Aionian Verses

Al zijn zonen en dochters kwamen hem troosten; maar hij wilde geen troost. Want hij sprak: Treurend daal ik naar mijn zoon in het dodenrijk af. Zo bleef zijn vader om hem wenen. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Maar hij antwoordde: Mijn zoon gaat niet met u mee; want zijn broer is dood, en hij alleen is nog over. Overkomt hem een ongeluk op de reis, die ge onderneemt, dan zoudt ge mijn grijze haren met kommer ten grave doen dalen. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Als ge nu ook dezen van mij wegneemt, en hem een ongeluk overkomt, dan zoudt ge mijn grijze haren met kommer ten grave doen dalen". (Sheol h7585)
(parallel missing)
dan zal hij sterven, als hij ziet, dat de jongen er niet is, en uw dienaars zullen de grijze haren van onzen vader, uw dienaar, met kommer ten grave doen dalen. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Maar zo Jahweh iets ongehoords wrocht, zo de grond zijn muil openspert en hen met al het hunne verslindt, zodat ze levend in het dodenrijk dalen, dan zult ge erkennen, dat die mannen Jahweh hebben gehoond. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Met al de hunnen, daalden ze levend in het dodenrijk af; de aarde bedekte hen, en ze werden verdelgd uit de gemeente. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Want een vuur is ontvlamd in mijn woede, Dat tot het diepst van het dodenrijk brandt! Het zal de aarde met haar gewassen verteren, De grondvesten der bergen verzengen. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Jahweh doet sterven en laat leven, Stuurt naar de onderwereld en haalt er uit op; (Sheol h7585)
(parallel missing)
De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed: (Sheol h7585)
(parallel missing)
Handel naar uw wijsheid en laat zijn grijze haren niet in vrede ten grave dalen. (Sheol h7585)
(parallel missing)
maar gij moogt hem niet onbestraft laten. Want ge zijt een wijs man en zult dus wel weten, wat u te doen staat, om zijn grijze haren bebloed naar het dodenrijk te zenden. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Zoals een wolk vervliegt en verdwijnt, Zo stijgt, die in het dodenrijk daalt, er niet meer uit op; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Zij is hoger nog dan de hemelen: Wat kunt ge beginnen; Dieper nog dan de onderwereld: Wat kunt ge begrijpen; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Ach, als Gij mij in het dodenrijk mocht verschuilen, Mij verbergen, tot uw toorn is bedaard, Mij een tijdstip bepalen, en dan aan mij denken, (Sheol h7585)
(parallel missing)
Kan ik nog hopen? Het dodenrijk is mijn huis, In de duisternis heb ik mijn leger gespreid; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Zullen ze met mij in het dodenrijk dalen, Zinken wij samen neer in het stof? (Sheol h7585)
(parallel missing)
Ze slijten hun dagen in weelde, En dalen in vrede ten grave. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Zoals droogte en hitte het sneeuwwater slurpen, Zo slurpt de onderwereld den zondaar op. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Het dodenrijk ligt naakt voor zijn oog, De onderwereld zonder bedekking. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Want in de dood denkt niemand aan U; Wie prijst U nog in het dodenrijk? (Sheol h7585)
(parallel missing)
Zó mogen ook de zondaars naar het dodenrijk varen, Alle heidenen, die God niet gedenken; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Want Gij geeft mij niet prijs aan het dodenrijk. Gij laat uw vrome het graf niet aanschouwen, (Sheol h7585)
(parallel missing)
De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed: (Sheol h7585)
(parallel missing)
Gij trokt mij uit het dodenrijk op, Ten leven uit het midden van die in het graf zijn gezonken. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Jahweh, laat mij toch niet beschaamd komen staan: Want U roep ik aan. Neen, laat de bozen worden beschaamd en in het dodenrijk varen; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Als schapen worden ze het graf ingejaagd, Het is de dood, die ze weidt; Regelrecht zinken ze neer in de kuil, En hun gestalte gaat over tot de ontbinding van de dood. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Neen, God alleen kan de prijs voor mijn leven betalen. Hij alleen mij uit de macht van het dodenrijk redden! (Sheol h7585)
(parallel missing)
Moge de dood ze verrassen, Zodat ze levend in het dodenrijk dalen! Want boosheid heerst in hun woning, En slechtheid in hun gemoed. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Want dan toont Gij mij uw grote ontferming, En redt Gij mij uit het diepst van de afgrond! (Sheol h7585)
(parallel missing)
Want mijn ziel is zat van ellende, Mijn leven het rijk der doden nabij; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Waar leeft de man, die de dood niet zal zien, Zijn leven kan redden uit de klauw van het graf? (Sheol h7585)
(parallel missing)
En de strikken des doods mij omknelden; Toen doodsangst mij kwelde, Nood en jammer mij troffen. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Stijg ik ten hemel: Gij zijt er; Daal ik in het dodenrijk af: Gij zijt er! (Sheol h7585)
(parallel missing)
Als barsten en scheuren in de akker Liggen mijn beenderen verstrooid aan de rand van het graf: (Sheol h7585)
(parallel missing)
Gelijk de onderwereld hen levend verslinden, Als zij, die ten grave dalen, geheel en al; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Haar voeten dalen af naar de dood, Tot de onderwereld leiden haar schreden; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Een weg naar de onderwereld is haar huis, Vandaar daalt men af naar het dodenrijk. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Maar men vermoedt niet, dat de schimmen daar wonen, Dat haar gasten diep in het dodenrijk komen! (Sheol h7585)
(parallel missing)
Onderwereld en dodenrijk liggen open voor Jahweh, Hoeveel te meer de harten van de kinderen der mensen! (Sheol h7585)
(parallel missing)
De wijze gaat de weg des levens omhoog, Hij wil het dodenrijk beneden ontwijken. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Want als ge hem met een stok hebt geslagen, Hebt ge hem van de onderwereld gered. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Dodenrijk en onderwereld krijgen nooit genoeg; De ogen der mensen zijn nimmer bevredigd. (Sheol h7585)
(parallel missing)
De onderwereld, De onvruchtbare moederschoot, Het land, dat water te kort komt, Het vuur, dat nooit "genoeg" zegt. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Doe al wat uw hand in staat is te doen; Want geen werken of peinzen, Geen kennis of wijsheid is er meer In de onderwereld, waarheen ge gaat. Zevende reeks. Ijdel is het talent. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Leg mij op uw hart als een zegel, Om uw arm als een band: Want sterk als de dood is de liefde! Onverbiddelijk als het graf is haar gloed, Zij laait op als het flitsende vuur, Haar vlammen zijn vlammen van Jahweh! (Sheol h7585)
(parallel missing)
Daarom is het dodenrijk dubbel gulzig geworden, En spert het wagenwijd zijn kaken op. Zo gaat de glorie van Sion ten onder, Zijn joelen, zijn juichen, zijn jubel; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Vraag een teken van Jahweh, uw God: diep in het dodenrijk, of hoog aan de hemel. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Het dodenrijk in de diepte is in beroering gekomen, En snelt ù tegemoet; Het heeft om u de schimmen gewekt, Alle heersers der aarde; Van hun tronen gehaald Alle vorsten der volken. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Uw glorie is in het graf gesmeten, Met het geruis van uw citers; De wormen spreiden uw bed, De maden worden uw dek. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Ha! in de onderwereld zinkt gij neer. Diep in de grond! (Sheol h7585)
(parallel missing)
Gij zegt: We hebben een verbond met de dood gesloten, Met het dodenrijk een verdrag aangegaan. Als de storm zich ontketent, zal hij ons niet bereiken, Want we hebben ons de leugen tot toevlucht gemaakt, En verschuilen ons in het bedrog. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Uw verbond met de dood zal worden verbroken, Uw verdrag met het dodenrijk geen stand kunnen houden. De storm zal worden ontketend, En wanneer hij over u heen zal loeien, Zult ge door hem worden plat geslagen! (Sheol h7585)
(parallel missing)
Ik had al gezegd: In de bloei van mijn leven ga ik heen, Binnen de poorten van het rijk der doden ontboden Voor de rest van mijn jaren. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Want het dodenrijk zal U niet prijzen, De dood U niet roemen; Die in het graf is gedaald Op uw trouw niet meer hopen! (Sheol h7585)
(parallel missing)
Gij zalft u met olie voor Molok, Met alle soorten van balsem; En zendt uw boden naar verre gewesten, Naar de diepten zelfs van het dodenrijk. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Dit zegt Jahweh, de Heer: Op de dag dat hij naar de onderwereld afdaalde, Liet Ik de oceaan in rouwkleed om hem treuren, Heb Ik zijn oevers verstopt, En het overvloedige water hield op. Ik hulde om hem de Libanon in rouw, En alle bomen van het veld verlepten; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Door de dreun van zijn val heb Ik volken verschrikt, Toen Ik hem de diepte instiet, bij hen die in het graf zijn gedaald. Nu troosten zich in de diepte der aarde Alle bomen van Eden, Het puik en de keur van de Libanon, Alles wat water opzuigt. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Ook zij moesten met hem mee, het dodenrijk in, Naar hen, die door het zwaard zijn getroffen: Naar zijn bondgenoten, die in zijn schaduw zaten Te midden der volken. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Dan zullen de aanvoerders der helden onder in het dodenrijk tot hen zeggen: En met zijn bondgenoten zal het naar beneden komen, en plaats nemen bij de onbesnedenen, bij hen die aan het zwaard zijn geregen. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Maar ze liggen niet bij de helden, die in oude tijden gevallen zijn, die naar het dodenrijk zijn afgedaald met hun wapenrusting, wier zwaarden men onder hun hoofd, wier schilden men op hun gebeente gelegd heeft; want men heeft die helden gevreesd in het land der levenden. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Zou Ik hem bevrijden uit de klauw van het graf, Van de dood hem verlossen? Dood, waar blijft toch uw pest, Graf, waar blijft uw verrotting? Neen, de ontferming is aan mijn ogen onttrokken: (Sheol h7585)
(parallel missing)
Al dringen ze door in het dodenrijk, Mijn hand haalt ze terug; Al stijgen ze op naar de hemel, Ik smijt ze omlaag; (Sheol h7585)
(parallel missing)
Hij sprak: In mijn angst riep ik tot Jahweh, En Hij heeft mij verhoord; Uit de schoot der onderwereld riep ik om hulp, En Gij hebt naar mijn smeken geluisterd. (Sheol h7585)
(parallel missing)
Wee des te meer den vermetelen rover, Den overmoedigen, rustelozen mens, Gulzig als de onderwereld, Onverzadelijk als de dood! Die alle naties naar zich toetrekt, Alle volken tot zich haalt: (Sheol h7585)
(parallel missing)
Maar Ik zeg u: Wie vertoornd is op zijn broeder, zal schuldig zijn voor het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Raka, zal schuldig zijn voor de Hoge Raad. En wie zegt: Dwaas, zal strafbaar zijn met het helse vuur. (Geenna g1067)
⳿ⲁⲛⲟⲕ ⲇⲉ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲱⲧⲉⲛ ϫⲉ ⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲑⲛⲁϫⲱⲛⲧ ⳿ⲉⲡⲉϥⲥⲟⲛ ϩⲓⲕⲏ ⲉϥ⳿ⲉϣⲱⲡⲓ ⲉϥⲟⲓ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲟⲭⲟⲥ ⳿ⲉϯ⳿ⲕⲣⲓⲥⲓⲥ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁϫⲟⲥ ⳿ⲙⲡⲉϥⲥⲟⲛ ϫⲉ ⲣⲁⲕⲁ ⲉϥ⳿ⲉϣⲱⲡⲓ ⲉϥⲟⲓ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲟⲭⲟⲥ ⳿ⲉⲡⲓⲙⲁⲛϯϩⲁⲡ ⲫⲏ ⲇⲉ ⲉⲑⲛⲁϫⲟⲥ ⳿ⲙⲡⲉϥⲥⲟⲛ ϫⲉ ⲡⲓⲥⲟϫ ⲉϥ⳿ⲉϣⲱⲡⲓ ⲉϥⲟⲓ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲟⲭⲟⲥ ⳿ⲉϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓ⳿ⲭⲣⲱⲙ. (Geenna g1067)
Als uw rechteroog u ergert, ruk het dan uit en werp het van u weg; want beter is het voor u, dat één uwer ledematen verloren gaat, dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen. (Geenna g1067)
ⲓⲥϫⲉ ⲡⲉⲕⲃⲁⲗ ⳿ⲛⲟⲩ⳿ⲓⲛⲁⲙ ⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲉⲥⲑⲉ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ⲫⲟⲣⲕϥ ϩⲓⲧϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗϩⲁⲣⲟⲕ ⳿ⲥⲉⲣⲛⲟϥⲣⲓ ⲅⲁⲣ ⲛⲁⲕ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩⲁⲓ ⳿ⲛⲛⲉⲕⲙⲉⲗⲟⲥ ⲧⲁⲕⲟ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲧⲉ⳿ϣⲧⲉⲙ ⲡⲉⲕⲥⲱⲙⲁ ⲧⲏⲣϥ ϣⲉⲛⲁϥ ⳿ⲉϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ. (Geenna g1067)
En zo uw rechterhand u ergert, houw ze af, en werp ze van u weg; want beter is het voor u, dat één uwer ledematen verloren gaat, dan dat heel uw lichaam in de hel wordt geworpen. (Geenna g1067)
ⲟⲩⲟϩ ⲓⲥϫⲉ ⲧⲉⲕϫⲓϫ ⳿ⲛⲟⲩ⳿ⲓⲛⲁⲙ ⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ϫⲟϫⲥ ϩⲓⲧⲥ ⳿ⲉⲃⲟⲗϩⲁⲣⲟⲕ ⳿ⲥⲉⲣⲛⲟϥⲣⲓ ⲅⲁⲣ ⲛⲁⲕ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩⲁⲓ ⳿ⲛⲛⲉⲕⲙⲉⲗⲟⲥ ⲧⲁⲕⲟ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲧⲉ⳿ϣⲧⲉⲙ ⲡⲉⲕⲥⲱⲙⲁ ⲧⲏⲣϥ ϣⲉⲛⲁϥ ⳿ⲉϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ. (Geenna g1067)
Weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden, doch de ziel niet kunnen doden; vreest liever Hem, die èn ziel èn lichaam in de hel kan verderven. (Geenna g1067)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲙⲡⲉⲣⲉⲣϩⲟϯ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲙⲫⲏⲉⲑⲛⲁϧⲱⲧⲉⲃ ⳿ⲙⲡⲉⲧⲉⲛⲥⲱⲙⲁ ⲧⲉⲧⲉⲛⲯⲩⲭⲏ ⲇⲉ ⳿ⲙⲙⲟⲛ ⳿ϣϫⲟⲙ ⳿ⲙⲙⲱⲟⲩ ⳿ⲉϧⲟⲑⲃⲉⲥ ⳿ⲁⲣⲓϩⲟϯ ⲇⲉ ⳿ⲛⲑⲟϥ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲙⲫⲏ⳿ⲉⲧⲉ ⲟⲩⲟⲛ ⳿ϣϫⲟⲙ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⳿ⲉϯⲯⲩⲭⲏ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲥⲱⲙⲁ ⳿ⲉⲧⲁⲕⲱⲟⲩ ϧⲉⲛ ϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ. (Geenna g1067)
En gij Kafárnaum, zult ge tot de hemel toe worden verheven? Tot in de hel zult ge zinken; want zo in Sódoma de wonderen waren gebeurd, die in u zijn geschied, het zou zijn blijven bestaan tot op de huidige dag. (Hadēs g86)
ⲛⲉⲙ ⳿ⲛⲑⲟ ϩⲱⲓ Ⲕⲁⲫⲁⲣⲛⲁⲟⲩⲙ ⲙⲏ ⲧⲉⲣⲁϭⲓⲥⲓ ϣⲁ ⳿ⲉ⳿ϩⲣⲏⲓ ⳿ⲉ⳿ⲧⲫⲉ ⲉⲩ⳿ⲉⲑⲉⲃⲓ⳿ⲟ ϣⲁ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲉ⳿ⲁⲙⲉⲛϯ ϫⲉ ⳿⳿ⲉⲛⲉ ϧⲉⲛ Ⲥⲟⲇⲟⲙⲁ ⲁⲩϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲁⲓϫⲟⲙ ⳿ⲉⲧⲁⲩϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛϧⲏϯ ⲛⲉ ⲓⲥϫⲉⲕ ⲥⲉϣⲟⲡ ϣⲁ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲫⲟⲟⲩ. (Hadēs g86)
En wie iets zegt tegen den Mensenzoon, hem zal het worden vergeven; maar wie iets zegt tegen den Heiligen Geest, hem zal het niet vergeven worden, noch in deze wereld noch in de toekomstige. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁϫⲉ ⲟⲩⲥⲁϫⲓ ⳿ⲛⲥⲁ Ⲡ̇ϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙⲪ̇ⲣⲱⲙⲓ ⲉⲩ⳿ⲉⲭⲁϥ ⲛⲁϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲫⲏ ⲇⲉ ⲉⲑⲛⲁϫⲱ ϧⲁ ⲡⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ ⲉⲑⲟⲩⲁⲃ ⳿ⲛⲛⲟⲩⲭⲱ ⲛⲁϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲟⲩⲇⲉ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲇⲉ ϧⲉⲛ ⲡⲉⲑⲛⲏⲟⲩ. (aiōn g165)
Wat in de doornen gezaaid werd, is hij, die wel luistert naar het woord; maar de beslommering van de wereld en het bedriegelijke van de rijkdom verstikken het woord. en het blijft zonder vrucht. (aiōn g165)
ⲫⲏ ⲇⲉ ⳿ⲉⲧⲁⲩⲥⲁⲧϥ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⲛⲓⲥⲟⲩⲣⲓ ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ⲫⲏⲉⲧⲥⲱⲧⲉⲙ ⳿ⲉⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲫⲣⲱⲟⲩϣ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲛⲉⲙ ϯ⳿ⲁⲡⲁⲧⲏ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲙⲉⲧⲣⲁⲙⲁ⳿ⲟ ϣⲁⲩⲱϫϩ ⳿ⲙⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧϥ ⲟⲩⲟϩ ϣⲁϥⲉⲣⲁⲧⲟⲩⲧⲁϩ. (aiōn g165)
de vijand, die het zaaide, is de duivel; de oogst is het einde der wereld; de maaiers zijn de engelen. (aiōn g165)
ⲡⲓϫⲁϫⲓ ⲇⲉ ⳿ⲉⲧⲁϥⲥⲁⲧⲟⲩ ⲡⲓⲇⲓ⳿ⲁⲃⲟⲗⲟⲥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲥϧ ⲇⲉ ⳿ⲧϧⲁ⳿ⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲧⲉ ⲛⲓϭⲁⲓⲱⲥϧ ⲇⲉ ⲛⲉ ⲛⲓⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ. (aiōn g165)
Zoals dus het onkruid verzameld en in het vuur wordt verbrand, zo zal het ook geschieden aan het einde der wereld. (aiōn g165)
⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲟⲩⲛ ⳿ⲉϣⲁⲩⲥⲱⲕⲓ ⳿ⲛⲛⲓⲉⲛⲧⲏϫ ⳿ⲛϣⲟⲣⲡ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲥⲉⲣⲟⲕϩⲟⲩ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⲡⲁⲓⲣⲏϯ ⲡⲉⲑⲛⲁϣⲱⲡⲓ ϧⲉⲛ ⳿ⲧϧⲁ⳿ⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Zo zal het ook gaan aan het einde der wereld. De engelen zullen uitgaan, en de bozen van de rechtvaardigen scheiden. (aiōn g165)
ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲑⲛⲁϣⲱⲡⲓ ϧⲉⲛ ⳿ⲧϧⲁⲏ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲉⲩ⳿ⲉ⳿ⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲓⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲩ⳿ⲉⲫⲱⲣϫ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛⲛⲓⲥⲁ⳿ⲙⲡⲉⲧϩⲱⲟⲩ ⳿ⲉⲃⲟⲗϧⲉⲛ ⳿ⲑⲙⲏϯ ⳿ⲛⲛⲓⲥⲁ⳿ⲙⲡⲉⲑⲛⲁⲛⲉⲩ. (aiōn g165)
En Ik, Ik zeg u: gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. (Hadēs g86)
⳿ⲁⲛⲟⲕ ⲇⲉ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲁⲕ ϫⲉ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲡⲉ Ⲡⲉⲧⲣⲟⲥ ⲉⲓ⳿ⲉⲕⲱⲧ ⳿ⲛⲧⲁⲉⲕ⳿ⲕⲗⲏⲥⲓ⳿ⲁ ϩⲓϫⲉⲛ ⲧⲁⲓⲡⲉⲧⲣⲁ ⲟⲩⲟϩ ⲛⲓⲡⲩⲗⲏ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲁⲙⲉⲛϯ ⳿ⲛⲛⲟⲩ⳿ϣϫⲉⲙϫⲟⲙ ⳿ⲉⲣⲟⲥ. (Hadēs g86)
Welnu, zo uw hand of voet u ergert, houw ze af, en werp ze van u weg; want het is beter voor u, verminkt of kreupel het Leven binnen te gaan, dan met twee handen of twee voeten geworpen te worden in het eeuwige vuur. (aiōnios g166)
ⲓⲥϫⲉ ⲧⲉⲕϫⲓϫ ⲓⲉ ⲧⲉⲕϭⲁⲗⲟϫ ⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ϫⲟϫⲟⲩ ϩⲓⲧⲟⲩ ⳿ⲉⲃⲟⲗϩⲁⲣⲟⲕ ⲛⲁⲛⲉⲥ ⲅⲁⲣ ⲛⲁⲕ ⳿ⲛⲧⲉⲕ⳿ⲓ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲡⲓⲱⲛϧ ⲉⲕⲟⲓ ⳿ⲛϭⲁⲗⲉ ⲓⲉ ⲉⲕⲟⲓ ⳿ⲛϭⲁϫⲏ ⳿⳿ⲉϩⲟⲧⲉ ⳿ⲉⲟⲩⲟⲛ ϫⲓϫ ⳿ⲥⲛⲟⲩϯ ⳿ⲉⲣⲟⲕ ⲓⲉ ϭⲁⲗⲟϫ ⳿ⲥⲛⲟⲩϯ ⳿ⲛⲥⲉϩⲓⲧⲕ ⳿ⲉⲡⲓ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
En zo uw oog u ergert, ruk het uit, en werp het weg; want het is beter voor u, met één oog het Leven binnen te gaan, dan met twee ogen geworpen te worden in het helse vuur. (Geenna g1067)
ⲟⲩⲟϩ ⲓⲥϫⲉ ⲡⲉⲕⲃⲁⲗ ⳿ⲛⲟⲩ⳿ⲓⲛⲁⲙ ⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ⲫⲟⲣⲕϥ ϩⲓⲧⲕ ⳿ⲉⲃⲟⲗϩⲁⲣⲟⲕ ⲛⲁⲛⲉⲥ ⲅⲁⲣ ⲛⲁⲕ ⳿ⲛⲧⲉⲕ⳿ⲓ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲉⲟⲩⲃⲁⲗ ⲡⲉⲧⲉ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ⲓⲉ ⳿ⲉⲟⲩⲟⲛ ⲃⲁⲗ ⲃ̅ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ⳿ⲛⲥⲉϩⲓⲧⲕ ⳿ⲉϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓ⳿ⲭⲣⲱⲙ. (Geenna g1067)
En zie, daar trad iemand op Hem toe, die tot Hem sprak: Goede Meester, wat goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲓⲥ ⲟⲩⲁⲓ ϥ⳿ⲓ ϩⲁⲣⲟϥ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⳿ⲫⲣⲉϥϯ⳿ⲥⲃⲱ ⳿ⲛ⳿ⲁⲅⲁⲑⲟⲥ ⲟⲩ ⳿ⲛ⳿ⲁⲅⲁⲑⲟⲛ ⳿ⲉϯⲛⲁⲁⲓϥ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲁⲉⲣ⳿ⲕⲗⲏⲣⲟⲛⲟⲙⲓⲛ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
En al wie zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw of kinderen of akkers verlaat om mijn Naam, hij zal het honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven verwerven. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⳿ⲉⲧⲁϥⲭⲁ ⲥⲟⲛ ⳿ⲛⲥⲱϥ ⲓⲉ ⲥⲱⲛⲓ ⲓⲉ ⲓⲱⲧ ⲓⲉ ⲙⲁⲩ ⲓⲉ ⳿ⲥϩⲓⲙⲓ ⲓⲉ ϣⲏⲣⲓ ⲓⲉ ⲓⲟϩⲓ ⲓⲉ ⲏⲓ ⲉⲑⲃⲉ ⲡⲁⲣⲁⲛ ⲉϥ⳿ⲉϭⲓⲧⲟⲩ ⳿ⲛⲣ̅ ⳿ⲛⲕⲱⲃ ⳿ⲛⲥⲟⲡ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲉϥ⳿ⲉⲉⲣ⳿ⲕⲗⲏⲣⲟⲛⲟⲙⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲟϥ. (aiōnios g166)
Hij zag een vijgeboom langs de weg, en ging er heen; maar hij vond er niets dan bladeren aan. Hij sprak: Nooit in der eeuwigheid komen er nog vruchten aan u. Terstond verdorde de vijgeboom. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉⲧⲁϥⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲟⲩⲃⲱ ⳿ⲛⲕⲉⲛⲧⲉ ϩⲓ ⲡⲓⲙⲱⲓⲧ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉⲧⲁϥ⳿ⲓ ϩⲁⲣⲟⲥ ⳿ⲙⲡⲉϥϫⲉⲙ ⳿ϩⲗⲓ ϩⲓⲱⲧⲥ ⳿ⲉⲃⲏⲗ ⳿ⲉϩⲁⲛϫⲱⲃⲓ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁⲥ ϫⲉ ⳿ⲛⲛⲉ ⲟⲩⲧⲁϩ ⳿ⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛϧⲏϯ ϣⲁ ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲥϣⲱⲟⲩ⳿ⲓ ⳿ⲛϫⲉ ϯⲃⲱ ⳿ⲛⲕⲉⲛⲧⲉ ⲓⲥϫⲉⲛ ϯⲟⲩⲛⲟⲩ ⳿ⲉⲧⲉ⳿ⲙⲙⲁⲩ. (aiōn g165)
Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die land en zee doorkruist, om één enkelen bekeerling te maken; maar als hij het geworden is, maakt gij hem tot een kind der hel, tweemaal erger dan gijzelf. (Geenna g1067)
ⲟⲩⲟⲓ ⲛⲱⲧⲉⲛ ⲛⲓⲥⲁϧ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲪⲁⲣⲓⲥⲉⲟⲥ ⲛⲓϣⲟⲃⲓ ϫⲉ ⲧⲉⲧⲉⲛⲕⲱϯ ⳿ⲉ⳿ⲫⲓⲟⲙ ⲛⲉⲙ ⲡⲉⲧϣⲟⲩ⳿ⲱⲟⲩ ⲉⲑⲣⲉⲧⲉⲛⲑⲁⲙⲓ⳿ⲟ ⳿ⲛⲟⲩ⳿ⲡⲣⲟⲥ⳿ⲏⲗⲓⲧⲟⲥ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉϣⲱⲡ ⲁϥϣⲁⲛϣⲱⲡⲓ ⲧⲉⲧⲉⲛ⳿⳿ⲓⲣⲓ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⳿ⲛϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲅⲉⲉⲛⲛⲁ ⲉϥⲕⲏⲃ ⳿ⲉⲣⲱⲧⲉⲛ. (Geenna g1067)
Slangen, adderenbroed, hoe zult gij de helse verdoemenis ontkomen? (Geenna g1067)
ⲛⲓϩⲟϥ ⳿ⲙⲙⲓⲥⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓ⳿ⲁϫⲱ ⲡⲱⲥ ⲧⲉⲧⲉⲛⲛⲁ⳿ϣⲫⲱⲧ ⳿ⲉⲃⲟⲗϧⲉⲛ ϯ⳿ⲕⲣⲓⲥⲓⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ. (Geenna g1067)
Terwijl Hij neerzat op de Olijfberg, kwamen de leerlingen alleen naar Hem toe, en zeiden: Zeg ons, wanneer dit gebeuren zal, en wat het teken zal zijn van uw komst en van het einde der wereld? (aiōn g165)
ⲉϥϩⲉⲙⲥⲓ ⲇⲉ ϩⲓϫⲉⲛ ⲡⲓⲧⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓϫⲱⲓⲧ ⲁⲩ⳿ⲓ ϩⲁⲣⲟϥ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲉϥⲙⲁⲑⲏⲧⲏⲥ ⲥⲁ⳿ⲡⲥⲁ ⳿ⲙⲙⲁⲩ⳿ⲁⲧⲟⲩ ⲉⲩϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⳿ⲁϫⲟⲥ ⲛⲁⲛ ϫⲉ ⳿ⲁⲣⲉ ⲛⲁⲓ ⲛⲁϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛ⳿ⲑⲛⲁⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲁϣ ⲡⲉ ⲡⲓⲙⲏⲓⲛⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲉⲕϫⲓⲛ⳿ⲓ ⲛⲉⲙ ⳿ⲧϧⲁ⳿ⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Maar dan zal Hij zeggen tot hen, die aan de linkerhand staan: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat bereid is voor den duivel en zijn engelen. (aiōnios g166)
ⲧⲟⲧⲉ ⲉϥ⳿ⲉϫⲟⲥ ⳿ⲛⲛⲏⲉⲧϩⲱⲟⲩ ⲉⲧⲥⲁⲧⲉϥϫⲁϭⲏ ϫⲉ ⲙⲁϣⲉⲛⲱⲧⲉⲛ ⳿ⲉⲃⲟⲗϩⲁⲣⲟⲓ ⲛⲏⲉⲧ⳿ⲥϩⲟⲩⲟⲣⲧ ⳿ⲉⲡⲓ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲫⲏⲉⲧⲥⲉⲃⲧⲱⲧ ⳿ⲙⲡⲓⲇⲓ⳿ⲁⲃⲟⲗⲟⲥ ⲛⲉⲙ ⲛⲉϥⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ. (aiōnios g166)
Dan zullen zij gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲉⲩ⳿ⲉϣⲉⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲁⲓ ⲉⲩⲕⲟⲗⲁⲥⲓⲥ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲛⲓ⳿ⲑⲙⲏⲓ ⲇⲉ ⲉⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ (aiōnios g166)
en leert ze onderhouden al wat Ik u heb geboden. Ziet, Ik blijf altijd bij u, tot aan het einde der wereld. (aiōn g165)
⳿ⲉⲣⲉⲧⲉⲛϯ⳿ⲥⲃⲱ ⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ⲁⲣⲉϩ ⳿ⲉϩⲱⲃ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⳿ⲉⲧⲁⲓϩⲉⲛϩⲉⲛ ⲑⲏⲛⲟⲩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲓⲥ ϩⲏⲡⲡⲉ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ϯⲭⲏ ⲛⲉⲙⲱⲧⲉⲛ ⳿ⲛⲛⲓⲉϩⲟⲟⲩ ⲧⲏⲣⲟⲩ ϣⲁ ⳿ⲡϫⲱⲕ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ Ⲁ̇ⲙⲏⲛ ⲉⲩⲁⲅⲅⲉⲗⲓⲟⲩ ⲧⲟⲩ ⲕ̅ⲩ̅ ⲍⲱⲏⲥ Ⲁ̇ⲙⲏⲛ Ⲁ̇ⲙⲏⲛ (aiōn g165)
Maar wie lastert tegen den Heiligen Geest, krijgt in eeuwigheid geen vergiffenis, maar hij is schuldig aan een eeuwige zonde. (aiōn g165, aiōnios g166)
ⲫⲏ ⲇⲉ ⲉⲑⲛⲁϫⲉⲟⲩ⳿ⲁ ⳿ⲉⲡⲠⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ ⲉⲑⲟⲩⲁⲃ ⳿ⲙⲙⲟⲛ ⲭⲱ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛⲧⲁϥ ϣⲁ ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲁⲗⲗⲁ ⳿ϥⲟⲓ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲟⲭⲟⲥ ⳿ⲛⲟⲩϩⲁⲡ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165, aiōnios g166)
maar de beslommering van de wereld, de verleiding van de rijkdom en de begeerten naar andere dingen vallen er tussen, en verstikken het woord: het blijft zonder vrucht. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲛⲓⲣⲱⲟⲩϣ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲛⲉⲙ ϯ⳿ⲁⲡⲁⲧⲏ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲙⲉⲧⲣⲁⲙⲁ⳿ⲟ ⲛⲉⲙ ⲛⲓ⳿ⲉⲡⲓⲑⲩⲙⲓ⳿ⲁ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲕⲉⲥⲱϫⲡ ⲉⲩⲙⲟϣⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧⲟⲩ ⲥⲉⲱϫϩ ⳿ⲙⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⲟⲩⲟϩ ϣⲁϥⲉⲣⲁⲧⲟⲩⲧⲁϩ. (aiōn g165)
Zo uw hand u ergert, houw ze af. Het is beter, verminkt het Leven binnen te gaan, dan met twee handen naar de hel te gaan, naar het onuitblusbaar vuur, (Geenna g1067)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉϣⲱⲡ ⳿ⲛⲧⲉ ⲧⲉⲕϫⲓϫ ⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲉⲥⲑⲉ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ϫⲟϫⲥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲛⲁⲛⲉⲥ ⲅⲁⲣ ⲛⲁⲕ ⳿ⲛⲧⲉⲕ⳿ⲓ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲡⲓⲱⲛϧ ⲉⲕⲟⲓ ⳿ⲛϫⲁϭⲏ ⲓⲉ ⳿ⲉⲣⲉ ϫⲓϫ ⲃ̅ϯ ⳿ⲉⲣⲟⲕ ⳿ⲛⲧⲉⲕϣⲉ ⳿ⲉϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ ⳿ⲉⲡⲓ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⳿ⲛⲁⲧϭⲉⲛⲟ. (Geenna g1067)
En zo uw voet u ergert, houw hem af. Het is beter, kreupel het Leven binnen te gaan, dan met beide voeten in de hel te worden geworpen, in het onuitblusbaar vuur, (Geenna g1067)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉϣⲱⲡ ⳿ⲛⲧⲉ ⲧⲉⲕϭⲁⲗⲟϫ ⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲉⲥⲑⲉ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ϫⲟϫⲥ ϩⲓⲧⲥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲛⲁⲛⲉⲥ ⲛⲁⲕ ⳿ⲛⲧⲉⲕ⳿ⲓ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲡⲓⲱⲛϧ ⲉⲕⲟⲓ ⳿ⲛϭⲁⲗⲉ ⳿⳿ⲉϩⲟⲧⲉ ⳿ⲉⲣⲉ ⲟⲩⲟⲛ ϭⲁⲗⲟϫ ⳿ⲥⲛⲟⲩϯ ⳿ⲉⲣⲟⲕ ⳿ⲛⲥⲉϩⲓⲧⲕ ⳿ⲉϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ. (Geenna g1067)
En zo uw oog u ergert, ruk het uit. Het is beter met één enkel oog het koninkrijk Gods binnen te gaan, dan met twee ogen in de hel te worden geworpen, (Geenna g1067)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉϣⲱⲡ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲉⲕⲃⲁⲗ ⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲉⲥⲑⲉ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ⲫⲟⲣⲕϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲛⲁⲛⲉⲥ ⲛⲁⲕ ⳿ⲛⲧⲉⲕ⳿ⲓ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉϯⲙⲉⲧⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲛⲧⲉ Ⲫϯ ⳿ⲉⲟⲩⲃⲁⲗ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⳿ⲉⲧⲉⲣⲟⲕ ⳿⳿ⲉϩⲟⲧⲉ ⳿ⲉⲟⲩⲟⲛ ⲃⲁⲗ ⲃ̅ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ⳿ⲛⲥⲉϩⲓⲧⲕ ⳿ⲉϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ. (Geenna g1067)
En toen Hij Zich op weg begaf, kwam iemand toegelopen, knielde voor Hem neer, en vroeg Hem: Goede Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲉϥⲛⲏⲟⲩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲉⲟⲩⲙⲱⲓⲧ ⲁϥϭⲟϫⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⲟⲩⲁⲓ ⲁϥϩⲓⲧϥ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⲛⲉϥⲕⲉⲗⲓ ⲛⲁϥϣⲓⲛⲓ ⳿ⲙⲙⲟϥ ϫⲉ ⳿ⲫⲣⲉϥϯ⳿ⲥⲃⲱ ⳿ⲛ⳿ⲁⲅⲁⲑⲟⲥ ⲟⲩ ⲡⲉϯⲛⲁⲁⲓϥ ⳿ⲛⲧⲁⲉⲣ⳿ⲕⲗⲏⲣⲟⲛⲟⲙⲟⲥ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
of hij zal ontvangen: nu in deze wereld, zij het ook te midden van vervolgingen, het honderdvoud van huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en akkers; en in de toekomstige wereld het eeuwige leven. (aiōn g165, aiōnios g166)
ⲁϥ⳿ϣⲧⲉⲙϭⲓⲧⲟⲩ ⳿ⲛⲣ̅ ⳿ⲛⲕⲱⲃ ⳿ⲛⲥⲟⲡ ϯⲛⲟⲩ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓⲥⲏⲟⲩ ϩⲁⲛⲏⲓ ⲛⲉⲙ ϩⲁⲛ⳿ⲥⲛⲏⲟⲩ ⲛⲉⲙ ϩⲁⲛⲥⲱⲛⲓ ⲛⲉⲙ ϩⲁⲛⲙⲁⲩ ⲛⲉⲙ ϩⲁⲛⲓⲱⲧ ⲛⲉⲙ ϩⲁⲛϣⲏⲣⲓ ⲛⲉⲙ ϩⲁⲛⲓⲟϩⲓ ϧⲉⲛ ⲛⲓⲇⲓⲱⲅⲙⲟⲥ ⲟⲩⲟϩ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲉⲱⲛ ⲉⲑⲛⲏⲟⲩ ⲟⲩⲱⲛϧ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165, aiōnios g166)
En Hij sprak tot hem: Nooit in der eeuwigheid eet iemand nog vruchten van u! Zijn leerlingen hoorden het. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉⲧⲁϥ⳿ⲉⲣⲟⲩ⳿ⲱ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲁⲥ ϫⲉ ⳿ⲛⲛⲉ ⳿ϩⲗⲓ ϫⲉⲙ ⲟⲩⲧⲁϩ ϩⲓⲱϯ ϣⲁ ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⲛⲁⲩⲥⲱⲧⲉⲙ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲉϥⲙⲁⲑⲏⲧⲏ. (aiōn g165)
Hij zal koning zijn over het huis van Jakob in eeuwigheid, en aan zijn koningschap zal geen einde komen. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ϥⲛⲁⲉⲣⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⳿ⲡⲏⲓ ⳿ⲛⲓⲁⲕⲱⲃ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲩⲟϩ ⳿ⲛⲛⲉ ϧⲁ⳿ⲉ ϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛⲧⲉϥⲙⲉⲧⲟⲩⲣⲟ. (aiōn g165)
Zoals Hij tot onze vaderen sprak: Aan Abraham en zijn zaad voor altijd. (aiōn g165)
ⲁⲧⲁ ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲧⲁϥⲥⲁϫⲓ ⲛⲉⲙ ⲛⲉⲛⲓⲟϯ ⲁⲃⲣⲁⲁⲙ ⲛⲉⲙ ⲡⲉϥ⳿ϫⲣⲟϫ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Zoals Hij eeuwen geleden beloofd had Door de mond zijner heilige profeten: (aiōn g165)
ⲕⲁⲧⲁ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲧⲁϥⲥⲁϫⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲣⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲛⲉϥ⳿ⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲏⲥ ⲑⲟⲩⲁⲃ ⲓⲥϫⲉⲛ ⳿ⲡ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Ze verzochten Hem dringend, hun niet te gelasten, naar de afgrond te gaan. (Abyssos g12)
ⲟⲩⲟϩ ⲛⲁⲩϯϩⲟ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲉ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉϥ⳿ϣⲧⲉⲙⲟⲩⲁϩⲥⲁϩⲛⲓ ⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲉϣⲉ ⳿ⲉ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ. (Abyssos g12)
En gij Kafárnaum, zult ge tot de hemel toe worden verheven? Tot in de hel zult ge neerzinken. — (Hadēs g86)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲑⲟ ϩⲱⲓ ⲕⲁⲫⲁⲣⲛⲁⲟⲩⲙ ⲙⲏ ⲧⲉⲣⲁϭⲓⲥⲓ ϣⲁ ⳿ⲉ⳿ϩⲣⲏⲓ ⳿ⲉ⳿ⲧⲫⲉ ⲥⲉⲛⲁⲑⲉⲃⲓ⳿ⲟ ϣⲁ ⳿ⲉⲡⲉⲥⲏⲧ ⳿ⲉ⳿ⲁⲙⲉⲛϯ. (Hadēs g86)
En zie, een wetgeleerde stond op, om Hem op de proef te stellen, en sprak: Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ϩⲏⲡⲡⲉ ⲓⲥ ⲟⲩⲛⲟⲙⲓⲕⲟⲥ ⲁϥⲧⲱⲛϥ ⲁϥⲉⲣⲡⲓⲣⲁⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⲉϥϫⲱ ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⲡⲓⲣⲉϥϯ⳿ⲥⲃⲱ ⲟⲩ ⲡⲉϯⲛⲁⲛⲁⲓϥ ⳿ⲛⲧⲁⲉⲣ⳿ⲕⲗⲏⲣⲟⲛⲟⲙⲓⲛ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Ik zal u tonen, wien gij moet vrezen: Vreest Hem, die, als Hij gedood heeft, de macht nog bezit, om in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u: Vreest Hem! (Geenna g1067)
ⲛⲁⲧⲁⲙⲱⲧⲉⲛ ⲇⲉ ϫⲉ ⲁⲣⲓϩⲟϯ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲛⲛⲓⲙ ⲁⲣⲓϩⲟϯ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲙⲫⲏⲉⲧⲉ ⲙⲉⲛⲉⲛⲥⲁ ⲉⲑⲣⲉϥϧⲱⲧⲉⲃ ⲟⲩⲟⲛⲧⲉϥ ⲉⲣϣⲓϣⲓ ⳿ⲉϩⲓⲟⲩ⳿ⲓ ⳿ⲉϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ ⲁϩⲁ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲱⲧⲉⲛ ϫⲉ ⲁⲣⲓϩⲟϯ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲙⲫⲁⲓ. (Geenna g1067)
En de heer prees den onrechtvaardigen rentmeester, omdat hij met overleg had gehandeld. Waarachtig, de kinderen dezer wereld behartigen hun belangen met meer overleg dan de kinderen van het licht. (aiōn g165)
ⲩⲟϩ ⲁ Ⲡ⳪ ϣⲟⲩϣⲟⲩ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⲡⲓⲟⲓⲕⲟⲛⲟⲙⲟⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ϯ⳿ⲁⲇⲓⲕⲓⲁ ϫⲉ ⲁϥ⳿ⲓⲣⲓ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲉⲧⲥⲁⲃⲉ ϫⲉ ⲛⲓϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ϩⲁⲛⲥⲁⲃⲉⲩ ⲛⲉ ⳿ⲉϩⲟⲧⲉ ⲓϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲫⲟⲩⲱⲓⲛⲓ ϧⲉⲛ ⲧⲟⲩⲅⲉⲛⲉ⳿ⲁ. (aiōn g165)
Ik zeg u: Maakt u vrienden door de ongerechte mammon, opdat, wanneer hij u komt te ontvallen, zij u mogen opnemen in de eeuwige tenten. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ϩⲱ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲱⲧⲉⲛ ⲉ ⲙⲁⲑⲁⲙⲓ⳿ⲟ ⲛⲱⲧⲉⲛ ⳿ⲛϩⲁⲛ⳿ϣⲫⲏⲣ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲁⲙⲱⲛⲁ ⲛⲧⲉ ⳿ⲧ⳿ⲁⲇⲓⲕⲓⲁ ϩⲓⲛⲁ ϩⲟⲧⲁⲛ ⲁⲩϣⲁⲛⲙⲟⲩⲛⲕ ⳿ⲛⲧⲟⲩϣⲉⲡ ⲑⲏⲛⲟⲩ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲛⲓ⳿ⲥⲕⲩⲛⲏ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
En terwijl hij in de hel werd gefolterd, sloeg hij zijn ogen op, en zag Abraham van verre, en Lázarus in zijn schoot. (Hadēs g86)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ϧⲉⲛ ⲁⲙⲉⲛϯ ⲉⲧⲁϥϥⲁⲓ ⳿ⲛⲛⲉϥⲃⲁⲗ ⳿ⲉ⳿ⲡϣⲱⲓ ⲉϥⲭⲏ ⲉⲛ ϩⲁⲛ⳿ⲙⲕⲁⲩϩ ⲁϥⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲁⲃⲣⲁⲁⲙ ϩⲓ⳿ⲫⲟⲩⲉⲓ ⲟⲩⲟϩ ⲗⲁⲍⲁⲣⲟⲥ ϧⲉⲛ ⲕⲉⲛϥ. (Hadēs g86)
Een heel voornaam man ondervroeg Hem, en sprak: Goede Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲁϥϣⲉⲛϥ ⳿ⲛϫⲉ ⲟⲩⲁⲣⲭⲱⲛ ⲉϥϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⲡⲓⲣⲉϥϯ⳿ⲥⲃⲱ ⳿ⲛⲁⲅⲁⲑⲟⲥ ⲟⲩ ⲡⲉϯⲛⲁⲁⲓϥ ⳿ⲛⲧⲁⲉⲣ⳿ⲕⲗⲏⲣⲟⲛⲟⲙⲓⲛ ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
of hij zal veel meer terug ontvangen in deze tijd, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven. (aiōn g165, aiōnios g166)
ϫⲉ ⳿ϥⲛⲁϭⲓⲧⲟⲩ ⲁⲛ ⳿ⲛⲟⲩⲙⲏϣ ⳿ⲛⲕⲱⲃ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓⲥⲏⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲉⲑⲛⲏⲟⲩ ⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165, aiōnios g166)
Jesus sprak tot hen: De kinderen dezer wereld huwen en worden uitgehuwd. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉϫⲁϥ ⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲛϫⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ϫⲉ ⲛⲓϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ϣⲁⲩϭⲓ ⲟⲩⲟϩ ϣⲁⲩ ϭⲓⲧⲟⲩ. (aiōn g165)
Maar zij, die waardig worden bevonden, deel te hebben aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, zullen huwen noch uitgehuwd worden. (aiōn g165)
ⲛⲏ ⲇⲉ ⲉⲧⲁⲩⲉⲣ⳿ⲡⲉⲙ⳿ⲡϣⲁ ⳿ⲙⲡⲓⲉⲛⲉϩ ⳿ⲉⲧⲉ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⲛⲉⲙ ϯⲁⲛⲁⲥⲧⲁⲥⲓⲥ ϯ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲛⲓⲣⲉϥⲙⲱⲟⲩⲧ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲙⲡⲁⲩϭⲓ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲙⲡⲁⲩ ϭⲓⲧⲟⲩ. (aiōn g165)
opdat ieder die in Hem gelooft, het eeuwige leven zou hebben. (aiōnios g166)
ϩⲓⲛⲁ ⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲑⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⳿ⲛⲧⲉϥϭⲓ ⳿ⲙⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eengeboren Zoon heeft gegeven: opdat allen die in Hem geloven, niet verloren zouden gaan, maar het eeuwige leven zouden hebben. (aiōnios g166)
ⲡⲁⲓⲣⲏϯ ⲅⲁⲣ ⲁ ⲫϯ ⲙⲉⲛⲣⲉ ⲡⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ϩⲱⲥⲧⲉ ⲡⲉϥϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⳿ⲛⲧⲉϥⲧⲏⲓϥ ϩⲓⲛⲁ ⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲑⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⳿ⲛⲧⲉϥ⳿ϣⲧⲉⲙⲧⲁⲕⲟ ⲁⲗⲗⲁ ⳿ⲛⲧⲉϥϭⲓ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Wie in den Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven; maar wie in den Zoon niet gelooft, zal het leven niet zien, maar Gods gramschap blijft op hem liggen. (aiōnios g166)
ⲫⲏⲉⲑⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲡⲓϣⲏⲣⲓ ⲟⲩⲟⲛⲧⲉϥ ⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⲫⲏ ⲇⲉ ⲉⲧⲟⲓ ⳿ⲛⲁⲧⲑⲱⲧ ⳿ⲛϩⲏⲧ ⳿ⲉⲡⲓϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲛⲉϥⲛⲁⲩ ⳿ⲉ⳿ⲡⲱⲛϧ ⲁⲗⲗⲁ ⳿ⲡ⳿ϫⲱⲛⲧ ⳿ⲙⲫϯ ⲉϥ⳿ⲉϣⲱⲡⲓ ϩⲓϫⲱϥ (aiōnios g166)
Maar wie drinkt van het water, dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen; integendeel, het water, dat Ik hem zal geven, zal een bron in hem worden van water, dat opborrelt ten eeuwigen leven. (aiōn g165, aiōnios g166)
ⲁⲗⲗⲁ ⲡⲓⲙⲱⲟⲩ ⳿ⲉϯⲛⲁⲧⲏⲓϥ ⲛⲁϥ ⲉϥ⳿ⲉϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧϥ ⳿ⲛⲟⲩⲙⲟⲩⲙⲓ ⳿ⲙⲙⲱⲟⲩ ⲉϥ⳿ⲉϭⲓⲫⲉⲓ ⲉⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165, aiōnios g166)
Ook de maaier ontvangt loon, en verzamelt vrucht ten eeuwigen leven, opdat zaaier en maaier zich samen verheugen. (aiōnios g166)
ϩⲏⲇⲏ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁⲱⲥϧ ⳿ϥⲛⲁϭⲓ ⳿ⲙⲡⲉϥⲃⲉⲭ ⲉ ⲟⲩⲟϩ ⳿ϥⲛⲁⲑⲱⲟⲩϯ ⳿ⲛⲟⲩⲟⲩⲧⲁϩ ⲉⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ϩⲓⲛⲁ ⲫⲏⲉⲧⲥⲓϯ ⳿ⲛⲧⲉϥⲣⲁϣⲓ ⲉⲩⲥⲟⲡ ⲛⲉⲙ ⲫⲏⲉⲧⲱⲥϧ. (aiōnios g166)
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie luistert naar mijn woord, en in Hem gelooft, die Mij heeft gezonden, hij heeft het eeuwige leven, en in het gericht komt hij niet; maar hij is overgegaan van de dood tot het leven. — (aiōnios g166)
ⲁⲙⲏⲛ ⲁⲙⲏⲛ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲱⲧⲉⲛ ϫⲉ ⲫⲏⲉⲧⲥⲱⲧⲉⲙ ⳿ⲉⲡⲁⲥⲁϫⲓ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲧⲉϥⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲫⲏⲉⲧⲁϥⲧⲁⲟⲩⲟⲓ ⲟⲩⲟⲛⲧⲉϥ ⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⲟⲩⲟϩ ⳿ϥⲛⲁ⳿ⲓ ⲁⲛ ⳿ⲉ⳿ⲡϩⲁⲡ ⲁⲗⲗⲁ ⳿ϥⲟⲩⲱⲧⲉⲃ ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲫⲙⲟⲩ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉ⳿ⲡⲱⲛϧ. (aiōnios g166)
Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent, daarin het eeuwige leven te hebben; welnu, zij zijn het, die van Mij getuigen. (aiōnios g166)
ⲟⲧϧⲉⲧ ϧⲉⲛ ⲛⲓ⳿ⲅⲣⲁⲫⲏ ⲛⲏⲉⲧⲉⲧⲉⲛⲙⲉⲩⲓ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲑⲱⲧⲉⲛ ϫⲉ ⲟⲩⲟⲛ ⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ϣⲟⲡ ⳿ⲛϧⲏⲧⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲑⲱⲟⲩ ⲉⲧⲉⲣⲙⲉⲑⲣⲉ ⲉⲑⲃⲏⲧ. (aiōnios g166)
Arbeidt niet voor de spijs die vergaat, maar voor de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, en die de Mensenzoon u zal geven. Want op Hem heeft God, heeft de Vader zijn zegel gedrukt. (aiōnios g166)
ⲁⲣⲓϩⲱⲃ ⳿ⲉϯ⳿ϧⲣⲉ ⲁⲛ ⲉⲑⲛⲁⲧⲁⲕⲟ ⲁⲗⲗⲁ ϯ⳿ϧⲣⲉ ⲉⲑⲛⲁϣⲱⲡⲓ ⲉⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⲑⲏ ⲉⲧⲉ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲱⲙⲓ ⲛⲁⲧⲏⲓⲥ ⲛⲱⲧⲉⲛ ⲫⲁⲓ ⲅⲁⲣ ⲁ ⲫϯ ⳿ⲫⲓⲱⲧ ⲉⲣ⳿ⲥ⳿ⲫⲣⲁⲅⲓⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲟϥ. (aiōnios g166)
Dit is de wil van den Vader, die Mij gezonden heeft, dat wie den Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft, en dat Ik hem op de jongste dag zal doen verrijzen. (aiōnios g166)
ⲫⲁⲓ ⲅⲁⲣ ⲡⲉ ⳿ⲫⲟⲩⲱϣ ⳿ⲙⲡⲁⲓⲱⲧ ϩⲓⲛⲁ ⲫⲏ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲑⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲡⲓϣⲏⲣⲓ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲧⲉϥⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⳿ⲛⲧⲉϥϣⲱⲡⲓ ⳿ⲉⲟⲩⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲁϥ ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲧⲁⲧⲟⲩⲛⲟⲥϥ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲉϩⲟⲟⲩ ⳿ⲛϧⲁ⳿ⲉ. (aiōnios g166)
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft het eeuwige leven. (aiōnios g166)
ⲁⲙⲏⲛ ⲁⲙⲏⲛ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲱⲧⲉⲛ ϫⲉ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲣⲟⲓ ⲟⲩⲟⲛⲧⲉϥ ⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲙⲙⲁⲩ. (aiōnios g166)
Ik ben het levend brood, dat uit de hemel is neergedaald; zo iemand eet van dit brood, zal hij in eeuwigheid leven. En het brood, dat Ik zal geven, is mijn vlees voor het leven der wereld. (aiōn g165)
⳿ⲁⲛⲟⲕ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲓⲕ ⲉⲧⲟⲛϧ ⲫⲏⲉⲧⲁϥ⳿Ⲓ ⳿ⲉⲡⲉⲥⲏⲧ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲧⲫⲉ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁⲟⲩⲱⲙ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓⲱⲓⲕ ⲉϥ⳿ⲉⲱⲛϧ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓⲱⲓⲕ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ⳿ⲉϯⲛⲁⲧⲏⲓϥ ⲧⲁⲥⲁⲣⲝ ⲧⲉ ⲑⲏ ⳿ⲉϯⲛⲁⲧⲏⲓⲥ ⳿ⲉ⳿ϩⲣⲏⲓ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⳿ⲡⲱⲛϧ ⳿ⲙⲡⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ. (aiōn g165)
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft het eeuwige leven, en Ik zal hem op de jongste dag doen verrijzen. (aiōnios g166)
ⲫⲏⲉⲑⲟⲩⲱⲙ ⳿ⲛⲧⲁⲥⲁⲣⲝ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲧⲥⲱ ⳿ⲙⲡⲁ⳿ⲥⲛⲟϥ ⲟⲩⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲁϥ ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ϯⲛⲁⲧⲟⲩⲛⲟⲥϥ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲉϩⲟⲟⲩ ⳿ⲛϧⲁ⳿ⲉ. (aiōnios g166)
Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Niet een brood als de vaders hebben gegeten en toch zijn gestorven; wie dit brood eet zal leven in eeuwigheid. (aiōn g165)
ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲓⲕ ⲉⲧⲁϥ⳿ⲓ ⳿ⲉⲡⲉⲥⲏⲧ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲧⲫⲉ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲁⲛ ⳿ⲛⲛⲓⲓⲟϯ ⲉⲧⲁⲩⲟⲩⲱⲙ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩⲙⲟⲩ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁⲟⲩⲱⲙ ⳿ⲙⲡⲁⲓⲱⲓⲕ ⲉϥ⳿ⲉⲱⲛϧ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Simon Petrus antwoordde Hem: Heer, naar wien zouden we gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; (aiōnios g166)
ⲁϥⲉⲣⲟⲩⲱ ⲛⲁϥ ⳿ⲛϫⲉ ⲥⲓⲙⲱⲛ ⲡⲉⲧⲣⲟⲥ ϫⲉ Ⲡ⳪ ⲁⲛⲛⲁϣⲉ ⲛⲁⲛ ϩⲁ ⲛⲓⲙ ϩⲁⲛⲥⲁϫⲓ ⲅⲁⲣ ⳿ⲛⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲉⲧⲉ⳿ⲛⲧⲁⲕ. (aiōnios g166)
De slaaf nu blijft niet altijd in huis; de zoon blijft er voor altijd. (aiōn g165)
ⲡⲓⲃⲱⲕ ⲇⲉ ⳿ⲙⲡⲁϥⲟϩⲓ ϧⲉⲛ ⲡⲓⲏⲓ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲡⲓϣⲏⲣⲓ ⲇⲉ ⳿ⲛⲑⲟϥ ϣⲁϥⲟϩⲓ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Zo iemand mijn woord onderhoudt, dan zal hij in eeuwigheid de dood niet zien. — (aiōn g165)
ⲁⲙⲏⲛ ⲁⲙⲏⲛ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲱⲧⲉⲛ ϫⲉ ⲉϣⲱⲡ ⲁⲣⲉϣⲁⲛ ⲟⲩⲁⲓ ⲁⲣⲉϩ ⳿ⲉⲡⲁⲥⲁϫⲓ ⳿ⲛⲛⲉϥⲛⲁⲩ ⳿ⲉ⳿ⲫⲙⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
De Joden zeiden Hem: Nu weten we, dat Gij bezeten zijt! Abraham en de profeten zijn gestorven; en Gij zegt: Zo iemand mijn woord onderhoudt, zal hij de dood niet sterven in eeuwigheid. (aiōn g165)
ⲡⲉϫⲉ ⲛⲓⲓⲟⲩⲇⲁⲓ ϫⲉ ϯⲛⲟⲩ ⲁⲛ⳿ⲉⲙⲓ ϫⲉ ⲟⲩⲟⲛ ⲟⲩⲇⲉⲙⲱⲛ ⲛⲉⲙⲁⲕ ⲁⲃⲣⲁⲁⲙ ⲁϥⲙⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲕⲉ⳿ⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲏⲥ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲕϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁⲁⲣⲉϩ ⳿ⲉⲡⲁⲥⲁϫⲓ ⳿ⲛⲛⲉϥϫⲉⲙϯⲡⲓ ⳿ⲙ⳿ⲫⲙⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Nooit in der eeuwigheid is het gehoord, dat iemand de ogen van een blindgeborene heeft geopend. (aiōn g165)
ⲓⲥϫⲉⲛ ⳿ⲡ⳿ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲙⲡⲉⲛⲥⲱⲧⲉⲙ ϫⲉ ⲁ ⲟⲩⲁⲓ ⲟⲩⲱⲛ ⳿ⲛⲛⲉⲛⲃⲁⲗ ⳿ⲛⲟⲩⲃⲉⲗⲗⲉ ⳿ⲙⲙⲓⲥⲓ. (aiōn g165)
En Ik geef hun het eeuwig leven; ze gaan in eeuwigheid niet verloren, en niemand rooft ze weg uit mijn hand. (aiōn g165, aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ϩⲱ ϯⲛⲁϯ ⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲛⲟⲩⲧⲁⲕⲟ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲛⲉ⳿ϣ ⳿ϩⲗⲓ ϩⲟⲗⲙⲟⲩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲧⲁϫⲓϫ. (aiōn g165, aiōnios g166)
en wie leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven voor eeuwig. Gelooft ge dit? (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲧⲟⲛϧ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲑⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲣⲟⲓ ⳿ⲛⲛⲉϥⲙⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲧⲉⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲫⲁⲓ. (aiōn g165)
Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen; maar wie in deze wereld zijn leven haat, zal het behouden ten eeuwigen leven. (aiōnios g166)
ⲫⲏⲉⲑⲙⲉⲓ ⳿ⲛⲧⲉϥⲯⲩⲭⲏ ⲉϥ⳿ⲉⲧⲁⲕⲟⲥ ⲟⲩⲟϩ ⲫⲏⲉⲧⲙⲟⲥϯ ⳿ⲛⲧⲉϥⲯⲩⲭⲏ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ⲉϥ⳿ⲉⲁⲣⲉϩ ⳿ⲉⲣⲟⲥ ⲉⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
De menigte antwoordde Hem: We hebben uit de Wet vernomen, dat de Christus in eeuwigheid blijft; en hoe zegt Gij dan, dat de Mensenzoon omhoog geheven moet worden? Wie is die Mensenzoon? (aiōn g165)
ⲁϥⲉⲣⲟⲩⲱ ⲛⲁϥ ⳿ⲛϫⲉ ⲡⲓⲙⲏϣ ⲉϥϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⳿ⲁⲛⲟⲛ ⲁⲛⲥⲱⲧⲉⲙ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲡⲓⲛⲟⲙⲟⲥ ϫⲉ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ϣⲟⲡ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲱⲥ ⳿ⲕϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ϫⲉ ϩⲱϯ ⲡⲉ ⳿ⲛⲧⲟⲩϭⲉⲥ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲱⲙⲓ ⲛⲓⲙ ⲡⲉ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲱⲙⲓ. (aiōn g165)
En Ik weet, dat zijn gebod het eeuwige leven is. Wat Ik dus spreek, spreek Ik zó, als de Vader het Mij heeft gezegd. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ϯ⳿ⲉⲙⲓ ϫⲉ ⲧⲉϥⲉⲛⲧⲟⲗⲏ ⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⲧⲉ ⲛⲏ ⲟⲩⲛ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ⳿ⲉϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲱⲟⲩ ⲕⲁⲧⲁ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲧⲁϥϫⲟⲥ ⲛⲏⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⲡⲁⲓⲱⲧ ⲡⲁⲓⲣⲏϯ ϯⲥⲁϫⲓ (aiōnios g166)
Petrus zeide Hem: Nooit in der eeuwigheid zult Gij me de voeten wassen. Jesus antwoordde hem: Zo Ik u niet was, hebt ge geen gemeenschap met Mij. (aiōn g165)
ⲡⲉϫⲉ ⲡⲉⲧⲣⲟⲥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⳿ⲛⲛⲉⲕⲓⲁ ⲣⲁⲧ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲁϥⲉⲣⲟⲩⲱ ⳿ⲛϫⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ϫⲉ ⲁⲙⲏⲛ ⲁⲙⲏⲛ ϯϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲁⲕ ϫⲉ ⲁⲓ⳿ϣⲧⲉⲙⲓⲁ ⲣⲁⲧⲕ ⳿ⲙⲙⲟⲛⲧⲉⲕ ⲧⲟⲓ ⲛⲉⲙⲏⲓ. (aiōn g165)
Dan zal Ik den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Helper geven, om bij u te blijven voor eeuwig. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲁⲛⲟⲕ ⲉⲑⲛⲁϯϩⲟ ⳿ⲉ⳿ⲫⲓⲱⲧ ⲟⲩⲟϩ ⲉϥ⳿ⲉϯ ⲛⲱⲧⲉⲛ ⳿ⲙⲡⲁⲣⲁⲕⲗⲏⲧⲟⲥ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉϥϣⲱⲡⲓ ⲛⲉⲙⲱⲧⲉⲛ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Want Gij hebt Hem macht gegeven over alle vlees, om het eeuwige leven te schenken aan allen, die Gij Hem gegeven hebt. (aiōnios g166)
⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲧⲁⲕϯ ⲉⲣϣⲓϣⲓ ⲛⲁϥ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⲥⲁⲣⲝ ⲛⲓⲃⲉⲛ ϩⲓⲛⲁ ⲫⲏ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲧⲁⲕⲧⲏⲓϥ ⲛⲁϥ ⳿ⲛⲧⲉϥϯ ⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enig waarachtigen God, en Hem dien Gij gezonden hebt, Jesus Christus. (aiōnios g166)
ⲫⲁⲓ ⲇⲉ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲟⲩⲥⲟⲩⲱⲛⲕ ⲡⲓⲟⲩⲁⲓ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⲫϯ ⳿ⲛⲧⲁ⳿ⲫⲙⲏ ⲓ ⲛⲉⲙ ⲫⲏⲉⲧⲁⲕⲟⲩⲟⲣⲡϥ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅. (aiōnios g166)
Want Gij laat mijn ziel niet in het dodenrijk achter. Uw Heilige laat Gij het bederf niet aanschouwen, (Hadēs g86)
ϫⲉ ⳿ⲛⲛⲉⲕⲥⲱϫⲡ ⳿ⲛⲧⲁⲯⲩⲭⲏ ϧⲉⲛ ⳿ⲁⲙⲉⲛϯ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲛⲛⲉⲕϯ ⳿ⲙⲡⲉⲑⲟⲩⲁⲃ ⳿ⲛⲧⲁⲕ ⳿ⲉⲛⲁⲩ ⳿ⲉ⳿ⲡⲧⲁⲕⲟ. (Hadēs g86)
En daar hij de toekomst voorzag, heeft hij over de verrijzenis van den Christus gezegd, dat Hij niet in het dodenrijk zou worden achtergelaten, en dat zijn vlees het bederf niet zou zien. (Hadēs g86)
⳿ⲉⲧⲁϥⲛⲁⲩ ⲟⲩⲛ ⲓⲥϫⲉⲛ ϣⲟⲣⲡ ⲁϥⲥⲁϫⲓ ⲉⲑⲃⲉ ⳿ⲧ⳿ⲁⲛⲁⲥⲧⲁⲥⲓⲥ ⳿ⲙⲠⲭ̅ⲥ̅ ϫⲉ ⳿ⲙⲡⲉϥⲥⲟϫⲡϥ ϧⲉⲛ ⳿ⲁⲙⲉⲛϯ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲙⲡ⳿ⲉⲧⲉϥⲥⲁⲣⲝ ⲛⲁⲩ ⳿ⲉ⳿ⲡⲧⲁⲕⲟ. (Hadēs g86)
en die nu in de hemel moet blijven wonen tot aan de tijden van het herstel aller dingen, waarvan God van ouds heeft gesproken door de mond zijner heilige profeten. (aiōn g165)
ⲫⲁⲓ ⳿ⲉⲧⲉ ϩⲱϯ ⲡⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲫⲏⲟⲩ⳿Ⲓ ϣⲟⲡϥ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ϣⲁ ⳿ⲡⲥⲏⲟⲩ ⳿ⲛ⳿ⲧ⳿ⲁⲫⲉ ⳿ⲛϩⲱⲃ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⳿ⲉⲧⲁϥⲥⲁϫⲓ ⳿ⲙⲙⲱⲟⲩ ⳿ⲛϫⲉ Ⲫϯ ⳿ⲉⲃⲟⲗϧⲉⲛ ⲣⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲛⲉϥ⳿ⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲏⲥ ⲓⲥϫⲉⲛ ⳿ⲡ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Toen verklaarden Paulus en Bárnabas met grote beslistheid: Aan u moest het eerst Gods woord worden verkondigd; maar nu ge het verwerpt, en uzelf het eeuwige leven niet waardig oordeelt, zie. nu wenden we ons tot de heidenen. (aiōnios g166)
⳿ⲉⲧⲁⲩⲟⲩⲟⲛϩⲟⲩ ⲇⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛϫⲉ ⲡⲁⲩⲗⲟⲥ ⲛⲉⲙ ⲃⲁⲣⲛⲁⲃⲁⲥ ⲡⲉϫⲱⲟⲩ ϫⲉ ⲛⲉ ⲟⲩⲁⲛⲁⲅⲕⲉⲟⲛ ⲡⲉ ⳿ⲉⲥⲁϫⲓ ⲛⲉⲙⲱⲧⲉⲛ ⳿ⲛϣⲟⲣⲡ ⳿ⲙⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⳿ⲛⲧⲉ Ⲫϯ ⲉⲡⲓⲇⲏⲧⲉⲧⲉⲛϩⲓⲟⲩ⳿ⲓ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⲥⲁⲃⲟⲗ ⳿ⲙⲙⲱⲧⲉⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲧⲉⲧⲉⲛⲱⲡ ⳿ⲙⲙⲱⲧⲉⲛ ⲁⲛ ⳿ⲉⲉⲣ⳿ⲡⲉⲙ⳿ⲡϣⲁ ⳿ⲙⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ ϩⲏⲡⲡⲉ ⲧⲉⲛⲛⲁⲕⲟⲧⲧⲉⲛ ⳿ⲉⲛⲓⲉⲑⲛⲟⲥ. (aiōnios g166)
Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich, en prezen het woord des Heren; en allen die voorbeschikt waren ten eeuwigen leven, werden gelovig. (aiōnios g166)
⳿ⲉⲧⲁⲩⲥⲱⲧⲉⲙ ⲇⲉ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲓⲉⲑⲛⲟⲥ ⲁⲩⲣⲁϣⲓ ⲟⲩⲟϩ ⲛⲁⲩϯ⳿ⲱⲟⲩ ⳿ⲙⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⳿ⲛⲧⲉ Ⲫϯ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩⲛⲁϩϯ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲏⲧⲏⲣⲟⲩ ⲉⲧⲑⲏϣ ⳿ⲉⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Die van eeuwigheid zijn bekend." (aiōn g165)
ⲟⲩⲟⲛϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲓⲥϫⲉⲛ ⳿ⲡ⳿⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Want zijn onzichtbaar Wezen, zijn eeuwige Macht en zijn Godheid zijn van de schepping der wereld af bij enig nadenken uit het geschapene duidelijk te kennen. Te verontschuldigen zijn ze dus niet. (aïdios g126)
ⲛⲓⲁⲑⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲧⲁϥ ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲡⲥⲱⲛⲧ ⳿ⲙⲡⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ϧⲉⲛ ⲛⲉϥⲑⲁⲙⲓⲟ ⲉⲩⲕⲁϯ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲥⲉⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲉⲧⲉ ⲧⲉϥϫⲟⲙ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲧⲉ ⲛⲉⲙ ⲧⲉϥⲙⲉⲑⲛⲟⲩϯ ⳿ⲉ⳿ⲡϫⲓⲛⲧⲟⲩϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛⲁⲧⲗⲱⲓϫⲓ ⳿ⲛⲁⲧⲉⲣⲟⲩⲱ. (aïdios g126)
Ze hebben de waarheid van God tegen de leugen geruild, en liever het schepsel geëerd en gediend dan den Schepper, die geprezen moet worden in eeuwigheid. Amen! (aiōn g165)
ⲛⲏⲉⲧⲁⲩϣⲓⲃϯ ⳿ⲛϯⲙⲉⲑⲙⲏⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ϧⲉⲛ ϯⲙⲉⲑⲛⲟⲩϫ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩⲟⲩⲱϣⲧ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϣⲉⲙϣⲓ ⳿ⲙⲡⲓⲥⲱⲛⲧ ⲡⲁⲣⲁ ⲫⲏⲉⲧⲁϥⲥⲱⲛⲧ ⲉⲧⲉ ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ⲫⲏⲉⲧ⳿ⲥⲙⲁⲣⲱⲟⲩⲧ ϣⲁ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
Het eeuwig leven aan hen, die door volharding in het goede, naar glorie en eer en onsterflijkheid streven; (aiōnios g166)
ⲛⲏ ⲙⲉⲛ ⲉⲧⲁⲩ⳿ⲁⲙⲟⲛⲓ ⳿ⲛⲧⲟⲧⲟⲩ ϧⲉⲛ ⲟⲩϩⲱⲃ ⲉⲛⲁⲛⲉϥ ⲟⲩⲱⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲟⲩⲧⲁⲓⲟ ⲛⲉⲙ ⲟⲩⲙⲉⲧⲁⲧⲧⲁⲕⲟ ⳿ⲛⲛⲏⲉⲧⲕⲱϯ ⳿ⲛⲥⲁ ⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Dus, zoals de zonde heeft geheerst door de dood, zo zal ook de genade heersen door de gerechtigheid ten eeuwigen leven door Jesus Christus onzen Heer. (aiōnios g166)
ϩⲓⲛⲁ ⲕⲁⲧⲁ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲧⲁ ⳿ⲫⲛⲟⲃⲓ ⲉⲣⲟⲩⲣⲟ ϧⲉⲛ ⳿ⲫⲙⲟⲩ ⲡⲁⲓⲣⲏϯ ⲟⲛ ⲡⲓ⳿ϩⲙⲟⲧ ⳿ⲛⲧⲉϥⲉⲣⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ϯⲙⲉⲑⲙⲏⲓ ⲉⲩⲱⲛϧ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲡⲉⲛ⳪ (aiōnios g166)
Maar nu gij vrij van de zonde en dienaars van God zijt geworden, plukt thans als vrucht: de heiliging; het einde ervan is het eeuwige leven. (aiōnios g166)
ϯⲛⲟⲩ ⲇⲉ ⲁⲣⲉⲧⲉⲛⲉⲣⲣⲉⲙϩⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲁ ⳿ⲫⲛⲟⲃⲓ ⲁⲣⲉⲧⲉⲛⲉⲣⲃⲱⲕ ⳿ⲙⲫϯ ⲟⲩⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲱⲧⲉⲛ ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⳿ⲙⲡⲉⲧⲉⲛⲟⲩⲧⲁϩ ⳿ⲉ⳿ⲡⲧⲟⲩⲃⲟ ⳿ⲡϫⲱⲕ ⲇⲉ ⲟⲩⲱⲛϧ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲡⲉ. (aiōnios g166)
Want het loon der zonde is de dood; maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jesus onzen Heer. (aiōnios g166)
ⲛⲓⲟⲯⲱⲛⲓⲟⲛ ⲅⲁⲣ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲫⲛⲟⲃⲓ ⳿ⲫⲙⲟⲩ ⲡⲉ ⲡⲓ⳿ϩⲙⲟⲧ ⲇⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲟⲩⲱⲛϧ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲡⲉ ϧⲉⲛ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲡⲉⲛ⳪ (aiōnios g166)
tot hen behoren de Vaders, en van hen stamt Christus af naar het vlees: Hij die God is, boven alles gezegend in eeuwigheid. Amen! (aiōn g165)
ⲛⲏⲉⲧⲉ ⳿ⲛⲟⲩⲟⲩ ⲛⲉ ⲛⲓⲓⲟϯ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲑⲱⲟⲩ ⲟⲛ ⲁ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⳿ⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛϧⲏⲧⲟⲩ ⲕⲁⲧⲁ ⲥⲁⲣⲝ ⲫⲏⲉⲧⲭⲏ ϩⲓϫⲉⲛ ⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲫϯ ⲉⲧ⳿ⲥⲙⲁⲣⲱⲟⲩⲧ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
of wie zal naar de afgrond dalen, om Christus te doen opstijgen uit de doden." (Abyssos g12)
ⲓⲉ ⲛⲓⲙ ⲉⲑⲛⲁ⳿ϣϣⲉ ⳿ⲉⲡⲉⲥⲏⲧ ⳿ⲉ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ ⲉⲧⲉ ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ϫⲉ ⳿ⲛⲧⲉϥ⳿ⲓⲛⲓ ⳿ⲙⲠⲭ̅ⲥ̅ ⳿ⲉ⳿ⲡϣⲱⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲛⲏⲉⲑⲙⲱⲟⲩⲧ. (Abyssos g12)
Want God heeft allen onder ongehoorzaamheid gevangen gehouden, om aan allen zijn barmhartigheid te tonen. (eleēsē g1653)
ⲁ ⲫϯ ⲅⲁⲣ ⲙⲁ⳿ϣⲑⲁⲙ ⳿ⲉ⳿ϩⲣⲉⲛ ⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ϧⲁ ⲟⲩⲙⲉⲧⲁⲧⲥⲱⲧⲉⲙ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉϥⲛⲁⲓ ⳿ⲛⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ. (eleēsē g1653)
Immers, uit Hem en door Hem en voor Hem is alles! Hem zij de glorie in eeuwigheid. Amen! (aiōn g165)
ϫⲉ ϩⲁⲛ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⲛⲉ ⲟⲩⲟϩ ϩⲁⲛ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲟⲧϥ ⲛⲉ ⲟⲩⲟϩ ϩⲁⲛ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲧⲏⲣⲟⲩ ⲛⲉ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ (aiōn g165)
Vormt u niet naar deze wereld, maar hervormt u door vernieuwing van inzicht, opdat gij onderscheiden moogt, wat de wil is van God, wat goed is, welbehagelijk en volmaakt. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲧⲉⲧⲉⲛ⳿ϣⲧⲉⲙⲉⲣ⳿ϣⲫⲏⲣ ⳿ⲛ⳿ⲥⲭⲏⲙⲁ ϫⲉ ⲛⲉⲙ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲗⲗⲁ ⳿ⲛⲧⲉⲧⲉⲛϣⲉⲃⲧ ⲡⲉⲧⲉⲛ⳿ⲥⲙⲟⲧ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲉⲧⲃⲉⲣⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲕⲁϯ ⲉⲑⲣⲉⲧⲉⲛⲉⲣⲇⲟⲕⲓⲙⲁⲍⲓⲛ ϫⲉ ⲟⲩ ⲡⲉ ⳿ⲫⲟⲩⲱϣ ⳿ⲙⲫϯ ⲡⲓⲁⲅⲁⲑⲟⲛ ⲉⲑⲣⲁⲛⲁϥ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲧϫⲏⲕ ⳿ⲉⲃⲟⲗ. (aiōn g165)
Aan Hem, die bij machte is, u vast te doen staan in overeenstemming met mijn Evangelie en de verkondiging van Jesus Christus, -in overeenstemming ook met het heilsgeheim, dat van eeuwigheid was verzwegen, (aiōnios g166)
ⲫⲏⲉⲧⲉ ⲟⲩⲟⲛ ⳿ϣϫⲟⲙ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⳿ⲉⲧⲁϫⲣⲉ ⲑⲏⲛⲟⲩ ⲕⲁⲧⲁ ⲡⲁⲉⲩⲁⲅⲅⲉⲗⲓⲟⲛ ⲛⲉⲙ ⲡⲓϩⲓⲱⲓϣ ⳿ⲛⲧⲉ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲕⲁⲧⲁ ⲟⲩϭⲱⲣⲡ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩⲙⲩⲥⲧⲏⲣⲓⲟⲛ ⳿ⲉⲁⲩⲭⲁⲣⲱⲟⲩ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⳿ⲉϩⲁⲛⲥⲏ ⲟⲩ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
maar dat thans is geopenbaard, en op bevel van den eeuwigen God door de profetische schriften aan alle heidenen bekend is gemaakt, om hen tot de gehoorzaamheid aan het geloof te brengen: (aiōnios g166)
ϯⲛⲟⲩ ⲇⲉ ⲁϥⲟⲩⲟⲛϩϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ⲛⲓ⳿ⲅⲣⲁⲫⲏ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲏⲥ ⲕⲁⲧⲁ ⲡⲓⲟⲩⲁϩⲥⲁϩⲛⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲡⲓϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲉⲁⲩⲟⲩⲟⲛϩϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲉⲩⲥⲱⲧⲉⲙ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲫⲛⲁϩϯ ϧⲉⲛ ⲛⲓⲉⲑⲛⲟⲥ ⲧⲏⲣⲟⲩ. (aiōnios g166)
aan Hem, den enig wijzen God, zij door Jesus Christus de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn g165)
ⲡⲓⲟⲩⲁⲓ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⲡⲓⲥⲁⲃⲉ ⲫϯ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲉ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ ⳿ⲡⲣⲟⲥ ⲣⲱⲙⲉⲟⲥ ⲁⲩ⳿ⲥϧⲏⲧⲥ ϧⲉⲛ ⲕⲟⲣⲓⲛⲑⲟⲥ ⲁⲩⲟⲩⲟⲣⲡⲥ ϩⲓⲧⲉⲛ ⲫⲟⲓⲃⲏ ϯⲥⲱⲛⲓ (aiōn g165)
Waar is de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister dezer wereld? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? (aiōn g165)
ⲁϥⲑⲱⲛ ⲟⲩⲥⲁⲃⲉ ⲁϥⲑⲱⲛ ⲟⲩⲥⲁϧ ⲁϥⲑⲱⲛ ⲟⲩⲣⲉϥϧⲟⲧϧⲉⲧ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⲙⲏ ⳿ⲙⲡⲉ ⲫϯ ⲉⲣ ⳿ⲧⲥⲟⲫⲓ⳿ⲁ ⲛ̇ⲧⲉ ⲡⲁⲓ ⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ⳿ⲛⲥⲟϫ. (aiōn g165)
Toch preken we wijsheid onder de volmaakten; maar geen wijsheid dezer wereld, noch der machten dezer wereld, die vernietigd zullen worden. (aiōn g165)
ⲟⲩⲥⲟⲫⲓⲁ ⲇⲉ ⲡⲉⲧⲉⲛⲥⲁϫⲓ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϧⲉⲛ ⲛⲏ ⲉⲧϫⲏⲕ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲟⲩⲥⲟⲫⲓ⳿ⲁ ⲇⲉ ⳿ⲛⲑⲁ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲛ ⲧⲉ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲛⲑⲁ ⲛⲓⲁⲣⲭⲱⲛ ⲁⲛ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⲛⲁⲓ ⲉⲑⲛⲁⲕⲱⲣϥ. (aiōn g165)
Ja, we verkondigen een Wijsheid Gods, een geheimnisvolle, een verborgene, welke God vóór de tijden heeft voorbestemd tot onze glorie, (aiōn g165)
ⲁⲗⲗⲁ ⲟⲩⲥⲟⲫⲓ⳿ⲁ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲉⲧⲉⲛⲥⲁϫⲓ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲩⲥⲧⲏⲣⲓⲟⲛ ⲑⲏⲉⲧϩⲏⲡ ⲑⲏ - ⲉⲧⲁϥⲉⲣϣⲟⲣⲡ ⳿ⲛⲑⲁϣⲥ ⳿ⲛϫⲉ ⲫϯ ϧⲁϫⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⳿ⲉⲟⲩⲱⲟⲩ ⲛⲁⲛ. (aiōn g165)
die geen der machten dezer wereld heeft gekend, —want zo ze haar gekend hadden, zouden ze den Heer der glorie niet hebben gekruisigd, (aiōn g165)
ⲑⲏ⳿ⲉⲧⲉ ⳿ⲙⲡⲉ ⳿ϩⲗⲓ ⳿ⲛⲛⲓⲁⲣⲭⲱⲛ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⲥⲟⲩⲱⲛⲥ ⳿ⲉⲛⲉ ⲁⲩⲥⲟⲩⲱⲛⲥ ⲅⲁⲣ ⲛⲁⲩⲛⲁⲉϣ Ⲡ⳪ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲡⲱⲟⲩ ⲁⲛ ⲡⲉ. (aiōn g165)
Niemand bedriege zichzelf Zo iemand wijs onder u meent te zijn, hij moet dwaas naar deze wereld worden, om wijs te zijn. (aiōn g165)
⳿ⲙⲡⲉⲛ⳿ⲑⲣⲉ ⳿ϩⲗⲓ ⲉⲣϩⲁⲗ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⲫⲏ ⲉⲑⲙⲉⲩ⳿ⲓ ϧⲉⲛ ⲑⲏⲛⲟⲩ ϫⲉ ⲟⲩⲥⲁⲃⲉ ⲡⲉ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⲙⲁⲣⲉϥⲉⲣⲥⲟϫ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉϥⲉⲣⲥⲁⲃⲉ. (aiōn g165)
Daarom, zo het eten ergernis geeft aan mijn broeder, dan zal ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder niet te ergeren. (aiōn g165)
ⲉⲑⲃⲉⲫⲁⲓ ⲓⲥϫⲉ ⲟⲩ⳿ϧⲣⲉ ⲉⲑⲛⲁⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲡⲁⲥⲟⲛ ⳿ⲛⲛⲁⲟⲩⲉⲙ ⲁϥ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲁ⳿ϣⲧⲉⲙⲉⲣ⳿ⲥⲕⲁⲛⲇⲁⲗⲓⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲡⲁⲥⲟⲛ. (aiōn g165)
Dit alles nu overkwam hun als een voorafbeelding voor ons, en het werd opgeschreven tot waarschuwing voor ons, die het einde der tijden beleven. (aiōn g165)
ⲛⲁⲓ ⲇⲉ ⲧⲏⲣⲟⲩ ⲁⲩϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛⲧⲩⲡⲟⲥ ⳿ⲛⲛⲏ ⲁⲩ⳿ⲥϧⲏⲧⲟⲩ ⲇⲉ ⲛⲁⲛ ⲉⲩ⳿ⲥⲃⲱ ϧⲁ ⲛⲏ ⲉⲧⲁ ⳿ⲡϫⲱⲕ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲉⲣⲕⲁⲧⲁⲛⲧⲁⲛ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ. (aiōn g165)
Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel? (Hadēs g86)
ⲁⲥⲑⲱⲛ ⲡⲉ⳿ϭⲣⲟ ⲁⲙⲉⲛϯ ⲁⲥⲑⲱⲛ ⲧⲉⲕⲥⲟⲩⲣⲓ ⳿ⲫⲙⲟⲩ. (Hadēs g86)
en wier ongelovig verstand de god dezer wereld heeft verblind, zodat ze de uitstraling niet zien van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld is van God. (aiōn g165)
ⲉⲛ ⲟⲓⲥ ⲁ ⲫϯ ⲁϥⲑⲱⲙ ⳿ⲛⲛⲓⲙⲉⲩ⳿ⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲁⲑⲛⲁϩϯ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⳿ⲉ⳿ϣⲧⲉⲙ⳿ⲑⲣⲟⲩⲛⲁⲩ ⳿ⲉ⳿ⲫⲟⲩⲱⲓⲛⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲩⲁⲅⲅⲉⲗⲓⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲡ⳿ⲱⲟⲩ ⳿ⲙⲠⲭ̅ⲥ̅ ⳿ⲉⲧⲉ ⳿ⲧϩⲓⲕⲱⲛ ⳿ⲙⲫϯ ⲡⲉ. (aiōn g165)
Want de tijdelijke lichte verdrukking verwerft ons een onovertroffen eeuwig gewicht van heerlijkheid. (aiōnios g166)
⳿ⲡ⳿ⲁⲥⲓⲁⲓ ⲅⲁⲣ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲉⲛϩⲟϫϩⲉϫ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲛⲟⲩ ⲁϥⲉⲣϩⲱⲃ ⲕⲁⲧⲁ ⲟⲩⲙⲉⲧϩⲟⲩ⳿ⲟ ⲉⲩⲙⲉⲧϩⲟⲩ⳿ⲟ ⲉⲩⲃⲁⲣⲟⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩ⳿ⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
En zó geven we geen acht op het zichtbare, maar op het onzichtbare; het zichtbare toch is tijdelijk, het onzichtbare eeuwig. (aiōnios g166)
ⲉⲛϫⲟⲩϣⲧ ⲁⲛ ⳿ⲉⲛⲏⲉⲧⲁⲛⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲁⲗⲗⲁ ⲛⲏ⳿ⲉⲧⲉⲛⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲁⲛ ⲛⲏ⳿ⲉⲧⲟⲩⲛⲁⲩ ⲅⲁⲣ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ϩⲁⲛ⳿ⲡⲣⲟⲥ ⲟⲩⲥⲏⲟⲩ ⲛⲉ ⲛⲏ ⲇⲉ ⳿ⲉⲧⲉ ⳿ⲛⲥⲉⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲁⲛ ϩⲁⲛ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲛⲉ. (aiōnios g166)
Ja, we weten, dat wanneer onze aardse woontent is neergehaald, we een woonplaats ontvangen van God; een woonplaats niet met handen opgeslagen, maar een eeuwige in de hemelen. (aiōnios g166)
ⲧⲉⲛⲥⲱⲟⲩⲛ ⲅⲁⲣ ϫⲉ ⳿ⲉϣⲱⲡ ⲁϥϣⲁⲛⲃⲱⲗ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛϫⲉ ⲡⲉⲛⲏⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲉⲛⲙⲁ⳿ⲛϣⲱⲡⲓ ⲉⲧϩⲓϫⲉⲛ ⳿ⲡⲕⲁϩⲓ ⲟⲩⲟⲛⲧⲁⲛ ⳿ⲛⲟⲩⲕⲱⲧ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ⲫϯ ⲟⲩⲏⲓ ⳿ⲛⲁⲑⲙⲟⲩⲛⲕ ⳿ⲛϫⲓϫ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ϧⲉⲛ ⲛⲓⲫⲏⲟⲩ⳿ⲓ. (aiōnios g166)
zoals geschreven staat: "Milddadig deelt hij aan de armen uit: Zijn gerechtigheid houdt in eeuwigheid stand." (aiōn g165)
ⲕⲁⲧⲁ ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲧ⳿ⲥϧⲏⲟⲩⲧ ϫⲉ ⲁϥⲥⲱⲣ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲁϥϯ ⳿ⲛⲛⲓϩⲏⲕⲓ ⲧⲉϥⲙⲉⲑⲙⲏⲓ ϣⲟⲡ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Ik lieg niet; dat weet de God en Vader van den Heer Jesus, in eeuwigheid geprezen. (aiōn g165)
ⲫϯ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲫⲓⲱⲧ ⳿ⲙⲡⲉⲛ⳪ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲉⲧⲥⲱⲟⲩⲛ ⲫⲏⲉⲧ⳿ⲥⲙⲁⲣⲱⲟⲩⲧ ϣⲁ ⲛⲓ⳿ⲉⲛⲉϩ ϫⲉ ⳿ⲛϯϫⲉⲙⲉⲑⲛⲟⲩϫ ⲁⲛ. (aiōn g165)
die Zich voor onze zonden, —om ons te ontrukken aan deze boze wereld, —heeft overgeleverd volgens de wil van onzen God en Vader; (aiōn g165)
ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲁϥⲧⲏⲓϥ ⳿ⲉ⳿ϩⲣⲏⲓ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⲛⲉⲛⲛⲟⲃⲓ ϣⲁⲧⲉϥⲛⲁϩⲙⲉⲛ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⲉⲧϩⲱⲟⲩ ⲉⲧϣⲟⲡ ⲕⲁⲧⲁ ⲡⲉⲧⲉϩⲛⲁϥ ⳿ⲙⲫϯ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲫⲓⲱⲧ. (aiōn g165)
aan wien de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn g165)
ⲫⲏⲉⲧⲉ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
wie zaait in het vlees, zal verderf oogsten uit het vlees; maar wie zaait in de geest, zal eeuwig leven oogsten uit de geest. (aiōnios g166)
ϫⲉ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁⲥⲓϯ ⳿ⲉⲧⲉϥⲥⲁⲣⲝ ⳿ϥⲛⲁⲱⲥϧ ⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲉϥⲥⲁⲣⲝ ⳿ⲛⲟⲩⲧⲁⲕⲟ ⲫⲏ ⲇⲉ ⲉⲧⲁϥⲥⲓϯ ⳿ⲙⲡⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ ⳿ϥⲛⲁⲱⲥϧ ⲟⲛ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲡⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
hoog boven alle heerschappij en macht en kracht en hoogheid, en boven elke naam, die genoemd wordt in deze wereld niet alleen, maar ook in de toekomstige wereld; (aiōn g165)
ⲥⲁ⳿ⲡϣⲱⲓ ⳿ⲛⲁⲣⲭⲏ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲛⲉⲙ ⲉⲝⲟⲩⲥⲓⲁ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲛⲉⲙ ϫⲟⲙ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲛⲉⲙ ⳿ⲧⲙⲉⲧ⳪ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲛⲉⲙ ⲣⲁⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲧⲟⲩϯⲣⲁⲛ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲟⲩ ⲙⲟⲛⲟⲛ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲁⲗⲗⲁ ⲛⲉⲙ ϧⲉⲛ ⲡⲉⲑⲛⲏⲟⲩ. (aiōn g165)
waarin gij eertijds geleefd hebt in navolging van deze aardse wereld, in navolging ook van den vorst der macht in de lucht, van den vorst van de geest, die nog altijd werkt in de zonen der ongehoorzaamheid. (aiōn g165)
ⲛⲏ ⳿ⲉⲛⲁⲣⲉⲧⲉⲛⲙⲟϣⲓ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧⲟⲩ ⳿ⲙⲡⲓⲥⲏⲟⲩ ⲕⲁⲧⲁ ⳿ⲡⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ⲕⲁⲧⲁ ⳿ⲡⲁⲣⲭⲱⲛ ⳿ⲙ⳿ⲡⲉⲣϣⲓϣⲓ ⳿ⲙⲡⲓⲁⲏⲣ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲉⲣϩⲱⲃ ϯⲛⲟⲩ ϧⲉⲛ ⲛⲓϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲙⲉⲧⲁⲧⲑⲱⲧ ⳿ⲛϩⲏⲧ. (aiōn g165)
opdat in de toekomende tijden de overgrote rijkdom zijner genade zou worden geopenbaard, die Hij in zijn goedheid ons in Christus Jesus heeft geschonken. (aiōn g165)
ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉϥⲟⲩⲱⲛϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲉⲑⲛⲏⲟⲩ ⳿ⲛϯⲙⲉⲧⲣⲁⲙⲁ⳿ⲟ ⲉⲧⲉⲣϩⲟⲩ⳿ⲟ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲉϥ⳿ϩⲙⲟⲧ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲉⲧⲭ͞ⲣⲥ̅ ⳿ⲉ⳿ϩⲣⲏⲓ ⳿ⲉϫⲱⲛ ϧⲉⲛ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ Ⲓⲏ̅ⲥ̅. (aiōn g165)
en het Bestel te doen zien van het heilsgeheim, dat van eeuwigheid verborgen was in God, den Schepper aller dingen; (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉϯ ⳿ⲙ⳿ⲫⲟⲩⲱⲓⲛⲓ ⳿ⲛⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ϫⲉ ⲁϣ ⲧⲉ ϯⲟⲓⲕⲟⲛⲟⲙⲓⲁ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲙⲩⲥⲧⲏⲣⲓⲟⲛ ⲫⲁⲓ ⲉⲧϩⲏⲡ ⲓⲥϫⲉⲛ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ϧⲉⲛ ⲫϯ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲁϥⲥⲱⲛⲧ ⳿ⲛϩⲱⲃ ⲛⲓⲃⲉⲛ. (aiōn g165)
En dit is geschied volgens de eeuwige voorbeschikking, die Hij ten uitvoer heeft gebracht in Christus Jesus onzen Heer. (aiōn g165)
ⲕⲁⲧⲁ ⲡⲓⲑⲟϣ ⳿ⲛⲧⲉ ⲓⲥϫⲉⲛ ϣⲟⲣⲡ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲁϥⲁⲓϥ ϧⲉⲛ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲡⲉⲛ⳪. (aiōn g165)
aan Hem zij de glorie in de Kerk en in Christus Jesus ten allen tijde, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen! (aiōn g165)
ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϧⲉⲛ ϯⲉⲕ⳿ⲕⲗⲏⲥⲓⲁ ⲛⲉⲙ ϧⲉⲛ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ϣⲁ ⲛⲓⲅⲉⲛⲉ⳿ⲁ ⲧⲏⲣⲟⲩ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲡⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ (aiōn g165)
Want niet tegen vlees en bloed geldt onze strijd, maar tegen heerschappijen en machten, tegen wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de lucht. (aiōn g165)
ϫⲉ ⲛⲁⲣⲉ ⲡⲉⲛϯ ϣⲟⲡ ⲛⲁⲛ ⲁⲛ ⲟⲩⲃⲉ ⲥⲁⲣⲝ ϩⲓ ⳿ⲥⲛⲟϥ ⲁⲗⲗⲁ ⲟⲩⲃⲉ ⲛⲓⲁⲣⲭⲏ ⲟⲩⲃⲉ ⲛⲓⲉⲝⲟⲩⲥⲓⲁ ⲟⲩⲃⲉ ⲛⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲕⲣⲁⲧⲱⲣ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓ ⲭⲁⲕⲓ ⲟⲩⲃⲉ ⲛⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ⲧⲓⲕⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲡⲉⲧϩⲱⲟⲩ ⳿ⲛ⳿ϩⲣⲏⲓ ϧⲉⲛ ⲛⲁ ⲛⲓⲫⲏⲟⲩ⳿ⲓ. (aiōn g165)
Aan onzen God en Vader zij de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen. (aiōn g165)
ⲫϯ ⲇⲉ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉⲛⲓⲱⲧ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
het heilsgeheim, dat sinds de aanvang der eeuwen en geslachten verborgen is geweest, maar thans aan zijn heiligen is geopenbaard. (aiōn g165)
ⲡⲓⲙⲩⲥⲧⲏⲣⲓⲟⲛ ⲉⲧϩⲏⲡ ⲓⲥϫⲉⲛ ⳿ⲡⲉⲛⲉϩ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲅⲉⲛⲉ⳿ⲁ ϯⲛⲟⲩ ⲇⲉ ⲁϥⲟⲩⲟⲛϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛⲛⲓⲁⲅⲓⲟⲥ ⳿ⲛⲧⲁϥ. (aiōn g165)
ze zullen gestraft worden met eeuwig verderf, ver weg van den Heer en van de glorie zijner kracht. (aiōnios g166)
ⲛⲁⲓ ⲉⲑⲛⲁϭⲓ ⳿ⲛⲟⲩϩⲁⲡ ⳿ⲛⲧⲁⲕⲟ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲙ⳿ⲡϩⲟ ⳿ⲙⲠ⳪ ⲛⲉⲙ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲙ⳿ⲡⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲧⲉϥϫⲟⲙ. (aiōnios g166)
Onze Heer Jesus Christus zelf en God onze Vader, die ons heeft liefgehad, en door zijn genade eeuwige troost en goede hoop heeft geschonken, (aiōnios g166)
⳿ⲛⲑⲟϥ ⲇⲉ ⲡⲉⲛ⳪ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲛⲉⲙ ⲫϯ ⲡⲉⲛⲓⲱⲧ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲁϥⲙⲉⲛⲣⲓⲧⲉⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥϯ ⲛⲁⲛ ⳿ⲛⲟⲩⲛⲟⲙϯ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⲛⲉⲙ ⲟⲩϩⲉⲗⲡⲓⲥ ⳿ⲉⲛⲁⲛⲉⲥ ϧⲉⲛ ⲟⲩ⳿ϩⲙⲟⲧ. (aiōnios g166)
maar daarom juist heb ik ontferming gevonden, opdat aan mij, den grootste, Jesus Christus zijn volle lankmoedigheid zou tonen, als voorbeeld voor hen, die in Hem zullen geloven ten eeuwigen leven. (aiōnios g166)
ⲁⲗⲗⲁ ⲁⲩⲛⲁⲓ ⲛⲏⲓ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲛϧⲏ ⲧ ⳿ⲛϣⲟⲣⲡ ⳿ⲛⲧⲉ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲟⲩⲟⲛϩ ⳿ⲛⲧⲉϥⲙⲉⲧⲣⲉϥⲱⲟⲩ ⳿ⲛϩⲏⲧ ⲧⲏⲣⲥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲉⲩ⳿ⲥⲙⲟⲧ ⳿ⲛⲛⲏⲉⲑⲛⲁϩϯ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲉⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Aan den Koning der eeuwen, den onvergankelijken, onzichtbaren, enigen God: eer en glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn g165)
⳿ⲡⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲡⲓⲁⲧⲧⲁⲕⲟ ⲡⲓⲁⲑⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⲫϯ ⲡⲓⲧⲁⲓⲟ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
Strijd de goede strijd van het geloof; ding naar het eeuwige leven, waartoe ge geroepen zijt, en voor vele getuigen de heerlijke belijdenis hebt afgelegd. (aiōnios g166)
ⲁⲣⲓⲁⲅⲱⲛⲓⲍⲉⲥⲑⲉ ⳿ⲙⲡⲓⲁⲅⲱⲛ ⲉⲑⲛⲁⲛⲉϥ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲫⲛⲁϩϯ ⳿ⲁⲙⲟⲛⲓ ⳿ⲙⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⲫⲏⲉⲧⲁⲩⲑⲁϩⲙⲉⲕ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲕⲟⲩⲱⲛϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲙⲡⲓⲟⲩⲱⲛϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲉⲑⲛⲁⲛⲉϥ ⳿ⲙⲡⲉ⳿ⲙⲑⲟ ⳿ⲛⲟⲩⲙⲏϣ ⳿ⲙⲙⲉⲑⲣⲉ. (aiōnios g166)
Hij die alleen de onsterfelijkheid bezit, die het ontoegankelijk licht bewoont, dien geen mens heeft gezien of kàn zien, wien de eer is en eeuwige macht. Amen! (aiōnios g166)
ⲡⲓⲟⲩⲁⲓ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⲉⲧⲉ ϯⲙⲉⲧⲁⲧⲙⲟⲩ ⳿ⲛⲧⲁϥ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲧϣⲟⲡ ϧⲉⲛ ⲡⲓⲟⲩⲱⲓⲛⲓ ⳿ⲛⲁⲧ⳿ϣϧⲱⲛⲧ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲫⲏⲉⲧⲉ ⳿ⲙⲡⲉ ⳿ϩⲗⲓ ⳿ⲛⲣⲱⲙⲓ ⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲙⲙⲟⲛ ⳿ϣϫⲟⲙ ⳿ⲛⲥⲉⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲉ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲧⲁⲓⲟ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲁⲙⲁϩⲓ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōnios g166)
Vermaan de rijken dezer wereld, dat ze niet trots mogen zijn; dat ze hun hoop niet stellen op wisselvallige rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet, om er van te genieten; (aiōn g165)
ⲛⲓⲣⲁⲙⲁ⳿ⲟ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲛⲟⲩ ϩⲟⲛϩⲉⲛ ⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲥⲉ⳿ϣⲧⲉⲙϭⲓⲥⲓ ⳿ⲛϩⲏⲧ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲛⲥⲉ⳿ϣⲧⲉⲙⲉⲣϩⲉⲗⲡⲓⲥ ⳿ⲉⲧⲁⲓⲙⲉⲧⲣⲁⲙⲁ⳿ⲟ ⲉⲧⲉ⳿ⲛ⳿ⲥ⳿ⲥⲙⲟⲛⲧ ⲁⲛ ⲁⲗⲗⲁ ⳿ⲉⲉⲣϩⲉⲗⲡⲓⲥ ⳿ⲉⲫϯ ⲫⲁⲓ ⲉⲧϯ ⳿ⲛϩⲱⲃ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲛⲁⲛ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲉⲧⲣⲁⲙⲁ⳿ⲟ ϫⲉ ⳿ⲛⲧⲉⲛϭⲓⲙⲉ. (aiōn g165)
die ons gered heeft en tot een heilige roeping heeft uitverkoren, niet op grond van onze werken, maar door zijn eigen voorbeschikking en genade. Deze toch is ons van alle eeuwigheid in Christus Jesus verleend, (aiōnios g166)
ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲁϥⲛⲁϩⲙⲉⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥⲑⲁϩⲙⲉⲛ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲑⲱϩⲉⲙ ⲉϥⲟⲩⲁⲃ ⲕⲁⲧⲁ ⲛⲉⲛ⳿ϩⲃⲏⲟⲩ⳿ⲓ ⲁⲛ ⲁⲗⲗⲁ ⲕⲁⲧⲁ ⲡⲉϥϣⲟⲣⲡ ⳿ⲛⲑⲱϣ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⲛⲉⲙ ⲡⲉϥ⳿ϩⲙⲟⲧ ⲉⲧⲁϥⲧⲏⲓϥ ⲛⲁⲛ ϧⲉⲛ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲛⲛⲓⲥⲏⲟⲩ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Daarom juist verdraag ik alles terwille der uitverkorenen, opdat ook zij het heil verwerven in Christus Jesus, en de eeuwige glorie bovendien. (aiōnios g166)
ⲉⲑⲃⲉⲫⲁⲓ ϯⲉⲣϩⲩⲡⲟⲙⲉⲛⲓⲛ ϧⲉⲛ ϩⲱⲃ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲑⲃⲉ ⲛⲓⲥⲱⲧⲡ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉ ⲧⲟⲧⲟⲩ ϭⲓ ⳿ⲙⲡⲓⲟⲩϫⲁⲓ ⲉⲧϧⲉⲛ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Want Demas, die deze wereld heeft liefgekregen, heeft me verlaten, en is naar Tessalonika vertrokken; Crescens naar Galátië, Titus naar Dalmátië. (aiōn g165)
ⲇⲏⲙⲁⲥ ⲅⲁⲣ ⲁϥⲭⲁⲧ ⳿ⲛⲥⲱϥ ⳿ⲉⲁϥⲙⲉⲛⲣⲉ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲛⲟⲩ ⲁϥϣⲉ ⲛⲁϥ ⳿ⲉⲑⲉⲥⲥⲁⲗⲟⲛⲓⲕⲓⲁ ⳿ⲕⲣⲓⲥⲕⲏⲥ ⳿ⲉϯⲅⲁⲗⲁⲧⲓⲁ ⲧⲓⲧⲟⲥ ⳿ⲉⲇⲁⲗⲙⲁⲧⲓⲁ. (aiōn g165)
De Heer zal mij verlossen van alle boze aanslagen, en mij behouden voor zijn hemels Rijk: Hem zij de eer in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn g165)
ⲉϥ⳿ⲉⲧⲟⲩϫⲟⲓ ⳿ⲛϫⲉ Ⲡ⳪ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲁ ϩⲱⲃ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲧϩⲱⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲉϥ⳿ⲉⲛⲁϩⲙⲉⲧ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲧⲉϥⲙⲉⲧⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲧⲫⲉ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲉ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
terwille ook van de hoop op het eeuwige leven, dat de waarachtige God vóór eeuwige tijden heeft beloofd, (aiōnios g166)
ϧⲉⲛ ⲟⲩϩⲉⲗⲡⲓⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲁϥⲱϣ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⳿ⲛϫⲉ ⲡⲓⲁⲧⲙⲉⲑⲛⲟⲩϫ ⲫϯ ϧⲁϫⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲛⲓⲥⲏⲟⲩ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Zij voedt ons op, om goddeloosheid te verzaken en wereldse begeerlijkheid; om ingetogen, rechtschapen, godvruchtig in deze wereld te leven; (aiōn g165)
ⲉϥϯ⳿ⲥⲃⲱ ⲛⲁⲛ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲉⲁⲛϫⲉⲗ ϯⲙⲉⲧⲁⲥⲉⲃⲏ ⲥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲉⲡⲓⲑⲩⲙⲓⲁ ⳿ⲛⲕⲟⲥⲙⲓⲕⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲉⲛⲱⲛϧ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲉⲧⲥⲁⲃⲉ ⲛⲉⲙ ⲟⲩⲙⲉⲑⲙⲏⲓ ⲛⲉⲙ ⲟⲩⲙⲉⲧⲉⲩⲥⲉⲃⲏⲥ ϧⲉⲛ ⲡⲁⲓⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲛⲟⲩ. (aiōn g165)
opdat wij, door zijn genáde gerechtvaardigd, door de hóóp erfgenamen zouden worden van het eeuwige leven. (aiōnios g166)
ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉⲛⲙⲁⲓ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ϩⲙⲟⲧ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫⲏ ⳿ⲉⲧⲉ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⳿ⲛⲧⲉⲛϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛ⳿ⲕⲗⲏⲣⲟⲛⲟⲙⲟⲥ ⲕⲁⲧⲁ ⲟⲩϩⲉⲗⲡⲓⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Want misschien is hij juist daarom een tijdje van u weg geweest, opdat ge hem zoudt bezitten voor eeuwig; (aiōnios g166)
ⲧⲁⲭⲁ ⲅⲁⲣ ⲉⲑⲃⲉⲫⲁⲓ ⲁϥⲫⲱⲣϫ ⳿ⲙⲙⲟⲕ ⳿ⲡⲣⲟⲥ ⲟⲩⲟⲩⲛⲟⲩ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉⲕϭⲓⲧϥ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
heeft Hij aan het einde dezer dagen tot ons gesproken door den Zoon, dien Hij gesteld heeft tot erfgenaam van al zijn bezit en door wien Hij de wereld gemaakt heeft. (aiōn g165)
⳿ⲉ⳿ⲡϧⲁ⳿ⲉ ⲇⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲁⲓ⳿ⲉϩⲟⲟⲩ ⲛⲁⲓ ⲁϥⲥⲁϫⲓ ⲛⲉⲙⲁⲛ ϧⲉⲛ ⲟⲩϣⲏⲣⲓ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲁϥⲭⲁϥ ⳿ⲛ⳿ⲕⲗⲏ ⲣⲟⲛⲟⲙⲟⲥ ⳿ⲛⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲟⲧϥ ⲁϥⲑⲁⲙⲓ⳿ⲉ ⳿ⲛⲛⲓⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Maar van den Zoon: Uw troon, o God, is in de eeuwen der eeuwen, En uw koningschepter is de schepter van het recht. (aiōn g165)
ⲉⲑⲃⲉ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⲇⲉ ⳿ϥϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⲡⲉⲕ⳿ⲑⲣⲟⲛⲟⲥ ⲫϯ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲡ⳿ϣⲃⲱⲧ ⳿ⲙ⳿ⲡⲥⲱⲟⲩⲧⲉⲛ ⲡⲉ ⳿ⲡ⳿ϣⲃⲱⲧ ⳿ⲛⲧⲉ ⲧⲉⲕⲙⲉⲧⲟⲩⲣⲟ. (aiōn g165)
zoals Hij dan ook op een andere plaats heeft gezegd: "Gij zijt Priester voor eeuwig, Naar de Orde van Melkisedek." (aiōn g165)
ⲕⲁⲧⲁ⳿ⲫⲣⲏϯ ⲉⲧⲉϥϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϧⲉⲛ ⲕⲉⲙⲁ ϫⲉ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲡⲉ ⳿ⲫⲟⲩⲏⲃ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲕⲁⲧⲁ ⳿ⲧⲧⲁⲝⲓⲥ ⳿ⲙⲙⲉⲗⲭⲓⲥⲉⲇⲉⲕ. (aiōn g165)
en is Hij na zijn verheerlijking de oorzaak van eeuwige zaligheid geworden voor allen, die Hem gehoorzaam zijn; (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲉⲧⲁϥϫⲱⲕ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲁϥϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲑⲛⲁⲥⲱⲧⲉⲙ ⳿ⲛⲥⲱϥ ⳿ⲛⲟⲩⲗⲱⲓϫⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩⲟⲩϫⲁⲓ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
de leer over doopsels, handoplegging, opstanding der doden en eeuwig oordeel. (aiōnios g166)
ⲛⲉⲙ ⲟⲩ⳿ⲥⲃⲱ ⳿ⲛⲧⲉ ϩⲁⲛϭⲓⲱⲙⲥ ⲛⲉⲙ ⲟⲩ ⲭⲁϫⲓϫ ⳿ⲉϫⲱⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲟⲩ⳿ⲁⲛⲁⲥⲧⲁⲥⲓⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲣⲉϥⲙⲱⲟⲩⲧ ⲛⲉⲙ ⲟⲩ⳿ⲕⲣⲓⲥⲓⲥ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
het heerlijk woord Gods en de krachten der toekomstige wereld hebben geproefd, (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϫⲉⲙϯⲡⲓ ⳿ⲙⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⲉⲑⲛⲁⲛⲉϥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲛⲉⲙ ⲛⲓϫⲟⲙ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ ⲉⲑⲛⲏⲟⲩ. (aiōn g165)
waar terwille van ons onze Voorloper is binnengegaan: Jesus, "Hogepriester voor eeuwig naar de Orde van Melkisedek." (aiōn g165)
ⲡⲓⲙⲁ ⲉⲧⲁ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ϣⲉ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲉϥⲟⲓ ⳿ⲙ⳿ⲡⲣⲟⲇⲣⲟⲙⲟⲥ ⳿ⲉ⳿ϩⲣⲏⲓ ⳿ⲉϫⲱⲛ ⳿ⲉⲁϥϣⲱⲡⲓ ⲉϥⲟⲓ ⳿ⲛⲁⲣⲭⲏⲉⲣⲉⲩⲥ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲕⲁⲧⲁ ⳿ⲧⲧⲁⲝⲓⲥ ⳿ⲙⲙⲉⲗⲭ ⲓⲥⲉⲇⲉⲕ (aiōn g165)
want er is betuigd: "Gij zijt Priester voor eeuwig naar de Orde van Melkisedek." (aiōn g165)
ⲥⲉⲉⲣⲙⲉⲑⲣⲉ ⲅⲁⲣ ϧⲁⲣⲟϥ ϫⲉ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲡⲉ ⳿ⲫⲟⲩⲏⲃ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲕⲁⲧⲁ ⳿ⲧⲧⲁⲝⲓⲥ ⳿ⲙⲙⲉⲗⲭⲓⲥⲉⲇⲉⲕ. (aiōn g165)
maar Hij werd het door een eed van Hem, die tot Hem sprak: "De Heer heeft gezworen, En het zal Hem nimmer berouwen: Gij zijt Priester voor eeuwig!" (aiōn g165)
ⲫⲁⲓ ⲇⲉ ⳿ⲛⲑⲟϥ ⳿ⲛⲟⲩⲁⲛⲁϣ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ⲫⲏⲉⲧϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⲛⲁϥ ϫⲉ ⲁϥⲱⲣⲕ ⳿ⲛϫⲉ Ⲡ⳪ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛⲛⲉϥⲟⲩⲱⲙ ⳿ⲛ⳿ϩⲑⲏϥ ϫⲉ ⳿ⲛⲑⲟⲕ ⲡⲉ ⳿ⲫⲟⲩⲏⲃ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Maar Hij bezit een onvervreemdbaar Priesterschap, omdat Hij blijft voor eeuwig. (aiōn g165)
ⲫⲁⲓ ⲇⲉ ϫⲉ ⳿ϥⲛⲁⲟϩⲓ ϣⲁ ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲁϥϭⲓ ⳿ⲛϯⲙⲉⲧⲟⲩⲏⲃ ⳿ⲛⲟⲩⲉϣⲉⲛ ⲡⲁⲣⲁⲃⲁⲥⲓⲥ. (aiōn g165)
De Wet toch stelt tot hogepriesters mensen aan, met zwakheid behept; maar de eed-uitspraak, die na de Wet is gekomen, den Zoon, die volmaakt is voor eeuwig. (aiōn g165)
ⲡⲓⲛⲟⲙⲟⲥ ⲅⲁⲣ ϣⲁϥⲭⲱ ⳿ⲛϩⲁⲛⲣⲱⲙⲓ ⳿ⲛⲁⲣⲭⲏⲉⲣⲉⲩⲥ ⳿ⲉⲟⲩⲟⲛⲧⲟⲩ ϣⲱⲛⲓ ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⲇⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲁⲛⲁϣ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲁϥϣⲱⲡⲓ ⲙⲉⲛⲉⲛⲥⲁ ⲡⲓⲛⲟⲙⲟⲥ ⳿ϥⲧⲁϩⲟ ⳿ⲛⲟⲩϣⲏⲣⲓ ⲉϥϫⲏⲕ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ (aiōn g165)
niet door bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen Bloed; ééns voor altijd, daar Hij een eeuwige verlossing verworven had. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ⳿ⲡ⳿ⲥⲛⲟϥ ⳿ⲛⲧⲉ ϩⲁⲛⲃⲁⲣⲏ ⲓⲧ ⲁⲛ ⲧⲉ ⲛⲉⲙ ϩⲁⲛⲙⲁⲥⲓ ⲁⲗⲗⲁ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ⲡⲉϥ⳿ⲥⲛⲟϥ ⳿ⲙⲙⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⳿ⲉⲁϥ⳿ⲓ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲛⲉⲑⲟⲩⲁⲃ ⳿ⲛⲟⲩⲥⲟⲡ ⳿ⲉⲁϥϫⲓⲙⲓ ⳿ⲛⲟⲩⲥⲱϯ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, die door een eeuwigen Geest Zich als smetteloos Offer opdroeg aan God, ons geweten reinigen van dode werken tot de dienst van den levenden God? (aiōnios g166)
ⲓⲉ ⲁⲩⲏⲣ ⲙⲁⲗⲗⲟⲛ ⲡⲉ ⳿ⲡ⳿ⲥⲛⲟϥ ⳿ⲙⲠⲭ̅ⲥ̅ ⲫⲁⲓ ⲉⲧⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ⲡⲓⲡ͞ⲛⲁ̅ ⲉⲑⲟⲩⲁⲃ ⲁϥ⳿ⲉⲛϥ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⲉϥⲧⲟⲩⲃⲏⲟⲩⲧ ⳿ⲙⲫϯ ⳿ϥⲛⲁⲧⲟⲩⲃⲟ ⳿ⲛⲧⲉⲛⲥⲩⲛⲏⲇⲉⲥⲓⲥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲁ ⲛⲓ⳿ϩⲃⲏⲟⲩⲓ ⲉⲑⲙⲱⲟⲩⲧ ⲉⲑⲣⲉⲛⲉⲣⲃⲱⲕ ⳿ⲙⲫϯ ⲉⲧⲟⲛϧ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲛ⳿ⲑⲙⲏⲓ. (aiōnios g166)
En daarom is Hij de Middelaar van een nieuw Testament, en is Hij gestorven tot verzoening van de overtredingen van het eerste, opdat de uitverkorenen de beloofde eeuwige erfenis zouden ontvangen. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲉⲑⲃⲉⲫⲁⲓ ⲟⲩⲙⲉⲥⲓⲧⲏⲥ ⲡⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲟⲩⲇⲓ⳿ⲁⲑⲏⲕⲏ ⳿ⲙⲃⲉⲣⲓ ϩⲟⲡⲱⲥ ⳿ⲉⲁϥϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⲟⲩⲙⲟⲩ ⲉⲩⲥⲱϯ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲡⲁⲣⲁⲃⲁⲥⲓⲥ ⲉⲧⲭⲏ ϩⲓϫⲉⲛ ϯⲇⲓ⳿ⲁⲑⲏⲕⲏ ⳿ⲛϩⲟⲩⲓϯ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲥⲉϭⲓ ⳿ⲙⲡⲓⲱϣ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲏⲉⲧⲑⲁϩⲉⲙ ⳿ⲛⲧⲉ ϯ⳿ⲕⲗⲏⲣⲟⲛⲟⲙⲓⲁ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Want dan zou Hij van de schepping der wereld af meermalen hebben moeten lijden, terwijl Hij feitelijk slechts éénmaal en op het einde der tijden verschenen is, om door zijn Offer de zonde te delgen. (aiōn g165)
⳿ⲙⲙⲟⲛ ⲛⲉϩⲱϯ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲡⲉ ⳿ⲛⲧⲉϥϭⲓ ⳿ⲙⲕⲁϩ ⳿ⲛⲟⲩⲙⲏϣ ⳿ⲛⲥⲟⲡ ⲓⲥϫⲉⲛ ⳿ⲧⲕⲁⲧⲁⲃⲟⲗⲏ ⳿ⲙⲡⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ϯⲛⲟⲩ ⲇⲉ ⳿ⲛⲟⲩⲥⲟⲡ ϣⲁ ⳿ⲡϫⲱⲕ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁϥⲟⲩⲟⲛϩϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϫⲉ ⳿ⲛⲧⲉϥϣⲉϣ ⳿ⲫⲛⲟⲃⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ⲡⲉϥϣⲟⲩϣⲱⲟⲩϣⲓ. (aiōn g165)
hierdoor ook erkennen we, dat de wereld door Gods Woord is geschapen, dat het zichtbare uit het Onzichtbare is ontstaan. (aiōn g165)
ϧⲉⲛ ⲟⲩⲛⲁϩϯ ⲧⲉⲛⲕⲁϯ ϫⲉ ⲁⲩⲥⲟⲃϯ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ϧⲉⲛ ⳿ⲡⲥⲁϫⲓ ⳿ⲙⲫϯ ϫⲉ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲛⲏⲉⲧⲉ⳿ⲛⲥⲉⲟⲩⲟⲛϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲁⲛ ⲁϥϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⲫⲏⲉⲧⲟⲩⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲟϥ. (aiōn g165)
Jesus Christus is Dezelfde, gisteren en heden en in eeuwigheid! (aiōn g165)
Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⳿ⲛⲥⲁϥ ⲛⲉⲙ ⲫⲟⲟⲩ ⳿ⲛⲑⲟϥ ⳿ⲛⲑⲟϥ ⲡⲉ ⲛⲉⲙ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
De God van vrede, die Jesus onzen Heer van de doden heeft opgewekt, den groten Herder der schapen door het Bloed van een eeuwig Verbond: (aiōnios g166)
ⲫϯ ⲇⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ϯϩⲓⲣⲏⲛⲏ ⲫⲏⲉⲧⲁϥ⳿ⲓⲛⲓ ⳿ⲉ⳿ⲡϣⲱⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲛⲏⲉⲑⲙⲱⲟⲩⲧ ⳿ⲙⲡⲓⲛⲓϣϯ ⳿ⲙⲙⲁⲛ⳿ⲉⲥⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓ⳿ⲉⲥⲱⲟⲩ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲥⲛⲟϥ ⳿ⲛⲧⲉ ϯⲇⲓ⳿ⲁⲑⲏⲕⲏ ⳿ⲛ⳿ⲉⲛⲉϩ ⲡⲉⲛ⳪ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅. (aiōnios g166)
Hij bevestige u in alle goed, opdat gij zijn wil moogt volbrengen; al wat Hem welbehagelijk is, werke Hij in ons uit door Jesus Christus: Hem zij ere in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn g165)
ⲉϥ⳿ⲉⲥⲉⲃⲧⲉ ⲑⲏⲛⲟⲩ ϧⲉⲛ ⲁⲅⲁⲑⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⳿ⲉ⳿ⲡϫⲓⲛ⳿ⲓⲣⲓ ⳿ⲙⲡⲉϥⲟⲩⲱϣ ⲉϥ⳿ⲓⲣⲓ ⲛⲁϥ ⳿ⲙⲡⲉⲑⲣⲁⲛⲁϥ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧⲉⲛ ⳿ⲙⲡⲉϥ⳿ⲙⲑⲟ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲫⲏⲉⲧⲉ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
Ook de tong is een vuur: een wereld van ongerechtigheid. Onder onze leden is het de tong, die heel het lichaam bezoedelt, en ons levensrad in brand steekt, zelf in vlam gezet door de hel. (Geenna g1067)
ⲡⲓⲗⲁⲥ ϩⲱϥ ⲟⲩ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⲡⲉ ⳿ⲡⲥⲟⲗⲥⲉⲗ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲧ⳿ⲁⲇⲓⲕⲓⲁ ⲡⲓⲗⲁⲥ ⲭⲏ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏⲓ ϧⲉⲛ ⲛⲓⲙⲉⲗⲟⲥ ⲟⲩⲟϩ ⳿ϥϩⲓⲁϭⲛⲓ ⳿ⲛⲥⲁ ⲡⲓⲥⲱⲙⲁ ⲧⲏⲣϥ ⳿ϥⲣⲱⲕϩ ⳿ⲙⲡⲓ⳿ⲧⲣⲟⲭⲟⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓϫⲓⲛⲙⲓⲥⲓ ⲟⲩⲟϩ ⳿ϥⲣⲱⲕϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ ϯⲅⲉⲉⲛⲛⲁ. (Geenna g1067)
Want gij zijt wedergeboren niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levend en blijvend woord van God. (aiōn g165)
⳿ⲉⲁⲩⲙⲉⲥ ⲑⲏⲛⲟⲩ ϧⲉⲛ ⲟⲩϫⲓⲛⲥⲓϯ ⲁⲛ ⲉⲑⲛⲁⲧⲁⲕⲟ ⲁⲗⲗⲁ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲉⲧⲁⲧⲧⲁⲕⲟ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲟⲧϥ ⳿ⲙⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲉⲧⲟⲛϧ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲧϣⲟⲡ. (aiōn g165)
Maar het woord des Heren houdt in eeuwigheid stand!" En dit is het woord, dat onder u is verkondigd. (aiōn g165)
ⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⲇⲉ ⳿ⲛⲧⲉ Ⲡ⳪ ϣⲟⲡ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲫⲁⲓ ⲇⲉ ⲡⲉ ⲡⲓⲥⲁϫⲓ ⲉⲧⲁⲩϩⲓⲱⲓϣ ⳿ⲙⲙⲟϥ ϧⲉⲛ ⲑⲏⲛⲟⲩ (aiōn g165)
wanneer iemand spreekt, het zij als Gods woord; wanneer iemand dient, het geschiede door de kracht, door God hem verleend. Moge dan in alles God worden verheerlijkt door Jesus Christus, wien de heerlijkheid is en de kracht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn g165)
ⲫⲏⲉⲑⲛⲁⲥⲁϫⲓ ϩⲱⲥ ϩⲁⲛⲥⲁϫⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁϣⲉⲙϣⲓ ϩⲱⲥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲟⲩϫⲟⲙ ⲑⲏ ⲉⲧⲉ ⲫϯ ⲛⲁⲥⲉⲃⲧⲱⲧⲥ ϩⲓⲛⲁ ϧⲉⲛ ϩⲱⲃ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⳿ⲛⲧⲉϥϭⲓⲱⲟⲩ ⳿ⲛϫⲉ ⲫϯ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲫⲏⲉⲧⲉ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲧⲏⲣⲟⲩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
De God van alle genade, die u in Christus riep tot zijn eeuwige glorie, Hij zal u na kortstondig lijden oprichten en sterken, stevigen en bevestigen. (aiōnios g166)
ⲫϯ ⲇⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ϩⲙⲟⲧ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲫⲏⲉⲧⲁϥⲑⲁϩⲉⲙ ⲑⲏⲛⲟⲩ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⳿ⲉⲡⲉϥⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ϧⲉⲛ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ ⳿ⲉⲁⲣⲉⲧⲉⲛϣⲉⲡ ⳿ⲙⲕⲁϩ ⳿ⲛⲟⲩⲕⲟⲩϫⲓ ⳿ⲛⲑⲟϥ ⲉϥ⳿ⲉⲥⲉⲃⲧⲉ ⲑⲏⲛⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲉϥ⳿ⲉⲥⲉⲙⲛⲉ ⲑⲏⲛⲟⲩ ⲉϥ⳿ⲉϯϫⲟⲙ ⲛⲱⲧⲉⲛ ⲉϥ⳿ⲉϩⲓⲥⲉⲛϯ ⳿ⲙⲙⲱⲧⲉⲛ. (aiōnios g166)
Hem is de kracht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn g165)
ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲁⲙⲁϩⲓ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲱⲟⲩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
en dan zal ook de toegang tot het eeuwig koninkrijk van Jesus Christus, onzen Heer en Zaligmaker, wijd voor u openstaan. (aiōnios g166)
ⲡⲁⲓⲣⲏϯ ⲅⲁⲣ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲙⲉⲧⲣⲁⲙⲁ⳿ⲟ ⲉⲩ⳿ⲉⲥⲉϩⲛⲉ ⲡⲓⲙⲱⲓⲧ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ⲛⲱⲧⲉⲛ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲑⲙⲉⲧⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲉⲛ⳪ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉⲛⲥⲱⲧⲏ ⲣ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅. (aiōnios g166)
Want wanneer God de zondige engelen niet spaarde, maar ze naar de hel verwees, en opsloot in donkere holen, om ze vast te houden voor het oordeel; (Tartaroō g5020)
ⲓⲥϫⲉ ⲫϯ ⳿ⲙⲡⲉϥϯⲁⲥⲟ ⳿ⲉⲛⲓⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⲉⲧⲁⲩⲉⲣⲛⲟⲃⲓ ⲁⲗⲗⲁ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ϧⲉⲛ ϩⲁⲛ⳿ⲥⲛⲁⲩϩ ⳿ⲛ⳿ⲅⲛⲟⲫⲟⲥ ϧⲉⲛ ⲡⲓⲧⲁⲣⲧⲁⲣⲟⲥ ⲁϥⲧⲏⲓⲧⲟⲩ ⲉⲑⲣⲟⲩ⳿ⲁⲣⲉϩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ⲡϩⲁⲡ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲉⲉⲣⲕⲟⲗⲁⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲱⲟⲩ. (Tartaroō g5020)
Neemt liever toe in genade en kennis van Jesus Christus onzen Heer en Verlosser. Hem zij de glorie nu en tot de Dag der Eeuwigheid. (aiōn g165)
ⲁⲓⲁⲓ ⲇⲉ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ϩⲙⲟⲧ ⲛⲉⲙ ⳿ⲡⲥⲟⲩⲉⲛ ⲡⲉⲛ⳪ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉⲛⲥⲱⲧⲏⲣ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲫⲏⲉⲧⲉ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ⲓⲥϫⲉⲛ ϯⲛⲟⲩ ⲛⲉⲙ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ ⲡⲉⲧⲣⲟⲩ ⲉⲡⲓⲥⲧⲟⲗⲏ ⲃ̅ (aiōn g165)
ja waarlijk, het Leven is verschenen en wij hebben het gezien; en wij leggen getuigenis af en brengen u de boodschap van het eeuwig Leven, dat bij den Vader was en aan ons is verschenen; (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓⲱⲛϧ ⲁϥⲟⲩⲟⲛϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲛⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲟⲩⲟϩ ⲧⲉⲛⲉⲣⲙⲉⲑⲣⲉ ⲟⲩⲟϩ ⲧⲉⲛⲧⲁⲙⲟ ⳿ⲙⲙⲱⲧⲉⲛ ⳿ⲉⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⲫⲏⲉⲧϣⲟⲡ ϩⲁ ⳿ⲫⲓⲱⲧ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥⲟⲩⲟⲛϩ ⳿ⲉⲣⲟⲛ. (aiōnios g166)
En de wereld gaat voorbij met haar begeerlijkheid; maar wie de wil van God volbrengt, blijft in eeuwigheid. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ⲛⲁⲥⲓⲛⲓ ⲛⲉⲙ ⲧⲉϥ⳿ⲉⲡⲓⲑⲩⲙⲓ⳿ⲁ ⲫⲏ ⲇⲉ ⲉⲧ⳿ⲓⲣⲓ ⳿ⲙ⳿ⲫⲟⲩⲱϣ ⳿ⲙⲫϯ ⳿ϥⲛⲁϣⲱⲡⲓ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
En dit is dan de belofte, die Hij ons heeft gegeven: het eeuwig leven. (aiōnios g166)
ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ⲡⲓⲱϣ ⲫⲏ ⳿ⲛⲑⲟϥ ⲉⲧⲁϥⲱϣ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⲛⲁⲛ ⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
Wie zijn broeder haat, is een moordenaar; en gij weet, dat geen moordenaar het eeuwig leven behoudt. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟⲛ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲑⲙⲟⲥϯ ⳿ⲙⲡⲉϥⲥⲟⲛ ⲟⲩϧⲁⲧⲉⲃ ⲣⲱⲙⲓ ⲡⲉ ⲟⲩⲟϩ ⲧⲉⲛⲥⲱⲟⲩⲛ ϫⲉ ϧⲁⲧⲉⲃ ⲣⲱⲙⲓ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⳿ⲙⲙⲟⲛ ⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ϣⲟⲡ ⳿ⲛϧⲏⲧⲟⲩ. (aiōnios g166)
En dit is de getuigenis: God heeft ons het eeuwig leven geschonken; en dat leven is in zijn Zoon. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲑⲁⲓ ⲧⲉ ϯⲙⲉⲧⲙⲉⲑⲣⲉ ϫⲉ ⲁϥϯ ⲛⲁⲛ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛϫⲉ ⲫϯ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲁⲓⲱⲛϧ ⲁϥϧⲉⲛ ⲡⲉϥϣⲏⲣⲓ. (aiōnios g166)
Dit alles heb ik u geschreven, opdat gij weten moogt, dat gij het eeuwig leven bezit, zo gij gelooft in de naam van den Zoon van God. (aiōnios g166)
ⲛⲁⲓ ⲁⲓ⳿ⲥϧⲏⲧⲟⲩ ⲛⲱⲧⲉⲛ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉⲧⲉⲛ⳿ⲉⲙⲓ ϫⲉ ⲟⲩⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲟⲧⲉⲛ ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⲛⲏⲉⲑⲛⲁϩϯ ⳿ⲉ⳿ⲫⲣⲁⲛ ⳿ⲙⲡⲓϣⲏⲣⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ. (aiōnios g166)
We weten ook, dat de Zoon van God is gekomen, en ons het inzicht heeft gegeven, om den Waarachtige te kennen. Wij zijn in den Waarachtige, en in zijn Zoon Jesus Christus. Deze is de waarachtige God en het eeuwige leven. (aiōnios g166)
ⲧⲉⲛⲥⲟⲩⲱⲛ ⲇⲉ ϫⲉ ⲁϥ⳿ⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⳿ⲡϣⲏⲣⲓ ⳿ⲙⲫϯ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥϯ ⲛⲁⲛ ⳿ⲛⲟⲩ⳿ⲉⲙⲓ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉⲛⲥⲟⲩⲉⲛ ⲡⲓⲁⲗⲏⲑⲓⲛⲟⲥ ⳿ⲛⲛⲟⲩϯ ⲟⲩⲟϩ ⲧⲉⲛϣⲟⲡ ϧⲉⲛ ⲡⲉϥϣⲏⲣⲓ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲫⲁⲓ ⲡⲉ ⲡⲓⲁⲗⲏⲑⲓⲛⲟⲥ ⳿ⲛⲛⲟⲩϯ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
om de waarheid, die in ons woont en die in eeuwigheid bij ons zal blijven: (aiōn g165)
ⲉⲑⲃⲉ ϯⲙⲉⲑⲙⲏⲓ ⲉⲧϣⲟⲡ ⳿ⲛϧⲏⲧⲉⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲥ⳿ⲉϣⲱⲡⲓ ⲛⲉⲙⲁⲛ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
hoe Hij de engelen, die hun Heerschappij niet bewaarden, maar hun eigen woonsteden verlieten, met eeuwige boeien in de duisternis vasthoudt voor het gericht van de grote Dag; (aïdios g126)
ϩⲁⲛⲕⲉⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⳿ⲙⲡⲟⲩ⳿ⲁⲣⲉϩ ⲉⲧⲟⲩⲁⲣⲭⲏ ⲁⲗⲗⲁ ⲁⲩⲭⲱ ⳿ⲙⲡⲟⲩⲙⲁ⳿ⲛϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛⲥⲱⲟⲩ ⲁϥ⳿ⲁⲣⲉϩ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⳿ⲉϧⲟⲩⲛ ϧⲁ ⳿ⲡⲭⲁⲕⲓ ϧⲉⲛ ϩⲁⲛ⳿ⲥⲛⲁⲩϩ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⳿ⲉⲡⲓϩⲁⲡ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲛⲓϣϯ ⳿ⲛ⳿ⲉϩⲟⲟⲩ. (aïdios g126)
hoe Sódoma en Gomorra met de omliggende steden, die ontucht bedreven evenals zij, en tegennatuurlijke vleselijke lusten hebben nagejaagd, tot een voorbeeld gesteld zijn van de straf door het eeuwige vuur. (aiōnios g166)
⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⳿ⲛⲥⲟⲇⲟⲙⲁ ⲛⲉⲙ ⲅⲟⲙⲟⲣⲣⲁ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲕⲉⲡⲟⲗⲓⲥ ⲉⲧⲕⲱϯ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲉⲧⲁⲩⲉⲣⲡⲟⲣⲛⲉⲩⲓⲛ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⳿ⲛⲛⲁⲓ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϣⲉ ⲛⲱⲟⲩ ⲥⲁⲫⲁϩⲟⲩ ⳿ⲛϩⲁⲛⲕⲉⲥⲁⲣⲝ ⲥⲉⲭⲏ ⲉⲩ⳿ⲥⲙⲟⲧ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⲉⲩⲛⲁϭⲓ ⳿ⲛⲟⲩϩⲁⲡ. (aiōnios g166)
woeste golven der zee, die hun eigen schande opspatten; dwaalsterren, wie diepste duisternis voor eeuwig wacht. (aiōn g165)
ϩⲁⲛϩⲱⲓⲙⲓ ⳿ⲛⲁⲅⲣⲓⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲫⲓⲟⲙ ⲛⲉ ⲉⲩϩⲓ⳿ⲥⲫⲏⲓϯ ⳿ⲛⲟⲩϣⲓⲡⲓ ϩⲁⲛⲥⲓⲟⲩ ⲉⲩⲥⲟⲣⲉⲙ ⲛⲉ ⲉⲩ⳿ⲁⲣⲉϩ ⲛⲱⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ⲡⲭⲁⲕⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲧⲭⲉⲙⲥ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
bewaart uzelf in Gods liefde, en rekent op de barmhartigheid van onzen Heer Jesus Christus ten eeuwigen leven. (aiōnios g166)
ⲙⲁⲣⲉⲛ⳿ⲁⲣⲉϩ ⳿ⲉⲣⲟⲛ ϧⲉⲛ ⲟⲩⲁⲅⲁⲡⲏ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲉⲛϫⲟⲩϣⲧ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲁ⳿ⲧϩⲏ ⳿ⲙⲡⲓⲛⲁⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲉⲛ⳪ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲉⲩⲱⲛϧ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ. (aiōnios g166)
—aan den enigen God, onzen Redder door Jesus Christus onzen Heer, aan Hem zij de glorie en grootheid, de kracht en de macht vóór alle eeuwigheid, en nu en in alle eeuwigheid. Amen! (aiōn g165)
ⲫϯ ⳿ⲙⲙⲁⲩⲁⲧϥ ⲡⲉⲛⲥⲱⲧⲏⲣ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϩⲓⲧⲉⲛ Ⲓⲏ̅ⲥ̅ Ⲡⲭ̅ⲥ̅ ⲡⲉⲛ⳪ ⲡⲓⲱⲟⲩ ⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲛⲉⲙ ϯⲙⲉⲧⲛⲓϣϯ ⲛⲉⲙ ⲡⲓ⳿ⲁⲙⲁϩⲓ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲉⲣϣⲓϣⲓ ϧⲁϫⲉⲛ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲧⲏⲣⲟⲩ ⲛⲉⲙ ϯⲛⲟⲩ ⲛⲉⲙ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ ⲓⲟⲩⲇⲁⲥ ⲉⲡⲓⲥⲧⲟⲗⲏ ⲁ̅ ⲕⲁⲑⲟⲗⲓⲕⲟⲛ ⳿ⲉⲡⲓⲥⲧⲟⲗⲏ ⲍ̅ ⲉⲛⲓⲣⲏⲛⲏ ⲧⲱ ⲕⲩⲣⲓⲱ (aiōn g165)
die ons ook tot een koningschap heeft gemaakt, tot priesters voor zijn God en zijn Vader: aan Hem zij de glorie en de macht in de eeuwen der eeuwen. Amen! (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲁϥⲑⲁⲙⲓⲟⲛ ⳿ⲛⲟⲩⲙⲉⲧⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲙⲙⲉⲧⲟⲩⲏⲃ ⳿ⲙⲫϯ ⲡⲉϥⲓⲱⲧ ⲫⲏⲉⲧⲉⲫⲱϥ ⲡⲉ ⲡⲓⲱⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲁⲙⲁϩⲓ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
Ik ben de Levende; Ik was dood, doch zie, Ik leef in de eeuwen der eeuwen. En Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk. (aiōn g165, Hadēs g86)
ⲫⲏⲉⲧⲟⲛϧ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲓⲙⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ϩⲏⲡⲡⲉ ϯⲱⲛϧ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ⲛⲓϣⲟϣⲧ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲫⲙⲟⲩ ⲛⲁⲩⲭⲏ ⳿ⲛⲧⲟⲧ ⲛⲉⲙ ⳿ⲁⲙⲉⲛϯ. (aiōn g165, Hadēs g86)
En toen de Dieren roem, en eer en dank hadden gebracht aan Hem, die op de troon is gezeten: den Levende in de eeuwen der eeuwen: (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲉϣⲱⲡ ⲁⲣⲉϣⲁⲛ ⲡⲓⲇ̅ ⳿ⲛⲍⲱⲟⲛ ϯ ⳿ⲙⲡⲁⲓⲱⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲡⲁⲓⲧⲁⲓⲟ ⲛⲉⲙ ⲡⲁⲓϣⲉⲡ⳿ϩⲙⲟⲧ ⳿ⲙⲫⲏⲉⲧϩⲉⲙⲥⲓ ϩⲓϫⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲑⲣⲟⲛⲟⲥ ⲫⲏⲉⲧⲟⲛϧ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
vielen de vier en twintig Oudsten neer voor Hem, die op de troon is gezeten, aanbaden den Levende in de eeuwen der eeuwen, legden hun kronen neer voor de troon, en riepen: (aiōn g165)
ϣⲁⲩϩⲓⲧⲟⲩ ⲉⲡⲉⲥⲏⲧ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⲡⲟⲩϩⲟ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲓⲕ̅ⲇ̅ ⳿ⲙ⳿ⲡⲣⲉⲥⲃⲩⲧⲉⲣⲟⲥ ⲟⲩⲟϩ ϣⲁⲩⲟⲩⲱϣⲧ ⳿ⲙⲡⲉ⳿ⲙⲑⲟ ⳿ⲙⲫⲏⲉⲧⲟⲛϧ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ ⲟⲩⲟϩ ϣⲁⲩⲭⲱ ⳿ⲛⲛⲟⲩ⳿ⲭⲗⲟⲙ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲙⲡⲉ⳿ⲙⲑⲟ ⳿ⲙⲡⲓ⳿ⲑⲣⲟⲛⲟⲥ ⲉⲩϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ. (aiōn g165)
En ieder schepsel in de hemel, op de aarde en onder de aarde, op de zee en al wat daarin is, hoorde ik roepen: Hem die zetelt op de troon En aan het Lam: Zij lof en eer en glorie, En kracht in de eeuwen der eeuwen! (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲥⲱⲛⲧ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲉⲧϧⲉⲛ ⳿ⲧⲫⲉ ⲛⲉⲙ ϩⲓϫⲉⲛ ⳿ⲡⲕⲁϩⲓ ⲛⲉⲙ ⲛⲏⲉⲧϣⲟⲡ ϧⲉⲛ ⳿ⲫⲓⲟⲙ ⲛⲉⲙ ⲛⲏ ⲧⲏⲣⲟⲩ ⲉⲧⲉ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲓⲥⲱⲧⲉⲙ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲉⲩϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ⳿ⲙⲫⲏⲉⲧϩⲉⲙⲥⲓ ϩⲓϫⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲑⲣⲟⲛⲟⲥ ϫⲉ ⲡⲓ⳿ⲥⲙⲟⲩ ⲫⲱⲕ ⲡⲉ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲱⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲧⲁⲓ⳿ⲟ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲁⲙⲁϩⲓ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Ik zag toe. En zie: een vaal paard; en die er op zat, heette de Dood, en de Onderwereld kwam achter hem aan. En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde, om te doden met zwaard en hongersnood, met pest en wilde beesten. (Hadēs g86)
ⲟⲩⲟϩ ⲁⲓⲛⲁⲩ ϩⲏⲡⲡⲉ ⲓⲥ ⲟⲩ⳿ϩⲑⲟ ⲉϥⲟⲩⲉⲧⲟⲩⲱⲧ ⲟⲩⲟϩ ⲫⲏⲉⲧϩⲉⲙⲥⲓ ϩⲓϫⲱϥ ⲡⲉϥⲣⲁⲛ ⲡⲉ ⳿ⲫⲙⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲙⲉⲛϯ ⲧⲏⲣϥ ⲉϥⲥⲱⲕ ⳿ⲛⲥⲱϥ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϯⲉⲣϣⲓϣⲓ ⲛⲁϥ ⳿ⲉϫⲉⲛ ⲡⲓⲣⲉⲇ̅ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲡⲕⲁϩⲓ ⳿ⲉϧⲟⲑⲃⲟⲩ ϧⲉⲛ ⳿ⲧⲥⲏϥⲓ ⲛⲉⲙ ⲡⲓ⳿ϩⲕⲟ ⲛⲉⲙ ⲡⲓϩⲟϫϩⲉϫ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲑⲏⲣⲓⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲡⲕⲁϩⲓ. (Hadēs g86)
en zeiden: Amen! Lof, glorie, wijsheid en dank, De eer, en de macht en de sterkte Aan onzen God in de eeuwen der eeuwen! Amen! (aiōn g165)
ⲉⲩϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⲁⲙⲏⲛ ⲡⲓ⳿ⲥⲙⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲱⲟⲩ ⲛⲉⲙ ϯⲥⲟⲫⲓⲁ ⲛⲉⲙ ⲡⲓϣⲉⲡ⳿ϩⲙⲟⲧ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲧⲁⲓ⳿ⲟ ⲛⲉⲙ ϯϫⲟⲙ ⲛⲁ ⲡⲉⲛⲛⲟⲩϯ ⲛⲉ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
De vijfde engel blies: Toen zag ik een ster, die uit de hemel op aarde was neergevallen; en haar werd de sleutel gegeven van de put van de Afgrond. (Abyssos g12)
ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓⲙⲁϩⲉ̅ ⳿ⲛⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⲁϥⲉⲣⲥⲁⲗⲡⲓⲍⲓⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲓⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲟⲩⲥⲓⲟⲩ ⳿ⲉⲁϥϩⲉⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲧⲫⲉ ϩⲓϫⲉⲛ ⲡⲓⲕⲁϩⲓ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϯ ⲛⲁϥ ⳿ⲛⲛⲓϣⲟϣⲧ ⳿ⲛⲧⲉ ϯϣⲱϯ ⳿ⲙ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ. (Abyssos g12)
Ze opende de put van de Afgrond; rook steeg op uit de put als de rook van een geweldige oven; de zon en de lucht werden verduisterd door de rook uit de put. (Abyssos g12)
ⲟⲩⲟϩ ⲁϥϣⲉ ⳿ⲉ⳿ⲡϣⲱⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⲡⲓ⳿ⲭⲣⲉⲙⲧⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ϯϣⲱϯ ⳿ⲙ⳿ⲫⲣⲏϯ ⳿ⲛ⳿ⲧ⳿ⲭⲣⲉⲙⲧⲥ ⳿ⲛⲟⲩⲛⲓϣϯ ⳿ⲛ⳿ϩⲣⲱ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥⲉⲣⲭⲁⲕⲓ ⳿ⲛϫⲉ ⳿ⲫⲣⲏ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲁⲏⲣ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲭⲣⲉⲙⲧⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ϯϣⲱϯ. (Abyssos g12)
Tot koning over zich hebben ze den Engel van de Afgrond: zijn naam is "Abaddon" in ‘t hebreeuws, "Apollion" is zijn naam in ‘t grieks. (Abyssos g12)
ⲉϥⲭⲏ ϩⲓϫⲱⲟⲩ ⳿ⲛϫⲉ ⳿ⲡⲟⲩⲣⲟ ⲡⲓⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ ⲫⲏⲉⲧⲉ ⲡⲉϥⲣⲁⲛ ⳿ⲙⲙⲉⲧⲉⲃⲣⲉⲟⲥ ⲡⲉ ⲙⲁⲅⲉⲇⲱⲛ ⳿ⲉϣⲁⲩⲟⲩⲁϩⲙⲉϥ ⳿ⲙⲙⲉⲧⲟⲩⲉⲓⲛⲓⲛ ϫⲉ ⲫⲏⲉⲧⲧⲁⲕⲟ. (Abyssos g12)
Hij zwoer bij Hem, die leeft in de eeuwen der eeuwen, en die de hemel heeft geschapen met al wat er in is, de aarde met al wat er in is, en de zee met al wat er in is: Geen tijd blijft er over; (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲁϥⲱⲣⲕ ⳿ⲙⲫⲏⲉⲧⲟⲛϧ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ ⲫⲏⲉⲧⲁϥⲥⲱⲛⲧ ⳿ⲛ⳿ⲧⲫⲉ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲕⲁϩⲓ ⲛⲉⲙ ⳿ⲫⲓⲟⲙ ⲛⲉⲙ ⲛⲏⲉⲧϣⲟⲡ ⲧⲏⲣⲟⲩ ϫⲉ ⳿ⲛⲛⲉ ⳿ⲥⲛⲟⲩ ϣⲱⲡⲓ ϫⲉ. (aiōn g165)
Maar wanneer ze hun getuigenis hebben voleind, dan zal het Beest, dat uit de afgrond omhoog stijgt, strijd met hen voeren, ze overwinnen en doden. (Abyssos g12)
ⲟⲩⲟϩ ⲉϣⲱⲡ ⲁⲩϣⲁⲛϫⲱⲕ ⳿ⲛϯⲙⲉⲧⲙⲉⲑⲣⲉ ⳿ⲛⲧⲉ ⲧⲟⲩ⳿ⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲓⲁ ⲡⲓⲑⲏⲣⲓⲟⲛ ⲇⲉ ⲉⲑⲛⲏⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ⲡϣⲱⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ ⲉϥ⳿ⲉ⳿ⲓⲣⲓ ⳿ⲛⲟⲩⲃⲱⲧⲥ ⲛⲉⲙⲱⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲉϥ⳿ⲉϭⲣⲟ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲉϥ⳿ⲉϧⲟⲑⲃⲟⲩ. (Abyssos g12)
Toen blies de zevende engel: In de hemel weerklonken machtige stemmen; ze riepen: Gekomen is het koningschap over de wereld Van onzen Heer en zijn Gezalfde. Hij zal heersen in de eeuwen der eeuwen! (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓⲙⲁϩⲍ̅ ⳿ⲛⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⲁϥⲉⲣⲥⲁⲗⲡⲓⲍⲓⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϣⲱⲡⲓ ⳿ⲛϫⲉ ϩⲁⲛⲛⲓϣϯ ⳿ⲛ⳿ⲥⲙⲏ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲧⲫⲉ ⲉⲩϫⲱ ⳿ⲙⲙⲟⲥ ϫⲉ ⳿ⲑⲙⲉⲧⲟⲩⲣⲟ ⳿ⲙⲡⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ⲁⲥϣⲱⲡⲓ ⳿ⲙⲠ⳪ ⲡⲉⲛⲛⲟⲩϯ ⲛⲉⲙ ⲡⲉϥⲭ͞ⲣⲥ̅ ⲟⲩⲟϩ ⲉϥ⳿ⲉⲉⲣⲟⲩⲣⲟ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Toen zag ik een anderen engel, vliegend hoog tegen de lucht. Hij moest een eeuwig Evangelie verkondigen aan hen, die de aarde bewonen, aan alle naties en stammen, talen en volken. (aiōnios g166)
ⲟⲩⲟϩ ⲁⲓⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲕⲉⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⲉϥϩⲏⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲑⲙⲏϯ ⳿ⲛ⳿ⲧⲫⲉ ⳿ⲉⲟⲩⲟⲛ ⲟⲩⲉⲩⲁⲅⲅⲉⲗⲓⲟⲛ ⳿ⲛⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲟⲧϥ ⲉϥϩⲓϣⲉⲛⲛⲟⲩϥⲓ ⳿ⲛⲛⲏⲉⲧϣⲟⲡ ϩⲓϫⲉⲛ ⳿ⲡⲕⲁϩⲓ ⲛⲉⲙ ⳿ϣⲗⲟⲗ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲛⲉⲙ ⲫⲩⲗⲏ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲛⲉⲙ ⲗⲁⲟⲥ ⲛⲓⲃⲉⲛ ⲛⲉⲙ ⲗⲁⲥ ⲛⲓⲃⲉⲛ. (aiōnios g166)
De rook hunner foltering stijgt op in de eeuwen der eeuwen, Ze hebben geen rust dag of nacht: Zij die aanbidden het Beest en zijn beeld, Al wie het merkteken draagt van zijn naam. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓ⳿ⲭⲣⲉⲙⲧⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲟⲩ⳿ⲧϩⲉⲙⲕⲟ ⲉϥ⳿ⲉϣⲉ ⳿ⲉ⳿ⲡϣⲱⲓ ϣⲁ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϫⲉ ⳿ⲙⲙⲟⲛ ⳿ⲙⲧⲟⲛ ⳿ⲙⲙⲁⲩ ⳿ⲙⲡⲓ⳿ⲉϩⲟⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲉϫⲱⲣϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲏⲉⲑⲛⲁⲟⲩⲱϣⲧ ⳿ⲙⲡⲓⲑⲏⲣⲓⲟⲛ ⲛⲉⲙ ⲧⲉϥϩⲩⲕⲱⲛ ⲛⲉⲙ ⲫⲏⲉⲑⲛⲁϭⲓ ⳿ⲙⲡⲓϣⲱⲗϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲉϥⲣⲁⲛ. (aiōn g165)
Eén van de vier Dieren gaf aan de zeven engelen zeven gouden schalen, vol van de gramschap van God, van den Levende in de eeuwen der eeuwen. (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⲁ ⲟⲩⲁⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲡⲓⲇ̅ ⳿ⲛⲍⲱⲟⲛ ⲁϥϯ ⳿ⲙⲡⲓⲍ̅ ⳿ⲛⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⳿ⲛϯⲍ̅ ⳿ⲙⲫⲩⲁⲗⲏ ⳿ⲛⲛⲟⲩⲃ ⲉⲩⲙⲉϩ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⲡⲓ⳿ⲙⲃⲟⲛ ⳿ⲛⲧⲉ ⲫϯ ⲉⲧⲟⲛϧ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲛⲓⲉⲛⲉϩ ⲁⲙⲏⲛ. (aiōn g165)
Het Beest, dat ge gezien hebt, wàs, maar is niet; doch het zal opstijgen uit de afgrond en ten verderve gaan. En de bewoners der aarde, wier naam niet geschreven staat in het boek des levens van de grondvesting der wereld af, ze zullen verbaasd staan bij het zien van het Beest, omdat het wàs, niet is, doch zàl zijn. (Abyssos g12)
ⲡⲓⲑⲏⲣⲓⲟⲛ ⲉⲧⲁⲕⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲣⲟϥ ⲉϥϣⲟⲡ ⲟⲩⲟϩ ⳿ϥϣⲟⲡ ⲁⲛ ⲉϥⲛⲏⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ϩⲣⲏⲓ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲉϥⲛⲁ ⳿ⲉ⳿ⲡⲧⲁⲕⲟ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲩ⳿ⲉⲉⲣ⳿ϣⲫⲏ ⲣⲓ ⲧⲏⲣⲟⲩ ⳿ⲛϫⲉ ⲛⲏⲉⲧϣⲟⲡ ϩⲓϫⲉⲛ ⳿ⲡⲕⲁϩⲓ ⲛⲏⲉⲧⲉ ⲡⲟⲩⲣⲁⲛ ⳿ⲥϧⲏⲟⲩⲧ ⲁⲛ ϩⲓ ⳿ⲡϫⲱⲙ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲡⲱⲛϧ ⲓⲥϫⲉⲛ ⳿ⲡϣⲁ ⳿ⲛⲥⲱⲛⲧ ⳿ⲙⲡⲓⲕⲟⲥⲙⲟⲥ ⲉⲩϫⲟⲩϣⲧ ⳿ⲉⲡⲓⲑⲏⲣⲓⲟⲛⲏ ϫⲉ ⳿ϥϣⲟⲡ ⲟⲩⲟϩ ⳿ϥϣⲟⲡ ⲁⲛ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥϩⲉⲓ. (Abyssos g12)
En ze herhaalden: Alleluja! Haar rook stijgt op in de eeuwen der eeuwen! (aiōn g165)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲫⲙⲁϩ ⲁϥϫⲟⲥ ϫⲉ ⲁⲗⲗⲏ ⲗⲟⲩⲓⲁ ⲟⲩⲟϩ ⲡⲉⲥ⳿ⲭⲣⲉⲙⲧⲥ ⲉϥ⳿ⲉϣⲉ ⳿ⲉ⳿ⲡϣⲱⲓ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
En gegrepen werd het Beest, en met hem de valse profeet, die onder zijn ogen de wonderen verricht had, waarmee hij hèn had verleid, die het teken van het Beest hadden aanvaard en zijn beeld hadden aanbeden: Levend werden beiden in de vuurpoel geworpen, met zwavel gestookt. (Limnē Pyr g3041 g4442)
ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩⲧⲁϩⲉ ⲡⲓⲑⲏⲣⲓⲟⲛ ⲛⲉⲙ ⲛⲏⲉⲑⲛⲉⲙⲁϥ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲯⲉⲩⲇⲟ⳿ⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲏⲥ ⲫⲏⲉⲧⲁϥ⳿ⲓⲣⲓ ⳿ⲛⲛⲓⲙⲏⲓⲛⲓ ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧⲟⲩ ⳿ⲙⲡⲉϥ⳿ⲙⲑⲟ ⳿ⲉⲁⲩⲥⲱⲛϩ ⳿ⲛⲛⲏⲉⲧⲁⲩϭⲓ ⳿ⲛϯⲧⲉⲃⲥ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲑⲏ ⲣⲓⲟⲛ ⲛⲉⲙ ⲛⲏⲉⲑⲟⲩⲱϣⲧ ⳿ⲛⲧⲉϥϩⲩⲕⲱⲛ ⲁⲩϩⲓⲧⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲙⲡⲓ ⲉⲩⲟⲛϧ ⳿ⲉϯⲗⲩⲙⲛⲏⲉⲑⲙⲟϩ ⳿ⲛ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⲛⲉⲙ ⲑⲏⲛ. (Limnē Pyr g3041 g4442)
Toen zag ik een engel uit de hemel nederdalen; de sleutel van de Afgrond en een grote keten droeg hij in zijn hand. (Abyssos g12)
ⲟⲩⲟϩ ⲁⲓⲛⲁⲩ ⳿ⲉⲟⲩⲁⲅⲅⲉⲗⲟⲥ ⳿ⲉⲁϥ⳿ⲓ ⲉⲡⲉⲥⲏⲧ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ϧⲉⲛ ⳿ⲧⲫⲉ ⲉⲣⲉ ⳿ⲡϣⲟϣⲧ ⳿ⲙ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ ⳿ⲛⲧⲟⲧϥ ⲛⲉⲙ ⲟⲩⲛⲓϣϯ ⳿ⲛϩⲁⲗⲏⲥⲓⲥ ϧⲉⲛ ⲧⲉϥϫⲓϫ. (Abyssos g12)
en wierp hem in de Afgrond. Toen sloot hij hem in, en legde er een zegel op, opdat hij de volkeren niet langer zou verleiden, totdat de duizend jaar voleindigd zijn. Daarna moet hij losgelaten worden voor korte tijd. (Abyssos g12)
ⲁϥϩⲓⲧϥ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲉ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ ⲁϥⲙⲁ⳿ϣⲑⲁⲙ ⳿ⲉⲣⲱϥ ⲟⲩⲟϩ ⲁϥⲧⲱⲃ ⲥⲁ⳿ⲡϣⲱⲓ ⳿ⲙⲙⲟϥ ϩⲓⲛⲁ ⳿ⲛⲧⲉϥ⳿ϣⲧⲉⲙⲥⲱⲣⲉⲙ ⳿ⲛⲛⲓⲉⲑⲛⲟⲥ ϣⲁⲧⲟⲩϫⲱⲕ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛϫⲉ ⲡⲓϣⲟ ⳿ⲛⲣⲟⲙⲡⲓ ⲟⲩⲟϩ ⲙⲉⲛⲉⲛⲥⲁ ⲛⲁⲓ ϩⲱϯ ⲡⲉ ⳿ⲛⲧⲟⲩⲃⲟⲗϥ ⳿ⲉⲃⲟⲗ ⳿ⲛⲕⲉⲕⲟⲩϫⲓ ⳿ⲛⲥⲏⲟⲩ. (Abyssos g12)
En de duivel, die ze verleid had, werd weer neergeworpen in de poel van vuur en zwavel, waar ook het Beest is en de valse pro feet; gepijnigd zullen ze worden dag en nacht in de eeuwen der eeuwen. (aiōn g165, Limnē Pyr g3041 g4442)
ⲟⲩⲟϩ ⲡⲓⲇⲓ⳿ⲁⲃⲟⲗⲟⲥ ⲉⲧⲥⲱⲣⲉⲙ ⳿ⲙⲙⲱⲟⲩ ⲁⲩϩⲓⲧϥ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲉϯⲗⲩⲙⲛⲏ ⳿ⲛ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⲉⲑⲙⲟϩ ⳿ⲛⲑⲏⲛ ⲡⲓⲙⲁ ⲉⲧⲉ ⲡⲓⲑⲏⲣⲓⲟⲛ ⳿ⲙⲙⲟϥ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲯⲉⲩⲇⲟ⳿ⲡⲣⲟⲫⲏⲧⲥ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩⲉⲣⲃⲁⲥⲁⲛⲓⲍⲓⲛ ⳿ⲙⲙⲱⲟⲩ ⳿ⲛⲛⲓ⳿ⲉϩⲟⲟⲩ ⲛⲉⲙ ⲛⲓ⳿ⲉϫⲱⲣϩ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165, Limnē Pyr g3041 g4442)
De zee gaf de doden terug, die er in zijn; Dood en Onderwereld gaven de doden terug, die er in zijn. En allen werden naar hun werken geoordeeld. (Hadēs g86)
ⲟⲩⲟϩ ⲁ ⳿ⲫⲓⲟⲙ ϯ ⳿ⲛⲛⲓⲣⲉϥⲙⲱⲟⲩⲧ ⲉⲧⲉ⳿ⲛ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧϥ ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ ⲛⲉⲙ ⳿ⲁⲙⲉⲛϯ ⲁⲩϯ ⳿ⲛⲛⲓⲣⲉϥⲙⲱⲟⲩⲧ ⲉⲧⲉ⳿ⲛϧⲏⲧⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲁⲩϯϩⲁⲡ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲕⲁⲧⲁ ⲛⲟⲩ⳿ϩⲃⲏⲟⲩ⳿ⲓ. (Hadēs g86)
Dood en Onderwereld werden in de vuurpoel geworpen; de vuurpoel is de tweede dood. (Hadēs g86, Limnē Pyr g3041 g4442)
ⲟⲩⲟϩ ⳿ⲫⲛⲟⲩⲛ ⲛⲉⲙ ⳿ⲁⲙⲉⲛϯ ⲁⲩϩⲓⲧⲟⲩ ⳿ⲉ⳿ϧⲣⲏⲓ ⳿ⲉϯⲗⲩⲙⲛⲏ ⳿ⲛ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⲉⲑⲙⲟϩ ϩⲓ ⲑⲏⲛ. (Hadēs g86, Limnē Pyr g3041 g4442)
En wie niet geschreven stond in het Boek des Levens, ook hij werd in de vuurpoel geworpen. (Limnē Pyr g3041 g4442)
ⲛⲉⲙ ⲫⲏⲉⲧⲉ ⳿ⲙⲡⲟⲩϫⲉⲙϥ ⲉϥ⳿ⲥϧⲏ ⲟⲩⲧ ϩⲓ ⳿ⲡϫⲱⲙ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲡⲱⲛϧ ⲁⲩϩⲓⲧⲟⲩ ⳿ⲉϯⲗⲩⲙⲛⲏ ⳿ⲛ⳿ⲭⲣⲱⲙ (Limnē Pyr g3041 g4442)
Maar alle lafaards, trouwelozen, Boosdoeners en moordenaars, Ontuchtigen, tovenaars, Afgodendienaars en leugenaars: Ze krijgen hun deel in de poel, Die brandt van vuur en zwavel! En dit is de tweede dood. (Limnē Pyr g3041 g4442)
ⲛⲏ ⲇⲉ ⲉⲑⲛⲁⲉⲣ⳿ϣⲗⲁϩ ⳿ⲛϩⲏⲧ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲁⲧⲛⲁϩϯ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲥⲁϥϩⲏⲧ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲣⲉϥϧⲱⲧⲉⲃ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲡⲟⲣⲛⲟⲥ ⲛⲉⲙ ⲛⲓϣⲁⲙϣⲉ ⲓϧ ⲛⲉⲙ ⲛⲓⲥⲁⲙⲉⲑⲛⲟⲩϫ ⲡⲟⲩⲙⲉⲣⲟⲥ ⲉϥ⳿ⲉϣⲱⲡⲓ ϧⲉⲛ ϯⲗⲩⲙⲛⲏ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓ⳿ⲭⲣⲱⲙ ⲛⲉⲙ ⲡⲓⲑⲏⲛ ⲉⲧⲉ ⲡⲓⲙⲟⲩ ⳿ⲙⲙⲁϩⲃ̅ ⲡⲉ. (Limnē Pyr g3041 g4442)
Dan zal er geen nacht meer zijn, en ze zullen het licht van fakkel en zon niet langer behoeven. Want God de Heer zal over hen lichten; ze zullen heersen in de eeuwen der eeuwen! (aiōn g165)
⳿ⲛⲛⲉ ⳿ⲉϫⲱⲣϩ ϣⲱⲡⲓ ϫⲉ ⲟⲩⲇⲉ ⳿ⲛⲛⲟⲩⲉⲣ⳿ⲭ ⲣⲓⲁ ⳿ⲛⲟⲩⲱⲓⲛⲓ ⳿ⲛϧⲏⲧⲥ ⲟⲩⲇⲉ ⲟⲩⲟⲩⲱⲓⲛⲓ ⳿ⲛⲧⲉ ⳿ⲫⲣⲏ ϫⲉ Ⲡ⳪ ⲫϯ ⲉϥ⳿ⲉⲉⲣⲟⲩⲱⲓⲛⲓ ⳿ⲉⲣⲱⲟⲩ ⲟⲩⲟϩ ⲉⲩ⳿ⲉⲉⲣⲟⲩⲣⲟ ϣⲁ ⲉⲛⲉϩ ⳿ⲛⲧⲉ ⲡⲓⲉⲛⲉϩ. (aiōn g165)
Questioned verse translations do not contain Aionian Glossary words, but may wrongly imply eternal or Hell
"Een helse pest kleeft hem aan; Waar hij ligt, blijft hij liggen!" (questioned)
Hij was de brandende en hel schijnende lamp; gij hebt u zelfs een ogenblik in zijn licht willen verheugen. — (questioned)

DPC > Aionian Verses: 264, Questioned: 2
COP > Aionian Verses: 200