord of glory on the cross: (aiōn )
Niemand bedriege zichzelf Zo iemand wijs onder u meent te zijn, hij moet dwaas naar deze wereld worden, om wijs te zijn. (aiōn )
Let no man have a false idea. If any man seems to himself to be wise among you, let him become foolish, so that he may be wise. (aiōn )
Daarom, zo het eten ergernis geeft aan mijn broeder, dan zal ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder niet te ergeren. (aiōn )
For this reason, if food is a cause of trouble to my brother, I will give up taking meat for ever, so that I may not be a cause of trouble to my brother. (aiōn )
Dit alles nu overkwam hun als een voorafbeelding voor ons, en het werd opgeschreven tot waarschuwing voor ons, die het einde der tijden beleven. (aiōn )
Now these things were done as an example; and were put down in writing for our teaching, on whom the last days have come. (aiōn )
Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel? (Hadēs )
O death, where is your power? O death, where are your pains? (Hadēs )
en wier ongelovig verstand de god dezer wereld heeft verblind, zodat ze de uitstraling niet zien van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld is van God. (aiōn )
Because the god of this world has made blind the minds of those who have not faith, so that the light of the good news of the glory of Christ, who is the image of God, might not be shining on them. (aiōn )
Want de tijdelijke lichte verdrukking verwerft ons een onovertroffen eeuwig gewicht van heerlijkheid. (aiōnios )
For our present trouble, which is only for a short time, is working out for us a much greater weight of glory; (aiōnios )
En zó geven we geen acht op het zichtbare, maar op het onzichtbare; het zichtbare toch is tijdelijk, het onzichtbare eeuwig. (aiōnios )
While our minds are not on the things which are seen, but on the things which are not seen: for the things which are seen are for a time; but the things which are not seen are eternal. (aiōnios )
Ja, we weten, dat wanneer onze aardse woontent is neergehaald, we een woonplaats ontvangen van God; een woonplaats niet met handen opgeslagen, maar een eeuwige in de hemelen. (aiōnios )
For we are conscious that if this our tent of flesh is taken down, we have a building from God, a house not made with hands, eternal, in heaven. (aiōnios )
zoals geschreven staat: "Milddadig deelt hij aan de armen uit: Zijn gerechtigheid houdt in eeuwigheid stand." (aiōn )
As it is said in the Writings, He has sent out far and wide, he has given to the poor; his righteousness is for ever. (aiōn )
Ik lieg niet; dat weet de God en Vader van den Heer Jesus, in eeuwigheid geprezen. (aiōn )
The God and Father of our Lord Jesus Christ, to whom be praise for ever, is witness that the things which I say are true. (aiōn )
die Zich voor onze zonden, —om ons te ontrukken aan deze boze wereld, —heeft overgeleverd volgens de wil van onzen God en Vader; (aiōn )
Who gave himself for our sins, so that he might make us free from this present evil world, after the purpose of our God and Father: (aiōn )
aan wien de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
To whom be the glory for ever and ever. So be it. (aiōn )
wie zaait in het vlees, zal verderf oogsten uit het vlees; maar wie zaait in de geest, zal eeuwig leven oogsten uit de geest. (aiōnios )
Because he who puts in the seed of the flesh will of the flesh get the reward of death; but he who puts in the seed of the Spirit will of the Spirit get the reward of eternal life. (aiōnios )
hoog boven alle heerschappij en macht en kracht en hoogheid, en boven elke naam, die genoemd wordt in deze wereld niet alleen, maar ook in de toekomstige wereld; (aiōn )
Far over all rule and authority and power and every name which is named, not only in the present order, but in that which is to come: (aiōn )
waarin gij eertijds geleefd hebt in navolging van deze aardse wereld, in navolging ook van den vorst der macht in de lucht, van den vorst van de geest, die nog altijd werkt in de zonen der ongehoorzaamheid. (aiōn )
In which you were living in the past, after the ways of this present world, doing the pleasure of the lord of the power of the air, the spirit who is now working in those who go against the purpose of God; (aiōn )
opdat in de toekomende tijden de overgrote rijkdom zijner genade zou worden geopenbaard, die Hij in zijn goedheid ons in Christus Jesus heeft geschonken. (aiōn )
That in the time to come he might make clear the full wealth of his grace in his mercy to us in Christ Jesus: (aiōn )
en het Bestel te doen zien van het heilsgeheim, dat van eeuwigheid verborgen was in God, den Schepper aller dingen; (aiōn )
And make all men see what is the ordering of the secret which from the first has been kept in God who made all things; (aiōn )
En dit is geschied volgens de eeuwige voorbeschikking, die Hij ten uitvoer heeft gebracht in Christus Jesus onzen Heer. (aiōn )
Which is seen in his eternal purpose in Christ Jesus our Lord: (aiōn )
aan Hem zij de glorie in de Kerk en in Christus Jesus ten allen tijde, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen! (aiōn )
To him be the glory in the church and in Christ Jesus to all generations for ever and ever. So be it. (aiōn )
Want niet tegen vlees en bloed geldt onze strijd, maar tegen heerschappijen en machten, tegen wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de lucht. (aiōn )
For our fight is not against flesh and blood, but against authorities and powers, against the world-rulers of this dark night, against the spirits of evil in the heavens. (aiōn )
Aan onzen God en Vader zij de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen. (aiōn )
Now to God our Father be glory for ever and ever. So be it. (aiōn )
het heilsgeheim, dat sinds de aanvang der eeuwen en geslachten verborgen is geweest, maar thans aan zijn heiligen is geopenbaard. (aiōn )
The secret which has been kept from all times and generations, but has now been made clear to his saints, (aiōn )
ze zullen gestraft worden met eeuwig verderf, ver weg van den Heer en van de glorie zijner kracht. (aiōnios )
Whose reward will be eternal destruction from the face of the Lord and from the glory of his strength, (aiōnios )
Onze Heer Jesus Christus zelf en God onze Vader, die ons heeft liefgehad, en door zijn genade eeuwige troost en goede hoop heeft geschonken, (aiōnios )
Now our Lord Jesus Christ himself, and God our Father who had love for us and has given us eternal comfort and good hope through grace, (aiōnios )
maar daarom juist heb ik ontferming gevonden, opdat aan mij, den grootste, Jesus Christus zijn volle lankmoedigheid zou tonen, als voorbeeld voor hen, die in Hem zullen geloven ten eeuwigen leven. (aiōnios )
But for this reason I was given mercy, so that in me, the chief of sinners, Jesus Christ might make clear all his mercy, as an example to those who in the future would have faith in him to eternal life. (aiōnios )
Aan den Koning der eeuwen, den onvergankelijken, onzichtbaren, enigen God: eer en glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
Now to the King eternal, ever-living, unseen, the only God, be honour and glory for ever and ever. So be it. (aiōn )
Strijd de goede strijd van het geloof; ding naar het eeuwige leven, waartoe ge geroepen zijt, en voor vele getuigen de heerlijke belijdenis hebt afgelegd. (aiōnios )
Be fighting the good fight of the faith; take for yourself the life eternal, for which you were marked out, and of which you gave witness in the eyes of all. (aiōnios )
Hij die alleen de onsterfelijkheid bezit, die het ontoegankelijk licht bewoont, dien geen mens heeft gezien of kàn zien, wien de eer is en eeuwige macht. Amen! (aiōnios )
Who only has life for ever, living in light to which no man may come near; whom no man has seen or is able to see: to whom be honour and power for ever. So be it. (aiōnios )
Vermaan de rijken dezer wereld, dat ze niet trots mogen zijn; dat ze hun hoop niet stellen op wisselvallige rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet, om er van te genieten; (aiōn )
Give orders to those who have money and goods in this life, not to be lifted up in their minds, or to put their hope in the uncertain chances of wealth, but in God who gives us in full measure all things for our use; (aiōn )
die ons gered heeft en tot een heilige roeping heeft uitverkoren, niet op grond van onze werken, maar door zijn eigen voorbeschikking en genade. Deze toch is ons van alle eeuwigheid in Christus Jesus verleend, (aiōnios )
Who gave us salvation, marking us out for his purpose, not on account of our works, but in the measure of his purpose and his grace, which was given to us in Christ Jesus before times eternal, (aiōnios )
Daarom juist verdraag ik alles terwille der uitverkorenen, opdat ook zij het heil verwerven in Christus Jesus, en de eeuwige glorie bovendien. (aiōnios )
But I undergo all things for the saints, so that they may have salvation in Christ Jesus with eternal glory. (aiōnios )
Want Demas, die deze wereld heeft liefgekregen, heeft me verlaten, en is naar Tessalonika vertrokken; Crescens naar Galátië, Titus naar Dalmátië. (aiōn )
For Demas has gone away from me, for love of this present life, and has gone to Thessalonica: Crescens has gone to Galatia, Titus to Dalmatia. (aiōn )
De Heer zal mij verlossen van alle boze aanslagen, en mij behouden voor zijn hemels Rijk: Hem zij de eer in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
The Lord will keep me safe from every evil work and will give me salvation in his kingdom in heaven: to whom be glory for ever and ever. So be it. (aiōn )
terwille ook van de hoop op het eeuwige leven, dat de waarachtige God vóór eeuwige tijden heeft beloofd, (aiōnios )
In the hope of eternal life, which was made certain before eternal time, by the word of God who is ever true; (aiōnios )
Zij voedt ons op, om goddeloosheid te verzaken en wereldse begeerlijkheid; om ingetogen, rechtschapen, godvruchtig in deze wereld te leven; (aiōn )
Training us so that, turning away from evil and the desires of this world, we may be living wisely and uprightly in the knowledge of God in this present life; (aiōn )
opdat wij, door zijn genáde gerechtvaardigd, door de hóóp erfgenamen zouden worden van het eeuwige leven. (aiōnios )
So that, having been given righteousness through grace, we might have a part in the heritage, the hope of eternal life. (aiōnios )
Want misschien is hij juist daarom een tijdje van u weg geweest, opdat ge hem zoudt bezitten voor eeuwig; (aiōnios )
For it is possible that for this reason he was parted from you for a time, so that you might have him for ever; (aiōnios )
heeft Hij aan het einde dezer dagen tot ons gesproken door den Zoon, dien Hij gesteld heeft tot erfgenaam van al zijn bezit en door wien Hij de wereld gemaakt heeft. (aiōn )
But now, at the end of these days, it has come to us through his Son, to whom he has given all things for a heritage, and through whom he made the order of the generations; (aiōn )
Maar van den Zoon: Uw troon, o God, is in de eeuwen der eeuwen, En uw koningschepter is de schepter van het recht. (aiōn )
But of the Son he says, Your seat of power, O God, is for ever and ever; and the rod of your kingdom is a rod of righteousness. (aiōn )
zoals Hij dan ook op een andere plaats heeft gezegd: "Gij zijt Priester voor eeuwig, Naar de Orde van Melkisedek." (aiōn )
As he says in another place, You are a priest for ever after the order of Melchizedek. (aiōn )
en is Hij na zijn verheerlijking de oorzaak van eeuwige zaligheid geworden voor allen, die Hem gehoorzaam zijn; (aiōnios )
And when he had been made complete, he became the giver of eternal salvation to all those who are under his orders; (aiōnios )
de leer over doopsels, handoplegging, opstanding der doden en eeuwig oordeel. (aiōnios )
The teaching of baptisms, and of the putting on of hands, and of the future life of the dead, and of the judging on the last day. (aiōnios )
het heerlijk woord Gods en de krachten der toekomstige wereld hebben geproefd, (aiōn )
With knowledge of the good word of God, and of the powers of the coming time, (aiōn )
waar terwille van ons onze Voorloper is binnengegaan: Jesus, "Hogepriester voor eeuwig naar de Orde van Melkisedek." (aiōn )
Where Jesus has gone before us, as a high priest for ever after the order of Melchizedek. (aiōn )
want er is betuigd: "Gij zijt Priester voor eeuwig naar de Orde van Melkisedek." (aiōn )
For it has been witnessed of him, You are a priest for ever after the order of Melchizedek. (aiōn )
maar Hij werd het door een eed van Hem, die tot Hem sprak: "De Heer heeft gezworen, En het zal Hem nimmer berouwen: Gij zijt Priester voor eeuwig!" (aiōn )
(For those were made priests without an oath, but this one was made a priest with an oath by him who says of him, The Lord gave his oath, which he will not take back, that you are a priest for ever); (aiōn )
Maar Hij bezit een onvervreemdbaar Priesterschap, omdat Hij blijft voor eeuwig. (aiōn )
But this priest, because his life goes on for ever, is unchanging. (aiōn )
De Wet toch stelt tot hogepriesters mensen aan, met zwakheid behept; maar de eed-uitspraak, die na de Wet is gekomen, den Zoon, die volmaakt is voor eeuwig. (aiōn )
The law makes high priests of men who are feeble; but the word of the oath, which was made after the law, gives that position to a Son, in whom all good is for ever complete. (aiōn )
niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen Bloed; ééns voor altijd, daar Hij een eeuwige verlossing verworven had. (aiōnios )
And has gone once and for ever into the holy place, having got eternal salvation, not through the blood of goats and young oxen, but through his blood. (aiōnios )
hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, die door een eeuwigen Geest Zich als smetteloos Offer opdroeg aan God, ons geweten reinigen van dode werken tot de dienst van den levenden God? (aiōnios )
How much more will the blood of Christ, who, being without sin, made an offering of himself to God through the Holy Spirit, make your hearts clean from dead works to be servants of the living God? (aiōnios )
En daarom is Hij de Middelaar van een nieuw Testament, en is Hij gestorven tot verzoening van de overtredingen van het eerste, opdat de uitverkorenen de beloofde eeuwige erfenis zouden ontvangen. (aiōnios )
And for this cause it is through him that a new agreement has come into being, so that after the errors under the first agreement had been taken away by his death, the word of God might have effect for those who were marked out for an eternal heritage. (aiōnios )
Want dan zou Hij van de schepping der wereld af meermalen hebben moeten lijden, terwijl Hij feitelijk slechts éénmaal en op het einde der tijden verschenen is, om door zijn Offer de zonde te delgen. (aiōn )
For then he would have undergone a number of deaths from the time of the making of the world: but now he has come to us at the end of the old order, to put away sin by the offering of himself. (aiōn )
hierdoor ook erkennen we, dat de wereld door Gods Woord is geschapen, dat het zichtbare uit het Onzichtbare is ontstaan. (aiōn )
By faith it is clear to us that the order of events was fixed by the word of God, so that what is seen has not been made from things which only seem to be. (aiōn )
Jesus Christus is Dezelfde, gisteren en heden en in eeuwigheid! (aiōn )
Jesus Christ is the same yesterday and today and for ever. (aiōn )
De God van vrede, die Jesus onzen Heer van de doden heeft opgewekt, den groten Herder der schapen door het Bloed van een eeuwig Verbond: (aiōnios )
Now may the God of peace, who made that great keeper of his flock, even our Lord Jesus, come back from the dead through the blood of the eternal agreement, (aiōnios )
Hij bevestige u in alle goed, opdat gij zijn wil moogt volbrengen; al wat Hem welbehagelijk is, werke Hij in ons uit door Jesus Christus: Hem zij ere in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
Make you full of every good work and ready to do all his desires, working in us whatever is pleasing in his eyes through Jesus Christ; and may the glory be given to him for ever and ever. So be it. (aiōn )
Ook de tong is een vuur: een wereld van ongerechtigheid. Onder onze leden is het de tong, die heel het lichaam bezoedelt, en ons levensrad in brand steekt, zelf in vlam gezet door de hel. (Geenna )
And the tongue is a fire; it is the power of evil placed in our bodies, making all the body unclean, putting the wheel of life on fire, and getting its fire from hell. (Geenna )
Want gij zijt wedergeboren niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levend en blijvend woord van God. (aiōn )
Because you have had a new birth, not from the seed of man, but from eternal seed, through the word of a living and unchanging God. (aiōn )
Maar het woord des Heren houdt in eeuwigheid stand!" En dit is het woord, dat onder u is verkondigd. (aiōn )
But the word of the Lord is eternal. And this is the word of the good news which was given to you. (aiōn )
wanneer iemand spreekt, het zij als Gods woord; wanneer iemand dient, het geschiede door de kracht, door God hem verleend. Moge dan in alles God worden verheerlijkt door Jesus Christus, wien de heerlijkheid is en de kracht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
If anyone has anything to say, let it be as the words of God; if anyone has the desire to be the servant of others, let him do it in the strength which is given by God; so that in all things God may have the glory through Jesus Christ, whose are the glory and the power for ever. (aiōn )
De God van alle genade, die u in Christus riep tot zijn eeuwige glorie, Hij zal u na kortstondig lijden oprichten en sterken, stevigen en bevestigen. (aiōnios )
And after you have undergone pain for a little time, the God of all grace who has given you a part in his eternal glory through Christ Jesus, will himself give you strength and support, and make you complete in every good thing; (aiōnios )
Hem is de kracht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
His is the power for ever. So be it. (aiōn )
en dan zal ook de toegang tot het eeuwig koninkrijk van Jesus Christus, onzen Heer en Zaligmaker, wijd voor u openstaan. (aiōnios )
For so the way will be open to you into the eternal kingdom of our Lord and Saviour Jesus Christ. (aiōnios )
Want wanneer God de zondige engelen niet spaarde, maar ze naar de hel verwees, en opsloot in donkere holen, om ze vast te houden voor het oordeel; (Tartaroō )
For if God did not have pity for the angels who did evil, but sent them down into hell, to be kept in chains of eternal night till they were judged; (Tartaroō )
Neemt liever toe in genade en kennis van Jesus Christus onzen Heer en Verlosser. Hem zij de glorie nu en tot de Dag der Eeuwigheid. (aiōn )
But be increased in grace and in the knowledge of our Lord and Saviour Jesus Christ. May he have glory now and for ever. So be it. (aiōn )
ja waarlijk, het Leven is verschenen en wij hebben het gezien; en wij leggen getuigenis af en brengen u de boodschap van het eeuwig Leven, dat bij den Vader was en aan ons is verschenen; (aiōnios )
(And the life was made clear to us, and we have seen it and are witnessing to it and giving you word of that eternal life which was with the Father and was seen by us); (aiōnios )
En de wereld gaat voorbij met haar begeerlijkheid; maar wie de wil van God volbrengt, blijft in eeuwigheid. (aiōn )
And the world and its desires is coming to an end: but he who does God's pleasure is living for ever. (aiōn )
En dit is dan de belofte, die Hij ons heeft gegeven: het eeuwig leven. (aiōnios )
And this is the hope which he gave you, even eternal life. (aiōnios )
Wie zijn broeder haat, is een moordenaar; en gij weet, dat geen moordenaar het eeuwig leven behoudt. (aiōnios )
Anyone who has hate for his brother is a taker of life, and you may be certain that no taker of life has eternal life in him. (aiōnios )
En dit is de getuigenis: God heeft ons het eeuwig leven geschonken; en dat leven is in zijn Zoon. (aiōnios )
And his witness is this, that God has given us eternal life, and this life is in his Son. (aiōnios )
Dit alles heb ik u geschreven, opdat gij weten moogt, dat gij het eeuwig leven bezit, zo gij gelooft in de naam van den Zoon van God. (aiōnios )
I have put these things in writing for you who have faith in the name of the Son of God, so that you may be certain that you have eternal life. (aiōnios )
We weten ook, dat de Zoon van God is gekomen, en ons het inzicht heeft gegeven, om den Waarachtige te kennen. Wij zijn in den Waarachtige, en in zijn Zoon Jesus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven. (aiōnios )
And we are certain that the Son of God has come, and has given us a clear vision, so that we may see him who is true, and we are in him who is true, in his Son Jesus Christ. He is the true God and eternal life. (aiōnios )
om de waarheid, die in ons woont en die in eeuwigheid bij ons zal blijven: (aiōn )
Because of this true knowledge which is in us, and will be with us for ever: (aiōn )
hoe Hij de engelen, die hun Heerschappij niet bewaarden, maar hun eigen woonsteden verlieten, met eeuwige boeien in de duisternis vasthoudt voor het gericht van de grote Dag; (aïdios )
And the angels who did not keep to their kingdom but went out from the place which was theirs, he has put in eternal chains and in dark night till the great day of the judging. (aïdios )
hoe Sódoma en Gomorra met de omliggende steden, die ontucht bedreven evenals zij, en tegennatuurlijke vleselijke lusten hebben nagejaagd, tot een voorbeeld gesteld zijn van de straf door het eeuwige vuur. (aiōnios )
Even as Sodom and Gomorrah, and the towns near them, having like these, given themselves up to unclean desires and gone after strange flesh, have been made an example, undergoing the punishment of eternal fire. (aiōnios )
woeste golven der zee, die hun eigen schande opspatten; dwaalsterren, wie diepste duisternis voor eeuwig wacht. (aiōn )
Violent waves of the sea, streaming with their shame, wandering stars for whom the darkest night is kept in store for ever. (aiōn )
bewaart uzelf in Gods liefde, en rekent op de barmhartigheid van onzen Heer Jesus Christus ten eeuwigen leven. (aiōnios )
Keep yourselves in the love of God, looking for life eternal through the mercy of our Lord Jesus Christ. (aiōnios )
—aan den enigen God, onzen Redder door Jesus Christus onzen Heer, aan Hem zij de glorie en grootheid, de kracht en de macht vóór alle eeuwigheid, en nu en in alle eeuwigheid. Amen! (aiōn )
To the only God our Saviour, through Jesus Christ our Lord, let us give glory and honour and authority and power, before all time and now and for ever. So be it. (aiōn )
die ons ook tot een koningschap heeft gemaakt, tot priesters voor zijn God en zijn Vader: aan Hem zij de glorie en de macht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn )
And has made us to be a kingdom and priests to his God and Father; to him let glory and power be given for ever and ever. So be it. (aiōn )
Ik ben de Levende; Ik was dood, doch zie, Ik leef in de eeuwen der eeuwen. En Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk. (aiōn , Hadēs )
And I was dead, and see, I am living for ever, and I have the keys of death and of Hell. (aiōn , Hadēs )
En toen de Dieren roem, en eer en dank hadden gebracht aan Hem, die op de troon is gezeten: den Levende in de eeuwen der eeuwen: (aiōn )
And when the beasts give glory and honour to him who is seated on the high seat, to him who is living for ever and ever, (aiōn )
vielen de vier en twintig Oudsten neer voor Hem, die op de troon is gezeten, aanbaden den Levende in de eeuwen der eeuwen, legden hun kronen neer voor de troon, en riepen: (aiōn )
The four and twenty rulers go down on their faces before him who is seated on the high seat, and give worship to him who is living for ever and ever, and take off their crowns before the high seat, saying, (aiōn )
En ieder schepsel in de hemel, op de aarde en onder de aarde, op de zee en al wat daarin is, hoorde ik roepen: Hem die zetelt op de troon En aan het Lam: Zij lof en eer en glorie, En kracht in de eeuwen der eeuwen! (aiōn )
And to my ears came the voice of everything in heaven and on earth and under the earth and in the sea, and of all things which are in them, saying, To him who is seated on the high seat, and to the Lamb, may blessing and honour and glory and power be given for ever and ever. (aiōn )
Ik zag toe. En zie: een vaal paard; en die er op zat, heette de Dood, en de Onderwereld kwam achter hem aan. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde, om te doden met zwaard en hongersnood, met pest en wilde beesten. (Hadēs )
And I saw a grey horse, and the name of him who was seated on it was Death; and Hell came after him. And there was given to them authority over the fourth part of the earth, to put to destruction by the sword, and by taking away their food, and by death, and by the beasts of the earth. (Hadēs )
en zeiden: Amen! Lof, glorie, wijsheid en dank, De eer, en de macht en de sterkte Aan onzen God in de eeuwen der eeuwen! Amen! (aiōn )
So be it. Let blessing and glory and wisdom and praise and honour and power and strength be given to our God for ever and ever. So be it. (aiōn )
De vijfde engel blies: Toen zag ik een ster, die uit de hemel op aarde was neergevallen; en haar werd de sleutel gegeven van de put van de Afgrond. (Abyssos )
And at the sounding of the fifth angel I saw a star falling from heaven to the earth: and there was given to him the key of the great deep. (Abyssos )
Ze opende de put van de Afgrond; rook steeg op uit de put als de rook van een geweldige oven; de zon en de lucht werden verduisterd door de rook uit de put. (Abyssos )
And he made the great deep open and a smoke went up from it, like the smoke of a great oven; and the sun and the air were made dark because of the smoke. (Abyssos )
Tot koning over zich hebben ze den Engel van de Afgrond: zijn naam is "Abaddon" in ‘t hebreeuws, "Apollion" is zijn naam in ‘t grieks. (Abyssos )
They have over them as king the angel of the great deep: his name in Hebrew is Abaddon, and in the Greek language Apollyon. (Abyssos )
Hij zwoer bij Hem, die leeft in de eeuwen der eeuwen, en die de hemel heeft geschapen met al wat er in is, de aarde met al wat er in is, en de zee met al wat er in is: Geen tijd blijft er over; (aiōn )
And took his oath by him who is living for ever and ever, who made the heaven and the things in it, and the earth and the things in it, and the sea and the things in it, that there would be no more waiting: (aiōn )
Maar wanneer ze hun getuigenis hebben voleind, dan zal het Beest, dat uit de afgrond omhoog stijgt, strijd met hen voeren, ze overwinnen en doden. (Abyssos )
And when they have come to the end of their witness, the beast which comes up out of the great deep will make war on them and overcome them and put them to death. (Abyssos )
Toen blies de zevende engel: In de hemel weerklonken machtige stemmen; ze riepen: Gekomen is het koningschap over de wereld Van onzen Heer en zijn Gezalfde. Hij zal heersen in de eeuwen der eeuwen! (aiōn )
And at the sounding of the seventh angel there were great voices in heaven, saying, The kingdom of the world has become the kingdom of our Lord, and of his Christ, and he will have rule for ever and ever. (aiōn )
Toen zag ik een anderen engel, vliegend hoog tegen de lucht. Hij moest een eeuwig Evangelie verkondigen aan hen, die de aarde bewonen, aan alle naties en stammen, talen en volken. (aiōnios )
And I saw another angel in flight between heaven and earth, having eternal good news to give to those who are on the earth, and to every nation and tribe and language and people, (aiōnios )
De rook hunner foltering stijgt op in de eeuwen der eeuwen, Ze hebben geen rust dag of nacht: Zij die aanbidden het Beest en zijn beeld, Al wie het merkteken draagt van zijn naam. (aiōn )
And the smoke of their pain goes up for ever and ever; and they have no rest day and night, who give worship to the beast and his image, and have on them the mark of his name. (aiōn )
Eén van de vier Dieren gaf aan de zeven engelen zeven gouden schalen, vol van de gramschap van God, van den Levende in de eeuwen der eeuwen. (aiōn )
And one of the four beasts gave to the seven angels seven gold vessels full of the wrath of God, who is living for ever and ever. (aiōn )
Het Beest, dat ge gezien hebt, wàs, maar is niet; doch het zal opstijgen uit de afgrond en ten verderve gaan. En de bewoners der aarde, wier naam niet geschreven staat in het boek des levens van de grondvesting der wereld af, ze zullen verbaasd staan bij het zien van het Beest, omdat het wàs, niet is, doch zàl zijn. (Abyssos )
The beast which you saw was, and is not; and is about to come up out of the great deep, and to go into destruction. And those who are on the earth, whose names have not been put in the book of life from the first, will be full of wonder when they see the beast, that he was, and is not, and still will be. (Abyssos )
En ze herhaalden: Alleluja! Haar rook stijgt op in de eeuwen der eeuwen! (aiōn )
And again they said, Praise to the Lord. And her smoke went up for ever and ever. (aiōn )
En gegrepen werd het Beest, en met hem de valse profeet, die onder zijn ogen de wonderen verricht had, waarmee hij hèn had verleid, die het teken van het Beest hadden aanvaard en zijn beeld hadden aanbeden: Levend werden beiden in de vuurpoel geworpen, met zwavel gestookt. (Limnē Pyr )
And the beast was taken, and with him the false prophet who did the signs before him, by which they were turned from the true way who had the mark of the beast, and who gave worship to his image: these two were put living into the sea of ever-burning fire. (Limnē Pyr )
Toen zag ik een engel uit de hemel nederdalen; de sleutel van de Afgrond en een grote keten droeg hij in zijn hand. (Abyssos )
And I saw an angel coming down out of heaven, having the key of the great deep and a great chain in his hand. (Abyssos )
en wierp hem in de Afgrond. Toen sloot hij hem in, en legde er een zegel op, opdat hij de volkeren niet langer zou verleiden, totdat de duizend jaar voleindigd zijn. Daarna moet hij losgelaten worden voor korte tijd. (Abyssos )
And put him into the great deep, and it was shut and locked over him, so that he might put the nations in error no longer, till the thousand years were ended: after this he will be let loose for a little time. (Abyssos )
En de duivel, die ze verleid had, werd weer neergeworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het Beest is en de valse pro feet; gepijnigd zullen ze worden dag en nacht in de eeuwen der eeuwen. (aiōn , Limnē Pyr )
And the Evil One who put them in error was sent down into the sea of ever-burning fire, where the beast and the false prophet are, and their punishment will go on day and night for ever and ever. (aiōn , Limnē Pyr )
De zee gaf de doden terug, die er in zijn; Dood en Onderwereld gaven de doden terug, die er in zijn. En allen werden naar hun werken geoordeeld. (Hadēs )
And the sea gave up the dead which were in it; and death and Hell gave up the dead which were in them; and they were judged every man by his works. (Hadēs )
Dood en Onderwereld werden in de vuurpoel geworpen; de vuurpoel is de tweede dood. (Hadēs , Limnē Pyr )
And death and Hell were put into the sea of fire. This is the second death, even the sea of fire. (Hadēs , Limnē Pyr )
En wie niet geschreven stond in het Boek des Levens, ook hij werd in de vuurpoel geworpen. (Limnē Pyr )
And if anyone's name was not in the book of life, he went down into the sea of fire. (Limnē Pyr )
Maar alle lafaards, trouwelozen, Boosdoeners en moordenaars, Ontuchtigen, tovenaars, Afgodendienaars en leugenaars: Ze krijgen hun deel in de poel, Die brandt van vuur en zwavel! En dit is de tweede dood. (Limnē Pyr )
But those who are full of fear and without faith, the unclean and takers of life, those who do the sins of the flesh, and those who make use of evil powers or who give worship to images, and all those who are false, will have their part in the sea of ever-burning fire which is the second death. (Limnē Pyr )
Dan zal er geen nacht meer zijn, en ze zullen het licht van fakkel en zon niet langer behoeven. Want God de Heer zal over hen lichten; ze zullen heersen in de eeuwen der eeuwen! (aiōn )
And there will be no more night; and they have no need of a light or of the shining of the sun; for the Lord God will give them light: and they will be ruling for ever and ever. (aiōn )
"Een helse pest kleeft hem aan; Waar hij ligt, blijft hij liggen!" ()
Hij was de brandende en hel schijnende lamp; gij hebt u zelfs een ogenblik in zijn licht willen verheugen. — ()